Organisatie | Metropoolregio Rotterdam Den Haag |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2024 |
Citeertitel | Subsidieverordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2024 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-02-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 15-12-2023 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
maatwerkvervoer: lokale mobiliteitsvoorziening die is afgestemd op een collectieve vervoersvraag en aanvullend is en aansluiting biedt op het bestaande OV-netwerk. Het betreft ‘niet-exclusief vervoer’ dat vraagafhankelijk kan zijn georganiseerd of volgens een vaste dienstregeling dan wel een combinatie van beide systemen. Voorts kan sprake zijn van een bestaand systeem dat wordt aangepast in geografische scope en/of werking of van een nieuw systeem dat is ontwikkeld omdat bestaande vervoerssystemen geen oplossing bieden;
samenwerkingsprogramma: een geheel van projecten gebaseerd op een samenwerkingsovereenkomst van MRDH met meerdere partijen met als doel het realiseren van een bepaalde opdracht passend binnen de SA, waarbij MRDH mede de rol van subsidieverlener heeft. Deze programma’s kunnen zowel grote als kleine projecten bevatten;
Artikel 2 Bevoegdheden bestuurscommissie
De bestuurscommissie kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.
Hoofdstuk 2 Grote en kleine projecten
Artikel 12 Tijdige subsidieaanvraag klein project
De subsidieaanvraag voor een klein project wordt ingediend in het begrotingsjaar uiterlijk op 31 oktober van dat begrotingsjaar.
Artikel 13 Beoordeling subsidieaanvraag
Indien als gevolg van de complexiteit van de aanvraag niet kan worden beslist binnen de in lid 1 genoemde termijn, verlengt de bestuurscommissie de termijn met maximaal 13 weken voor kleine projecten en met maximaal 26 weken voor grote projecten. De bestuurscommissie doet hiervan binnen de eerste termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.
Artikel 17 Aanvraag tot subsidievaststelling
De subsidieontvanger doet binnen een termijn van 26 weken na gereedkomen van een project daarvan mededeling aan de bestuurscommissie, vergezeld van een aanvraag tot vaststelling van de subsidie. De termijn kan op verzoek van de aanvrager binnen de eerst gestelde termijn eenmaal met ten hoogste 26 weken worden verlengd.
Artikel 25 Profijtbeginsel / nieuw voor oud voor een infrastructureel project
Bij berekening van de hoogte van de subsidiabele projectkosten worden de volgende correcties toegepast:
Artikel 29 Minimum omvang van een gedragsproject
Voor gedragsprojecten wordt slechts subsidie verleend, indien de subsidiabele projectkosten hoger zijn dan € 5.000,-.
Artikel 32 Grondslag subsidie van een gedragsproject
De grondslag van de subsidie is het bedrag berekend met inachtneming van artikel 31 verminderd met:
Artikel 36 Minimum projectomvang van overige projecten
Voor overige projecten kan slechts subsidie worden verleend, indien de subsidiabele projectkosten meer bedragen dan € 25.000,-.
Artikel 39 Profijtbeginsel / nieuw voor oud van een overig project
Bij berekening van de hoogte van de subsidiabele projectkosten worden de volgende correcties toegepast:
Artikel 40 Grondslag subsidie voor een overig project
De grondslag van de subsidie is het bedrag berekend met inachtneming van artikel 38 en artikel 39 verminderd met:
Hoofdstuk 3 Exploitatie openbaar vervoer
§ 3.1 Concessies voor openbaar vervoer
Artikel 43 Reikwijdte van de paragraaf
Voor zover het bepaalde in deze verordening in strijd komt met het bepaalde in de concessie van de betreffende subsidieaanvrager, is het bepaalde in de concessie van toepassing.
Artikel 44 Exploitatiesubsidie voor openbaar vervoer
Een exploitatiesubsidie omvat: exploitatie van openbaar vervoer als bedoeld in de Wet personenvervoer 2000, met daarbij behorend het beheer en onderhoud van daarbij behorende voertuigen, voorzieningen, systemen en de samenhangende infrastructuur, en met openbaar vervoer samenhangende sociale veiligheid.
Artikel 46 Afwijzing van een subsidieaanvraag voor exploitatie van openbaar vervoer
Onverminderd het bepaalde in de Awb wijst de bestuurscommissie een aanvraag tot subsidieverlening af indien een subsidieaanvraag niet voldoet aan wat is opgenomen in de aan de vervoerder verleende concessie en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Artikel 47 Beoordeling subsidieaanvraag voor exploitatie van openbaar vervoer
Indien als gevolg van de complexiteit van de subsidieaanvraag, of vanwege de doorlooptijd van de besluitvorming, de bestuurscommissie niet binnen de in lid 1 genoemde termijn kan beslissen, dan kan de termijn éénmaal met ten hoogste 13 weken worden verlengd. De bestuurscommissie doet hiervan binnen de eerste termijn schriftelijke mededeling aan de aanvrager.
Artikel 49 Bevoorschotting voor exploitatie van openbaar vervoer
De bestuurscommissie kan één of meerdere voorschotten verstrekken. De hoogte, het kasritme en de wijze van bevoorschotting worden opgenomen in de verleningsbeschikking.
§ 3.2 Subsidies voor maatwerkvoorzieningen openbaar vervoer
Artikel 53 Subsidiabele activiteiten maatwerkvoorzieningen
De bestuurscommissie kan subsidie verlenen voor initiatieven op het gebied van openbaar vervoer, aanvullend op de reguliere openbaar vervoer-concessies, met als doel het versterken van de bereikbaarheid in de regio tegen relatief lage kosten.
Artikel 54 Hoogte subsidiebedrag maatwerkvoorzieningen
Bij het bepalen van de hoogte van het subsidiebedrag weegt de bestuurscommissie de hoogte van de cofinanciering en de hoogte van de reizigersopbrengsten mee.
Artikel 58 Beschikking tot subsidieverlening maatwerkvoorzieningen
Indien als gevolg van de complexiteit van de subsidieaanvraag, of vanwege de doorlooptijd van de besluitvorming, de bestuurscommissie niet binnen de in lid 1 genoemde termijn kan beslissen, dan kan de termijn éénmaal met ten hoogste 13 weken worden verlengd. De bestuurscommissie doet hiervan binnen de eerste termijn schriftelijke mededeling aan de aanvrager.
Artikel 59 Bevoorschotting maatwerkvoorzieningen
De bestuurscommissie kan een of meerdere voorschotten verstrekken. De hoogte, het kasritme en de wijze van bevoorschotting worden opgenomen in de verleningsbeschikking.