Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Preventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPreventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027
CiteertitelPreventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 43a van de Drank- en Horecawet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-02-2024nieuwe regeling

25-01-2024

gmb-2024-58281

2024, nummer 10

Tekst van de regeling

Intitulé

Preventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2023

(raadsvoorstel nr. 23bb005999/23bo007322); 24bb000254;

 

gelet op artikel 43a van de Alcoholwet;

 

overwegende dat:

  • -

    het Preventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2019-2022 is afgerond.

  • -

    Voor de komende periode (2023-2027) een nieuw breder Preventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027 ingericht is waarin prominent aandacht is voor onze jongeren/jeugd maar ook preventieve inzet richting volwassenen op dit thema.

besluit:

 

  • 1.

    Het Preventie- en handhavingsplan Alcohol en andere Drugs 2023-2027 vast te stellen;

  • 2.

    De volgende uitgangspunten vast te stellen:

    • Talentontwikkeling en veilig, gezond/vitaal en kansrijk leven gaat niet samen met (problematisch) alcohol- en drugsgebruik.

    • Volwassenen, ouders en opvoeders nemen hun verantwoordelijkheid: ze geven het goede voorbeeld en zien erop toe dat minderjarige kinderen geen alcohol en andere drugs gebruiken en niet problematisch gamen.

    • Slijterijen, sportkantines, avondwinkels, horeca, supermarkten en alle andere alcoholverstrekkers houden zich aan de wet: géén alcoholverkoop aan jongeren onder de 18 jaar.

    • Horecaondernemers en sportverenigingen houden zich aan het verbod op doorschenken aan mensen die dronken zijn.

    • Alcohol- en/of drugsgebruik is niet de norm.

    • Het gebruik van alcohol en/of drugs kan voortkomen uit onderliggende problemen maar is daar geen oplossing voor.

Voorwoord.

 

De gezondheid van Rotterdammers staat wat mij betreft voorop en daarom vind ik het belangrijk dat we met elkaar spreken over preventie van alcohol- en drugsgebruik. Rotterdamse jongeren hebben mijn speciale aandacht want zij verdienen alle kansen om zich te kunnen ontwikkelen. Vermindering van gebruik van alcohol of drugs, maar ook minder vaak gamen, draagt bij aan het kansrijk, veilig en gezond opgroeien. Dat is waar ik voor sta.

 

Dat kunnen we als gemeente natuurlijk niet alleen. Om te zorgen dat jongeren tot bloei komen, doen we het graag samen met onder andere ouders, scholen, (sport)verenigingen, huisartsen en jongerenwerkers. Door in gesprek te gaan over middelengebruik en problematisch gamen willen we het gebruik terugdringen.

 

Er is steeds meer bekend over de negatieve gevolgen van problematisch alcohol- en drugsgebruik. Dat is een probleem voor de persoon zelf maar ook voor zijn naasten en de maatschappij. Het gaat ons allemaal aan. Daarom wil ik een oproep doen om elkaar te stimuleren om gezond te leven, om elkaar te helpen om minder alcohol of drugs te gebruiken. Doet u mee?

 

Faouzi Achbar, MBA MSc

Wethouder Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie

 

Inleiding.

In onze samenleving vraagt problematisch alcohol- en drugsgebruik onder jongeren en volwassenen vanzelfsprekend aandacht. Er is steeds meer kennis over de schadelijke gevolgen van alcohol- en drugsgebruik, al is deze nog niet goed bij iedereen bekend. Misbruik zorgt voor meerdere problemen voor het individu; fysiek en mentaal. Daarnaast zijn er gevolgen én kosten voor de maatschappij, zoals huiselijk geweld, uitgaansgeweld, vandalisme, verkeersongevallen. In gezinnen waar alcoholgebruik door de ouders problematisch is, worden de problemen vaak van generatie op generatie doorgegeven. Alcohol- en drugsgebruik gebruik is hierbij soms oorzaak en soms gevolg.

 

Drugsgebruik draagt bovendien ook bij aan de ondermijnende drugscriminaliteit in onze stad. In veel gevallen worden hierbij jongeren en andere kwetsbare groepen gebruikt en misbruikt.

 

Doelgroepen

Jongeren hebben in dit plan een zeer prominente plek. Speciale aandacht is er voor jongeren 10-18 jaar in het reguliere onderwijs en ‘kwetsbare jongeren 10-23 jaar’ op het voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en MBO (niveau 1 en 2). De maatregelen voor jeugd zijn gericht op de jongeren zelf maar ook op opvoeders en professionals. Bij alcoholverstrekkers wordt geïnformeerd en gehandhaafd.

 

Aanvullend zetten we in dit plan in op het verminderen van alcoholproblematiek en drugsgebruik onder jongvolwassenen, volwassenen en ouderen. Goed voorbeeld doet namelijk volgen, en zo zijn volwassenen een belangrijke invloed voor de jeugd. De volwassen doelgroep ondersteunen in het maken van de juiste leefstijlkeuzes waarmee ook zij hun leven beter, kansrijker en gezonder kunnen inrichten zorgt bovendien ook voor een gezonder en veiliger Rotterdam.

 

Samenhang met ander beleid

De aanpak in dit preventie- en handhavingsplan Alcohol en Drugs 2023-2027 komt voort uit het preventie- en handhavingsplan Alcohol en Drugs 2019-2022. De evaluatie hiervan laat positieve effecten zien én geeft weer hoe en waar we in het nieuwe programma kunnen verbeteren.

 

Dit Preventie- en handhavingsplan Alcohol & Drugs 2023-2027 staat niet op zichzelf. Het vloeit voort uit het Nationaal Preventieakkoord dat een uitgebreid pakket aan maatregelen omvat voor het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. Aangezien deze maatregelen deels onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen, sluiten we met onze doelstellingen en aanpak aan bij dit akkoord.

 

Daarnaast is het nieuwe plan gerelateerd aan het Rotterdamse Preventieakkoord, Gezond010; het akkoord, waarin aandacht is voor; mentale gezondheid, middelengebruik (tabak, alcohol en drugs), gezond gewicht en gezondheidsbescherming. Met dit plan voldoet de gemeente tevens aan de wettelijke eisen die zijn vastgelegd in artikel 43a van de Alcoholwet

 

Het Rotterdams drugsbeleid heeft 3 sporen (gebruik ontmoedigen, drugshandel verstoren, aanbod terugdringen) om drugsgebruik te verminderen. Dit preventie- en handhavingsplan Alcohol & Drugs geeft o.a. invulling aan spoor 1: voorkomen dat Rotterdammers drugs gebruiken en dat gebruikers, zonder deze te criminaliseren, worden aangesproken op hun gebruik en dat er ondersteuning wordt geboden het gebruik te stoppen of te verminderen.

 

1. Visie en strategie.

Dit Preventieprogramma Alcohol & Drugs 2023-2027 richt zich op jongeren en volwassen, ouders/opvoeders, docenten, begeleiders binnen de sportverenigingen, jongerenwerkers, professionals in de eerstelijns zorg, vrijwilligers, verkopers van alcohol en andere betrokkenen. Bij de uitvoering hiervan hanteren we de volgende normen en uitgangspunten:

 

  • Talentontwikkeling en veilig, gezond/vitaal en kansrijk leven gaat niet samen met problematisch alcohol- en drugsgebruik.

  • Volwassenen, ouders en opvoeders nemen hun verantwoordelijkheid: ze geven het goede voorbeeld en zien erop toe dat minderjarige kinderen geen alcohol en drugs gebruiken en niet problematisch gamen.

  • Slijterijen, sportkantines, avondwinkels, horeca, supermarkten en alle andere alcoholverstrekkers houden zich aan de wet: géén alcoholverkoop aan jongeren onder de 18 jaar.

  • Horecaondernemers en sportverenigingen houden zich aan het verbod op doorschenken aan mensen die dronken zijn.

  • Drugsgebruik is niet de norm.

  • Het problematisch gebruik van alcohol en/of drugs kan voortkomen uit onderliggende problemen maar is daar geen oplossing voor.

