Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
wet: Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard.
- c.
RooO: Regeling opvang ontheemden Oekraïne.
- d.
leefgeld: geld om eten, drinken, kleding en andere persoonlijke uitgaven van te doen.
- e.
wooncomponent: geld om een bijdrage te doen in gas, water, licht en andere bijkomende kosten.
- f.
gezin: echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners, hun minderjarige kinderen en een ouder of voogd, die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde kinderen.
Artikel 2 Doelgroep en voorwaarden RooO
- 1.
De RooO is bedoeld voor vluchtelingen uit Oekraïne die als gevolg van de oorlog met Rusland zijn gevlucht:
- a.
Vluchtelingen uit Oekraïne die in een gemeentelijke opvanglocatie verblijven (GOO).
- b.
Vluchtelingen uit Oekraïne die in een particuliere opvang verblijven (POO).
- c.
De GOO of POO bevindt zich op grondgebied van de gemeente Lingewaard.
- d.
De vluchteling uit Oekraïne heeft zich officieel ingeschreven bij de gemeente Lingewaard en is in het bezit van een Burgerservicenummer (BSN).
Artikel 3 Aanvraag
- 1.
De aanvraag voor het leefgeld wordt schriftelijk via het aanvraagformulier ingediend.
- 2.
Een aanvraag voor het leefgeld kan worden gedaan, als aan de voorwaarden zoals benoemd in artikel 2 is voldaan.
- 3.
Een aanvraag voor de leefgeldregeling kan worden ingediend, zolang het Rijk de leefgeldregeling laat bestaan.
- 4.
Bij een aanvraag wordt een kopie van een Nederlandse bankpas of een prepaid pas van de BNG als bewijsstuk toegevoegd.
Artikel 4 Duur
- 1.
Het leefgeld wordt verstrekt voor zolang de vluchteling uit Oekraïne zich op een gemeentelijke of particuliere opvanglocatie binnen de gemeente Lingewaard bevindt.
- 2.
De duur van de leefgeldregeling, geldt zolang het Rijk de leefgeldregeling laat bestaan.
Artikel 5 Hoogte tegemoetkoming
- 1.
De leefgeldregeling bedraagt voor volwassenen in een gezin van 1 of 2 personen, per 1 februari 2023 € 215,06 per maand, per volwassen vluchteling. Voor minderjarigen is het bedrag € 178,36 per maand.
- 2.
De leefgeldregeling bedraagt voor volwassenen in een gezin van 3 personen per 1 februari 2023 € 171,99 per volwassen vluchteling. Voor minderjarigen is het bedrag € 142,57 per maand.
- 3.
De leefgeldregeling bedraagt voor volwassenen in een gezin van 4 of meer personen per 1 februari 2023 € 150,45 per volwassene. Voor minderjarigen is het bedrag € 124,97 per maand.
- 4.
Aanvullend op het leefgeld als bedoeld in lid 1, 2 en 3 van dit artikel, krijgt iedere vluchteling een toelage voor kleding van € 56,12 per maand.
- 5.
Voor vluchtelingen uit Oekraïne in de particuliere opvang komt hier een bedrag van € 93,00 per maand per persoon bij. Het betreft hier de wooncomponent.
Artikel 6 Leefgeld en afwezigheid
- 1.
Een vluchteling kan volgens de RooO maximaal 28 dagen per kalenderjaar afwezig zijn op de gemeentelijke opvanglocatie. Bij langere afwezigheid vervalt het recht op leefgeld.
- 2.
Elk verblijf elders wordt door de vluchteling schriftelijk doorgegeven aan de coördinator locatiemanagement.
- 3.
Een vluchteling kan volgens de RooO maximaal 21 aangesloten dagen afwezig zijn in de verblijfsunit van een GOO. Is de afwezigheid langer dan genoemde periode dan vervalt het recht op de verblijfsunit in de GOO.
- 4.
Bij afwezigheid langer dan 28 dagen volgt uitzetting uit de opvang en onmiddellijke beëindiging van het recht op leefgeld.
- 5.
Bij particuliere opvang geldt ook dat een vluchteling niet langer dan 28 dagen per kalenderjaar afwezig mag zijn. Het recht op leefgeld vervalt dan. De vluchteling dient afwezigheid zelf aan te geven via het mutatieformulier.
Artikel 7 De leefgeldregeling en werk
- 1.
Wanneer een lid van het gezin gaat werken, dan vervalt het leefgeld van alle gezinsleden.
- 2.
Wanneer een lid van het gezin gaat werken en het inkomen is minder dan het beschikte leefgeld- bedrag dan is het aan het gezin om bewijslast aan te dragen, zodat het leefgeld wordt aangepast.
- 3.
De toelage wordt verrekend met ingang van de 1e dag van de volgende kalendermaand.
- 4.
Er vindt geen verrekening plaats van inkomsten in de huidige/lopende maand.
- 5.
In uitzondering op lid 4 vindt er wel een verrekening plaats, als vooraf bekend is wanneer iemand in de komende kalendermaand gaat werken. Er wordt dan leefgeld betaald tot aan de dag, waarop het betaalde werk aanvangt.
- 6.
