| Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen | |
Artikel 2.1 | Definities | |
1. | Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
2. | In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. | |
3. | In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. | |
4. | Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden, wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft | |
Artikel 2.2 | Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven | |
| Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
a. | Het omgevingsoverleg/conceptverzoek welke kan worden uitgesplitst naar: - een eenvoudig omgevingsoverleg/conceptverzoek: een conceptverzoek waarbij primair alleen de voortoets aan de relevante beoordelingsregels plaatsvindt, en in het geval van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit de beoordeling van wenselijkheid en/of haalbaarheid voor zover het betreft een geval uit bijlage A. - een complex omgevingsoverleg: een omgevingsoverleg waarbij primair de wenselijkheid en/of haalbaarheid van een initiatief integraal wordt getoetst, waarbij ketenpartners / interne of externe adviseurs worden betrokken worden en/of waarbij een principestandpunt wordt ingenomen, al dan niet met een bestuurlijk oordeel. | |
b. | een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; | |
c. | een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; | |
d. | toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; | |
e. | een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; | |
f. | intrekking van een omgevingsvergunning; | |
g. | wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d; | |
h. | een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g. | |
Artikel 2.3 | Bepalen tarief | |
1. | De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. | |
2. | Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. | |
3. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. | |
4. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. | |
5. | Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. | |
6. | In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| Paragraaf 2.2 Voorfase | |
Artikel 2.4 | Omgevingsoverleg/conceptverzoek | |
1. | Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg/conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief: | |
a. | voor een eenvoudig omgevingsoverleg/conceptverzoek: | € 250,00 |
b. | voor een complex omgevingsoverleg: | € 1.500,00 |
| Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken | |
Artikel 2.5 | Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) | |
1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | indien de bouwkosten minder dan € 50.000,- bedragen | 0,200% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 165,30 |
b. | indien de bouwkosten € 50.000,- tot € 200.000,- bedragen | € 100,00 |
| vermeerderd met | 0,180% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat. | |
c. | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen | € 370,00 |
| vermeerderd met | 0,160% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat. | |
d. | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen | € 850,00 |
| vermeerderd met | 0,140% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat. | |
e. | indien de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 5.000.000,- bedragen | € 1.550,00 |
| vermeerderd met | 0,130% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000,- te boven gaat. | |
f. | indien de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen | € 6.750,00 |
| vermeerderd met | 0,120% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat. | |
| met een maximum van: | € 150.000,00 |
Artikel 2.6 | Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
1. | voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit | |
a. | indien de bouwkosten minder dan € 50.000,- bedragen | 1,800% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 165,30 |
b. | indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen | € 900,00 |
| vermeerderd met | 1,620% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 50.000,- te boven gaat. | |
c. | indien de bouwkosten € 200.000,- tot € 500.000 bedragen | € 3.330,00 |
| vermeerderd met | 1,440% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 200.000,- te boven gaat. | |
d. | indien de bouwkosten € 500.000,- tot € 1.000.000,- bedragen | € 7.650,00 |
| vermeerderd met | 1,260% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 500.000,- te boven gaat. | |
e. | indien de bouwkosten € 1.000.000,- tot € 5.000.000 bedragen | € 13.950,00 |
| vermeerderd met | 1,170% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 1.000.000,- te boven gaat. | |
f. | indien de bouwkosten € 5.000.000,- of meer bedragen | € 60.750,00 |
| vermeerderd met | 1,080% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten van € 5.000.000,- te boven gaat. | |
| met een maximum van: | € 150.000,00 |
2. | voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit: | € 350,00 |
3. | Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met: | |
a. | indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg/conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4: | |
1. | voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A: | € 400,00 |
2. | voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder lid 3 onder a 1, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen: | € 8.000,00 |
b. | Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in lid 3 onder a 2 vermeerderd met: | € 400,00 |
Artikel 2.7 | Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk (gereserveerd) | |
| Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed | |
Artikel 2.8 | Omgevingsplanactiviteit: monumenten | |
1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | voor een omgevingsplanactiviteit of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Erfgoedverordening Reimerswaal 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit: | |
| 1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of gebruiken of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 531,35 |
2. | Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Reimerswaal 2016 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: | |
a. | als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en | |
b. | als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven. | |
