Toetsingskader Evenementen gemeente Losser 2024

Evenementen zijn belangrijk voor de gemeente Losser. Het coalitieakkoord 2022 -2026 heeft als ambitie dat de gemeente Losser een gemeente is waar het voor iedereen goed leven, wonen, werken en recreëren is. Evenementen dragen daar aan bij. Evenementen hebben een positief effect op de economie, trekken bezoekers en toeristen aan, brengen werkgelegenheid met zich mee en geeft plezier voor de burger.

Maar evenementen kunnen ook overlast veroorzaken en kunnen aspecten met zich meebrengen die mogelijk een gevaar voor de gezondheid en veiligheid van de burgers kunnen zijn.

Om alle belangen te behartigen, de organisatoren, de burgers, bezoekers en de gemeente, is een helder toetsingskader waarin de belangen bij elkaar komen noodzakelijk.

Losser heeft een evenementenbeleid, namelijk ‘Evenementenbeleid gemeente Losser 2017’ waarin de verschillende belangen worden geborgd. Dit evenementenbeleid is aan vernieuwing toe. Er hebben wijzigingen in de APV plaatsgevonden en er zijn nieuwe inzichten opgedaan. Deze zijn verwerkt in voorliggend toetsingskader.

In de gemeente Losser worden jaarlijks vele evenementen georganiseerd. Daaronder zijn verschillende grotere evenementen die een groot aantal bezoekers aantrekken uit de wijde omgeving. Dat is een groot goed voor de gemeente en draagt bij aan de positieve culturele, recreatieve en toeristische uitstraling van de gemeente Losser.

Evenementen zoals het Carnaval en Bruegheliaans Festijn in Losser en de Hellehondsdagen in De Lutte zijn slechts enkele mooie voorbeelden van terugkerende festiviteiten binnen de gemeente.

In een gemeente als Losser kunnen dergelijke evenementen behoorlijk ingrijpend zijn voor het dagelijkse leven van de eigen inwoners. De (beleving van) overlast kan echter al een stuk worden verminderd door vooraf duidelijkheid te verschaffen aan de hand van een toetsingskader. Het is ook daarom dat alle betrokkenen en belanghebbenden moeten kunnen weten wat er rondom evenementen te verwachten valt, zodat men vooraf op de hoogte is en de eventuele (beleving van) overlast kan worden geminimaliseerd. Bij betrokkenen en belanghebbenden denken we aan de inwoners, de bezoekers, de ondernemers, de organisatoren, de gemeente en andere instanties (denk aan de politie, brandweer en de GHOR)

Voordat een vergunning kan worden verleend, moeten alle betrokken belangen worden meegewogen. Het resultaat hiervan komt in een vergunning tot uiting. Daarbij moet worden bedacht dat een toetsingskader voor evenementen complexe materie is. Niet alleen zijn bij de vergunningverlening veel verschillende specialismen betrokken, maar op deze terreinen vinden ook doorlopend ontwikkelingen plaats.

Kortom, alle betrokkenen en belanghebbenden moeten kunnen achterhalen wat in grote lijnen de geldende afspraken zijn.

Dit toetsingskader kan worden aangemerkt als beleid, zoals bedoeld in de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Awb. Dit betekent dat dit toetsingskader uitgangspunt is bij de behandeling van aanvraag van een evenementenvergunning of een melding. Daarnaast fungeert in die gevallen waarin niets is geregeld in de APV of een andere formele wet, de Awb als ‘vangnet’ met betrekking tot het handelen van de gemeente, beslistermijnen, bekendmaking van de besluiten en de rechtsbescherming voor belanghebbende derden (bezwaar- en beroep).

Losser heeft veel schatten om te koesteren, de gemeente staat dan ook bekend als ‘Schatkamer van Twente’. Vanuit deze gemeenschappelijke noemer profileert de gemeente zich, onder meer ten behoeve van de vrijetijdseconomie en het vestigingsklimaat (Visienota cultuur gemeente Losser, Parels in de Schatkamer).

In de gemeente Losser zijn een groot aantal tradities die in hoge mate bijdragen aan onze gezamenlijke identiteit, het noaberschap en die de culturele ziel vormen van onze gemeenschap. Het gaat onder andere om paastradities, schuttersfeesten, klootschieten, de Gerardus Majella-processie, hout sprökkeln in Beuningen, Sint Maarten, de Böggelrieders, carnaval, het Bruegheliaans festijn en diverse buurtgebruiken. Dit immaterieel erfgoed is levend erfgoed; cultuuruitingen die onze inwoners met passie beoefenen en die hun een gevoel van identiteit en continuïteit geven. Dit immateriële erfgoed vinden we belangrijk en willen we voor onze gemeente behouden. Het toetsingskader draagt daar aan bij door als uitgangspunt te hanteren dat evenementen, waaronder het immateriële erfgoed, doorgang moeten kunnen vinden.

Het coalitieakkoord 2022- 2026 van de gemeente Losser, ‘Groeien door ambitie’ heeft als doel om te zorgen voor een veilige leef- en woonomgeving. Bij de totstandkoming van het toetsingskader is rekening gehouden met de risico’s die evenementen in zich kunnen hebben ten aanzien van ondermijning. De evenementenvergunning kan voorwaarden bevatten om overlast, criminaliteit, drugs- en lachgasgebruik tegen te gaan. Bij ondermijningsgevoelige evenementen wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de Bibob-toets in te zetten.