Drie pijlers

Onze aanpak bestaat uit drie pijlers, die zijn ontleend aan het universele preventiemodel van Reynolds (2003), ‘Beleid en regelgeving’ (grenzen stellen), ‘Publiek draagvlak en voorlichting’ (grenzen overdragen) en ‘Handhaving’ (grenzen bewaken). Dit model laat goed zien dat preventie effectief is als er op alle drie de pijlers wordt geïnvesteerd.

 

 

Bewezen effectief, inclusief én dichtbij en met de Rotterdammer.

Om een zo groot mogelijke impact te behalen in de komende periode zijn twee dingen van belang: effectiviteit en samenwerken.

 

Dit programmaplan is ingericht op basis van wetenschappelijke inzichten en gesprekken met expertisecentra (zoals Trimbos en Verslavingskunde Nederland). Hierbij is, o.a. met het Factorenmodel, gekeken naar de belangrijke factoren die spelen rondom drugs- en problematisch alcoholgebruik. Daarbij streven we naar samenhangende aanpak op meerdere factoren, omdat dit nog beter werkt dan losse maatregelen. Zo zal het terugdringen van alcoholgebruik onder scholieren effectiever zijn als er tegelijkertijd wordt gewerkt aan sociaal-emotionele vaardigheden en het versterken van hun weerbaarheid en zelfvertrouwen. De gekozen interventies, maatregelen en acties in dit plan hebben zoveel mogelijk een wetenschappelijke basis en/of hebben positieve effecten laten zien.

 

Daarnaast is het belangrijk om samen te werken en te leren van organisaties en instellingen die zich ook richten op het voorkomen en terugdringen van alcohol- en druggebruik. En dat zij effectiever met elkaar gaan samen werken en van elkaar leren.

 

Zo halen we op bij Young010 (en andere klankbordgroepen waarin jongeren zijn vertegenwoordigd) wat er speelt en hoe effectief steun en preventie kan worden aangeboden. Met professionals in de eerste en tweedelijnszorg stemmen we af hoe vroegtijdiger alcohol- en/of drugsproblematiek kan worden gesignaleerd en dan passende ondersteuning wordt aangeboden. We sluiten o.a. aan bij de 39 wijkhubs, het Jongerenloket, de Vraagwijzer en de ontwikkeling van de (digitale) jongerenhubs. Hierdoor kunnen we dichter bij de Rotterdammer aansluiten door het geven én ophalen van input en het trainen van professionals om adequaat middelenproblematiek te signaleren en hulp te bieden.

 

Bij alle werkzaamheden die wij uitvoeren streven wij ernaar deze zo inclusief mogelijk te doen; we letten hierbij o.a. op tekst/ beeldgebruik in onze materialen, een inclusief bereik van interventies en campagnes en inclusie binnen samenwerkingsverbanden en uitbestedingen.

2. Jeugd.

2.1 Alcohol- en drugsgebruik onder jeugd (t/m 23 jaar)

Vermindering van alcohol- en drugsgebruik draagt bij aan het kansrijk, veilig en gezond opgroeien van jongeren. Minder gebruik leidt tot betere schoolprestaties en een betere gezondheid, vermindert het schoolverzuim of schooluitval en dringt geweld en overlast terug.

 

Ons beleidsdoel is het voorkomen en terugdringen van alcohol- en drugsgebruik en problematisch gamen onder alle jongeren t/m 23 jaar. Jongeren die extra aandacht nodig hebben om dit doel te bereiken, krijgen die extra aandacht.

 

Alle alcoholverkopers en -verstrekkers dienen zich aan de wet te houden: niet verkopen of schenken aan jongeren onder de 18 jaar en niet doorschenken aan mensen die al te veel gedronken hebben. Omdat grenzen stellen en bewaken niet losstaat van normbesef en publiek draagvlak, nemen we ook op die gebieden maatregelen. We hebben een samenhangend Jeugdpreventiebeleid dat breder is dan het voorkomen en terugdringen van alcohol- en drugsgebruik. Dat betekent dat de aanpak zich ook op onderliggende factoren richt, zoals het vergroten van zelfvertrouwen en weerbaarheid, het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden en het beter kunnen omgaan met stress.

 

In de afgelopen jaren hebben de coronamaatregelen een flinke invloed gehad op het mentale welzijn bij onze inwoners en zeker bij jongeren in onze stad. Deze ondermijning van het welzijn bij jongeren kan een verklaring zijn van toename van middelengebruik onder jongeren. Toch zetten we ook met dit plan weer in op het verminderen van gebruik ondanks de mentale belasting bij jongeren.

 

Naast de reguliere middelen ook aandacht voor:

 

Lachgas

Volgens het RIVM zijn er bij ‘doorsnee recreatief gebruik’ (gedefinieerd als 5 tot 10 ballonnen lachgas per keer en maximaal één keer per maand) geen nadelige gezondheidseffecten te verwachten. Aangetoond is dat bij langdurig veelvuldig lachgasgebruik ernstige neurologische problemen kunnen ontstaan.

 

Vooral jongeren nemen lachgas en er zijn signalen dat zij vaker en meer gebruiken dan de richtlijn hierboven. 10% van de studenten tussen 12 en 16 had in 2019 wel eens lachgas geprobeerd en 30% van de mbo- en hbo studenten (bron: Trimbos-instituut, landelijke cijfers uit factsheet lachgas).

 

Per 1 januari 2023 verbod op lachgas

 

Het lachgasverbod wordt van kracht per 1 januari 2023. Vanaf die datum staat lachgas op lijst II van de Opiumwet, wat betekent dat het dan onder andere verboden wordt om lachgas binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te verkopen of te hebben. Hiermee wordt recreatief gebruik teruggedrongen en het aanbod beperkt.

 

Snus

Sinds een aantal jaren wordt door de tabaksindustrie een nieuw product op de markt gebracht: nicotinezakjes (nicotine pouches of nicotinepods). Ze worden in het algemeen taalgebruik vaak ‘snus’ genoemd. Mogelijke klachten bij gebruik zijn o.a. maagklachten, hartkloppingen en verhoging van de bloeddruk. Zeker bij hoge doseringen is nicotine schadelijk voor het zenuwstelsel. Dat is vooral bij jongeren van belang, omdat het een nadelig effect kan hebben op de ontwikkeling van het jonge brein.

 

Over het gebruik van snus hebben helaas nog geen recente cijfers maar vanwege toenemende signalen nemen over het gebruik onder jongeren nemen we het wel serieus en besteden hier binnen ons programma aandacht aan. Snus is opgenomen in de algemene preventieve interventies van Youz en op de websites Puberenco.nl en maakjekeus.nl.

 

Wat we hebben bereikt en willen bereiken

De Rotterdamse aanpak van drugs- en alcoholgebruik onder jongeren heeft de afgelopen collegeperiodes wisselend succes gehad. Zo is het binge drinken en ‘softdrugs ooit’ bij ROC studenten afgenomen. Leerlingen op het praktijkonderwijs zijn na een sterke daling in 2017 in 2021 juist weer meer gaan gebruiken. Onder leerlingen van het reguliere voortgezet onderwijs is het binge drinken en ‘softdrugs ooit’ na een daling weer licht toegenomen. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs scoren flink gunstiger t.o.v. 2017 op alcohol- en softdrugs ooit’ en binge drinken.

 

We zetten het huidige beleid voort en intensiveren of passen deze aanpak aan waar nodig. Ook is er oog voor de aanpak van problematisch gamegedrag. Omdat de naleving van NIX18 en het stoppen met dóórschenken aan mensen die al te veel gedronken hebben nog te wensen over laat, komt hiervoor meer aandacht.

 

Ouders zijn allereerst verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en daarmee ook voor regels rondom alcohol, snus, drugs en gamen. Kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, beginnen later met drinken, drinken minder alcohol en hebben vrienden die ook relatief minder drinken. Jongeren hebben natuurlijk ook hun eigen verantwoordelijkheid als het om middelengebruik en gamen gaat. Daarnaast spelen sleutelfiguren zoals leraren, sportinstructeurs en horecaondernemers een belangrijke rol. De gemeente heeft een rol als aanjager, facilitator en handhaver en stelt de publieke grenzen vast. Het is cruciaal dat er brede maatschappelijke steun is voor deze grenzen bij de Rotterdammers. Daarom richt dit programma zich ook op het creëren van dit draagvlak.

