Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatieregeling Delft 2024 |
Citeertitel | Organisatieregeling Delft 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Organisatieregeling Delft 2022.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-02-2024 | nieuwe regeling | 30-01-2024 |
De organisatieregeling is gestoeld op de organisatievisie. Deze luidt als volgt:
Organisatievisie: Werken aan een mooier en beter Delft
We werken voor de stad en ons bestuur. Dat doen we samen met anderen binnen en buiten de organisatie, dus niet alleen. Waarbij de vraag leidend is, niet de discipline van waaruit hij wordt opgepakt. Ieder voelt zich verantwoordelijk om met elkaar te komen tot het beste resultaat voor de stad.
De manier waarop we ons werk doen, verandert. De gemeente staat niet altijd meer vooraan bij ontwikkelingen, maar is een van vele partijen. We benutten de energie van de stad en maken initiatieven mogelijk. Daarvoor geven we ruimte en durven we los te laten. Als de stad onze hulp nodig heeft, vragen we hoe we kunnen helpen. We verplaatsen ons hierbij in de ander. We gaan de dialoog aan met onze partners om samen te werken aan een mooier en beter Delft. We maken duidelijke afspraken en halen resultaten. Het is duidelijk wie verantwoordelijk is. We monitoren de voortgang en we spreken elkaar aan op gemaakte afspraken, houding en gedrag. Zo leren we van fouten en verbeteren we continu onze dienstverlening. We kunnen niet alles tegelijk. Daarom stellen we prioriteiten en maken we keuzes op basis van feiten, zowel intern als extern.
We doen ons werk met passie en plezier en we zetten daarbij onze talenten en ervaring in. We vertrouwen erop dat medewerkers vanuit hun vakmanschap het beste weten hoe ze hun werk goed kunnen doen en waar ze dit kunnen verbeteren. Leidinggevenden in onze organisatie geven ruimte hiervoor en stimuleren de ontwikkeling van collega’s.
3. Relatie organisatieregeling met andere kaders en regelingen
De organisatieregeling geeft aan hoe de ambtelijke organisatie van de gemeente Delft is ingericht en hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn belegd.
In de Algemene Mandaatregeling Delft 2023 is geregeld welke bevoegdheden een bepaalde functionaris namens het college kan uitoefenen. De regeling geeft ook de kaders waarbinnen deze bevoegdheden kunnen en moeten worden gebruikt.
Via de Budgethoudersregeling 2022 heeft het college nadere regels voor budgethouders op het vlak van budgetbeheer vastgesteld. De regeling omvat de uitwerking van de begrotingsregels voor de ambtelijke organisatie. Verder benoemt de regeling welke regels gevolgd moeten worden bij afwijkingen in lasten en/of baten.
De Mandaatregeling en de Budgethoudersregeling zijn mede gebaseerd op deze organisatieregeling.
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke principes de gemeente Delft hanteert in de besturing van de organisatie.
De sturingsprincipes zijn de onderstaande uitgangspunten voor een effectieve en efficiënte aansturing van de organisatie.
Leidinggevenden zijn in principe integraal verantwoordelijk voor de inhoudelijke resultaten van het werk en de sturing op mensen, methoden en middeleni ;
De principes zoals beschreven in paragraaf 4.1 leiden tot de volgende uitwerking.
De uitdagingen van de stad Delft worden vertaald in opgaven. Het college stelt de opgaven vastii . Opgaven geven, naast het reguliere werk van de gemeentelijke organisatie, richting aan het beleid en projecten;
5. Inrichting van de organisatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke inrichtingsprincipes de gemeente Delft hanteert en hoe de structuur van de organisatie is opgebouwd.
De inrichtingsprincipes zijn de volgende uitgangspunten op basis waarvan de organisatie is opgebouwd.
De principes zoals beschreven in paragraaf 5.1 leiden tot de volgende uitwerking.
De hoofdstructuur van de organisaties bestaat uit: Bestuur, Dienstverlening, Samenleving & Veiligheid en Ruimte & Economie.
