Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling jeugdhulp Den Haag 2024 |
Citeertitel | Regeling jeugdhulp Den Haag 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Regeling jeugdhulp Den Haag 2024 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 19-12-2023 | RIS317392 OCW/10652625 |
In 2023 is er een nieuwe aanbesteding geweest voor de verlening van jeugdhulp met ingang van 1 januari 2024. De Verordening jeugdhulp Den Haag 2022 is daarom op onderdelen gewijzigd en geactualiseerd om deze in lijn te brengen met het aanbod van jeugdhulp per 1 januari 2024. Vanwege de aard en omvang van de wijzigingen is daartoe een nieuwe verordening vastgesteld.
De Regeling Jeugdhulp moet opnieuw worden vastgesteld, omdat de huidige regeling vervalt als de nieuwe Verordening Jeugdhulp Den Haag 2024 in werking treedt op 1 januari 2024. De wijzigingen in de voorliggende Regeling Jeugdhulp zijn uitsluitend van technische aard. De wijzigingen betreffen in de eerste plaats een verplaatsing van een aantal artikelen naar de Verordening Jeugdhulp 2024 en het samenvoegen van bepalingen die voorheen onderdeel uitmaakten van de regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020. Deze twee regelingen komen met deze nieuwe Regeling Jeugdhulp Den Haag 2024 te vervallen. Tot slot voorziet deze regeling in een actualisatie van de tarieven persoonsgebonden budget.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
besluit vast te stellen de Regeling jeugdhulp Den Haag 2024:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2. Nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.3 en 2.8 van de verordening
Artikel 2:1 Diagnostisch onderzoek of behandeling van ernstige dyslexie
Een jeugdige komt in aanmerking voor diagnostisch onderzoek naar of behandeling van ernstige dyslexie, indien:
a. het vermoeden van ernstige dyslexie blijkt uit een compleet leerling dossier;
b. sprake is van ernstige en hardnekkige uitval op woordlezen of spellen, die niet goed op een andere manier verklaard kan worden, en dit is vastgesteld volgens de criteria van de Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling, met een score voor lezen en spellen lager dan 10 procent;
c. het een jeugdige betreft van 7 jaar of ouder;
d. de behandeling aanvangt voordat de jeugdige 13 jaar is;
e. de jeugdige bij de start van de behandeling basisonderwijs volgt; en
f. de school en de jeugdhulpaanbieder volgens het meest actuele Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling hebben gehandeld, voorafgaand aan de aanvraag voor diagnostisch onderzoek.
Artikel 2:3 Eigen kracht, gebruikelijke hulp, draagkracht en draaglast
De beoordeling als bedoeld in artikel 2.4 van de verordening verloopt als volgt:
Stap 1: weging eigen kracht: wat is gebruikelijke zorg?
Gebruikelijke zorg van ouders voor hun kinderen omvat:
De ouders hebben in ieder geval de volgende zorgtaken, als onderdeel van verantwoordelijk ouderschap, ook als het gaat om een jeugdige met een beperking:
a. ouders zijn te allen tijde bereikbaar voor hun minderjarige kinderen;
b. ouders begeleiden en vervoeren een jeugdige naar de huisarts, therapeut, zorgaanbieder, medisch specialist of jeugdarts;
c. ouders begeleiden en vervoeren een jeugdige naar sport, vrijetijdsclubs of lessen;
d. ouders begeleiden en vervoeren een jeugdige naar school of kinderopvang en onderhouden het contact met school of kinderopvang;
e. ouders begeleiden en vervoeren een jeugdige in het normale maatschappelijk verkeer, zoals familiebezoek of gezamenlijke uitstapjes.
Voorafgaande aan de vaststelling van de draagkracht en de draaglast wordt eerst met de jeugdige of zijn ouders besproken hoe zij dit zelf ervaren en wat zij nodig hebben om de zorg voor hun kind te kunnen voortzetten zonder risico op overbelasting. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de mate van noodzaak tot ondersteuning en de vorm waarin deze plaats vindt, kan fluctueren in de loop der tijd.