Er wordt uitgegaan van het netto-inkomen uit werk. Bij een eventuele verrekening worden vakantiegeld of eventuele eindejaarsuitkeringen niet meegerekend met uitzondering van de maand waarin de vergoeding plaatsvindt.
- 7.
De Openbaar Vervoer vergoeding van minderjarige kinderen in het voortgezet onderwijs stopt, zodra er geen recht meer is op leefgeld.
- 8.
Wanneer een vluchteling stopt met werken dan is er niet automatisch weer recht op leefgeld. Er volgt altijd een gesprek met de gemeente bij het stoppen van werk. Indien er een niet verwijtbare reden is, dan kan er opnieuw leefgeld worden ingesteld. Bij een verwijtbare reden is er niet automatisch recht op leefgeld. We handelen hier in de geest van de Participatiewet.
- 9.
Bij vermoeden van zwart werken kan de gemeente een onderzoek instellen gelijk aan de mogelijkheden uit de Participatiewet.
Artikel 8 Vrijwilligerswerk
- 1.
Vluchtelingen die vrijwilligerswerk doen op de gemeentelijke opvanglocatie krijgen daarvoor een vergoeding van € 14,00 per week.
- 2.
De gemeente omschrijft schriftelijk de inhoud van het vrijwilligerswerk.
- 3.
Vrijwilligerswerk uitgevoerd voor andere partijen dan de gemeente, komt niet in aanmerking voor een vergoeding.
- 4.
Kortdurende en incidentele vragen door de gemeente, zoals tolken bij een koffieochtend wordt niet gezien als vrijwilligerswerk en komen niet in aanmerking voor een vergoeding.
Artikel 9 Inkomen
- 1.
Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:
- a.
- b.
Inkomen uit studiefinanciering.
- c.
- d.
Inkomen uit WW of een ander soort uitkering.
Artikel 10 Uitbetaling
- 1.
De uitbetaling vindt maandelijks plaats voor de periode zolang er recht bestaat op de leefgeldregeling.
- 2.
De betaling vindt plaats op een Nederlandse betaalrekening.
- 3.
In afwijking van lid 2 kan uitbetaling plaats vinden via een Prepaid pas. Dit kan alleen in die omstandigheden wanneer er geen mogelijkheid is om een Nederlandse bankrekening te openen.
Artikel 11 Overige bepalingen
- 1.
Bij een vermoeden van betaald werk (in Nederland of elders), heeft de gemeente het recht om bankrekeningen en andere stukken in te zien.
- 2.
Vluchtelingen boven de 60 jaar overhandigen pensioendocumenten aan de gemeente. Eventueel pensioen wordt in mindering gebracht op het leefgeld.
- 3.
Alle vluchtelingen die leefgeld ontvangen hebben een informatieplicht over de gezinssamenstelling, huisvestingssamenstelling, werk, inkomensveranderingen, inkomen elders, bankrekeningen en ontvangst van contante gelden.
- 4.
Per gezin wordt het te ontvangen leefgeld opnieuw uitgerekend en beschikt in januari 2023. Startdatum van de nieuwe vergoedingen, zoals vermeld in artikel 5, is 1 februari 2023.
- 5.
Van iedere vluchteling wordt verwacht dat deze deelneemt aan de taalles. Dit in het kader van integratie en zelfredzaamheid. Als een vluchteling zonder geldige redenen vaker dan 2 keer niet verschijnt, dan is er de mogelijkheid dat de vluchteling de volgende maand op het leefgeld wordt gekort. We passen hierin maatwerk toe. De gemeente geeft begeleiding om vluchtelingen richting betaald werk te begeleiden.
- 6.
De gemeente organiseert wekelijks koffieochtenden. Het is de bedoeling dat vluchtelingen die nog geen zelfstandig inkomen verdienen deze ochtenden bezoeken. De ochtenden dragen bij aan integratie en bevorderen de zelfredzaamheid.
- 7.
Minderjarigen die zonder zwaarwegende reden geen school volgen kunnen op hun leefgeld worden gekort en ontvangen geen openbaar vervoer vergoeding.
Artikel 12 Hardheidsclausule
De burgemeester kan in bijzondere en dringende gevallen één of meer artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover deze van toepassing zijn. Hierbij wordt gelet op het belang van de belanghebbende.
Artikel 13 Inwerkingtreding en duur beleidsregel
- 1.
Deze beleidsregel treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2023, onder gelijktijdige intrekking door het college van de ‘Beleidsregel RooO gemeente Lingewaard 2023-1’.
- 2.
De indexering van de toelages zoals opgenomen in de artikelen 5 en 8 lid 1 van deze beleidsregel treden in werking vanaf 1 oktober 2023.
- 3.
De beleidsregel vervalt op 3 maart 2024.
- 4.
Uitzondering op lid 3 wordt gevormd, als het Rijk aangeeft dat de RooO wordt verlengd. Deze beleidsregel is dan geldig voor de periode zolang het Rijk aangeeft dat de RooO van toepassing is.
Artikel 14 Citeertitel
- 5.
Deze beleidsregel worden aangehaald als: ‘Beleidsregel RooO gemeente Lingewaard 2023-2’.