Informatievoorzieningiii
De inrichting van de organisatie is weergegeven in het organogram:
6. Beschrijving van functies in de hiërarchische sturing van de organisatie
6.1 Gemeentesecretaris/ Algemeen directeur
De gemeentesecretaris is secretaris van het bestuur en algemeen directeur van de organisatie. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt voor het college. Hij/zij is eindverantwoordelijk voor de lange termijn ontwikkeling van de organisatie, de integrale bedrijfsvoering en het realiseren van de gestelde bestuurlijke en ambtelijke doelen. De gemeentesecretaris/ algemeen directeur geeft leiding aan de gehele organisatie en stuurt direct de gemeentedirecteuren aan.
De gemeentesecretaris/ algemeen directeur heeft daarnaast de portefeuille Bestuur (zie paragraaf 6.2) en stuurt de afdelingshoofden binnen het cluster Bestuur aan.
De gemeentedirecteuren zijn elk verantwoordelijk voor de resultaten van het reguliere werk en projecten binnen een cluster. Zij geven leiding aan de afdelingshoofden en bewaken de integraliteit. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de opdrachtverleningen aan de aan de gemeente Delft verbonden ondernemingen.
Er is de volgende onderverdeling in portefeuilles:
De CIO met leidinggevende bevoegdheden is verantwoordelijk voor de informatievoorziening in de organisatie. Hij/zij heeft een onafhankelijke adviesrol naar het DT. De CIO heeft een staande uitnodiging voor het directieoverleg. De CIO legt hiërarchisch verantwoording af aan de directeur Dienstverlening.
De CIO-functie is de manier om de benodigde integraliteit te borgen en te sturen op een goede dienstverlening voor de organisatie, en daarin de integraliteit te bewaken tussen de afdelingen die samen verantwoordelijk zijn voor informatievoorziening. Dit is nodig om de organisatie goed te blijven bedienen en om de informatievoorziening betaalbaar en beheersbaar te houden.
De CIO heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:
Het afdelingshoofd geeft leiding aan een afdeling. Hij/zij is verantwoordelijk voor de resultaten van het reguliere werk, beleid en projecten binnen de afdeling. Daarmee gaat het afdelingshoofd over de mensen, middelen, methoden en inhoud van het werk.v Het afdelingshoofd legt hiërarchisch verantwoording af aan de gemeentedirecteur.
De rol van ambtelijk opdrachtgever is onderdeel van de functie afdelingshoofd (zie paragraaf 8.3). Met deze rol is hij/zij verantwoordelijk voor het opdrachtgeverschap van projecten in de afdeling.
Het adjunct afdelingshoofd ondersteunt het afdelingshoofd. Hij/zij stuurt (een deel) van de afdeling aan en is plaatsvervanger van het afdelingshoofd. Het adjunct afdelingshoofd is medeverantwoordelijk voor de afdeling en werkt binnen de kaders die het afdelingshoofd stelt. De exacte inhoud van de taken is afhankelijk van de taakverdeling tussen het afdelingshoofd en het adjunct afdelingshoofd.
Het adjunct afdelingshoofd legt hiërarchisch verantwoording af aan het afdelingshoofd.
De teamleider geeft als tactisch leidinggevende sturing aan een team. Hij/zij organiseert de activiteiten en verantwoordelijkheden van het team. Daarnaast draagt hij/zij bij aan de ontwikkeling van beleid en kader van het team. De teamleider is aanspreekbaar op de realisatie van de vastgestelde doelen en beleid. Dit binnen de budgettaire randvoorwaarden en de vastgestelde inzet van mensen en materiële middelen
De teamleider legt hiërarchisch verantwoording af aan het afdelingshoofd.
7. Gremia voor afstemming in de hiërarchie
In dit hoofdstuk worden de gremia beschreven die zijn ingericht voor de afstemming tussen directieleden en afdelingshoofden.
Het directieteam (DT) bestaat uit vier leden: de gemeentesecretaris/ algemeen directeur (voorzitter) en drie gemeentedirecteuren. Het DT is het hoogste ambtelijke sturingsorgaan binnen de gemeentelijke organisatie. Het DT draagt zorg voor de strategie, het presteren van de organisatie en adviseert het college.
Dat betekent dat de volgende taken en verantwoordelijkheden bij het DT liggen:
Elke cluster – Bestuur, Dienstverlening, Samenleving & Veiligheid en Ruimte & Economie – heeft een managementteam (MT). Binnen het cluster Dienstverlening zijn er twee managementteams: het MT Interne Dienstverlening en het MT KCC.