Tevens bevat het de kaders met betrekking tot de veiligheidsvereisten waaraan een evenement moet voldoen met bijbehorend veiligheidsplan en verkeersplan.

Op 24 oktober 2017 is door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het regionaal kader evenementenveiligheid.

Het regionaal kader evenementenveiligheid heeft als visie

Aantrekkelijke en veilige evenementen in Twente realiseren door samen te werken.

En als doel:

Het inrichten van een veiligheidskritisch proces realiseren we door:

• 1.

  De verantwoordelijkheid van de organisator voor de veiligheid en gezondheid bij evenementen als uitgangspunt te nemen.

• 2.

  De gemeente een controlerende rol te laten innemen, waarbij de gemeente het bevoegd gezag is en blijft voor de vergunningverlening, het houden van toezicht en de handhaving ervan.

• 3.

  Het gehele proces van aanvraag tot en met toezicht en handhaving te schetsen. Waarbij de focus ligt op het beschrijven van doelen in plaats van de middelen. En waarbij ook het inventariseren en beoordelen van risico’s wordt meegenomen.

• 4.

  Een duidelijke beschrijving van de rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van alle betrokkenen te schetsen.

• 5.

  Het veiligheids- en risicobewustzijn te vergroten bij betrokken partijen (inclusief de bezoeker).

Het toetsingskader voldoet ook aan deze regionale afspraken die zijn gemaakt.

Het toetsingskader bevat kaders waarin voornamelijk het lokale maatwerk in is verwerkt en het regionale kader evenementen is uitgewerkt.

In hoofdstuk 2 komen de verschillende soorten evenementen aan bod, in hoofdstuk 3 hoe de behandeling van de aanvragen verloopt, hoofdstuk 4 de algemene voorschriften die gelden voor de evenementen, hoofdstuk 5 licht toe hoe het toezicht en handhaving van de evenementen verloopt, hoofdstuk 6 welke afstemmingsoverleggen met betrekking tot de evenementen er kunnen plaatsvinden, hoofdstuk 7 gaat in op de openbare orde en veiligheid bij evenementen, hoofdstuk 8 licht toe hoe het geregeld is ten aanzien van de faciliteiten, de rol van de gemeente en de organisatoren en welke andere vergunningen er nodig kunnen zijn bij evenementen, hoofdstuk 9 licht ten slotte toe welke evenementenlocaties er zijn.

Definitie evenement

De definitie van een evenement is opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de gemeente Losser. Artikel 2.24 APV bepaalt dat een evenement is:

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak op gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten, met uitzondering van:

• a.

  bioscoopvoorstellingen;

• b.

  markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet

• c.

  kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

• d.

  het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

• e.

  betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

• f.

  activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 van deze verordening.

Artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de gemeente Losser bepaalt dat er een vergunning van de burgemeester nodig is om een evenement te mogen organiseren.

Het kan zijn dat er naast een evenementenvergunning nog meerdere vergunningen nodig zijn. Hier wordt nader op ingegaan in hoofdstuk 8.

De afhandeling van vergunningaanvragen voor evenementen vindt plaats op de afdeling Plannen, Vergunnen en Handhaving (PVH). Afhankelijk van de grootschaligheid en de aard van het evenement worden bij het proces diverse in- en externe instanties betrokken voor de advisering en de handhaving.

Losser is een gemeente met een uitgesproken culturele, recreatieve en toeristische functie voor de omgeving. Er vinden kleine evenementen plaats, maar ook een aantal grote evenementen die risico’s met zich meebrengen. Landelijk is voorgesteld om de risico’s middels een risicoscan te classificeren in de volgende categorieën evenementen:

• •

  Meldingsplichtige evenementen;

• •

  Klasse A evenementen;

• •

  Klasse B evenementen;

• •

  Klasse C evenementen (Risico-evenementen);

De organisator dient ten minste 4 weken voorafgaand aan het evenement de melding te doen aan de burgemeester. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar en deze is te vinden op www.losser.nl/Vergunningen/Horeca_en_evenementen/Evenement_organiseren

De burgemeester kan een meldingsplichtig evenement verbieden als er wordt gevreesd dat het evenement overlast gaat veroorzaken, er een gevaar bestaat dat de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen in het geding zijn of er een gevaar is dat de zedelijkheid of gezondheid van de burger wordt aangetast op basis van artikel 2:24 lid 8 APV.

Indien wordt ingeschat dat het een evenement van een substantiële omvang betreft, dan wordt de melding niet in behandeling genomen, maar wordt een regionaal aanvraagformulier voor het normale vergunningstraject (klasse A, B en C evenementen) toegestuurd met het verzoek deze volledig ingevuld te retourneren.

Als een melding voor een evenement korter dan de vereiste 4 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de melding. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden.

De evenementenorganisatie moet zich houden aan de algemene regels, zoals opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit toetsingskader.

− Procedure meldingsplichtige evenementen waarbij objecten worden geplaatst en/of een weg wordt afgesloten:

Een melding vergt een substantieel langere behandeltermijn, indien:

• –

  er een bouwsel met een verblijfsruimte wordt geplaatst, waarin meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

• –

  er meerdere bouwsels met een verblijfsruimte met 4 gesloten zijden worden geplaatst, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

• –

  er een weg/straat wordt afgesloten.