 

Gebruik onder jongeren in het voortgezet onderwijs (vo)

Het gebruik van alcohol en drugs onder 13 t/m 16-jarigen ligt in Rotterdam ruim onder het landelijke niveau. Metingen uit 2021 laten zien dat van de 13 t/m 16 -jarige vo-leerlingen 20 % ooit alcohol heeft gedronken, 11% in de afgelopen maand aan binge drinken heeft gedaan (vijf of meer glazen per gelegenheid) en 9,1 % wel eens heeft (ooit) softdrugs gebruikt. Ten opzichte van de landelijke cijfers (55% ooit alcohol, 74% binge drinken en 14% ooit softdrugs) scoren de Rotterdamse jongeren gunstiger.

 

 

Doel. Ook al is het gebruik in Rotterdam onder jongeren op het reguliere onderwijs lager dan het landelijke gemiddelde stellen we toch ambitieuze doelen; We willen dat in 2027 het percentage 13- en 16-jarigen in het voortgezet onderwijs dat ooit alcohol heeft gebruikt, is gedaald naar 17%. Daarnaast zetten we in op een daling naar 9% als het gaat om binge drinken bij deze groep. Ook streven we naar een daling van het aantal 13- en 16-jarige vo-leerlingen dat wel eens heeft geblowd: namelijk naar 7%.

 

Gebruik onder risicogroepen

De risico’s van alcohol- en drugsgebruik zijn het grootst bij leerlingen in het speciaal onderwijs (vso), het praktijkonderwijs (pro), de niveaus 1 en 2 van het mbo én bij jongeren met een licht verstandelijke beperking. Deze jongeren zijn extra kwetsbaar en beïnvloedbaar. Ze hebben vaak moeite om een goede plek in de maatschappij te verwerven, zijn vatbaarder voor verslaving en lopen meer risico betrokken te raken bij drugscriminaliteit. Een deel van deze jongeren dreigt door het alcohol- en drugsgebruik af te glijden en zelfs uit te vallen.

 

Veel van deze kwetsbare jonge mensen krijgen positieve ondersteuning van hun ouders/verzorgers. Echter, een deel van hen heeft ouders die zélf te maken hebben met psychische problemen, beperkingen en/of middelenmisbruik. Dit kan leiden tot onvoldoende support en een onveilige thuisomgeving.

 

Wanneer problemen eenmaal geëscaleerd zijn heeft dit schadelijke gevolgen. Zowel voor de jongere zelf, als voor hun omgeving en de samenleving. Om te voorkomen dat zware (en dure) zorg nodig is, is het belangrijk (dreigende) problemen snel te herkennen en gerichte hulp in te zetten.

 

Doel. We willen een daling bereiken van het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren in het praktijkonderwijs: alcohol (ooit) 30%, binge drinken 10% en softdrugs (ooit) is gedaald naar 10%.

 

Doel. We willen een verdere daling bereiken van het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren op niveau 1 en 2 van het mbo. In 2027 willen we dat er minder studenten ooit harddrugs (een daling naar 6%) heeft gebruikt, in de afgelopen 4 weken heeft binge gedronken (een daling naar 25%) en het softdrugs ooit is gedaald (naar 16%).

 

Doel. We willen een verdere daling bereiken van het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren op het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Sinds 2015 heeft het vso, als gevolg van de invoering van de Wet passend onderwijs, te maken met een leerlingenpopulatie met een zwaardere problematiek. Dit was ook terug te zien in de stijging van gebruik onder deze studenten in 2017. Door de inzet te intensiveren zien we een verbetering in 2021 en willen we dat doorzetten in 2027; ooit alcohol gebruikt naar 50%, binge drinken naar 10% en ooit softdrugs gebruikt naar 17%.

 

Naleving van de leeftijdsgrens blijft achter

Het verminderen van de verkrijgbaarheid is een effectief middel om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. De Rotterdamse cijfers over 2021 laten een stijging zien van de naleving NIX18 bij ketensupermarkten, slijterijen, horeca en avondwinkels. Landelijke cijfers over naleving bij thuisbezorgkanalen laat een zorgelijk percentage zien van 12,4 % in 2020 (Ministerie VWS: landelijk onderzoek leeftijdsgrens alcohol & tabakverkoop).

 

 

Zolang de naleving niet volledig is, blijven er verkooppunten waar jongeren onder de 18 alcohol kunnen kopen en houden we dus aandacht voor het verbeteren van de naleving. In het bijzonder bij de verstrekkers binnen de hotspotgebieden (de bekende uitgaansgelegenheden in Rotterdam) en zéker in sportkantines. Maatstaf is de ambitie uit het Nationaal Preventieakkoord: 100% naleving NIX18 in 2030. Dat betekent dat we per vijf jaar streven naar een verbetering van 20%.

 

Doel. Bij zowel ketensupermarkten, horeca en avondwinkels de naleving in 2027 op 80%. Bij de sportverenigingen is 50% naleving een realistisch doel. Met de thuisbezorgdiensten in Rotterdam gaan we in gesprek om ook bij hen het belang van NIX18 onder de aandacht te brengen.

 

Ouders/opvoeders moeten de norm uitdragen

Ouders hebben de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Dat geldt ook voor de omgang met alcohol en drugs. Kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, beginnen later met drinken, drinken minder alcohol en hebben minder vaak vrienden die veel drinken. Ook jongeren zelf hebben hierin een verantwoordelijkheid, evenals alle anderen in hun omgeving, zoals leraren op school, bewoners in de wijk en ondernemers in de stad. Gelukkig vindt 83% de verhoging van de leeftijdsgrens bij alcohol een goede maatregel maar vindt 18% het acceptabel als jongeren onder de 18 af en toe blowen.

 

 

Doel. We streven ernaar dat steeds meer Rotterdammers de NIX18-norm onderschrijven en uitdragen. Datzelfde geldt voor de norm: ‘blowen is niet normaal’. Het doel is dat in 2027 het percentage Rotterdammers dat ‘af en toe blowen door jongeren acceptabel’ vindt, weer daalt naar 15%.

 

Aandacht voor gameproblematiek en risicovol social media-gebruik onder jongeren

De afgelopen twee jaar is het percentage jongeren in Rotterdam met een verhoogd risico op een gameverslaving nagenoeg gelijk gebleven.

 

Alhoewel uit de staat van de Jeugd 2021 blijkt dat ongeveer 14% van de jongeren een verhoogd risico op gameproblematiek heeft (op grond van kwantitatief onderzoek) richten we ons in Rotterdam met name op de groep die problemen ondervindt als gevolg van gamen. Bijvoorbeeld problemen met slapen, sociale contacten, schoolprestaties en/of eenzaamheid en veel stress ondervinden. Dan is het percentage 10% waarbij een licht en een sterk verhoogd risico aanwezig is.

 

Er zijn steeds meer zorgen over ongezond social mediagebruik, het te veel en te vaak met sociale media bezig zijn. Hierdoor kunnen andere belangrijke leefdomeinen in de knel komen. De monitor Alcohol en Drugs pro, vso en mbo (OBI 2021) laat zien dat risicovol social mediagebruik met name speelt onder meisjes terwijl bij jongens meer kans is op risicovol gamegedrag.

 

Doel. We streven ernaar het percentage jongeren (ongeveer 9%) dat daadwerkelijk last ondervindt van hun gamegedrag (zoals slaapgebrek, schooluitval en moeizame sociale contacten) terug te dringen. We willen ongezond social media gebruik beter onderzoeken om inzicht te krijgen hoe we risicovol gebruik kunnen terugdringen.

