Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingswet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingswet
CiteertitelVerordening Commissie Omgevingskwaliteit Oude IJsselstreek 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageoverzicht samenstelling adviescommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

27-05-2021

gmb-2024-60559

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingswet

Besluit van de raad van de gemeente Oude-IJsselstreek tot vaststelling van de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Oude IJsselstreek 2021

De raad van de gemeente Oude IJsselstreek;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 april 2021;

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en afdeling 17.2 van de Omgevingswet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Oude IJsselstreek 2021

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- commissie : gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd

commissie omgevingskwaliteit;

- goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

- wet: de Omgevingswet.

 

Paragraaf 2. Adviestaak

Artikel 2. Taak en werkzaamheden

1. De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

 

2. Ter uitvoering van haar taak:

a. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een

ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

  • 1 ̊. een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument of omgeving daarvan;

  • 2 ̊. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk

  • monument of een gemeentelijk monument of omgeving daarvan;

  • 3 ̊. een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op het cultureel erfgoed;

  • 4 ̊. een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is

  • aangewezen;

  • 5 ̊. een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het

  • oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

  •  

b. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de status gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

 

c. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het aan een locatie geven, wijzigen of intrekken van een functie-aanduiding anders dan gemeentelijk monument die betrekking heeft op cultureel erfgoed op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

 

d. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

 

e. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders in een geval van een verkenning als bedoeld in artikel 5.48, tweede lid, van de wet en in andere gevallen waarin burgemeester en wethouders een advies nodig achten in verband met een verkenning van een mogelijk bestaande of toekomstige opgave in de fysieke leefomgeving;

 

f. voert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg en/of informeert en begeleidt planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

 

g. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over:

  • 1 ̊. het stellen van maatwerkvoorschriften in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de zorg

  • voor cultureel erfgoed [en werelderfgoed] en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

 

h. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten.

 

Paragraaf 3. Aanwijzing van besluiten waarover verplicht advies moet worden gevraagd

Artikel 3. Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, onderdelen 1 ̊tot en met 3 ̊, en onder b.

 

Paragraaf 4. Samenstelling en inrichting

Artikel 4. Samenstelling

1. De commissie omgevingskwaliteit bestaat uit maximaal zes leden, de voorzitter daaronder begrepen. Het Gelders Genootschap voorziet in adequate vervanging.

 

2. De leden worden benoemd op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering.

 

3. In afwijking van het tweede lid kunnen maximaal twee burgerleden worden benoemd. Zij worden benoemd op persoonlijke titel op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

 

4. De commissie telt gelet op artikel 17.9, eerste lid, van de wet minimaal twee leden deskundig op het gebied van de monumentenzorg.

 

5. De disciplines die de leden in gezamenlijkheid vertegenwoordigen zijn: cultuurhistorie, bouw- en architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, stedenbouw, architectuur en archeologische monumentenzorg.

 

6. De leden en de plaatsvervangers zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur

 

Artikel 5. Benoeming

1. De leden kunnen voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden benoemd.

  • a. Het Gelders Genootschap draagt individuele deskundige leden voor ter

  • benoeming door de raad.

  • b. Burgerleden worden door burgemeester en wethouders aangesteld.

 

2. Herbenoeming van leden kan eenmaal voor ten hoogste drie jaar plaatsvinden.

 

3. Afgetreden leden zijn drie jaar na hun aftreden weer benoembaar.

 

4 . De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en door de raad worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

 

Artikel 6. Ondersteuning van de commissie

1. Het secretariaat van de commissie berust bij het Gelders Genootschap.

 

2. Het secretariaat wordt bij de uitoefening van zijn taak rechtstreeks aangestuurd door de voorzitter.

 

3. Het secretariaat wordt bij de uitoefening van zijn taak ondersteund door de ambtelijke organisatie van de gemeente.

 

Paragraaf 5. Advisering en standpuntbepaling

Artikel 7. Adviestermijn

1. Burgemeester en wethouders kunnen aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

 

2 . In geval burgemeester en wethouders geen termijn hebben gesteld brengt de commissie advies uit binnen een termijn van vier weken.

 

Artikel 8. Beraadslaging en standpuntbepaling

1. De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

 

2. Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht in door de commissie gehouden openbare vergaderingen. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

 

3. Over de uit te brengen adviezen wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste de meerderheid van het aantal leden. Over een advies over een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument wordt niet besloten dan in aanwezigheid van ten minste twee leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg.

 

4. Leden die als opdrachtgever, ontwerper of anderszins betrokken zijn bij de uitvoering van een activiteit waarvoor een aanvraag is gedaan waarover de commissie adviseert, onthouden zich van medewerking aan het desbetreffende advies en zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

 

5 . De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

 

Artikel 9. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meer daartoe aangewezen leden volgens het overzicht samenstelling gemeentelijke adviescommissie (bijlage 1).

 

Artikel 10. Adviseurs

1. De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

 

2 . De commissie kan zich doen bijstaan door, door burgemeester en wethouders aangewezen andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

 

3 . De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

 

Artikel 11. Verwerking van het advies

1. Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente, buiten het adviesgebied van het Gelders Genootschap. Alvorens dit te doen bieden burgemeester en wethouders de commissie de mogelijkheid tot heroverweging van het uitgebracht advies. In geval van een second opinion stellen burgemeester en wethouders de commissie van het voornemen hiertoe op de hoogte.

 

2. In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de commissie.

 

Paragraaf 6. Werkwijze

Artikel 12. Reglement van orde

1. De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een

reglement van orde.

 

2. In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

  • a. de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk

  • onder c;

  • b. de inrichting van het vooroverleg zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder f;

  • c. de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden

  • uitgenodigd;

  • d. de notulering en dossiervorming;

  • e. de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

  • f. de instelling van subcommissies;

  • g. de werkwijze bij afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie als bedoeld in artikel 9;

  • j. de selectie en voordracht van kandidaat-leden.

  • k. de werkwijze in geval van online-vergaderen.

 

3. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde in het gemeenteblad.

 

Artikel 13. Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.

 

Artikel 14. Vergoeding

1. De leden en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid, ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden in de commissie.

 

2. Het Gelders Genootschap ontvangt een vergoeding voor de advisering en de inzet van de leden van de commissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid.

 

Paragraaf 7. Jaarverslag

Artikel 15. Jaarverslag

1. De commissie brengt jaarlijks voor 1 december verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

 

2 . In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

  • a . de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid,

  • van de wet;

  • b . de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

 

Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16. Overgangsrecht

Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de (mandaat)commissie omgevingskwaliteit wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

 

Artikel 17. Vervallen en intrekking oude regeling

1. De regels met betrekking tot de commissie in hoofdstuk 9 van de Bouwverordening gemeente Oude IJsselstreek, en;

 

2. De huidige commissie Cultuurhistorisch Erfgoed en de (mandaat)commissie omgevingskwaliteit komen gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening te vervallen.

 

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

 

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Oude IJsselstreek 2021

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 mei 2021

De voorzitter, O.E.T. van Dijk

De griffier, M.B.J. Looman