+ Tekening bouwsel en locatie

Indien er sprake is van het plaatsen van een bouwsel met een verblijfsruimte waarin meer dan 150 personen gezamenlijk kunnen verblijven, dan moeten de gegevens worden aangeleverd welke artikel 2:3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP) voorschrijft.

+ Attractie of speeltoestel

Attractie- en speeltoestellen moeten voldoen aan de gestelde eisen in het warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen. De Voedsel en Warenautoriteit is aangewezen als toezichthoudende instantie op de naleving van deze wetgeving. De RAS nummers van de attracties moeten bij de melding van het evenement worden aangeleverd. Opblaasbare speeltoestellen moeten voldoen aan NEN 14960.

Bij het plaatsen van objecten wordt er advies van de brandweer gevraagd. De objecten moeten in ieder geval minimaal 3,5 meter afstand hebben tot elkaar en de doorgang voor de hulpdiensten moet minimaal 3,5 meter breed zijn en 4,2 meter hoog.

Bij het afsluiten van een weg/straat wordt er advies van de hulpdiensten gevraagd en, indien noodzakelijk, door de gemeente een verkeersbesluit genomen. Het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten vormt hierbij een belangrijk voorschrift.

De organisator dient ten minste 8 weken en maximaal 52 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag voor een evenementenvergunning in. Als een aanvraag voor een evenementenvergunning korter dan de vereiste 8 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er mogelijk onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de aanvraag. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden. Het formulier is te vinden op www.losser.nl/Vergunningen/Horeca_en_evenementen/Evenement_organiseren

Tevens moeten de volgende bijlagen worden bijgevoegd:

• –

  Een op schaal gemaakte situatietekening van het evenemententerrein met daarop ingetekend alle te plaatsen objecten (schaal 1:100 of 1:200)

• –

  Indien er sprake is van een bouwsel met een verblijfsruimte waarin gezamenlijk meer dan 150 personen tegelijkertijd kunnen verblijven, moeten de gegevens worden aangeleverd welke artikel 2:3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen voorschrijft (artikel 2:25 APV).

Bij het plaatsen van meerdere objecten moet er minimaal 3,5 meter afstand tot elkaar in acht worden genomen, zodat de weg voor de hulpdiensten wordt vrijgehouden. Deze weg voor de hulpdiensten moet minimaal 4,2 meter hoog zijn.

Als de organisator van het evenement zijn vergunningaanvraag heeft ingediend, dan kan deze voor advies worden voorgelegd aan de adviserende instanties, zoals onder andere Brandweer Twente en de politie.

Daarbij hebben de adviserende instanties onder meer de taak om aan te geven welke

voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.

De burgemeester kan een evenement weigeren of nadere voorschriften of beperkingen stellen op grond van in de APV vastgelegde belangen (artikel 1:8 en artikel 2:24, lid 3 APV), ten behoeve van

• •

  de openbare orde en veiligheid

• •

  het voorkomen of beperken van overlast;

• •

  de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• •

  de zedelijkheid of de gezondheid en

• •

  de bescherming van het milieu

De burgemeester weigert een vergunning als het een evenement betreft dat valt in een van de categorieën die de burgemeester heeft aangewezen en de organisator van slecht levensgedrag is. Bij het begrip ‘slecht levensgedrag’ wordt aangesloten bij het begrip zoals deze in de Alcoholwet wordt gehanteerd. (artikel 2:24 lid 4 APV). Tevens wordt bij evenementen die door het Bibob beleid zijn aangewezen als ondermijningsgevoelig evenement een Bibob toets uitgevoerd (Beleidsregel Wet Bibob gemeente Losser). De uitkomst van deze toets kan aanleiding zijn om de vergunning te weigeren.

In de vergunning staat vermeld op basis waarvan en voor welke activiteiten de vergunning wordt verleend. Er kunnen voorschriften en beperkingen worden gesteld. Dat biedt voor de gemeente, politie, brandweer en hulpdiensten de mogelijkheid om, waar dat noodzakelijk is, bij te sturen of in te grijpen op het moment dat het evenement daadwerkelijk plaatsvindt. De voorschriften en beperkingen hebben onder meer betrekking op de locatie en de inrichting van een tent met nooduitgangen en brandblussers, het toegestane geluidsniveau, begin- en eindtijden van het evenement en het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten en de (handhaving) van de huisregels (deze opsomming is niet limitatief).

Tevens moet de evenementenorganisatie zich houden aan de algemene regels, zoals opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit toetsingskader.

De evenementenorganisator dient ten minste 12 weken en maximaal 52 weken voorafgaand aan het evenement een aanvraag voor een evenementenvergunning in. Als een aanvraag voor een evenementenvergunning korter dan de vereiste 12 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de aanvraag. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden. Het formulier is te vinden op www.losser.nl/Vergunningen/Horeca_en_evenementen/Evenement_organiseren

Bij het aanvraagformulier moeten de volgende bescheiden worden aangeleverd:

• –

  Veiligheidsplan

• –

  Verkeersplan

Een format voor deze plannen zijn te vinden op de website www.losser.nl/Vergunningen/Horeca_en_evenementen/Evenement_organiseren