 

*= als gevolg van gamen huiswerk afraffelen, moeite om te stoppen

**= als gevolg van social mediagebruik huiswerk afraffelen, moeite om mee te stoppen

2.2 Hoe gaan we dit doen?

De aanpak van drugs- en alcoholproblematiek bij jongeren en jongvolwassenen zoals we die in de afgelopen jaren hebben toegepast, is effectief gebleken. Daarom continueren we maatregelen die succesvol zijn en verbreden en vernieuwen de aanpak waar nodig. Net als in de voorgaande jaren blijft onze aanpak gericht op de domeinen thuis, onderwijs, vrije tijd en de digitale wereld. Ook de boodschap blijft dezelfde: onder de 18 jaar geen alcohol, geen snus, geen lachgas en geen drugs.

 

Thuis

Ouders/opvoeders spelen de belangrijkste rol in de ontwikkeling van jongeren. Het is belangrijk dat zij met hun kinderen duidelijke afspraken maken over alcohol- en drugsgebruik. Onderzoek toont aan dat als ouders/opvoeders hun kinderen verbieden alcohol te gebruiken zolang ze nog geen 18 jaar zijn, deze kinderen later beginnen met alcohol en ook op latere leeftijd minder zwaar drinken. Kinderen die niet of nauwelijks blowen hebben een beter besef van normen en vertonen minder vaak risicovol gedrag. Binnen onze aanpak krijgen ouders, opvoeders en professionals ondersteuning bij de opvoeding en begeleiding van kinderen en jongeren op het gebied van alcohol- en drugsgebruik. Dat doen we op de volgende manieren:

 

Ouders krijgen vroegtijdig handvatten om alcohol- en drugsgebruik met hun kind(eren) te bespreken en om zelf het goede voorbeeld te geven

 

Ouders kunnen zich via welzijnsorganisaties en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) aanmelden voor bijeenkomsten over hun rol bij het voorkómen van drugs-, snus- en alcoholgebruik bij hun kinderen. Ouders met pubers worden op dit aanbod gewezen door de organisaties. Ook vanuit het onderwijs worden deze bijeenkomsten georganiseerd. Ze leren het goede voorbeeld te geven en krijgen tips hoe met hun kind(eren) dit onderwerp te bespreken en afspraken te maken. Ook leren ze signalen van gebruik te herkennen en ontdekken waar ze terechtkunnen voor hulp.

 

Ouders zijn goed geïnformeerd

Voor zowel ouders als jongeren zijn er relevante websites zoals puberenco.nl en maakjekeus.nl. Deze websites geven relevante informatie over middelen en opvoedadviezen. De sites worden via verschillende kanalen onder de aandacht gebracht. We sluiten aan bij de landelijke NIX18-campagne die via diverse media de verschillende doelgroepen bereikt en zorgen bij bijeenkomsten dat landelijke informatie met ouders wordt gedeeld.

 

Jongeren met riskant gebruik verplicht met ouder(s) op bezoek bij verslavingszorg

Jongeren onder de 18 kunnen voor eenvoudige delicten door de politie naar HALT worden verwezen. Als HALT een zorgelijke score op alcohol- en drugsgebruik vaststelt, volgt een verplichte afspraak van de jongere met zijn of haar ouder(s) bij Youz verslavingszorg. Dit is niet vrijblijvend. Als de jongere dit zorgtraject niet volgens afspraak doorloopt, verwijst HALT terug naar de politie en volgt er alsnog een proces-verbaal.

 

Professionals signaleren vroegtijdig

Medewerkers van de wijkteams zijn in de afgelopen vier jaar getraind om (tijdens keukentafelgesprekken) vroegtijdig drugs- en alcoholproblematiek te signaleren en een verstandelijke beperking en/of psychische problematiek te herkennen. Daar waar huiselijk geweld aan de orde is, maken hulpverleners gebruik van het screeningsinstrument ASSIST (Alcohol, Smoking and Substance Involvement Screening Test). Hiermee kunnen zij snel en objectief vaststellen of er sprake is van alcohol- en/of drugsmisbruik. Ook andere professionals die met jongeren werken zijn getraind in het vroegtijdig herkennen van alcohol- en drugsproblematiek. De professionals krijgen de komende vier jaar opnieuw (opfris-)trainingen aangeboden.

 

Onderwijs

Jongeren tot 18 jaar zijn leerplichtig en nemen deel aan het onderwijs. Basisscholen, het voortgezet onderwijs en de beroepsopleidingen hebben een eigen verantwoordelijkheid om aandacht te besteden aan alcohol-, snus- en drugsgebruik in hun leerplannen. De gemeente kan scholen niet verplichten om preventieve programma’s uit te voeren, maar biedt daarbij wel ondersteuning met onderstaande maatregelen.

 

Onderwijzend personeel krijgt handvatten om mogelijk toekomstig alcohol- en drugsgebruik te bespreken en ouders te ondersteunen

Vroegtijdig praten over alcohol- en drugsgebruik voorkomt dat jongeren dat gebruik gewoon gaan vinden. Op basisscholen trainen we het onderwijzend- en ondersteunend personeel in het bespreken van alcohol- en drugsgebruik met zowel leerlingen als ouders. We richten ons daarbij op de groepen 7 en 8 en besteden vooral aandacht aan het omgaan met groepsdruk, het vergroten van de weerbaarheid en het zelfvertrouwen en het ontwikkelen van sociaal emotionele competenties. De scholen trekken samen met ouders op bij het uitdragen van de boodschap: géén alcohol en drugs onder de 18 jaar.

 

Reguliere vo-scholen besteden aandacht aan preventie

Op vo-scholen (met extra aandacht voor scholen met een vmbo-afdeling) wordt het onderwijzend en het onderwijsondersteunend personeel (OOP) getraind door preventiewerkers van Youz-verslavingszorg volgens het programma Helder op School van het Trimbos-instituut. Na afloop van deze training heeft de school haar beleid op dit thema vastgesteld. Dit betekent dat de handhaving en regelgeving op orde zijn, dat docenten kunnen signaleren en doorverwijzen en dat ouders betrokken zijn bij het beleid en de aanpak. Het streven is dit op alle vo-scholen te realiseren.

 

Alle scholen in het praktijkonderwijs dringen het gebruik onder leerlingen terug

Samen met de Rotterdamse onderwijsinstellingen werken we aan een duidelijke norm binnen het onderwijs om het gebruik van alcohol en/of drugs terug te dringen. Uitgangspunten hierbij zijn preventie, signalering en handhaving. Alle leerlingen in het praktijkonderwijs (en hun ouder(s)) zijn op de hoogte van de norm én van de consequenties bij het overtreden daarvan. Iedere leerling die alcohol of drugs gebruikt, komt op gesprek bij de zorgprofessional op het terrein van alcohol, snus en drugs. De ingrediënten van een integrale schoolaanpak zijn:

 

  • Vergroten van kennis bij ouders, kinderen en (niet) onderwijzend personeel;

  • Een duidelijk schoolbeleid rondom drugs- en alcoholgebruik en dito communicatie over wat er van leerlingen, personeel en ouders wordt verwacht;

  • Training van (niet) onderwijzend personeel over signaleren en het bieden van lichte ondersteuning aan studenten met mogelijke problemen en de daarbij van belang zijnde specifieke gesprekvaardigheden voor gesprekken over dit onderwerp met ouders en/of leerlingen;

  • Aanwezigheid van een gespecialiseerde zorgprofessional op het terrein van drugs en alcohol, die laagdrempelige hulp biedt en doorverwijst bij complexe problematiek;

  • Aanspreken van ouders en leerlingen door (niet) onderwijzend personeel bij mogelijke problematiek en de wijze waarop dat wordt aangepakt;

  • Afstemming met politie en jongerenwerk.

Vso-scholen verminderen het gebruik onder hun leerlingen

Vso-scholen voeren het programma Samen Slagen uit. In dit programma, dat de gemeente Rotterdam samen ontwikkelde met Youz-verslavingszorg en Horizon-Schreuder, zijn ouders, docenten en leerlingen samen verantwoordelijk voor de handhaving van strikt beleid op het gebied van alcohol- en drugsgebruik. De leerlingen krijgen interactieve voorlichting en worden bij overtreding van de regels niet weggestuurd, maar aangesproken en gecorrigeerd. Ouders krijgen informatie en docenten volgen een training ‘signaleren’. Op school vindt een screening van het kind plaats op mogelijk middelengebruik, ggz-problematiek en licht verstandelijke beperking (LVB). Er is een gespecialiseerde zorgprofessional op het gebied van drugs en alcohol op school aanwezig (de gezondheidscoach), die contact heeft met zorgorganisaties in de wijk. Ook het wijkteam biedt ondersteuning op school.

