Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
WerkSaam Westfriesland

Beleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie 2023 WerkSaam Westfriesland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkSaam Westfriesland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie 2023 WerkSaam Westfriesland
CiteertitelBeleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie 2023 WerkSaam Westfriesland
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10c van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-202401-07-2023Nieuwe beleidsregel

08-02-2024

bgr-2024-248

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie 2023 WerkSaam Westfriesland

 

Inleiding

Werkgevers lopen soms extra risico als ze personen met een arbeidsbeperking in dienst nemen. Loonkostensubsidie is een hulpmiddel om werkgevers tegemoet te komen die personen in dienst nemen die niet zelfstandig in staat zijn om het wettelijk minimumloon te verdienen. Deze vorm van subsidie kan alleen ingezet worden als een persoon valt onder de doelgroep loonkostensubsidie. In andere woorden komen alleen personen met een arbeidsbeperking hiervoor in aanmerking. De werkgever ontvangt loonkostensubsidie voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon.

 

Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland;

 

gezien het advies van de cliëntenraad van WerkSaam Westfriesland van 29 januari 2024;

 

gelet op artikel 10c van de Participatiewet;

 

b e s l u i t :

  • de beleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie WerkSaam Westfriesland vast te stellen.

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliënt: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a, onderdeel 1,2,3,5,6, en 7 van de wet.

  • b.

    Doelgroep loonkostensubsidie: Personen die niet in staat zijn met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, maar wel mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie.

  • c.

    Loonwaarde: arbeidsproductiviteit van de cliënt in vergelijking tot werknemers zonder loonkostensubsidie in dezelfde functie.

  • d.

    UWV: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

  • e.

    WerkSaam: het Dagelijks Bestuur van WerkSaam Westfriesland.

  • f.

    Wet: de Participatiewet.

 

Artikel 2. Doelgroep loonkostensubsidie

  • 1.

    WerkSaam stelt vast of iemand behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Hierbij houdt WerkSaam rekening met het volgende:

    • a.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, lid 1 onderdeel a, onder 1,2,3,5, 6 of 7 van de wet; of

    • b.

      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 10d, lid 2 van de Participatiewet, of

    • c.

      het UWV een externe partij (bijvoorbeeld een arbeidsdeskundige) adviseert WerkSaam of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.

  • 2.

    WerkSaam kan cliënten wanneer zij aan één of meer van de volgende kenmerken voldoen opnemen in de doelgroep loonkostensubsidie:

  • Cliënt voldoet aan één of meer van de volgende kenmerken:

    • Cliënt heeft PRO/VSO of MBO entree onderwijs gevolgd.

    • Cliënt heeft geen opleiding afgerond.

    • Er is een structurele belemmering, (zoals: licht verstandelijke beperking, flinke lichamelijke klachten, gedragsproblematiek etc.).

    • Zijn er meerdere (>2) korte dienstverbanden geweest die mogelijk wel verlengd hadden kunnen worden met bijvoorbeeld begeleiding van een jobcoach.

    • De cliënt heeft nog nooit zonder ondersteuning gewerkt.

    • Cliënt heeft vanwege een functiebeperking een verminderde loonwaarde.

    • Cliënt heeft meerdere re-integratie trajecten gevolgd, maar uitstroom is niet duurzaam geweest.

 

Artikel 3. Vaststellen loonkostensubsidie

  • 1.

    De hoogte van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld door het uitvoeren van een loonwaardemeting door een loonwaardedeskundige.

  • 2.

    Om tot een reële vaststelling van de loonwaarde te komen kan een proefplaatsing worden afgesproken. De cliënt werkt tijdens de proefplaatsing 2 maanden met behoud van uitkering.

 

Artikel 4. Forfaitaire loonkostensubsidie

  • 1.

    Wanneer WerkSaam heeft vastgesteld dat iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort kan er forfaitaire loonkostensubsidie worden verstrekt wanneer er nog geen adequate loonwaardemeting kan worden uitgevoerd.

  • 2.

    WerkSaam kan in overleg met de werkgever overeenkomen dat de vaststelling van de loonwaarde wordt uitgesteld. Tijdens deze periode ontvangt de werkgever een forfaitaire loonkostensubsidie voor maximaal 6 maanden.

    • a.

      Binnen 6 maanden wordt er een loonwaarde vastgesteld. (Artikel 10d lid 1 onder b van de wet).

    • b.

      De hoogte van de loonkostensubsidie bedraagt tijdens deze periode 50% van het wettelijk minimumloon.

  • 3.

    Er kan geen forfaitaire loonkostensubsidie worden verstrekt na een proefplaatsing.

 

Artikel 5. Algemene bepalingen

Wanneer een cliënt niet meer onder de doelgroep loonkostensubsidie valt, wordt de beschikking loonkostensubsidie ingetrokken.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze gewijzigde beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel Doelgroep loonkostensubsidie 2023 WerkSaam Westfriesland.

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 8 februari 2024,

De voorzitter,

S.C.F. Visser-Botman

De directeur,

M.J. Dölle

 

Algemene toelichting

WerkSaam beoordeelt of een persoon in aanmerking komt voor loonkostensubsidie. Ook beoordeelt WerkSaam wat de hoogte van de loonwaarde en de loonkostensubsidie is.

De loonkostensubsidie komt te vervallen als tijdens een onderzoek de conclusie wordt getrokken dat een persoon niet meer voor loonkostensubsidie in aanmerking komt. De werkgever en cliënt krijgen dan beiden een brief (beschikking) waarin staat dat de loonkostensubsidie niet langer ingezet kan worden.

 

Toelichting

 

Artikel 2. Doelgroep Loonkostensubsidie

WerkSaam beoordeelt de persoonlijke omstandigheden van de personen en gebruikt de criteria in artikel 2 lid 2 van deze beleidsregel als hulpmiddel om te besluiten of iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort.

Onderstaande criteria zijn behulpzaam om te beoordelen of iemand niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort.

  • Cliënt is zelfstandig in staat met voltijdse arbeid het WML (of meer) te verdienen.

  • Cliënt heeft gedurende meerdere jaren zonder LKS gewerkt bij verschillende reguliere werkgevers en het laatste dienstverband is korter dan 3 jaar geleden. Daarnaast is er geen verslechtering in de gezondheid van de cliënt opgetreden.

  • Cliënt heeft een tijdelijke beperking en zal naar verwachting volledig herstellen.

  • Cliënt heeft een taalachterstand, maar zal deze na verloop van tijd niet of veel minder hebben.

  • De cliënt heeft een beperking maar kan wel zelfstandig het WML verdienen.

 

Artikel 3. Vaststellen doelgroep loonkostensubsidie

De werkgever heeft de intentie om de kandidaat aansluitend aan een proefplaatsing een contract aan te bieden. De (vermoedelijke) arbeidsbeperking wordt voor aanvang van het dienstverband beoordeeld en vastgesteld door een coach van WerkSaam.

 

Artikel 4. Forfaitaire loonkostensubsidie

In enkele gevallen wordt voor cliënten die nog niet in het doelgroepenregister zijn ingeschreven forfaitaire LKS aangevraagd wordt. Deze mogelijkheid is er voor cliënten die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie en die nog niet zijn ingeschreven in het doelgroepregister.

 

Forfaitaire LKS kan ingezet worden wanneer een loonwaardemeting nog niet adequaat kan worden uitgevoerd. Voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst heeft de cliënt bij hetzelfde bedrijf géén leerstage of proefplaatsing gehad.

Wanneer er een stage of proefplaatsing is geweest, wordt door middel van een loonwaardemeting de daadwerkelijke loonwaarde vastgesteld.