Artikel 2.9 | Rijksmonumentenactiviteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
| 1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, herstellen of gebruiken of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 531,35 |
Artikel 2.10 | Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd) | |
Artikel 2.11 | Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd) | |
| Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten | |
Artikel 2.12 | Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 1.102,32 |
Artikel 2.13 | Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | voor één milieubelastende activiteit: | € 2.804,64 |
b. | voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: | € 2.337,20 |
c. | voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit: | € 1.869,76 |
| Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten | |
Artikel 2.21 | Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 500,00 |
Artikel 2.22 | Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 500,00 |
| Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten | |
Artikel 2.23 | Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd) | |
Artikel 2.24 | Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarden (gereserveerd) | |
Artikel 2.25 | Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd) | |
Artikel 2.26 | Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg (gereserveerd) | |
Artikel 2.27 | Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit (gereserveerd) | |
Artikel 2.28 | Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
a. | voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief | 2% |
| van de aanlegkosten met een minimum van: | € 123,80 |
| Paragraaf 2.8 Overige activiteiten | |
Artikel 2.29 | Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd) | |
Artikel 2.30 | Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 61,50 |
Artikel 2.31 | Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd) | |
Artikel 2.32 | Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] (gereserveerd) | |
Artikel 2.33 | Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd) | |
Artikel 2.34a | Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving | € 1.718,20 |
Artikel 2.34b | Andere activiteiten | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit: | |
a. | betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | € 250,00 |
b. | betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: | |
1. | voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 250,00 |
2. | voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit: | € 250,00 |
| Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften | |
Artikel 2.35 | Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten | |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: | |
a. | voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: | |
1. | het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | |
2. | bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | |
3. | het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of | |
4. | het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; | |
| per maatwerkvoorschrift: | € 250,00 |
b. | in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift: | € 250,00 |
Artikel 2.36 | Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten | |
1. | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: | |
a. | één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: | € 2.237,20 |
b. | twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: | € 1.869,76 |
c. | vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: | € 1.519,18 |
2. | Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit | € 1.592,24 |
Artikel 2.37 | Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten | |
| Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: | € 250,00 |
| Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid | |
Artikel 2.38 | Gelijkwaardige maatregel | |
1. | Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: | |
a. | een bouwactiviteit, bedraagt het tarief,: | € 250,00 |
b. | een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: | € 250,00 |
c. | een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: | € 250,00 |
1. | één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: | € 2.237,20 |
2. | twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: | € 1.869,76 |
3. | vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid: | € 1.519,18 |
d. | een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: | € 250,00 |
| Paragraaf 2.11 Overige tarieven | |
Artikel 2.39 | Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: | € 100,00 |
Artikel 2.40 | Wijzigen omgevingsvergunning | |
| Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft, met dien verstande dat voor het bepalen van de grondslag alleen de kosten worden betrokken die betrekking hebben op de aanpassingen en/of de toegevoegde onderdelen van het project. | |
Artikel 2.41 | Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning | |
| Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning is een tarief verschuldigd van: | |
a. | voor de milieubelastende activiteit: | € 800,00 |
b. | voor de overige activiteiten: | € 100,00 |
Artikel 2.42 | Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd) | |
Artikel 2.43 | Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd) | |
Artikel 2.44 | Beoordeling onderzoeksrapporten | |
| De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit. | |
Artikel 2.45 | Wijzigen van het omgevingsplan | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen: | € 8.000,00 |
Artikel 2.46 | Niet genoemd besluit op aanvraag | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: | € 61,50 |
| Paragraaf 2.12 Modaliteiten | |
Artikel 2.47 | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met | 10% |
| met een minimum voor de kapactiviteit van: | € 61,50 |
| met een minimum voor de overige activiteiten van: | € 323,25 |
| met een maximum van (voor alle activiteiten): | € 1.000,00 |
Artikel 2.48 | Uitgebreide voorbereidingsprocedure | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: | |
a. | als sprake is van een milieubelastende activiteit: | € 2.213,00 |
b. | als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: | € 250,00 |
c. | als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b: | € 100,00 |
Artikel 2.49 | Beoordeling onderzoeksrapporten | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: | |
a. | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: | |
1. | indien het een historisch bodemonderzoeksrapport betreft | € 61,50 |
2. | indien het geen historisch bodemonderzoeksrapport betreft | € 140,35 |
b. | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport, (opvragen) advisering, (laten) controleren van een Programma van Eisen en aanverwante zaken op het gebied van archeologie | € 281,15 |
c. | voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: | € 337,20 |
d. | voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: | € 337,20 |
e. | voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: | € 337,20 |
f. | voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): | € 2.500,00 |
g. | voor de beoordeling van een stikstofberekening (bijvoorbeeld vanuit de AERIUS-calculator): | € 106,15 |
h. | Voor de beoordeleing van een plan voor landschappelijke inpassing, indien zo’n plan krachtens wettelijk voorschrift (waaronder beleids- en bestemmingsplanregels) nodig is: | € 140,35 |
i. | voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: | € 250,00 |
Artikel 2.50 | Advies | |
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet: | |
a. | voor een advies van de gemeenteraad: | € 369,05 |
b1. | voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling | € 1.058,75 |
b2. | Het tarief onder b1. wordt per bedrijfsbezoek verhoogd met: | € 78,65 |
c. | voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de ruimtelijke kwaliteit dat niet betrekking heeft op de redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: | € 250,00 |
d. | indien de bij een aanvraag van een omgevingsvergunning behorende statische of bouwfysische gegevens ter controle worden voorgelegd aan een extern adviseur dan wel intern worden gecontroleerd: | |
1. | Ondergemiddelde toetsbesteding (statische) | € 198,00 |
2. | Ondergemiddelde toetsbesteding (bouwfysische) | € 284,00 |
3. | Gemiddelde toetsbesteding (statische) | € 418,50 |
4. | Gemiddelde toetsbesteding (bouwfysische) | € 502,00 |
5. | Bovengemiddelde toetsbesteding (statische) | € 984,00 |
6. | Bovengemiddelde toetsbesteding (bouwfysische) | € 802,00 |
7. | De toetsbesteding per project wordt bepaald aan de hand van de (optelsom van de per deellevering) bestede tijd aan controle en administratieve verwerking. | |
8. | Indien het toepassen van bovengenoemde categorieën (1 tot en met 7) naar het oordeel van het bevoegd gezag ontoereikend of onredelijk is ten aanzien van de daadwerkelijke kosten voor externe toetsing, kan het tarief uit dit onderdeel achteraf worden bepaald op basis van de daadwerkelijke kosten voor dat project, waarbij er voor zowel de toetsing van statische gegevens als voor de toetsing van bouwfysische gegevens een maximum geldt van € 2.100,00 voor dat project. | |
e. | Voor een advies per in te schakelen externe adviseur / ketenpartner in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d, waarbij niet een afzonderlijke beoordeling van een onderzoeksrapport conform artikel 2.49 aan de orde is | € 250,00 |
Artikel 2.51 | Instemming | |
1. | Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: | |
| het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn. | |
2. | Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| Paragraaf 2.13 Vermindering | |
Artikel 2.52 | Vermindering na omgevingsoverleg/conceptverzoek | |
1. | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg/conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt: | 100% |
| van de voor het omgevingsoverleg/conceptverzoek geheven leges. | |
2. | Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan: | |
| a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg/conceptverzoek betrekking had; | |
| b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg/conceptverzoek; en | |
| c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg/conceptverzoek volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving. | |
Artikel 2.53 | Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd) | |
| Paragraaf 2.14 Teruggaaf | |
Artikel 2.54 | Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig | |
| Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is een vast tarief verschuldigd van: | € 61,50 |
Artikel 2.55 | Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten | |
| Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: | 75% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, waarbij een minimum legesbedrag resteert van: | € 61,50 |
Artikel 2.56 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag: | 90% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken tot vier weken na de indiening van de aanvraag: | 75% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [vier] weken tot [zes] weken na de indiening van de aanvraag: | 50% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
d. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf [zes] weken na de indiening van de aanvraag: | 25% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | |
Artikel 2.57 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
a. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen twee weken na de indiening van de aanvraag: | 90% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
b. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf twee weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag: | 75% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
c. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag: | 50% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; | |
d. | bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag: | 25% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | |
Artikel 2.58 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten | |
| Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. | |
Artikel 2.59 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten | |
a. | Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 25% |
| van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges. | |
b. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
Artikel 2.60 | Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten | |
| In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. | |
Artikel 2.61 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 61,50 wordt niet teruggegeven. | |