 

Sinds invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 blijven jongeren met lichtere problemen binnen het reguliere onderwijs. Dit heeft geleid tot een verzwaring van problematiek op vso-scholen. We gaan het programma Samen Slagen aanpassen op deze veranderde leerlingenpopulatie. Om het middelengebruik bij deze jongeren te verminderen is het belangrijk de bijkomende problematiek aan te pakken en te werken aan zelfvertrouwen, weerbaarheid, het zelfbeeld en het beheersen van de emoties.

 

Studenten op mbo-niveau 1 en 2 krijgen stevige ondersteuning

Op alle mbo-locaties in Rotterdam met niveau 1 en 2 zetten we de bestaande aanpak (Aanvalsplan ROC) voort. Er is een gedragscode opgesteld met daarin opgenomen de volgende gedragsregels en uitgangspunten:

 

  • Drugs, alcohol en onderwijs gaan niet samen;

  • Niemand zit onder invloed in de klas;

  • Ouders worden altijd op de hoogte gebracht als de student onder invloed is of een strafbaar feit heeft gepleegd;

  • Strafbare feiten meldt de school direct bij de politie. In alle andere gevallen wordt de student (met ouders) doorverwezen naar de op school aanwezige gezondheidscoach. De student wordt in het zorgoverleg besproken en er volgt een SISA-melding (Samenwerkings Instrument Sluitende Aanpak). Hierdoor kan de student snel gescreend worden en hulp krijgen. Personeel wordt jaarlijks getraind in herkennen en signaleren van deze problematiek.

  • Jongeren die verzuimen van school worden gescreend op middelengebruik.

Leerplicht

De circa 60 leerplichtambtenaren (40 op het po/vo en 20 op het mbo) van de afdeling Leerrecht en Ondersteuning volgen in de komende periode een training in het signaleren van alcohol-, drugs- en/of gameproblematiek. Zij gaan op huisbezoek bij de jongere en zijn of haar ouders, bespreken mogelijke alcohol- en/of drugsproblematiek en verwijzen door waar nodig. Ook kunnen zij (of HALT, als deze is ingeschakeld) screenen op licht verstandelijke beperking en ggz-problematiek. Bij een zorgelijke score schakelen zij Youz-verslavingszorg in die met deze jongeren (en mogelijk hun ouder(s)) in gesprek gaan.

 

Vrije tijd

Jongeren zijn thuis, op straat, bij vrienden en vriendinnen of bij sportverenigingen te vinden. Ze gaan naar de kroeg, festivals en evenementen. Naarmate kinderen ouder worden hebben ouders/opvoeders minder zicht op hun gedrag en kunnen ook andere volwassenen invloed hebben op de omgang van jongeren met alcohol en drugs.

 

Sportverenigingen, horeca- en andere ondernemers spelen een sleutelrol in de beschikbaarheid van alcohol en hebben daarmee een belangrijke verantwoordelijkheid naar jongeren.

 

Elke branche verbetert de naleving

We spreken elke branche (slijterijen, horeca, avondwinkels, sportverenigingen, supermarkten) aan op naleving van de Alcoholwet. Binnen de horeca schenken eigenaren, bedrijfsleiders en personeel verantwoord, en weten ze wat de consequenties zijn bij het overtreden van de wet. Deze zijn vastgelegd in een handhavingsarrangement. We gaan eraan werken dat meer verstrekkers hiervan op de hoogte zijn door hen via verschillende media te informeren. Met de supermarkten organiseren we in samenwerking met CBL (Centraal Bureau Levensmiddelen) en de Rotterdamse buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in 2023/2024 een bijeenkomst waarbij kennis wordt uitgewisseld. Vier Ketensupermarkten hebben de afgelopen jaren meegedaan om hun naleving NIX18 op een beter niveau te krijgen. Goede ervaringen en successen worden onderling gedeeld. We gaan nog meer ketensupermarkten betrekken zodat er nog meer kan worden geleerd van de successen. Ook kennismaken met de boa’s is een belangrijk onderdeel omdat er een gezamenlijk doel is; het verbeteren van de naleving NIX18 bij zowel de supermarkteigenaren als bij de Boa’s.

 

Sportverenigingen schenken niet aan jongeren onder de 18 jaar en niet aan mensen onder invloed

In samenwerking met Rotterdam Sportsupport benaderen we sportverenigingen met de jongste uitslagen van het nalevingsonderzoek. De verenigingen weten dat de controle vanuit de gemeente wordt opgeschroefd en dat de pakkans dus hoger wordt.

 

Samen met Youz-verslavingszorg ontwikkelen we een interventie gebaseerd op de Sportcode. Hierbij actualiseert de vereniging het reglement, regelt de communicatie binnen de vereniging en zorgt ervoor dat alle vrijwilligers en personeelsleden volgens het reglement handelen. Ook informeert de vereniging de jeugdleden en hun ouders over het alcoholbeleid. Deze interventie voeren we in 2023-2027 uit.

 

In samenwerking met Youz-verslavingszorg en sportverenigingen zelf stellen we een plan op om de naleving van NIX18 en het schenkverbod aan mensen die dronken zijn, te verbeteren. We brengen eerst in kaart wat sportverenigingen zelf doen om de naleving binnen hun club te verhogen. Uit pilots blijkt dat de naleving stijgt als verenigingen hiervoor zelf de verantwoordelijkheid nemen. Door middel van regulier nalevingsonderzoek bij sportverenigingen brengen we de vorderingen in kaart. De toezichthouders die bij sportverenigingen langsgaan controleren niet alleen, maar voeren ook adviesgesprekken.

 

De digitale wereld

Uit recente cijfers blijkt dat ongeveer 20% van de jongeren tot 18 jaar meer dan 3 uur per dag gamet. Omdat ongeveer 10% van hen daardoor problemen ervaart, willen we hieraan meer aandacht gaan besteden. Enkele Rotterdamse jongeren gaan samen met preventie-professionals een communicatie- en voorlichtingsstrategie ontwikkelen die aansluit bij de digitale, interactieve (beeld)cultuur van hun leeftijdsgenoten. Dit moet resulteren in passende boodschappen die via verschillende media bij de doelgroep worden overgebracht. Ook heeft gamen de aandacht binnen de interventies Helder op School voor het reguliere vo, Samen Slagen voor het vso en PrO en het Aanvalsplan op het ROC.

 

Daarnaast ontwikkelen we in samenwerking met Youz-verslavingszorg en het Trimbos-instituut een effectieve aanpak om problematisch gamen aan te pakken.

3. Volwassenen.

3.1 Problematisch alcohol- en drugsgebruik: het probleem en wat willen we bereiken

Gebruik van alcohol onder volwassenen is volledig geaccepteerd en gebruik van (hard)drugs lijkt steeds normaler te worden. Want, bij problematisch gebruik, is er naast schade aan de gezondheid van de gebruiker ook schade voor de omgeving en samenleving. Bijvoorbeeld door kindermishandeling, uitgaans- en huiselijk geweld, ondermijnende drugscriminaliteit, werkverzuim en studievertraging/uitval.

 

Waar bij de jeugd duidelijk is dat alcoholgebruik schadelijk is voor de ontwikkeling van de hersenen, is de schade van zelfs matig alcoholgebruik bij volwassenen nog niet goed doorgedrongen. Afgelopen jaren zijn de risico's en gevolgen van alcoholgebruik systematisch geëvalueerd en gerapporteerd. De nieuwe WHO-verklaring verduidelijkt: er is geen “veilige” hoeveelheid alcohol om te drinken voor de gezondheid, waaronder kanker. De World Health Organization stelt dat alcoholconsumenten objectief moeten worden geïnformeerd over de risico’s van kanker en andere gezondheidsaandoeningen die verband houden met alcoholgebruik.