In het MT vindt afstemming plaats tussen de afdelingshoofden. Het MT stemt- onder leiding van de desbetreffende gemeentedirecteur- af over de inhoud van het werk en stuurt op integraliteit en samenwerking met andere clusters. Daarmee is het MT, in aanvulling op de besluitvormende bevoegdheden van de afdelingshoofden, als collectief verantwoordelijk voor het functioneren en presteren van het cluster. De gemeentedirecteur is uiteindelijk eindverantwoordelijk voor het MT en het cluster.
8. Beschrijving van overige functies in de sturing van de organisatie
De afdeling Controlling is ondergebracht bij het cluster Bestuur en staat onder leiding en verantwoordelijkheid van de gemeentecontroller. De gemeentecontroller is direct gepositioneerd onder de algemeen directeur/gemeentesecretaris. Hij/zij heeft een onafhankelijke adviesrol naar het DT en college. De gemeentecontroller heeft een staande uitnodiging voor het directieoverleg. De gemeentecontroller kan onafhankelijk rapporteren aan het college mits hij/zij de gemeentesecretaris daarover in kennis heeft gesteld.
De afdeling Controlling heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:
Concerncontrol richt zich – namens het DT – op de gemeentebrede kaderstelling voor de beheersing van de organisatie. Concerncontrol is daarmee eindverantwoordelijk voor het beheersinstrumentarium. Te denken valt aan de kaders en spelregels voor het risicomanagement, het treasury- en auditstatuut, het informatiebeveiligingsbeleid en het deelnemingenbeleid;
De opgaveregisseur geeft richting aan de opgave die bepaald is door het bestuur. De opgaveregisseur verkent wat nodig is om de opgave te realiseren door de gemeentelijke organisatie én door de partners in de stad. De opgaveregisseur is de spil die zorgt voor de integraliteit en monitoring van de werkzaamheden. Hij/zij maakt hierover afspraken met de gemeentedirecteuren, afdelingshoofden en externe partijen.
De opgaveregisseur valt hiërarchisch onder het afdelingshoofd Programma’s en projecten. Hij/zij wordt functioneel aangestuurd door een gemeentedirecteur.
De ambtelijk opdrachtgever definieert de organisatorische, financiële en inhoudelijke kaders van opdrachten. De ambtelijk opdrachtgever stelt prioriteiten en doelen. Hij/zij bepaalt en monitort binnen de kaders van de opdracht de inzet van mensen en middelen.
De rol van ambtelijk opdrachtgever is in de regel onderdeel van de functie afdelingshoofd. Hiermee is het afdelingshoofd verantwoordelijk voor het opdrachtgeverschap binnen de afdeling.
De rol kan echter ook belegd worden bij de functies adjunct-afdelingshoofd, teamleider óf een aparte functie ambtelijk opdrachtgever. In deze situatie wordt er verantwoording afgelegd aan het afdelingshoofd.
9. Wijzigingen van de organisatieregeling
Het college van B&W is bevoegd wijzigingen aan te brengen in deze organisatieregeling. Het college verleent mandaat aan de gemeentesecretaris om, bij wijzigingen in de organisatie die slechts één portefeuille of een deel daarvan raken, en na overleg met de portefeuillehouder HR, de organisatieregeling dienovereenkomstig aan te passen.
Bij wijziging van de organisatieregeling wordt in acht genomen wat daarover in de Wet op de ondernemingsraden is bepaald.
Uitzondering op dit uitgangspunt is de afdeling Programma’s en Projecten. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de projecten ligt bij de opdrachtgevers en opdrachtnemers van projecten, processen en programma’s. Het hoofd van de afdeling Progamma’s en Projecten is verantwoordelijk voor de kwaliteit en inzet van medewerkers.
Opgaven hebben de volgende kenmerken:
- Overstijgt een collegeperiode
- Betreft vaak een systeemverandering (transitie)
- Is een complex maatschappelijk vraagstuk dat meerdere domeinen bestrijkt
- Heeft grote impact op de samenleving
- Kent veel belangen en stakeholders
- Kan de gemeente niet alleen tot stand brengen, maar de gemeente is wel nodig én maakt het verschil