Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regio Gooi en Vechtstreek

Ambtsinstructie voor de medewerker secretariaat, leerplicht en Doorstroompunt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegio Gooi en Vechtstreek
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingAmbtsinstructie voor de medewerker secretariaat, leerplicht en Doorstroompunt
CiteertitelAmbtsinstructie voor de medewerker secretariaat, leerplicht en Doorstroompunt
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpAmbtsinstructie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-202401-01-2024Ambtsinstructie voor de medewerker secretariaat, leerplicht en Doorstroompunt

05-12-2023

bgr-2024-221

DOC-23002537

Tekst van de regeling

Intitulé

Ambtsinstructie voor de medewerker secretariaat, leerplicht en Doorstroompunt

 

1. Inleiding

In artikel 16 lid 1 van de Leerplichtwet 1969 is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders een leerplichtambtenaar aanwijst voor het houden van toezicht op uitvoering van deze wet. Jongeren van 5 tot16 jaar zijn leerplichtig, vanaf 16 jaar hebben ze een kwalificatieplicht. Zodra een jongere een mbo niveau 2, havo of vwo diploma behaald, is aan de kwalificatieplicht voldaan.

 

Het Doorstroompunt richt zich op jongeren van 12 tot 23 jaar. De doelgroep heeft geen startkwalificatie en staat niet ingeschreven bij een school/instelling of bezoeken de school/instelling niet regelmatig.

 

Alle leerplicht- en Doorstroompunt taken zijn gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de Regio (onderdeel Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek (RBL)).

 

Jongeren van 12 tot 18 jaar hebben te maken met zowel de Leerplichtwet 1969 als de Doorstroompunt (voorheen RMC) wet- en regelgeving. In de praktijk wordt deze groep vanuit de Leerplichtwet 1969 opgepakt. De Leerplichtwet 1969 heeft meer mogelijkheden tot drang en strafrechtelijk optreden.

 

Bepaalde vormen van schoolverzuim kunnen worden gesanctioneerd via last onder dwangsom. Hiertoe is een beleidsregel vastgesteld.

 

2. Taken en middelen

Taken leerplichtambtenaar en begeleider Jongerenteam

De leerplichtambtenaar is een toezichthouder in de zin van de Leerplichtwet 1969 en de Algemene Wet Bestuursrecht. Op basis van deze wetten mag hij/zij onderzoek uitvoeren op scholen om de taak – toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 door de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen – naar behoren uit te kunnen voeren. De leerplichtambtenaar heeft een preventieve en handhavende taak en deze wordt zoveel mogelijk conform de Methodische Aanpak Schoolverzuim (MAS) uitgevoerd.

 

De begeleider jongerenteam is vanuit de Doorstroompunt wet- en regelgeving aangesteld om zich te richten op de jongeren tussen de 18 en 23 jaar. Het doel van deze begeleiding is dat de jongeren een startkwalificatie behaald en waar niet mogelijk op een andere manier participeert in de samenleving.

 

Rollen en verantwoordelijkheden ketenpartners

Leerplicht

(artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet 1969; artikel 162b, derde lid, WEC; artikel 8.3.2, derde lid, WEB)

Bij het handhaven van de leerplicht staat een integrale aanpak voorop.

 

De leerplichtambtenaar werkt samen met verschillende ketenpartners, zoals gemeente, scholen/instellingen, politie, Bureau Halt, Justitie (Openbaar Ministerie en Rechtbank), jeugdhulpverlening, Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en Onderwijsinspectie.

 

Wanneer er sprake is van verzuim heeft de leerplichtambtenaar een regierol om zorg te dragen voor het recht op (passend) onderwijs.

 

Samenwerking tussen scholen, ouder(s)/verzorger(s), betrokken instanties en jongeren is noodzakelijk om er voor te zorgen dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie halen.

 

Op grond van de Leerplichtwet 1969 zijn ouder(s)/verzorger(s) er verantwoordelijk voordat hun kinderen bij een school/instelling staan ingeschreven en die ook bezoeken. Jongeren (vanaf 12 jaar) zijn zelf mede verantwoordelijk voor het bezoeken van de school/instelling, waar zij zijn ingeschreven.

 

Het college van burgemeester en wethouders (B&W) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 door ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen en heeft daarvoor leerplichtambtenaren aangewezen.

 

Doorstroompunt

(RMC wet- en regelgeving 1 , staatsblad 2001/636; artikel 8.19 t/m 8.26, WVO; artikel 162b, derde lid, WEC; artikel 8.3.2., derde lid, WEB).

Bij de uitvoering van de Doorstroompunt taak staat ook een integrale aanpak voorop.

 

De begeleider Jongerenteam/Doorstroompunt werkt samen met verschillende ketenpartners, zoals gemeente, scholen/instellingen, politie, jeugd- en volwassenhulpverlening en Veilig Thuis.

 

De samenwerking heeft tot doel de jongeren te laten participeren in onze samenleving. Bij voorkeur door het behalen van een startkwalificatie om voldoende toegerust de arbeidsmarkt op gaan.

 

Wijze van overleg

Regelmatig vindt een (beleids-)overleg plaats, waarbij bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over contacten met scholen, over de beleidsregels met betrekking tot de scholen en onderwijsinstellingen in de regio en afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met instellingen op het gebied van algemeen maatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid.

 

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

(artikel 16 lid 4 sub e, Leerplichtwet 1969)

De meldcode is een wettelijke verplichting, ook voor het RBL. De meldcode treedt in werking wanneer er signalen zijn van huiselijk geweld of kindermishandeling. Aan de hand van een stappenplan zet RBL acties uit.

 

3. Registratie

Leerling administratie

(artikel 19, Leerplichtwet 1969; artikel 3, Leerplichtregeling 1995)

De administratie van RBL voert dagelijks werkzaamheden uit om een juiste en volledige administratie te voeren waarmee toezicht kan worden gehouden op de naleving van de Leerplichtwet 1969.

 

In de leerling administratie worden de persoonsgegevens (Basisregistratie personen, BRP) van de jongeren in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar opgenomen.

 

In de administratie worden o.a. verzuimmeldingen, in- en uitschrijvingen en registratie van voortijdig schoolverlaters bijgehouden.

 

Leerling dossier

(artikel 1,9 Leerplichtwet 1969; artikel 3, Leerplichtregeling 1995)

De leerplichtambtenaar legt slechts een leerling dossier aan over een jongere indien de leerplichtambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere, ouder(s)/verzorger(s) of derden over bijvoorbeeld verzuim, vrijstellingen of voortijdig schoolverlaten.

 

De leerplichtambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerling dossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door onder andere de Leerplichtwet 1969, de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de WPG (Wet Politiegegevens).

 

Ouder(s)/verzorger(s) en/of jongere kunnen schriftelijk informeren of hen/hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. Bij de afhandeling van dit informatieverzoek worden de bepalingen uit de privacyregelgeving en WPG nageleefd. Ook kunnen mogelijk enkele andere rechten ten aanzien van het dossier worden ingeroepen.

 

Burgerzaken

Regionaal Bureau Leerling zaken is verplicht aan de betreffende gemeente te melden als

NAW- gegevens (naam, adres, woonplaats) in de Basisregistratie personen (BRP) niet correct zijn.

 

4. Wet- en regelgeving

Soorten verzuim

RBL heeft een verzuimaanpak voor 18- en 18+ ontwikkeld. De WPG (Wet Politiegegevens) is alleen van toepassing bij jongeren onder de leeftijd van 18 jaar.

 

De leerplichtambtenaar is bevoegd, na collegiale consultatie, indien noodzakelijk af te wijken van het verzuimprotocol. De reden van afwijking wordt geregistreerd in het leerling dossier.

 

Relatief verzuim (ongeoorloofd verzuim)

Er is sprake van relatief verzuim als een jongere wel op een school/instelling staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt. Ook veelvuldig te laat komen valt hieronder (artikelen 2, lid 1, 4a, 21, 21a en 22, Leerplichtwet 1969).

Wie is verantwoordelijk:

  • Relatief verzuim door een kind, jonger dan 12 jaar: ouder(s)/verzorger(s) strafrechtelijk verantwoordelijk.

  • Relatief verzuim door een jongere, ouder dan 12 jaar: zowel ouder(s)/verzorger(s) als jongere strafrechtelijk verantwoordelijk.

 

Verzuim 18+ 

Er is sprake van 18+ verzuim als een jongere wel op een school/instelling staat ingeschreven, maar gedurende een bepaalde tijd de lessen/praktijk verzuimt (artikel 8.20, WVO, 47b ,Wec en 8.1.8a, Web).

Deze doelgroep kan geen gebruik maken van de route aanpak schoolverzuim 18-.

Het RBL kijkt samen met de jongere wat de reden van verzuim is en wat de jongere nodig heeft om dit verzuim te beëindigen.

 

Absoluut verzuim

Er is sprake van absoluut verzuim als een leerplichtige jongere niet staat ingeschreven op een school (artikel 2 lid 1, artikel 4a lid 1 en artikel 22, Leerplichtwet 1969).

Wie is verantwoordelijk:

  • De ouder(s)/verzorger(s) is/zijn verantwoordelijk voor de inschrijving van de jongere op een school.

 

Luxe verzuim

Er is sprake van luxe verzuim als een jongere zonder toestemming van de directeur van de school/instelling of de leerplichtambtenaar (bij meer dan tien dagen) buiten de vastgestelde school/instelling vakanties verlof neemt.

Wie is verantwoordelijk:

  • Ouder(s)/verzorger(s) is/zijn voor dit verzuim verantwoordelijk. Ook als ze een 16/17 jarige jongere meenemen op verlof.

  • Ouder(s)/verzorger(s) is/zijn niet verantwoordelijk wanneer een jongere, ouder dan 12, zonder medewerking van ouder(s)/verzorger(s) op verlof gaat. De jongere zelf is dan verantwoordelijk voor het ongeoorloofde verzuim.

 

Routes aanpak schoolverzuim 18-

Route 1: Vrijwillige (jeugd)hulp

Indicaties

  • 1.

    Bereidheid en vermogen om hulp bij ouder(s)/verzorger(s)/jongere te aanvaarden en

  • 2.

    Aanwezigheid van emotionele, lichamelijke, leer- en/of gedragsproblemen bij de jongere en/of

  • 3.

    Aanwezigheid van opvoedingsproblemen bij de ouder(s)/verzorger(s).

 

Route 2: Halt-straf school/instellingverzuim

Voorwaarden 

  • School/instelling heeft zelf maatregelen genomen om verzuim tegen te gaan.

  • School/instelling heeft ouder(s)/verzorger(s) officieel gewaarschuwd.

 

Indicaties

  • 1.

    De leerplichtige jongere (12 tot 18 jaar) en ouder(s)/verzorger(s) van jongeren tot 16 jaar stemmen in met de Halt-straf.

  • 2.

    Het verzuim kan de jongere worden verweten.

  • 3.

    Minimaal verzuim: 9 uur of 12 keer te laat; maximaal verzuim: 60 uur of 60 keer te laat.

  • 4.

    Jongere voldoet aan overige Halt-voorwaarden.

 

Contra-indicaties

  • 1.

    Er is sprake van een ernstig motivatiegebrek of langdurig c.q. blijvend verzuim.

  • 2.

    Aanwezigheid van (zwaardere) emotionele, lichamelijke en/of gedragsproblemen bij de jeugdige waarvoor nog geen toereikende hulp wordt ingezet.

  • 3.

    Is eerder doorgestuurd naar Halt in het kader van leerplicht.

 

NB. Een Halt verwijzing mag alleen door de leerplichtambtenaar die ook Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) is, worden opgemaakt.

 

Route 3: Dwang in een civiel kader (melding/overleg Veilig Thuis)

Indicaties

  • 1.

    Bereidheid en/of vermogen om hulp te aanvaarden en

  • 2.

    Aanwezigheid van emotionele, lichamelijke en/of gedragsproblemen bij de jeugdige en/of

  • 3.

    Aanwezigheid van opvoedingsproblemen bij de ouder(s)/verzorger(s) en/of

  • 4.

    Signalen van huiselijk geweld/kindermishandeling.

 

Route 4: Dwang in strafrechtelijk kader

Indicaties

  • 1.

    Eerdere waarschuwing en afspraken hebben niet geholpen en/of

  • 2.

    Geen bereidheid en/of vermogen om hulp te aanvaarden.

  • 3.

    Er is niet aan Halt-voorwaarden voldaan of het verzuim is meer dan 60 uur.

  • 4.

    Het verzuim kan de jongere/ouder worden verweten.

 

Contra-indicaties

  • 1.

    Aanwezigheid van emotionele, lichamelijke en/of gedragsproblemen bij de jeugdige en/of

  • 2.

    Aanwezigheid van opvoedingsproblemen bij de ouder(s)/verzorger(s).

  • 3.

    Eerste keer schoolverzuim van minder dan 16 uur les- of praktijktijd gedurende een periode van vier opeenvolgende weken.

 

Melden bij Halt en /of OM

Indien er sprake is van een Haltafdoening houden RBL en Halt contact over mogelijk schoolverzuim en bespreken samen het gevolg daarvan voor de Halt-straf. Er mag door de leerplichtambtenaar tevens Boa gegevens met Bureau Halt worden gedeeld op de grond van artikel 18 Wet politiegegevens en artikel 4:2 lid 1 sub f Besluit politiegegevens.

 

Verlof

(artikel 14, derde lid, tweede volzin, Leerplichtwet 1969)

De Leerplichtwet 1969 kent geen ‘snipperdagen’. Vakanties, uitstapjes of andere activiteiten met leerplichtige kinderen dienen in de school-/instellingvakanties gepland te worden. Toch kent de Leerplichtwet 1969 een aantal uitzonderingen die het mogelijk maakt om verlof aan te vragen.

 

Indien er minder dan 10 schooldagen verlof wordt aangevraagd, bepaalt de directeur van de school/instelling.

 

In dien er meer dan 10 schooldagen verlof wordt aangevraagd, bepaalt de leerplichtambtenaar

 

Vrijstellingen

Vrijstelling van inschrijving, vrijstelling van geregeld school/instellingbezoek en overige vrijstellingen.

1) Vrijstellingen van inschrijving

Binnen de Leerplichtwet 1969 bestaan er drie gronden (onder artikel 5) voor vrijstellingen van de verplichting tot inschrijving.

 

Artikel 5 onder a 

(artikel 7, Leerplichtwet 1969)

Vrijstelling op basis van lichamelijke of psychische gronden.Indien een jongere vanwege lichamelijke of psychische gronden niet geschikt is om tot een school/instelling toegelaten te worden, kunnen ouder(s)/verzorger(s) een kennisgeving indienen bij RBL.

Er worden afspraken gemaakt met een onafhankelijk arts of een psycholoog of orthopedagoog die een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling geeft. Ook kunnen aanvragen verwezen worden naar een andere onafhankelijke deskundige.

 

Artikel 5 onder b

Vrijstelling vanwege bezwaar tegen de overtuiging of levensbeschouwing (richting).

Indien de ouder(s) van de jongere bezwaar hebben tegen de richting van de scholen binnen redelijke afstand van de woning kunnen ouder(s) een kennisgeving indienen bij het RBL. De jongere mag het jaar voorafgaand aan de kennisgeving niet geplaatst zijn geweest op een school/instelling waartegen bedenkingen worden geuit (artikel 8 lid 1 en 2, Leerplichtwet 1969).

 

Artikel 5 onder c

Vrijstelling vanwege volgen van onderwijs in het buitenland.

Ouder(s)/verzorger(s) dienen vóór 1 juli voorafgaand aan het nieuwe schooljaar een schriftelijke kennisgeving aan RBL te doen.

 

2) Vrijstellingen van geregeld school/instellingbezoek

Artikel 11g 

(artikel 14, Leerplichtwet 1969)

Vrijstelling vanwege gewichtige omstandigheden

Gewichtige omstandigheden zijn omstandigheden buiten de wil gelegen zoals een bruiloft, begrafenis, officiële verplichtingen of overmacht.

 

Artikel 11f

Vrijstelling vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouder(s)/verzorger(s).

Op grond van artikel 11f kunnen ouder(s)/verzorger(s) van een jongere wegens de aard van hun beroep de directeur van de school/instelling verzoeken verlof te verlenen voor een periode van maximaal 10 schooldagen buiten de schoolvakanties per schooljaar.

De ouder dient wel aan te tonen dat er ernstige bedrijfseconomische schade ontstaat als hij/zij tijdens een reguliere schoolvakantie met zijn/haar kind op vakantie gaat.

De beoordeling van dit verzoek ligt altijd bij de directie van de school waar de jongere staat ingeschreven.

 

3) Overige vrijstellingen

Artikel 5a

Vrijstelling vanwege trekkend bestaan (kinderen van circusmedewerkers en kermisexploitanten).

Op grond van artikel 5a kunnen ouder(s)/verzorger(s) van jongeren wegens een trekkend bestaan worden vrijgesteld van de inschrijvingsplicht.

 

Artikel 15 

(artikel 4a en 15, Leerplichtwet1969)

Vrijstelling vanwege het volgen van ander onderwijs.