 

Ook voor volwassenen is er landelijke wetgeving om hen te beschermen en de lokale overheid heeft een rol om die wetgeving uit te dragen en te handhaven. Schenken aan mensen die al te veel hebben gedronken is een wetsovertreding en kan worden beboet.

 

De cijfers van drugsgebruik onderschrijven dat landelijk en dus ook in Rotterdam drugsgebruik (met name cocaïne en xtc en speed en cannabis) steeds normaler wordt. Volwassenen spelen een enorm belangrijke voorbeeldrol voor jongeren. Normalisering van alcohol- dan wel drugsgebruik onder volwassenen ondermijnt de preventieve boodschap richting jongeren. De schade aan gezondheid kan worden teruggebracht als volwassenen minderen of afzien van gebruik. Maatschappelijke schade kan worden teruggedrongen op het gebied van uitgaans- en huiselijk geweld als gebruik wordt gestopt of verminderd. Kinderen die opgroeien in gezinnen waarbij middelenproblematiek een rol speelt lopen een grote kans zelf in de problemen te raken. De ondermijnende drugscriminaliteit legt bloot dat kwetsbare (o.a. LVB) jongeren slachtoffer worden van criminelen die hen de onderwereld in trekken en de normalisering van gebruik houdt deze ondermijning mede in stand.

 

Handelen in drugs is bij wet verboden en daarop moet worden gehandhaafd.

 

Een groot gedeelte van het volgende deel van het preventieplan, gericht op volwassen, wordt nieuw vormgegeven. Bij het jeugdgedeelte, dat al jarenlang in ontwikkeling is, kunnen concretere doelstellingen worden geformuleerd. Het volwassengedeelte is voornamelijk gericht op signaleren, bewustwording, toeleiden naar passende behandeling en ontwikkeling van effectieve interventies.

 

Alcohol tijdens zwangerschap

Uit landelijke cijfers blijkt dat ongeveer 9% van de zwangere vrouwen alcohol drinkt.

 

Onderzoek laat zien dat alcohol rondom de zwangerschap samenhangt met vroeggeboorte, een laag geboortegewicht en FAS (Foetaal Alcohol Syndroom). Duidelijk is dat alcohol schadelijk is voor het ongeboren kind. Daarom adviseert de gezondheidsraad sinds 2005 vrouwen geen alcohol te drinken als ze zwanger willen worden, zwanger zijn of als ze borstvoeding geven.

 

In het Nationaal Preventieakkoord zijn de volgende doelstellingen voor terugdringen problematisch alcoholgebruik in 2040 opgenomen:

  • Het aantal zwangere vrouwen dat alcohol drinkt is gedaald van 8,9% naar maximaal 4% (deze groep omvat ook vrouwen in het stadium dat ze nog niet weten dat ze zwanger zijn);

  • Het aantal moeders dat heeft gedronken terwijl zij wisten dat ze zwanger waren, neemt af van 4,6% in 2016 naar maximaal 2%.

Uiteindelijk is het streven om tot 0% alcoholgebruik door zwangere vrouwen te komen.

 

Samen met huisartsenpraktijken, praktijkondersteuners, verpleegkundigen, gynaecologen en verloskundigen zorgen we voor een tijdige herkenning en behandeling van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap.

 

Dit doen we in samenwerking met het Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA).

 

Moeders van Rotterdam is er voor zwangere vrouwen in Rotterdam die een steuntje in de rug kunnen gebruiken of meer hulp nodig hebben. Medewerkers van dit aanmeldpunt gaan we ondersteunen zodat zij nog beter vroegtijdig signaleren en doorverwijzen bij mogelijk alcohol- en/of drugsproblematiek.

 

Ouders en het voorbeeldgedrag

Ouders hebben veel invloed op het gedrag van hun kinderen. Bij alcoholgebruik wordt wel eens onderschat hoe groot deze invloed is. Uit onderzoek blijkt dat kinderen al vanaf twee jaar een beeld vormen van hoe ouders met alcohol omgaan.

 

WAT WETEN WE UIT DE WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKEN

 

Het kunnen onthouden van alcoholmerken en het herkennen van de glazen waaruit gedronken wordt, ontwikkelt zich al vanaf het 2e jaar. Vanaf het 4e jaar beginnen kinderen te onthouden wanneer hun ouders drinken, en merken ze dat het gedrag van hun ouders verandert nadat ze gedronken hebben. In het algemeen geldt dat kinderen die hun ouders zien drinken positiever gaan denken over alcohol dan kinderen die hun ouders niet zien drinken ongeacht de hoeveelheid*. Als gevolg daarvan beginnen deze kinderen op jongere leeftijd met drinken en gaan later meer drinken.

 

Uit onderzoek blijkt ook dat opmerkelijk veel ouders wel eens aangeschoten (51%) zijn of dronken worden in het bijzijn van kinderen tussen 10 en 17 jaar. Als kinderen dat zien, maken ze zich vaak zorgen of ze schamen zich voor hun ouders.

 

Meer uitgebreide informatie hierover is het factsheet ‘Zien Drinken Doet Drinken’ van het Trimbos-Instituut.

 

De Alcohol-Actieweek ‘Zien drinken, doet drinken’ is bedoeld voor ouders en andere opvoeders. Met deze week wil de Alliantie Alcoholbeleid Nederland (AAN) ouders bewust maken van het feit dat hun drinkgedrag medebepalend is voor het toekomstig drinkgedrag van hun kinderen. Het uiteindelijke doel is dat we daarmee voorkomen dat kinderen in ieder geval niet voor hun 18de alcohol gaan drinken.

 

We geven ook in Rotterdam aandacht aan deze jaarlijks terugkerende campagne door in de buitenruimte en via andere (social media) kanalen (bij het CJG, het wijkteam, de huisartspraktijk, op de sportvereniging, in de huizen van de wijk) volwassenen en vooral ouders te wijzen op dit voorbeeldgedrag. We benadrukken dat alcoholgebruik een eigen verantwoordelijkheid is bij ouders maar wijzen hen op de mogelijkheden om het goede voorbeeld te geven.

 

Studenten hbo & wo

Veel hbo- en wo-studenten vinden het normaal om (veel) alcohol en drugs te gebruiken. Deze normalisering leidt tot zorgelijk gebruik en daarmee tot gezondheidsschade en (dure) studievertraging of -uitval.

 

11% van de studenten op het hbo en wo drinken overmatig: dat wil zeggen mannen meer dan 21 glazen per week, vrouwen meer dan 14 glazen per week. 16% is een zware drinker, er is sprake van zwaar drinken wanneer minstens één keer per week meer dan vier (vrouwen) of zes (mannen) glazen alcohol op een dag gedronken worden.

 

Het cannabisgebruik onder studenten ligt op 33%. Voor de hele bevolking van 18 jaar en ouder ligt dat percentage op 6,6%. Onder studenten gebruikte 13,2% het afgelopen jaar ecstasy (xtc). Xtc is nog altijd de meest gebruikte harddrug. Ook is de toename van gebruik van cocaïne en ketamine zorgelijk.

 

 

Gevolgen van alcohol- en drugsgebruik

Studenten lopen door hun problematisch alcohol- en/of drugsgebruik vooral risico op studieproblemen. Ze missen colleges en tentamens of presteren slechter omdat zij een kater hebben en niet fit zijn. Uiteindelijk kan dit leiden tot studievertraging en -uitval.

 

Andere risico’s zijn geweldsincidenten, verkeersongevallen, onbeschermde seks, ongewenste seksuele ervaringen, verwondingen, black-outs en op lange termijn afhankelijkheid en verslaving. Het RIVM berekende dat in 20% van de jaarlijkse gevallen van studievertraging en of -uitval in het hbo of wo alcohol een rol speelt. De jaarlijkse kosten daarvan voor de onderwijsinstellingen worden geschat op 32,5 miljoen (hbo) en 13,8 miljoen (wo) euro.

 

Terugdringen van problematisch alcohol- en drugsgebruik onder studenten aan de hogeschool en universiteit

De gemeente Rotterdam heeft samen met hogescholen en universiteit, studentenverenigingen en het Trimbosinstituut een vernieuwde aanpak ontwikkeld om studenten te wijzen op risico’s van problematisch alcohol- en drugsgebruik. De aanpak is landelijk beschikbaar gesteld.

 

Ons doel is een daling van het aantal zware drinkers en drugsgebruikers onder studenten aan Rotterdamse hogescholen en aan de universiteit. Dit doen wij o.a. door trainingen aan (onderwijzend) personeel en barpersoneel bij verenigingen door Youz en ondersteuning in het opstellen van beleid. In het Nationaal Preventieakkoord staat de ambitie om dit aantal in 2040 te hebben gehalveerd.

 

Vrije tijd

 

Drugs: festivals, testservice & campagne

Drugsgebruik in het uitgaansleven is risicovol, in het bijzonder voor jongeren en (jong)volwassenen. We dragen de boodschap uit dat de enige veilige manier van uitgaan zonder drugs is.

 

Tijdens Rotterdamse festivals zijn strenge voorschriften geldig; verboden toegang met drugs en strenge controle bij de toegang. Er zijn daar kluisjes aanwezig zodat bezoekers alsnog hun drugs voor de ingang anoniem kunnen afdragen. In samenwerking met festivalorganisatoren proberen we hun bezoekers preventief bewust te maken over de gevolgen van drugsgebruik.

 

In de praktijk valt echter niet te voorkomen dat jongeren in bepaalde uitgaansgroepen drugs gebruiken. Om het acute risico daarvan te beperken, is per 1 april 2017 de drugstestservice geopend (bij YOUZ verslavingszorg; Pieter de Hoochweg 14 in Rotterdam) waar mensen (anoniem, maar wel 18+) één avond per week anoniem poeders en pillen kunnen laten testen. Hierbij worden de gebruikers gewezen op de risico’s van gebruik.

 

Behalve wijzen op gezondheidsrisico’s willen we drugsgebruikers bewust maken van de relatie tussen hun gebruik, de ondermijnende drugscriminaliteit en de milieuschade die illegale drugslabs aanrichten. Dit doen wij door mee te werken aan een jaarlijks terugkomende drugscampagne die door directie Veiligheid wordt uitgevoerd. De normalisering van drugsgebruik moet een halt worden toegeroepen. Dit doen we binnen alle interventies bij jeugd maar ook zeker bij recreatieve gebruikers onder de volwassenen.

 

De onderstaande figuren laten de toename van drugsgebruik (afgelopen jaar cocaïne, XTC en/of speed gebruikt) onder bewoners van Rotterdam-Rijnmond zien.

 

 

Doel is om in 2027 deze negatieve trend te stoppen.

 

Alcohol: doorschenken en naleving

Daarnaast is overmatig alcoholgebruik in het uitgaansleven niet zonder negatieve gevolgen. Agressie en ongevallen leggen een groot beslag op de inzet van politie en andere hulpdiensten. In het rapport van het Trimbos Alcohol en agressie in het uitgaansleven is te lezen dat alleen al de zorgkosten als gevolg van ongeval waarbij alcohol in het spel is jaarlijks worden geschat op 31 miljoen euro.

 

 

(De uitschieter van 80% in 2015 is mogelijk te wijten aan het feit dat er toen voor het eerst met portiers bij de toegang tot terrassen werd gewerkt.)

 

Horecaondernemers schenken niet door

80% van het uitgaansgeweld hangt samen met overmatig alcoholgebruik. Horecaondernemers en -personeel moeten klanten onder invloed herkennen en mogen niet (door)schenken. Samen met horecaondernemers in het centrum van Rotterdam gaan we aan de slag om overmatig alcoholgebruik en de hiermee gepaard gaande overlast tijdens uitgaansavonden terug te dringen. We stellen materiaal- van het Trimbos beschikbaar waarmee personeel wordt ondersteund in te schatten of de klant al dan niet in ‘kennelijke staat’ verkeert. We blijven met deze branche in gesprek over de naleving en op verzoek kan personeel worden getraind in het, met behulp van de materialen, tijdig signaleren van dronkenschap en het de-escalerend reageren als klanten in ‘kennelijke staat’ toch aandringen om een alcoholconsumptie te krijgen.

 

Het Stadhuisplein, de Kruiskade en de Witte de Withstraat zijn concentratiegebieden van nachthoreca, die veelal bezocht worden door een jong, en daardoor minder zelfredzaam publiek. We richten, in samenwerking met horecaondernemers een fysiek veiligheidspunt in, waar mensen terecht kunnen als zij zich onveilig voelen. Hier investeren we ook met materialen en trainingen van de medewerkers van dit veiligheidspunt om mogelijk drug- en/of alcoholproblematiek te signaleren en passende ondersteuning aan te bieden.

 

In 2019 is het Handhavingsmodel bij de Alcoholwet vernieuwd. In het model is opgenomen dat er een waarschuwing of boete volgt als er door horecalocaties zonder vergunning alcohol wordt verstrekt. Nieuw is ook een lik-op-stukbeleid als locaties mét een vergunning alcohol verstrekken voor gebruik elders. Hiermee willen we overtredingen terugdringen en naleving van de Alcoholwet verbeteren.

 

Sportverenigingen schenken niet aan mensen onder invloed

In samenwerking met Rotterdam Sportsupport informeren we sportverenigingen over de laatste nalevingscijfers en over het feit dat de controle vanuit de gemeente wordt opgeschroefd en de pakkans op doorschenken hoger wordt.

 

Samen met Youz-verslavingszorg ontwikkelen we een interventie gebaseerd op de Sportcode. Hierbij actualiseert de vereniging het reglement, regelt de communicatie binnen de vereniging en zorgt ervoor dat alle vrijwilligers en personeelsleden volgens het reglement handelen. Ook informeert de vereniging de leden over het alcoholbeleid. Materialen van het Trimbos worden verstuurd waarmee leden/bezoekers en barpersoneel/vrijwilligers worden gewezen op de wijze waarop de wet moet worden nageleefd.

 

De werkomgeving

Het gebruik van alcohol, drugs en medicijnen voor, tijdens en na werktijd kan een grote impact hebben op de veiligheid en gezondheid van medewerkers. Daarnaast kosten verzuim en productieverlies werkgevers jaarlijks veel geld. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) schat de kosten voor werkgevers door verzuim en productieverlies door alcoholgebruik op 1,3 miljard euro per jaar.

 

 

bron: ADM-beleid Trimbosinstituut

 

Van de werkenden die drinken (85,6%) verzuimt 18,1% wel eens vanwege overmatig alcoholgebruik en dan gemiddeld 4,5 dagen per jaar (totaal verzuim). Dit telt op tot 5.458.000 dagen per jaar.

 

Bovenstaande maakt duidelijk dat ook alcoholgebruik binnen de werkomgeving aandacht vraagt. Dit doen we door met verschillende werkgeversorganisaties en het Ondernemersloket in gesprek te gaan en bij hen de handleiding Alcohol, drugs en medicijnbeleid van het Trimbosinstituut onder de aandacht te brengen.

 

Thuiswerken kan ertoe leiden dat het alcohol- en/of drugsgebruik van medewerkers verandert. Bij sommigen leidt het tot een toename van gebruik en neemt het risico op problemen toe, anderen drinken of gebruiken juist minder. Belangrijk is dat er oog blijft voor het welzijn van medewerkers. Alcohol-, drugs- en medicijngebruik op het werk is niet bij wet verboden. Een bedrijf kan wel regels opstellen over het verbod op onder invloed zijn van middelen onder werktijd, het gebruik vóór aanvang van het werk en bezit van middelen op de werkvloer.

 

De basis voor een goed Alcohol, Drugs en Medicijnen beleid (ADM-beleid) wordt gevormd door vier pijlers. Deze pijlers (Regels en afspraken, Preventie en bewustwording, Begeleiding en zorg en Handhaving) komen zowel bij een uitgebreid als bij een beknopt beleid aan de orde.

 

Elke bedrijf kan ook ondersteuning vragen bij het Trimbos voor het inrichten van een goed beleid dat is gestoeld op de vier pijlers.