De gemeente Losser hanteert het uitgangspunt dat bij een klasse B of C evenement alle verschillende activiteiten via één vergunningaanvraag door de ‘vaste organisator’ bij de gemeente worden ingediend. Worden er, buiten deze vergunningaanvraag om, door anderen vergunningen gevraagd voor andere activiteiten op hetzelfde moment en op dezelfde locatie, dan verwijst de gemeente deze partijen naar de ‘vaste organisator’ om onderling de verschillende activiteiten op elkaar af te stemmen en te integreren in één vergunningaanvraag van de ‘vaste organisator’. Op deze manier kan één geïntegreerde vergunningaanvraag in zijn geheel worden beoordeeld en indien mogelijk worden verleend. Mocht deze werkwijze ertoe leiden dat de verschillende aanvragers er onderling niet uit komen, dan beslist de burgemeester welke activiteiten doorgang kunnen vinden op grond van zijn bevoegdheid op basis van artikel 2:24 APV. Bij deze beslissing maakt de burgemeester gebruik van de volgende uitgangspunten:

• –

  een regelmatig terugkerend evenement gaat voor een nieuw evenement¹;

Bij concurrerende aanvragen waarbij sprake is van meerdere nieuwe evenementen, houdt de burgemeester bij het besluit rekening met het algemeen belang, het tijdstip waarop het evenement plaatsvindt in combinatie met bepaalde thema’s die op dat moment spelen (denk aan sinterklaas, carnaval, Koningsdag, kerst, kermis etc). Mochten deze afwegingen niet resulteren in een eenduidige beslissing welk evenement kan plaatsvinden, dan wordt er door (of namens) de burgemeester via loting, in aanwezigheid van partijen, bepaald voor welke van de resterende aanvragen een vergunning wordt verleend.

In het geval van een B of C evenement wordt de aanvraag voor advies voorgelegd aan de adviserende instanties. Daarbij hebben de adviserende instanties onder meer de taak om aan te geven welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden. Bij klasse B en C evenementen kan er zo nodig een multidisciplinair overleg plaatsvinden. Dit overleg ziet toe op de advisering door meerdere (hulp)diensten in een geïntegreerd advies, dat eveneens op de grootschalige inzet van hulpdiensten ingaat.

De burgemeester kan een evenement weigeren of nadere voorschriften of beperkingen stellen op grond van in de APV vastgelegde belangen (artikel 1:8 en artikel 2:24, lid 3 APV). Deze zien op:

• •

  de openbare orde en veiligheid

• •

  het voorkomen of beperken van overlast;

• •

  de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• •

  de zedelijkheid of de gezondheid.

• •

  de bescherming van het milieu

De burgemeester weigert een vergunning als het een evenement betreft dat valt in een van de categorieën die de burgemeester heeft aangewezen en de organisator van slecht levensgedrag is. Bij het begrip ‘slecht levensgedrag’ wordt aangesloten bij het begrip zoals deze in de Alcoholwet wordt gehanteerd. (artikel 2:24 lid 4 APV). Tevens wordt bij evenementen die door het Bibob beleid zijn aangewezen als ondermijningsgevoelig evenement een Bibob toets uitgevoerd (Beleidsregel Wet Bibob gemeente Losser). De uitkomst van deze toets kan grond zijn om de vergunning te weigeren.

In de vergunning staat vermeld op basis waarvan en voor welke activiteiten vergunning wordt verleend. Er kunnen voorschriften en beperkingen worden gesteld. Dat biedt voor de gemeente, politie, brandweer en hulpdiensten de mogelijkheid om, waar dat noodzakelijk is, bij te sturen of in te grijpen op het moment dat het evenement daadwerkelijk plaatsvindt. De voorschriften en beperkingen hebben onder meer betrekking op de locatie en de inrichting van een tent met nooduitgangen en brandblussers, het toegestane geluidsniveau, begin- en eindtijden van het evenement en het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten en de (handhaving) van de huisregels (deze opsomming is niet limitatief).

Tevens moet de evenementenorganisatie zich houden aan de algemene regels, zoals opgenomen in Hoofdstuk 4 van dit toetsingskader.

Het kan gebeuren dat er incidenteel en op korte termijn activiteiten worden georganiseerd die wel belastend zouden kunnen zijn voor de omgeving. In dat geval wordt gesproken van onvoorziene belastende evenementen. Dit houdt in dat hiervoor niet tijdig een aanvraag kon worden ingediend, terwijl de activiteit wel het karakter heeft van een evenement.

Deze procedure staat in beginsel slechts open voor evenementen met een ideële grondslag en/of voor herdenkingen.

Voor onvoorziene belastende evenementen zal per geval bekeken worden of deze vergund worden of niet. Dit is afhankelijk van het evenement en de activiteiten die daarbij worden georganiseerd.

Op alle evenementen is de Zondagswet van toepassing. Daarin staat dat het niet is toegestaan om op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen (artikel 4 Zondagswet). De burgemeester is bevoegd om ontheffing van dit verbod te verlenen.

Wat betreft de bevoegdheid ten aanzien van de respectievelijke finale eindtijden (evenement, tap, terras, snackkramen en muziek / geluid) wordt aangesloten bij de bepaling over sluitingstijden die geldt voor de reguliere horeca, overeenkomstig artikel 2:29 van de APV voor de gemeente Losser. In onderstaand schema worden alle voorgeschreven begin- en eindtijden weergegeven. Van de voorgeschreven begin- en eindtijden kan gemotiveerd worden afgeweken door de burgemeester.

Geluidsoverlast zal tot op zekere hoogte onvermijdelijk zijn. Dit geldt met name voor de centrale plekken in de dorpskernen, waar de meeste evenementen worden georganiseerd. De gemeente Losser staat op het standpunt, dat wie in het centrum woont een bepaalde mate van geluidsoverlast voor lief moet nemen. De meeste activiteiten vinden nu eenmaal plaats in het centrumgebied.

Er moet naar een balans worden gezocht die aanvaardbaar is voor het evenement, maar ook voor de omwonenden. Dit toetsingskader geeft weer hoe die balans wordt ingevuld. De maximale geluidsnormen in samenhang met de finale eindtijden zijn hiervan het meest zichtbare resultaat.

Bij de besluitvorming omtrent het (al dan niet) afgeven van een vergunning voor een evenement moet het belang van plezier voor velen worden afgewogen tegen het belang van direct omwonenden om geluidhinder te voorkomen. Hierbij kan de gemeente uitgaan van een redelijke geluidsnorm.

Voor evenementen in de gemeente Losser gelden de volgende geluidsnormen. De geluidsnormen zijn uitgedrukt in dB(A) en dB(C)

Er wordt onderscheid gemaakt in de volgende evenementen-typen:

• 1.

  Evenement zonder (versterkte) muziek, geen omroepinstallaties.

• 2.

  Evenementen waarbij op kleinschalige wijze versterkte muziek wordt geproduceerd en/of omroepinstallaties worden gebruikt.

• 3.

  Luidruchtig evenement met veel bezoekers en luide versterkte muziek of ander geluid.

• 4.

  Kermissen met versterkte muziek en/of omroepinstallatie.

• 5.

  Optochten met versterkte muziek en/of omroepinstallatie.

In de volgende tabel zijn de normen per type opgenomen. Voor type 1 (zonder (versterkte) muziek en omroepinstallaties) zijn geen normen opgenomen. Daarom is dit type ook niet in de tabel opgenomen.

In bijzondere omstandigheden of bij evenementen die duidelijk afwijken van de algemene omschrijvingen volgens dit toetsingskader mag door de burgemeester worden afgeweken van de normstelling. Een afwijking is alleen mogelijk op basis van een specifieke afweging waarbij de geluidssituatie van de omgeving een belangrijke rol speelt.

De toepasselijke eindtijden van het geluid voor evenementen worden weergegeven in paragraaf 4.1. Op de toepasselijke eindtijd moet de muziek definitief uit zijn. In de evenementenvergunning staat welk geluidsniveau is toegestaan.

Geluidsmetingen

De organisator van een evenement dient de gemeente op elk moment de mogelijkheid bieden om controle-geluidsmetingen uit te voeren.

De bepaling van de geluidsniveaus vindt plaats overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999. Bij de beoordeling van de geluidsniveaus wordt de zogenaamde muziekgeluidcorrectie niet toegepast. Bij het bepalen van de geluidsniveaus blijft buiten beschouwing het ten gehore brengen van onversterkte muziek.

De geluidsniveaus in het publiek worden gemeten op een meethoogte van 2,00 meter hoogte (boven de hoofden van de bezoekers of op 1,5 meter bij vrij zicht op de installatie). De geluidsniveaus in de omgeving worden gemeten op een meethoogte van 1,5 meter hoogte. Als sprake is van meerdere bouwlagen met geluidsgevoelige ruimten en het vermoeden bestaat dat op de hogere bouwlagen sprake is van hogere geluidsniveaus, dan worden de geluidsniveaus ook bij deze hogere bouwlagen gemeten. Geluidsmetingen bij gebouwen worden invallend, dus zonder reflectie tegen achterliggende gebouwen uitgevoerd. Als toch inclusief een reflectie wordt gemeten, moet de gemeten waarde worden gecorrigeerd met 3 dB.

Geluidsmonitoringssysteem

In de volgende situaties dient de organisator zelf voor een geluidmonitoringssysteem te zorgen:

• 1.

  Bij evenementen van type 3 waarbij 4.000 of meer bezoekers per dag aanwezig kunnen zijn;

• 2.

  Bij evenementen van type 3 waarbij in de twee voorafgaande edities minimaal één overtreding/overschrijding van de geluidsvoorschriften zijn geconstateerd/gemeten.

Op- en afbouwen vindt in principe plaats tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De burgemeester kan gemotiveerd afwijken ten behoeve van

• •

  de openbare orde en veiligheid

• •

  het voorkomen of beperken van overlast;

• •

  de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

• •

  de zedelijkheid of de gezondheid.

• •

  de bescherming van het milieu

Voor evenementen gelden sinds juli 2023 landelijke regels omtrent het gebruik van wegwerpbekers en -bakjes die plastic bevatten. Deze regels zijn van toepassing op evenementen die binnen de gemeente Losser worden gehouden. Op www.wegwerpplastic.nl wordt geldende regelgeving toegelicht en hoe de organisator zich kan voorbereiden op het evenement.

In evenementenvergunningen worden voorschriften en beperkingen opgenomen om de kans op overlast of gevaar zoveel mogelijk te beperken. Het is aan de organisator (vergunninghouder) zelf om zich te verzekeren tegen aansprakelijkheid.

De organisator (vergunninghouder) is verantwoordelijk om te voldoen aan de geluidsvoorschriften (zie hoofdstuk 4). De gemeente heeft een controlerende taak.