Op grond van artikel 15 kunnen kwalificatieplichtige jongeren, wegens gewichtige omstandigheden vrijgesteld worden van de inschrijvingsplicht. Ouder(s)/verzorger(s) dienen aan te tonen dat de jongere ander onderwijs volgt.

Voorwaarden: gemeenten kunnen bepalen dat voor het inwilligen van een dergelijk verzoek om vrijstelling artikel 15 een verklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat een jongere onderwijs volgt of gaat volgen, wat voor soort onderwijs dat is en gedurende hoeveel tijd per week.

 

Vervangende leerplicht

(artikel 3a en 3b, Leerplichtwet 1969)

Artikel 3a:

Jongeren vanaf 14 jaar kunnen onder voorwaarden een alternatief leertraject volgen dat naast algemeen vormend en beroepsgericht onderwijs tevens praktijktijd bevat.

 

Artikel 3b:

Jongeren in het laatste jaar van de leerplicht kunnen onder voorwaarden al op een entreeopleiding worden ingeschreven.

 

Gedogen

In uitzonderlijke gevallen mag de leerplichtambtenaar overgaan tot het gedogen dat een leerplichtige/kwalificatieplichtige jongere niet staat ingeschreven bij een school/instelling.

 

5. Signaleren en controleren

(voornemen tot) Verwijderen

Het bevoegd gezag van de school/instelling voert het proces (voornemen tot) verwijderen uit.

(artikel 40 lid 11, WPO; artikel 8.14 en 8.15, WVO 2020)

RBL registreert de gemelde schorsing en of voornemen tot verwijdering in het leerling dossier als de ouder(s)/verzorger(s) hiervan op de hoogte zijn gebracht.

 

Een verwijdering is een besluit van het bevoegd gezag om de leerling, wegens een bepaalde gedraging, niet meer toe te laten tot de lessen en tot de school/instelling. Het bevoegd gezag zal een andere school/instelling moeten vinden die bereid is de leerling toe te laten. Tot die tijd is de school/instelling verantwoordelijk voor het bieden van onderwijs.

 

In- en uitschrijven

(artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet 1969; artikel 8.12 WVO; artikel 47a 162b WEC; artikel 8.1.8 en 8.3.2. WEB)

De school/instelling draagt zorg voor correcte in- en uitschrijving van hun leerlingenadministratie. RBL controleert of alle leerplichtigen of kwalificatieplichtige staan ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling.

 

RBL doet onderzoek indien in- en uitschrijven niet correct zijn uitgevoerd.

 

Melden over vermoedens van onrechtmatigheden

Sociale verzekeringsbank 

(artikel 7, Algemene Kinderbijslagwet)

Volgens de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) kan een 16 of 17 jarige aanspraak maken op kinderbijslag, als voldaan is aan de verplichtingen van de Leerplichtwet 1969.

De leerplichtambtenaar kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van:

  • Ongeoorloofd verzuim (eerdere acties hebben geen succes gehad, verzuim blijft bestaan)

  • Absoluut verzuim

 

Inspectie

Onderwijs

(artikel 17, Leerplichtwet 1969)

De leerplichtambtenaar kan een schriftelijk signaal afgeven aan de Inspectie van het Onderwijs, indien de directeur:

  • Onwillig of nalatig is geweest in het opgetreden verzuim, bijv. bij het ontstaan van absoluut verzuim.

  • Schoolverzuim niet meldt bij de leerplichtambtenaar. 

Wanneer de leerplichtambtenaar de directeur er op gewezen heeft en de situatie niet verandert of voorkomen wordt, wordt een melding gedaan bij de Inspectie van het Onderwijs.

 

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(artikel 23, Leerplichtwet1969)

De leerplichtambtenaar heeft de verplichting vanuit de Leerplichtwet 1969 om bij de Arbeidsinspectie te melden dat een jongere tegen de geldende voorschriften in arbeid verricht.

 

Vastgesteld via de parafencyclus door het dagelijks bestuur op 5 december 2023.

 

Bussum, 2 februari 2024

M.Van der Linden

secretaris

G. Van den Top

voorzitter


1

Vanaf 1 januari 2024 wordt de benaming van het RMC gewijzigd naar ‘Doorstroompunt’. Vooruitlopend op deze komende wijziging is de benaming ‘Doorstroompunt’ al ingevoerd in deze ambtsinstructie.