 

Ouderen

Landelijke cijfers van het Trimbosinstituut over overmatig alcoholgebruik bij de groep 55+ laten zien dat alcoholgebruik onder 55-plussers fors is in vergelijking met jongere volwassenen. Tussen de 7% en 13% van de 55-plussers drinkt overmatig, wat hoger ligt dan bij 23- tot 54-jarigen (gebruik ligt tussen de 4% en 7%).

 

De Rotterdamse Gezondheidsmonitor laat vergelijkbare cijfers bij overmatig alcoholgebruik bij 55-plussers zien.

 

 

Het is van belang om preventief in te grijpen en waar nodig de groep 55-plussers met een alcoholprobleem tijdig naar behandeling toe te leiden. Herkenning van alcoholproblematiek bij de ouderen is van belang om valincidenten te voorkomen en mentale en gezondheidsklachten niet te verergeren. Ook kan overmatig alcoholgebruik dementieklachten versterken. Kortom: alcoholpreventie bij ouderen kan de kwaliteit van leven verbeteren.

 

Redenen om veel te drinken (blijkt uit interviews van het Ouderenpanel en groepsinterviews bij zorgverleners) zijn: eenzaamheid, weinig structuur (o.a. door pensionering, veel vrije tijd), de aanwezigheid van stressfactoren (o.a. verlies van dierbare, verlies van werk, lichamelijke ziekte, mantelzorgen) of simpelweg een jarenlange gewoonte. Het valt op dat 55-plussers aangeven dat zij vooral in gezelschap van anderen veel drinken, of uit eenzaamheid. Dat 55-plussers onvoldoende kennis hebben over de gevolgen van overmatig alcoholgebruik maakt dat zij uit zichzelf niet snel geneigd zijn om te stoppen of te minderen.

 

Het is dus belangrijk om de doelgroep zelf te benaderen met de juiste informatie maar ook hun omgeving (begeleiders, professionals, vrijetijdsconsulenten). Van groot belang is om hier in de communicatie niet betuttelend te zijn. Als er alcohol gedronken wordt is het belangrijk dat ook deze doelgroep zich bewust is van de risico’s van het gebruik.

 

Ouderen die overmatig alcohol gebruiken kunnen worden ondersteund om hun eigen gezondheid en vitaliteit op orde te houden. Er zijn tal van ondersteuningsmaterialen (apps en websites) beschikbaar die hiervoor kunnen worden gebruikt. We zullen via verschillende kanalen deze ondersteuning bij de Rotterdammers onder de aandacht brengen.

 

Hierbij sluiten we ook aan bij landelijke campagnes zoals bijvoorbeeld IkPas waar verschillende uitdagingen worden aangeboden om tijdelijk of voorgoed te minderen met alcoholgebruik.

4. Handhaving.

Met behulp van boa’s scherpen we het bestaande toezicht verder aan en zetten dit gerichter in: op horecaondernemingen, op sport- en andere verenigingen die slecht naleven én op alcoholgebruik of -bezit bij jongeren onder de 18 zelf. Door de pakkans te verhogen, verwachten we dat de naleving van de Alcoholwet toeneemt.

 

Inzet testaankopers

Jaarlijks vinden er controles met testaankopers plaats. Testaankopers zijn meerderjarige personen die er jonger uitzien dan achttien jaar. De testaankopers gaan op stap met een boa en proberen bij verschillende verkooppunten alcohol te kopen zonder zich te legitimeren. Met een testaankoper wordt er een veel realistischer beeld van de naleving geschetst dan als er bij een verkooppunt een boa op afstand moet gaan observeren om de naleving te controleren. De Alcoholwet schrijft voor dat de verkoper om een legitimatiebewijs moet vragen als de koper niet overduidelijk 18 jaar is. Doet de verkoper dat niet, dan is deze in overtreding en maakt de boa hiervan rapport op. Conform het Handhavingsmodel volgt dan in eerste instantie een waarschuwing. Bij een tweede overtreding binnen een jaar volgt een boete. Verstrekkers die goed naleven ontvangen hiervoor een compliment per brief.

 

In het vastgestelde handhavingsarrangement DHW staan de stappen die worden genomen bij constatering van overtreding van de wet. Er zullen ongeveer 16 fte aan boa’s met een opleiding Alcoholwet in het handhavingsteam de komende jaren aanwezig zijn voor het uitvoeren de controles bij horeca, slijterijen/ supermarkten/ avondwinkels en sportverenigingen. Ook zullen deze boa’s evenementen bezoeken en de naleving van de Alcoholwet controleren.

 

Als bedrijven, zoals bijvoorbeeld supermarkten of horecagelegenheden, alcohol verkopen aan minderjarigen, waarvan zij geen identificatiebewijs hebben gevraagd, kunnen zij een boete krijgen. Het gaat dan om overtreding van artikel 20a lid 1 en 2 van de Alcoholwet.

 

Voor bedrijven met minder dan 50 medewerkers in dienst bedraagt de boete € 1360,-. Bij meer dan 50 medewerkers is de boete € 2720,-

5. Financiën en monitoring.

Deelplan jeugd

A: € 800.000,- (exclusief kosten handhaving; die worden door Toezicht & Handhaving zelf gefinancierd) voor uitvoering van alle maatregelen (exclusief de eigenlijke universele en selectieve interventies) die binnen het Preventie- en Handhavingsplan Drugs en Alcohol 2023-2027 zijn beschreven. Inclusief € 30.000,- jaarlijks voor ad-hoc inspanningen vanuit wensen van gemeenteraad en actuele ontwikkelingen (nieuwe drugs op de markt, nieuwe trends, andere kanalen dan huidige social mediakanalen).

 

B: € 100.000,- binnen het subsidiekader jeugdpreventie voor universele en selectieve interventies gericht op terugdringen en voorkomen van Alcohol- en Drugsgebruik onder jongeren.

 

Deelplan volwassenen

€ 130.000,- waarbij ook de drugstestservice wordt gefinancierd (jaarlijks € 60.000,-) en inzet op middelengebruik onder studenten (in samenwerking met onderwijsinstellingen en studentenverenigingen). Er is een bedrag van € 70.000, - voor maatregelen die worden beschreven in de aanpak volwassenen. Er komt jaarlijks €107.000,- (in 2023, 2024 en 2025) vanuit SPUK/GALA (SPecieke UitKering/Gezond en Actief Leven Akkoord) voor de lokale inzet op het realiseren van ambities uit het Nationaal Preventieakkoord.

 

Monitoring

Om de impact te monitoren, die we met dit preventie- en handhavingsplan willen bereiken, wordt gaandeweg gemeten, geleerd en verbeterd. Zodat we weten wat werkt en écht bijdraagt aan het bereiken van maatschappelijke effect.

 

Dit doen we o.a. door met samenwerkingspartners heldere doelen te formuleren en het monitoren in gezamenlijkheid op te pakken. We laten onderzoek uitvoeren door OBI, Objectief (naleving) en werken hierin samen met het RIVM en Trimbos.

 

Binnen het Subsidiekader Jeugdpreventie is een collegetarget gesteld: “Vanaf 2023 ronden jaarlijks minimaal 5000 kinderen en jongeren (en/of hun ouders/verzorgers) een goed onderbouwde of bewezen effectieve preventieve jeugdinterventie af.” Er wordt gewerkt aan een vollediger en eenduidiger verantwoording van de aanbieders waardoor we beter kunnen monitoren.

 

Naast evidentie staat ook interactie centraal, want waardevolle informatie komt niet alleen van data. Kwalitatieve data van vrijwilligers, beleidsmakers, keten- en netwerkpartners en Rotterdammers draagt bij aan het gezamenlijk leren en verbeteren en het verminderen van de negatieve gevolgen van drugs- en alcoholgebruik.

 

Voor de inzet op de volwassenen moet per doelgroep nog worden vastgesteld welke concrete targets er kunnen worden bepaald. Dat zal in samenwerking met de professionals/ partners/ vrijwilligers en de doelgroep zelf in kaart worden gebracht.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 januari 2024.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl