Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels: Algemene eisen, richtlijnen en plaatsingsprocedure inzamelmiddelen en –voorzieningen Enkhuizen 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels: Algemene eisen, richtlijnen en plaatsingsprocedure inzamelmiddelen en –voorzieningen Enkhuizen 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2024 | nieuwe regeling | 14-11-2023 |
Het college van de gemeente Enkhuizen,
Gelezen het voorstel van 14 november 2023,
De gemeenteraad op 21 december 2021 het Afvalbeleidsplan 2022 – 2025 heeft vastgesteld, waarin is opgenomen over te gaan op ondergronds inzamelen in de binnenstad en het plaatsen van cocons voor groente, fruit en etensresten (gfe) op locaties waar nog geen sprake is van inzameling van deze stroom,
Beleidsregels: Algemene eisen, richtlijnen en plaatsingsprocedure inzamelmiddelen en –voorzieningen Enkhuizen 2023
De gemeente Enkhuizen heeft in het Afvalbeleidsplan 2022 – 2025 aangegeven de huidige zakkenwijken in binnenstad te voorzien van ondergrondse containers en gft/e voorzieningen. In het uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening zijn eerder enkele richtlijnen uitgewerkt voor het plaatsen van afvalvoorzieningen. In het kader van het nieuwe beleid en het plaatsen van de nieuwe voorzieningen worden in voorliggend document de algemene eisen, richtlijnen en plaatsingsprocedure uiteengezet.
Artikel 10.21 van de Wet milieubeheer (Wm) verplicht de gemeente tot het inzamelen van huishoudelijk afval bij elk perceel. Bij en krachtens de Wet milieubeheer zijn regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de gemeente invulling moet geven aan deze verplichting. Artikel 10.26 Wm geeft de mogelijkheid om het inzamelen van huishoudelijk afval via onder-, of bovengrondse containers, of via rolemmers nabij percelen plaats te laten vinden.
2.2 Afvalstoffenverordening en uitvoeringsbesluit
Artikel 10.23 Wm verplicht gemeenten een Afvalstoffenverordening vast te stellen. In de Afvalstoffenverordening Enkhuizen en het hieraan gekoppelde Uitvoeringsbesluit zijn de gemeentelijke regels vastgelegd met betrekking tot de huishoudelijke afvalinzameling. Artikel 10 lid 1 van de Afvalstoffenverordening bepaalt dat de gemeente regels kan stellen voor het aanbieden van het huishoudelijk afval.
In artikel 5 lid a van het uitvoeringsbesluit wordt, op basis van doelmatig afvalbeheer, bepaald welk inzamelmiddel of -voorziening wordt gebruikt per perceel of percelencluster. Hierbij wordt ten minste rekening gehouden met locatiekenmerken, afvalscheiding en kosten. Artikel 6 van het uitvoeringsbesluit bepaalt dat bij het plaatsen van inzamelvoorzieningen, indien van toepassing, rekening gehouden wordt met:
De Wm bepaalt dat het de wettelijke taak van de gemeente is om zorg te dragen voor de huishoudelijke afvalinzameling. Het college is bevoegd om te bepalen welke inzamelmiddelen en voorzieningen worden ingezet. In het Afvalbeleidsplan is bepaald dat de huidige zakkenwijken worden voorzien van ondergrondse containers en gft/e voorzieningen. Belangrijk is dat bij het plaatsen en/of verstrekken van de inzamelmiddelen en –voorzieningen gebruik wordt gemaakt van vaste richtlijnen.
3 Aandachtspunten voor locatiebepaling
De keuze voor de locaties van de afvalvoorzieningen zijn afhankelijk van een groot aantal zaken. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste aandachtspunten toegelicht, welke in het volgende hoofdstuk worden uitgewerkt in algemene eisen en richtlijnen.
De inzamelvoorzieningen dienen ten allen veilig te bereiken zijn en gebruikt te worden. Veiligheid van inwoners mag niet in het geding komen. Ook het inzamelvoertuig moet veilig bij de locatie kunnen komen, en veilig kunnen stoppen en werken. Daarnaast dient de aangewezen locatie financieel haalbaar te zijn, wat betekent dat onnodig hoge kosten, bijvoorbeeld voor het verleggen van leidingen of het aanleggen van een damwand, vermeden dient te worden.
3.1.1 Bereikbaarheid en toegankelijkheid inwoners
De inzamelvoorziening en het inzamelmiddel moet zowel voor de inzamelaar als voor de gebruikers voldoende bereikbaar en toegankelijk zijn. Vanuit de kant van de inzamelaar houdt dit minimaal in dat de containers zo gesitueerd dienen te zijn dat het technisch mogelijk is de container te legen en op een zodanige wijze geleegd kan worden dat de inzamelwagen en/of de container geen objecten in de openbare ruimte (zoals bomen, lantaarnpalen, auto's e.d.) of gebouwen (bijvoorbeeld muren, balkons, uitsteeksels aan gebouwen e.d.) raakt.