Indien de toegestane geluidsnormen worden overschreden, kan de gemeente contact zoeken met de organisator om het geluidsniveau omlaag te brengen. Bij herhaalde overtreding kan een last onder dwangsom ter voorkoming van herhaling worden opgelegd voor de resterende dagen van het evenement. Hiervoor moeten dan geluidsmetingen worden verricht. Ook kan de gemeente de politie of de BOA’s verzoeken om proces-verbaal op te maken.

Op het gebied van de openbare orde (overlast door gedragingen van burgers) is de politie de aangewezen instantie om controlerend en eventueel handhavend op te treden.

Met betrekking tot de sluitings- c.q. eindtijden kan de gemeente handhavend optreden door middel van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom bij het niet-naleven van de voorschriften. Ook kan de gemeente de politie en de BOA’s verzoeken om proces-verbaal op te maken.

Brandweer Twente kan op verzoek van de gemeente een controle uitvoeren op de vergunningvoorschriften op het gebied van brandveiligheid. De gemeente kan handhavend optreden door middel van bestuursdwang of het opleggen van een last onderdwangsom bij het niet-naleven van de voorschriften. Ook kan de gemeente de politie en de BOA’s verzoeken om proces-verbaal op te maken.

Bij een evenement is de controle van de verkeersveiligheid (verkeer, toegankelijkheid, wegafzettingen, parkeerexcessen) in handen van de politie. Als in strijd met de in de vergunning gestelde voorschriften wordt gehandeld, dan kan de politie optreden op basis van de Wegenverkeerswet 1994 en aanverwante wetgeving. Als uiterste mogelijkheid kan de politie het evenement beëindigen, indien de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer of de bereikbaarheid en toegankelijkheid voor hulpdiensten niet langer gegarandeerd kunnen worden. Voor het houden van toezicht op een ordelijk verloop van het verkeer tijdens evenementen kan de inzet van verkeersregelaars in de vergunningvoorschriften worden opgenomen.

Indien dit noodzakelijk wordt geacht door de gemeente vindt er (structureel) afstemmingsoverleg plaats met de organisator van het evenement. Dit ter afstemming en om te voorkomen dat de communicatie over een evenement in formaliteiten verzandt. Tijdens dit overleg worden o.a. de geschiktheid van de evenementenlocatie, de begin- en eindtijden van het evenement, het geluidsniveau en de handhaving van de huisregels op het gebied van alcohol en drugs besproken. Indien toepasselijk schuiven ook de politie, de GHOR en de brandweer aan bij dit overleg.

De organisator (vergunninghouder) is verantwoordelijk voor het vóóraf informeren van de direct omwonenden over het evenement. Vroegtijdige en volledige informatie draagt namelijk bij aan het creëren van draagvlak voor het evenement.

De organisator (vergunninghouder) is de eerste verantwoordelijke voor het veilig en ordelijk verloop op het evenemententerrein. De organisator moet zelf zorgdragen voor de handhaving van de huisregels en het bestrijding van kleine incidenten. Indien de gemeente verwacht dat de risico’s groter zijn, waardoor er (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is, dan kan de gemeente van de organisator een veiligheidsplan eisen Een veiligheidsplan is een plan waarin alles staat wat te maken heeft met het evenement. Onder andere staat hierin welk evenement er wordt georganiseerd, wat de mogelijke risico’s zijn, welke maatregelen er worden getroffen en hoe de organisatie eruit ziet. Onderdeel van het veiligheidsplan is het calamiteitenplan. Hierin staat onder meer wie wat doet als er ondanks de getroffen maatregelen toch een calamiteit ontstaat. Bij een A evenement kan worden gevraagd om een beperkt veiligheidsplan. Bij B- en C evenementen moet er altijd een veiligheidsplan worden aangeleverd. Op de website van de gemeente Losser is een format te vinden waar het veiligheidsplan aan moet voldoen (Evenement organiseren – Gemeente Losser).

Op het gebied van de openbare orde is de politie de aangewezen instantie om controlerend en eventueel handhavend op te treden, zodat openbare ordeverstoringen worden voorkomen dan wel worden beëindigd. De politie adviseert bij aanvragen van evenementenvergunningen over veiligheidsrisico’s en verstoring van de openbare orde en veiligheid. Daarnaast zullen zij ook worden betrokken bij vraagstukken omtrent mobiliteit. Zij kijken mee of een voorgestelde route en/ of een voorgestelde locatie mogelijk is.

Adviezen van de politie kunnen als voorschriften aan de vergunning worden verbonden

Bij alle evenementen wordt, onder meer afhankelijk van de grootte en aard van het evenement, politiecapaciteit ingezet. Zij kunnen ook handhavend optreden als er zich strafbare feiten voordoen en zijn verantwoordelijk voor de opsporing hiervan.

De brandweer heeft een adviserende rol en richt zich op de brandveiligheidsaspecten die bij een evenement komen kijken. Naar aanleiding van die adviezen kunnen voorschriften worden verbonden aan de evenementenvergunning.

Bij de adviesaanvraag beoordeelt de brandweer of er voldoende maatregelen zijn genomen om brand te voorkomen. Hierbij wordt gelet op brandgevaarlijk acties zoals bakken en braden en het gebruik van open vuur. Daarnaast wordt gekeken of er voldoende en juiste middelen aanwezig zijn voor het bestrijden van een beginnende brand.

