| Organisatie | WerkSaam Westfriesland |
|---|---|
| Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
| Officiële naam regeling | Beleidsregel Uitstroompremie WerkSaam Westfriesland |
| Citeertitel | Beleidsregel Uitstroompremie WerkSaam Westfriesland |
| Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
artikel 31 van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 10-02-2024 | 01-07-2023 | wijziging | 08-02-2024 |
De Participatiewet biedt de mogelijkheid om een premie te geven als prikkel om uit de uitkering te komen. WerkSaam benut deze mogelijkheid. De premie is bedoeld voor cliënten die aan het werk gaan en niet meer of minder afhankelijk zijn van een uitkering. Met tijdelijk of vast werk, werk in deeltijd, werken met loonsubsidie of werken als zelfstandige.
Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;
gezien het advies van de Cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 29 januari 2024;
gelet op artikel 31, lid 2, sub j en lid 5 van de Participatiewet;
overwegende dat een financiële prikkel kan bijdragen aan de inzet van uitkeringsgerechtigden om uit de uitkering te komen;
Artikel 3. Algemene voorwaarden uitstroompremie
Voor de uitstroompremie geldt als voorwaarde dat een cliënt:
Artikel 8. Maximum bedrag uitstroompremie
Bij het aanvaarden van werk door beide partners in een gezamenlijke huishouding, bedraagt de uitstroompremie per huishouding niet meer dan de bedragen als genoemd in artikel 5 en 7.
Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 8 februari 2024,
De voorzitter,
S.C.F. Visser-Botman
De directeur,
M.J. Dölle
Deze beleidsregel gaat uit van ambtshalve toekenning van de uitstroompremie. WerkSaam beoordeelt uit eigen beweging of er recht bestaat op een uitstroompremie. Aanvragen van de cliënt zijn niet nodig.
Deze beleidsregel voorziet in een uitstroompremie met een basisdeel voor cliënten die aan het werk gaan of starten als zelfstandige voor minimaal 16 uur per week. Wanneer deze cliënten er vervolgens in slagen om door dit werk 6 maanden uit de uitkering te blijven, dan ontvangen zij een uitstroompremie in de vorm van een bonusdeel. Cliënten tot 27 jaar hebben op grond van de wet geen recht op een uitstroompremie. De wetgever heeft hierbij een uitzondering gemaakt voor cliënten die werken met een loonkostensubsidie. Aan hen kan wel een uitstroompremie worden verstrekt als zij jonger zijn dan 27 jaar.
Onder “vluchtelingen” verstaat deze beleidsregel zogenaamde derdelanders. Dit zijn cliënten die niet afkomstig zijn uit België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, IJsland Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Liechtenstein, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden en Zwitserland.
De uitstroompremie is onderverdeeld in 2 aparte delen, het basis- en het bonusdeel. Beide worden ambtshalve toegekend. Dit betekent dat de cliënt de uitstroompremie niet zelf hoeft aan te vragen.
Artikel 3. Algemene voorwaarden uitstroompremie
De voorwaarden voor een uitstroompremie zijn: in de voorafgaande 30 maanden ten minste 24 maanden recht op uitkering. En maximaal eens per 4 jaar recht op een uitstroompremie. Wanneer het een client niet lukt om binnen 24 maanden aan het werk te gaan, is naar ons oordeel sprake van een langere afstand tot de arbeidsmarkt. De inzet van een financiële prikkel, om alsnog uitstroom te bereiken, achten wij vanaf dat moment een passend instrument. Voor vluchtelingen geldt de eerste voorwaarde niet, omdat we voor deze cliënten uitstroom binnen 2 jaar als een bijzondere prestatie beschouwen.
Artikel 4. Voorwaarden basisdeel uitstroompremie
Het basisdeel van de uitstroompremie is bedoeld voor cliënten die voor ten minste 16 uur per week aan het werk gaan. En voor cliënten, die weliswaar voor minder uren aan het werk gaan, maar hierdoor wel volledig uitstromen. Bijvoorbeeld doordat zij andere inkomsten hebben of meer uren zijn gaan werken.
Voor cliënten die substantieel aan het werk gaan, maar desondanks nog deels afhankelijk blijven van een aanvullende bijstandsuitkering, achten wij een financiële prikkel ook passend. Hierbij is door ons substantieel bepaald op 16 uur of meer per week.
Artikel 5. Bedrag basisdeel uitstroompremie
In dit artikel geven we aan wat het bedrag voor het basisdeel van de uitstroompremie is.
Artikel 6. Voorwaarden bonusdeel uitstroompremie
Het bonusdeel is bedoeld voor cliënten die voor een langere periode (minimaal 6 maanden) in een arbeidsovereenkomst of als zelfstandige werkzaam zijn en hierdoor geen gebruik meer maken van een uitkering. Een tussentijdse overstap naar een andere baan is mogelijk mits er tussen de 2 arbeidsovereenkomsten niet meer dan 2 weken zit. Dan wordt het nog als een onafgebroken periode van 6 maanden gezien.
Artikel 7. Bedragen bonusdeel uitstroompremie
In dit artikel geven we aan wat het bedrag voor het bonusdeel van de uitstroompremie is.
Voor het bonusdeel gelden de volgende bedragen:
Cliënten die voldoen aan de algemene voorwaarden (zie artikel 3) hebben recht op het basisdeel van de uitstroompremie. Om hen te stimuleren hun baan te behouden, krijgen zij na 6 maanden recht op een bonusdeel. Voor vluchtelingen en voor cliënten van 50 jaar of ouder of met een indicatie banenafspraak, is het behouden van een baan voor een langere periode, minder vanzelfsprekend en vraagt om meer inzet van de cliënt. Daarom geldt voor deze groepen een hoger bonusdeel.
Artikel 8. Maximum bedrag uitstroompremie
Deze bepaling voorkomt dat bij een gezamenlijke huishouding niet tweemaal recht bestaat op de uitstroompremie in een kort tijdsbestek.
Artikel 9. Verrekening uitstroompremie
In lid 1 geven we aan dat we bij samenloop van een uitstroompremie en een openstaande schuld bij WerkSaam, het basisdeel van de uitstroompremie in beginsel niet verrekenen met deze schuld. Hier kan een uitzondering op worden gemaakt als dit de voorkeur heeft van de cliënt.
Voor het bonusdeel geldt dat wij deze wel verrekenen in het geval dat de cliënt zijn (eventuele) betalingsverplichtingen niet nakomt. Verrekening vindt dan plaats zonder toestemming van de cliënt. Afhankelijk van hoe ons kwijtscheldingsbeleid is opgezet, denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van ‘bevriezing’ van de aflossingsverplichting in het 1 jaar, zal hiervan in de praktijk soms minder geldingskracht uitgaan. Maar wij geven hiermee wel duidelijk aan dat wanneer een client zijn (betalings-)verplichtingen niet nakomt, wij in beginsel gebruik zullen maken van de mogelijkheid om te verrekenen op grond van artikel 60a lid 4 van de Participatiewet.
Artikel 10. Terugvordering uitstroompremie
In dit artikel geven we aan dat we de uitstroompremie terugvorderen als cliënt onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, en deze premie niet zou zijn verstrekt als cliënt de juiste of volledige inlichtingen zou hebben verstrekt. Wij zijn dan bevoegd om de toekenning van de voorziening (de premie) in te trekken, waarmee komt vast te staan dat deze voorziening onverschuldigd is toegekend en deze door ons kan worden teruggevorderd. De grondslag voor deze terugvordering is het ongeschreven rechtsbeginsel dat hetgeen onverschuldigd is betaald, terugbetaald moet worden.