Vanuit de kant van de gebruikers dienen de containers makkelijk bereikbaar en toegankelijk te zijn, in het bijzonder ook voor ouderen en minder validen. De inzamelvoorzieningen moeten zodanig gesitueerd worden dat de loopafstand van de te lopen route niet groter is dan noodzakelijk is.
3.1.2 Bereikbaarheid inzamelvoertuig en verkeersveiligheid
De afvalvoorziening moet zowel voor de inzamelaar als voor de gebruiker op een verkeersveilige wijze bereikt kunnen worden. Vanuit de kant van de inzamelaar houdt dit minimaal in dat de container in alle rust geleegd moet kunnen worden zonder dat hierdoor een gevaarlijke verkeerssituatie kan ontstaan. Vanuit de kant van de gebruiker betekent dit dat zij hun afval kwijt moeten kunnen geraken, zonder hiervoor verkeersonveiIige handelingen te moeten verrichten. De locatie moet verder voldoen aan de eisen zoals gesteld door brandweer en politie alsmede de betrokken gemeentelijke afdelingen.
Bij het bepalen van locaties wordt de ondergrond onderzocht op de aanwezigheid van obstakels. Belangrijkste voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van kabels en leidingen. Het omleggen van de waterleiding of hoofdriolering - zo al technisch mogelijk en wenselijk - is over het algemeen een zeer kostbare aangelegenheid. Het verleggen van andere kabels en leidingen voor het plaatsen van ondergrondse containers moet tevens zo veel mogelijk worden vermeden. Naast kabels en leidingen, wordt de ondergrond tevens in gebruik genomen door boomwortels. Bij het vinden van een geschikte locatie voor een container kunnen bovenstaande obstakels in de ondergrond de locatie van de container bepalen. Dergelijke systemen zijn immers zeer kostbaar om te verplaatsen.
Daarnaast kenmerkt de binnenstad Enkhuizen zich door haar historische karakter. De uitgangspunten van het archeologische beleid is bepaald Archeologische Beleidsnota Gemeente Enkhuizen. Hier is bepaald dat:
Per locatie zal de archeologische verwachting op basis van historische bronnen en
historisch kaartmateriaal worden gespecificeerd. Aan de hand van de verwachting zal Archeologie Westfriesland de locatie vrijgeven, monitoren of het ingraven begeleiden.
Er wordt tevens rekening gehouden met de afstand tussen de inzamelvoorzieningen en gevels. Ook wordt rekening gehouden met de situering van containers ten opzichte van speelplaatsen, parkeervakken e.d. Containers worden bijvoorbeeld in beginsel niet direct naast een speelplaats geplaatst. Containers nabij parkeervakken worden, vanwege het straatbeeld, in beginsel in lijn met de parkeervakken geplaatst.
Voor de inrichting van de openbare ruimte hanteert de gemeente de Leidraad inrichting openbare ruimte. Hierin zijn richtlijnen opgesteld voor o.a. de bereikbaarheid en plaatsing van afvalvoorzieningen. Deze zijn meegenomen in de richtlijnen.
3.2.1 Algemeen belang versus individuele belang
Bij het bepalen van de locaties vindt per locatie een zorgvuldige afweging plaats op basis van de opgestelde richtlijnen. De mogelijkheden om tegemoet te komen aan individuele bewoners die bedenkingen hebben tegen gekozen locaties zijn in dat opzicht relatief beperkt. Het algemene belang gaat daarbij in beginsel altijd voor op het individuele belang ('niet bij mij voor de deur/in mijn directe omgeving').
4 Algemene eisen en richtlijnen voor locatiebepaling
De in het vorige hoofdstukken genoemde punten betreffen de aandachtspunten voor de plaatsing van de inzamelvoorzieningen. In dit hoofdstuk worden deze aandachtspunten uitgewerkt in richtlijnen.
Bij bepaling van de locaties voor de afvalvoorzieningen wordt allereerst gekeken naar de algemene eisen. Vervolgens wordt gekeken naar de richtlijnen. Waar mogelijk wordt voldaan aan alle richtlijnen. Wanneer dit niet mogelijk is wordt een afweging gemaakt tussen het individueel belang en het algemeen belang.
Bij de locatiebepaling wordt het volgende afwegingskader gebruikt:
6 Besluiten en inspraaktraject
De gemeenteraad heeft in december 2021 het Afvalbeleidsplan aangenomen. Het uitrollen de ondergrondse voor restafval en PBD en de inzamelvoorzieningen voor gft/e is de uitvoering van dit plan.
Voor het plaatsen van zowel ondergrondse als bovengrondse containers in een gebied dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht is geen omgevingsvergunning vereist. Dit volgt uit artikel 2, aanhef en onderdeel 18 onder e van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) in samenhang met artikel 4a, tweede lid aanhef en onder b van Bijlage II Bor.
Voor de nieuwe voorzieningen dient echter wel een aanwijzingsbesluit genomen te worden om percelen expliciet aan te wijzen voor het aanbieden van de verschillende bestandsdelen van het huishoudelijk afval in de nieuwe en reeds geplaatste ondergrondse containers en gft/e voorzieningen. Grondslag voor het aanwijzingsbesluit is Artikel 7, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening, waarin is bepaald dat het college regels stelt over de bestanddelen van de huishoudelijke afvalstoffen, de frequentie van inzameling en de locaties. Die regels zijn gesteld in artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit.
6.1.1 Uniforme voorbereidingsprocedure
Omdat vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid raadzaam is belanghebbenden te horen, verdient het volgen van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht veelal de voorkeur. Met het vaststellen van deze beleidsregels besluit het college de uniforme voorbereidingsprocedure te volgen.
6.2 Inspraaktraject en plaatsingsprocedure (rol)containers
6.2.1 De voorlopige locatiekeuze
Op basis van de randvoorwaarden en richtlijnen, zoals gesteld in hoofdstuk 4 en 5, zal de gemeente samen met HVC een voorlopig locatieplan maken. In alle gevallen geldt: het algemeen belang moet prevaleren boven het individuele belang. Dit houdt in dat soms afwijking van de richtlijnen noodzakelijk is om tot een goed gedegen plan te komen. Het college legt het ontwerp aanwijzingsbesluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp voor aan de raad voor een zienswijze, waarna de stukken ter inzage worden gelegd.
6.2.2 Ter inzage leggen ontwerp aanwijzingsbesluit
Het ter inzage leggen van het ontwerpbesluit wordt vergezeld van een informatie- en zienswijzetraject worden, welke bestaat uit de volgende activiteiten. Inwoners worden via de gemeentelijke mediakanalen én huis aan huis geïnformeerd. In de communicatie wordt uitleg gegeven over het hoe en waarom van de wijziging van de afvalinzameling en de werking van het systeem en bevat een uitnodiging voor een inloopbijeenkomst. Tevens wordt er verwezen naar een internetsite waar de randvoorwaarden, richtlijnen en locaties zijn opgenomen.
Om toelichting te geven op het inrichtingsplan wordt een inloopbijeenkomst gehouden. Gedurende de inloopbijeenkomst kunnen de bewoners vragen stellen. De vragen worden zoveel mogelijk op de avond zelf beantwoord. Als het niet mogelijk is de vraag gelijk te beantwoorden, volgt het antwoord op een later moment. Tevens zijn er plattegronden met daarop aangegeven de containerlocaties en een overzicht van de meeste gestelde vragen en bijbehorende antwoorden. Gedurende de inloopbijeenkomst kunnen bewoners hun vragen/opmerkingen schriftelijk kenbaar maken.
Alle reacties worden vervolgens verzameld en verwerkt. Als de reacties aanleiding geven tot wijziging van het locatieplan, wordt dit meegenomen. Een alternatieve locatie moet zodanig geschikter zijn dan de aangewezen locatie, dat geoordeeld moet worden dat het college niet in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor die locatie, maar had moeten kiezen voor een alternatieve locatie.
Na afloop van de informatieperiode en verwerking van eventuele wijzigingen wordt het definitieve locatieplan (aanwijzingsbesluit) ter vaststelling voorgelegd aan het college. Bij het locatieplan is in een beknopte tabel een overzicht toegevoegd van de verzochte wijzigingen en de daadwerkelijke wijzigingen, inclusief de redenen.
6.2.4 Vastellen definitief aanwijzingsbesluit
Zodra alle reacties verwerkt zijn, zal de gemeente het locatieplan vaststellen door middel van het nemen van een aanwijzingsbesluit (collegebevoegdheid). Na vaststelling is geen bezwaar mogelijk; belanghebbende kunnen direct in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
6.2.5 De plaatsing en ingebruikname van de containers
Nadat het aanwijzingsbesluit is genomen worden de voorbereidingen getroffen om de voorzieningen te plaatsen. Bewoners ontvangen een brief met betrekking tot eventuele overlast in verband met de plaatsing. Na plaatsing en controle van de werking van de containers, worden de containers in gebruik worden genomen.
Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking..
Deze beleidsregels wordt aangehaald als ‘Beleidsregels: Algemene eisen, richtlijnen en plaatsingsprocedure inzamelmiddelen en –voorzieningen Enkhuizen 2023’.