Voor de veiligheid van het publiek wordt beoordeeld of het aantal mensen dat toegelaten wordt op het evenemententerrein niet te hoog is en of er voldoende vluchtroutes en (nood) uitgangen zijn. Tevens wordt er beoordeeld of de evenementenlocatie goed bereikbaar is voor de hulpdiensten en of er voldoende bluswater aanwezig is.

Brandweer Twente stelt in ieder geval de volgende eisen aan het evenemententerrein:

• •

  Doorrijbreedte voor( brandweer)voertuigen minimaal 3,5 meter;

• •

  Minimale doorrijhoogte 4,20 meter;

• •

  Brandkranen moeten rondom worden vrijgehouden (minimaal 1,80 meter);

• •

  Aansluitingen voor droge blusleidingen moeten rondom worden vrijgehouden (minimaal 1,80 meter);

• •

  Toegangen tot belendende percelen mogen niet worden geblokkeerd;

• •

  Gewone uitgangen en nooduitgangen van bestaande gebouwen moeten worden vrijgehouden (minimaal 2 meter);

• •

  Vluchtwegen

  Bij de inrichting van het evenemententerrein moet de organisator er voor zorgen dat het publiek in het geval van een incident het terrein (zo) snel en veilig (mogelijk) kan verlaten. Daarvoor moeten er voldoende en duidelijk gemarkeerde vluchtwegen zijn. Het aanwezige personeel en de vrijwilligers moeten bovendien duidelijke instructies krijgen over de vluchtroutes. De brandweer toetst of de door de organisatie aangewezen vluchtwegen voldoen.

De brandweer kan voorafgaand en tijdens het evenement controles uitvoeren aan de hand van de voorschriften die zijn gesteld aan de vergunning.

De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) houdt zich

bezig met de advisering over zaken op het gebied van de volksgezondheid. Dit zou kunnen zijn:

• •

  het inschatten van gezondheidsrisico’s; het signaleren van knelpunten met betrekking tot de gezondheid van de bevolking, de bezoekers/deelnemers;

  De GHOR adviseert (voornamelijk bij B- en C-evenementen) over de volgende thema’s:

• •

  de inzet van EHBO’ers en hulpverleners;

• •

  de GHOR vraagt in ieder geval technische hygiënezorg (THZ) advies aan de GGD bij een evenement met: tijdelijke huisvesting, kamperen of overnachting; tatoeëren en piercen; dieren; spel- en zwemgelegenheden; tijdelijke voorziening met waterverneveling; tijdelijke horeca; meerdaags evenement met dezelfde bezoekers; dance evenement;

• •

  mogelijk risico op een incident of crisis;

• •

  het garanderen van de continuïteit van de hulpverlening in de regio (bij meerdere evenementen tegelijkertijd in de regio).

Het advies van de GHOR en GGD kan als voorschrift aan de vergunning verbonden worden.

De organisator is verantwoordelijk voor de veiligheid van het evenement. Evenementen kunnen zodanige veiligheidsrisico’s met zich meebrengen dat dit de aanleiding is om beveiligingsmaatregelen te treffen zoals de inzet van beveiligers. De inzet van beveiliging kan als voorschrift in de vergunning worden opgenomen.

Beveiligers mogen alleen optreden op het evenemententerrein. Zij mogen optreden op basis van de door de organisator opgestelde huisregels. Beveiligers die worden ingezet moeten werken voor een door het ministerie van Veiligheid en Justitie erkende beveiligingsorganisatie. De evenementenbeveiligers moeten vervolgens gecertificeerd zijn en voldoen aan de eisen in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

Bij meldingsplichtige evenementen en bij A, B en C-evenementen kan de inzet van verkeersregelaars noodzakelijk zijn. Met betrekking tot de inzet van evenementverkeersregelaar is de Regeling verkeersregelaars 2009 van toepassing. De gemeente en de politie bepalen samen of het noodzakelijk is, dat er bij een evenement verkeersregelaars worden ingezet

Een gemeente regelt de aanstelling voor verkeersregelaars bij evenementen zelf. Sinds 1 oktober 2017 gelden nieuwe regels voor deze verkeersregelaars:

• •

  De gemeente vereist de inzet van verkeersregelaars voor bepaalde (soorten) evenementen.

• •

  De organisator van een evenement meldt de verkeersregelaars aan bij de SVNL (www.verkeersregelaarsexamen.nl)

• •

  De gemeente waar het evenement is stelt de verkeersregelaars aan.

• •

  De gemeente stelt alleen verkeersregelaars aan die een online instructie volgen.

• •

  Ze krijgen een aanstelling voor 12 maanden, niet meer voor 1 evenement.

• •

  De organisator zet ze in voor een evenement.

Om het verkeer bij een evenement te mogen regelen stelt de organisatie een inzetlijst op. Op deze lijst staan alle bevoegde en aangestelde verkeersregelaars voor dat evenement vermeld. . Daarnaast dient de organiserende instantie een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering en een verzekering tegen persoons- en zaakschade te hebben.

Met name bij klasse B en C evenementen, waar de toeloop van bezoekers groot is, moeten er maatregelen worden genomen om het verkeer in goede banen te leiden, om zodoende de veiligheid voor alle weggebruikers te kunnen garanderen. Als de organisator dit niet als zodanig in de vergunningaanvraag heeft vermeld, dan treedt de gemeente in overleg met de organisator en kunnen er expliciete verkeersmaatregelen in de evenementenvergunning worden opgenomen. Daarvoor wordt door de gemeente een apart verkeersbesluit genomen.

Indien er sprake is van wegafsluitingen of verkeersmaatregelen bij evenementen, dan wordt dit door de gemeente vóóraf bekend gemaakt in het plaatselijke huis-aan-huis blad.

Daarnaast kan er in de vergunning worden opgenomen dat de organisator (vergunninghouder) van het evenement bij wegafsluitingen of verkeersmaatregelen de omwonenden hiervan van tevoren op de hoogte moet brengen.

De gemeente verzorgt de plaatsing van de omleidingsroutes op de toegangswegen. De organisator (vergunninghouder) plaatst echter zelf de dranghekken, afsluitingen en wegafzettingen. Dit overeenkomstig de afspraken die hierover vóóraf met de gemeente zijn gemaakt. De kosten van de wegafzettingen en van de overige verkeersmaatregelen komen voor rekening van de organisator.

Voor het houden van toezicht op een ordelijk verloop van het verkeer tijdens evenementen kan de inzet van verkeersregelaars in de vergunningvoorschriften worden opgenomen. Zie hierover paragraaf 7.6.

Indien wegen / straten worden afgesloten, dan informeert de organisatie de streekvervoerder hierover proactief en tijdig. Het streekvervoer kan op deze manier een alternatieve route bepalen. Eventuele kosten daarvan komen voor rekening van de organisator (vergunninghouder). Organisator laat de gemeente weten of de goedkeuring is verkregen.

De organisator (vergunninghouder) moet zelf zorgen voor voldoende toiletunits. Tevens moet er een invalidentoilet aanwezig zijn. De toiletten moeten tijdens het evenement hygiënisch schoon worden gehouden. Eventuele plaatsing van toiletten moet binnen de aanvraag voor de evenementvergunning worden meegenomen. De afdeling Beheer Fysieke Ruimte bepalen of de plek waar de toiletunits geplaatst worden en lozen geschikt is. De GHOR kan worden benaderd om te adviseren over sanitaire voorzieningen.

De organisator (vergunninghouder) van het evenement is zelf verantwoordelijk voor het schoon achterlaten van het terrein waarop het evenement wordt gehouden. Hiervoor geldt het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dit betekent dat de organisator zelf actie moet ondernemen om het afval kwijt te raken en het terrein schoon achter te laten. Laat de organisator dit na, dan wordt dit werk door de gemeente gedaan, weliswaar op kosten van de organisator. De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het plaatsen en verspreiden van noodzakelijke afvalcontainers ten behoeve van de afvalinzameling. De organisator dient hiervoor zelf containers te regelen en de transport- en verwerkingskosten te betalen.

Bij evenementen met veel bezoekers, waarbij het noodzakelijk is om langs de straat of de weg de verschillende soorten weggebruikers van elkaar te scheiden, moeten dranghekken worden ingezet. De organisator (vergunninghouder) moet zelf zorgen voor voldoende dranghekken. Deze dranghekken komen voor rekening van de organisator.

De gemeente beschikt over een aantal elektra- en watervoorzieningen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht bij de organisator (vergunninghouder) van het evenement.

Vooraf dient hierover overleg plaats te vinden met de afdeling Beheer Fysieke ruimte van de gemeente Losser. Dit in verband met de maximale belasting van de elektra- en watervoorziening.

Onderstaande opsomming is niet limitatief. Er kunnen zich situaties voordoen waar andere regelgeving ook op van toepassing is.

Alle verleende evenementenvergunningen worden gepubliceerd op de gemeentelijke infopagina van het huis-aan-huis blad. Regionaal wordt er een regionale evenementen-kalender bijgehouden, waarmee voorkomen kan worden dat er meerdere grote evenementen gelijktijdig plaatsvinden.

Voor het vullen van de regionale evenementenkalender is het noodzakelijk dat er bij de gemeente bekend is welke klasse B en C evenementen er in het aankomende jaar plaats zullen vinden. Om dit te inventariseren moeten organisatoren van jaarlijks terugkerende evenementen in augustus / september hun evenement reeds bij de gemeente aanmelden voor het eerstvolgende kalenderjaar. Op grond van deze gegevens bepaalt de gemeente de risico-categorie.

Naast het vóóraf aanleveren van gegevens − ter vaststelling van de regionale evenementenkalender − dient er altijd een evenementenvergunning te worden aangevraagd bij het bevoegd gezag, dat wil zeggen, bij de burgemeester van de gemeente waar het evenement plaats gaat vinden.

Tenslotte plaatst de gemeente Losser de verleende evenementenvergunningen op de regionale evenementenkalender.

De VVV is door de gemeente aangewezen om de lokale evenementenkalender te publiceren. De VVV publiceert de lokale evenementen o.a. op uitingen zoals de Uit-Agenda gemeente Losser, Uit-Agenda Twente, website VVV en VVV-maandposter.

De VVV verzorgt, tegen betaling, tevens de aankondigingsstroken waarop de evenementen worden aangekondigd via de gemeentelijke welkomstportalen. Aanmelding van evenementen voor de lokale evenementenkalender vindt plaats via de email (website) van de VVV.