Om vast te stellen wat redelijkerwijs van de ouders verwacht mag worden, beoordeelt het college welke hulp uitgaat boven de hulp die de jeugdige van dezelfde leeftijd zonder ziekte, aandoening of beperking redelijkerwijs nodig heeft. Hierin worden de volgende factoren meegenomen:
Het college stelt vast of de ouders van wie oplossingen vanuit draagkracht wordt verwacht:
a. in staat is om de jeugdige de noodzakelijke hulp te bieden;
b. beschikbaar is om de noodzakelijke hulp te verlenen, waarbij tevens in de beoordeling wordt betrokken of in het geval van belemmeringen in de beschikbaarheid van de ouders een kortdurende voorziening kan worden geboden om gelegenheid aan de ouders te bieden de beschikbaarheid te vergroten;
c. niet overbelast dreigt te raken door het bieden van de noodzakelijke hulp, waarbij tevens het volgende in de beoordeling wordt betrokken:
i. indien er sprake dreigt te zijn van overbelasting, kan een individuele voorziening worden ingezet voor dat deel van de hulp dat niet geboden kan worden op basis van draagkracht;
ii. de inzet van jeugdhulp bij overbelasting of dreigende overbelasting is altijd tijdelijk. Van ouders wordt verwacht dat zij een plan van aanpak opstellen om de overbelasting of dreigende overbelasting aan te pakken en dat zij in de tijd dat jeugdhulp wordt gegeven werken aan dit plan;
iii.er moet een aannemelijk verband zijn tussen de overbelasting en de hulp die iemand aan de jeugdige biedt. Bij overbelasting door aantoonbare externe factoren, zal door de ouders ook bij deze factoren naar een oplossing gezocht moeten worden;
iv. wanneer de geldigheidsduur van de indicatie voor jeugdhulp is verlopen en een nieuwe aanvraag wordt gedaan, worden de inspanningen die zijn gedaan om de overbelasting terug te dringen meegenomen.
Hoofdstuk 3. Nadere regels met betrekking tot het pgb
Artikel 3:1 Formele pgb-tarieven
De maximale formele pgb-tarieven in 2023 zijn voor:
1° € 41,92 per uur in categorie 1;
2° € 57,16 per uur in categorie 2;
3° € 87,17 per uur categorie 3;
b. persoonlijke verzorging € 37,15 per uur;
1° € 46,56 per dagdeel in categorie 1;
2° € 55,21 per dagdeel in categorie 2;
3° € 80,20 per dagdeel in categorie 3;
d. begeleiding in groepsverband:
1° € 96,49 per dagdeel in categorie 1;
2° € 166,18 per dagdeel in categorie 2;
e. kortdurend verblijf voor lichamelijk of verstandelijk beperkten of geestelijke gezondheidszorg:
1° € 88,01 per etmaal in categorie 1;
2° € 210,50 per etmaal in categorie 2;
Artikel 3:2 Informele pgb-tarieven
Artikel 3:3 Pgb-tarieven overige professionele zorgverlening
Artikel 3:4 Eenmalige uitkering
Indien de budgethouder komt te overlijden kan het college een hulpverlener een eenmalige uitkering betalen vanuit het pgb ter hoogte van een gemiddeld maandloon van de hulpverlener over de laatste drie volle kalendermaanden, die de hulpverlener gewerkt heeft, onder de volgende voorwaarden:
Artikel 3:5 Pgb in het buitenland
Het college verlaagt het pgb op grond van het voor dat land geldende aanvaardbaarheidspercentage:
a. bij een verblijf langer dan zes weken in het buitenland, voor de hele periode dat de budgethouder in het buitenland verblijft;
b. bij inhuur van jeugdhulpverleners die niet onder de Nederlandse belastingwetgeving vallen.
Artikel 3:6 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Hoofdstuk 4. Vervoer van jeugdigen naar en vanaf de locatie waar een individuele voorziening jeugdhulp wordt geboden
Artikel 4:1 Vervoersvoorzieningen
De volgende vormen van een individuele vervoersvoorziening worden onderscheiden:
a. aangepast vervoer dat in natura wordt aangeboden door een door het college gecontracteerd vervoersbedrijf;
b. voorzieningen ter bevordering van de zelfredzaamheid van de jeugdige teneinde vervoer in natura overbodig te maken;
c. een combinatie van vervoersvoorzieningen, mits onderbouwd waarom hiervoor wordt gekozen.
Artikel 4:2 Afwegingskader voor individuele vervoersvoorzieningen
Het college besluit tot het toekennen van aangepast vervoer als bedoeld in artikel 4:1, onder a, indien het college vaststelt dat het niet mogelijk is dat:
a. de jeugdige zelfstandig danwel onder begeleiding van een ouder, ander persoon uit zijn naaste omgeving of vrijwilliger loopt, fietst of met een vervoersmiddel reist naar en vanaf de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden;
b. de jeugdige zelfstandig danwel onder begeleiding van een ouder, ander persoon uit zijn naaste omgeving of vrijwilliger reist met het openbaar vervoer naar en vanaf de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden;
c. de jeugdige door een ouder, ander persoon uit zijn naaste omgeving of vrijwilliger wordt vervoerd naar en vanaf de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden;
d. de jeugdhulpaanbieder de jeugdhulp verplaatst naar het verblijfadres van de jeugdige of andere locatie in de nabijheid waardoor vervoer overbodig wordt.
Artikel 4:3 Reistijd openbaar vervoer
In de volgende gevallen is het zelfstandig reizen met openbaar vervoer in ieder geval niet mogelijk:
Het college beoordeelt bij een aanvraag voor een vervoersvoorziening in verband met een medische noodzaak, of ouders of een persoon uit de naaste omgeving al dan niet kunnen beschikken over:
Artikel 4:5 Deskundig oordeel en advies
Het college wint zo nodig een specifiek deskundig oordeel en advies in bij de GGD Haaglanden ten aanzien van de medische noodzaak als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 4:6 Financiële draagkracht
Het college merkt het niet kunnen betalen van vervoer door de aanvrager niet aan als een beperking in de zelfredzaamheid.
Artikel 4:7 Zelfstandig leren reizen
Het college kent een voorziening ter bevordering van de zelfredzaamheid als bedoeld in artikel 4:1, onder b, toe indien door het college wordt vastgesteld dat:
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen
Het college kan ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen in deze regeling, als toepassing van deze regeling tot onbillijkheid van overwegende aard leid
De Regeling jeugdhulp Den Haag 2022, de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020 worden met ingang van 1 januari 2024 ingetrokken
De Regeling jeugdhulp Den Haag 2022, de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020 blijven van toepassing op een lopende voorziening, verstrekt op grond van de Regeling jeugdhulp Den Haag 2022, de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020 totdat het college een nieuw besluit neemt.
De Regeling jeugdhulp Den Haag 2022, de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020 blijft van toepassing op bezwaar- en beroepsprocedures betreffende bezwaar- en beroepschriften, die vóór de dag van inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend.
De Regeling jeugdhulp Den Haag 2024 is van toepassing op aanvragen van een jeugdige of ouders, die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, en waarop nog niet is beslist, tenzij de Regeling Jeugdhulp Den Haag 2022, de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020 en de Beleidsregels Jeugdwetvervoer Den Haag 2020 gunstiger is.
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening Jeugdhulp Den Haag 2024 in werking treedt, en werkt terug tot en met 1 januari 2024.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling jeugdhulp Den Haag 2024.
Het college van burgemeester en wethouders,
Bijlage 1: Afwegingskader voor gebruikelijke zorgtaken en individuele vervoersvoorzieningen
- Hebben bij alle activiteiten verzorging van de ouder nodig.
- Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig.
- Zijn in toenemende mate zelfstandig bij bewegen en verplaatsen.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij psychomotorische ontwikkeling.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontwikkelen naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
- Motoriek: leert kruipen, zitten, lopen, rennen, pincetgreep, blokken bouwen en begint met tekenen.
- Sociaal-emotioneel: toezicht en begeleiding nodig in het samenspel met andere kinderen. Speelt naast andere kinderen. Kinderen hebben grote behoefte om dingen zelf te doen.
- Spraak en taal: begrijpt eenvoudige aanwijzingen en spreekt zelf woordjes en kleine zinnetjes (gemiddeld drie woordzinnen).
- Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Binnenshuis kan het toezicht korte tijd op gehoorsafstand.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij psychomotorische ontwikkeling.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontwikkelen naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
- Hebben hulp, toezicht en stimulans nodig bij zindelijkheidstraining en controle nodig bij de toiletgang.
- Hebben hulp, toezicht en stimulans nodig bij aan- en uitkleden, eten, wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen.
- Hebben begeleiding nodig bij spel en vrijetijdsbesteding.
- Zijn niet in staat om zonder begeleiding zichzelf in het verkeer te begeven.
- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
- Motoriek: kunnen zelf zitten, op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen kan zelf uit een beker drinken, zelf met lepel eten. Leert knippen, juiste pen greep, traplopen en fietsen met zijwieltjes.
- Sociaal-emotioneel: leert samenspelen, heeft hulp nodig bij het oplossen van conflicten, krijgt vriendjes, kan opgaan in fantasiespel.
- Spraak en taal: vergroot woordenschat, maakt kleine zinnetjes, kan zichzelf met 'ik' benoemen.
- Kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding (22-25 uur per week).
- Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Toezicht kan op enige afstand.
- Hebben toezicht, stimulans en controle nodig en vanaf 6 tot 12 jaar geleidelijk aan steeds minder hulp nodig bij hun persoonlijke verzorging zoals het zich wassen en tandenpoetsen.
- Hebben hulp nodig bij het gebruik van medicatie.
- Zijn overdag zindelijk en 's nachts merendeels ook. Ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij psychomotorische ontwikkeling.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontwikkelen naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
- Hebben begeleiding nodig van een volwassene in het verkeer.
- Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
- Motoriek: leert fietsen (zonder zijwieltjes), kan hinkelen en op één been staan, kan zich aan- en uitkleden en leert veters strikken, leert schrijven. Haalt zwemdiploma.
- Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen.
- Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden.
- Kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden.
- Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig.
- Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school of opleiding.
- Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (b.v. huiswerk of het zelfstandig wonen).
- Hebben, in ieder geval tot 17 jaar, een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en waarbinnen een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.
- Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen.
- Hebben een dagbesteding in de vorm van opleiding of arbeid.
- Motoriek: door snelle groei kan coördinatie verstoord raken (slungelige motoriek).
- Sociaal-emotioneel: het zelfbeeld verandert en leert zichzelf identificeren aan anderen. Is geneigd zichzelf te overschatten. Vrienden zijn erg belangrijk, maakt zich los van ouders. Heeft nog onvoldoende inzicht in lange termijn consequenties van gedrag. Kan delen. Seksuele interesse groeit.
- Spraak en taal: Abstract denken ontwikkelt. Heeft begrip van tijd. Kunnen diverse oplossingsstrategieën bedenken.
Artikel 3:1, eerste lid, onder b
Er worden drie categorieën voor individuele begeleiding onderscheiden.
Categorie 1 wordt toegekend, indien:
- de jeugdige beperkt is in zelfredzaamheid door een lichamelijke, zintuiglijke, cognitieve of verstandelijke beperking, of een psychiatrische of psychosociaal probleem, of een combinatie daarvan heeft;
- het gedrag van de jeugdige voorspelbaar is en risico’s als gevolg van de problematiek goed zijn in te schatten; en
Categorie 2 wordt toegekend, indien:
- de jeugdige beperkt is in zelfredzaamheid door een lichamelijke, zintuiglijke, cognitieve of verstandelijke beperking, of een psychiatrische of psychosociaal probleem, of een combinatie daarvan heeft;
- de jeugdige te maken heeft met complexe problematiek waarvan de achterliggende oorzaak veelal bekend is; en
- zonder deze begeleiding de jeugdige niet goed in het gezin kan functioneren.
Categorie 3 wordt toegekend, indien:
- de jeugdige zeer beperkt is in zelfredzaamheid door een lichamelijke, zintuiglijke, cognitieve of verstandelijke beperking, of een psychiatrische of psychosociaal probleem, of een combinatie daarvan heeft;
- de jeugdige te maken heeft met complexe (multi)problematiek, waarvan de achterliggende oorzaak veelal onbekend is;
- de jeugdige opgroeit in een onveilige omgeving of een situatie waarin sprake is van ernstige opvoedproblemen, of wanneer er is sprake van een (dreigende) crisis; en
- zonder deze begeleiding de jeugdige niet goed in het gezin kan functioneren.
Artikel 3:1, eerste lid, onder c
Er worden drie categorieën voor dagbesteding onderscheiden.
Categorie 1 wordt toegekend, indien:
Categorie 2 wordt toegekend, indien:
Categorie 3 wordt toegekend, indien:
Artikel 3:1, eerste lid, onder d
Er worden twee categorieën voor groepsbegeleiding onderscheiden.
Categorie 1 wordt toegekend, indien:
Categorie 2 wordt toegekend, indien:
Artikel 3:1, eerste lid, onder f
Er worden drie categorieën voor kortdurend verblijf onderscheiden.
Categorie 1 wordt toegekend, indien:
Categorie 2 wordt toegekend, indien:
Categorie 3 wordt toegekend, indien: