Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cranendonck

VTH-Uitvoeringsprogramma 2024 Gemeente Cranendonck

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCranendonck
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVTH-Uitvoeringsprogramma 2024 Gemeente Cranendonck
CiteertitelVTH-Uitvoeringsprogramma 2024 Gemeente Cranendonck
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage 1 - Werkplanning VRBZO Cranendonck Bijlage 2 - Werkprogramma ODZOB 2024 Cranendonck

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-2024nieuwe regeling

23-01-2024

gmb-2024-53794

Tekst van de regeling

Intitulé

VTH-Uitvoeringsprogramma 2024 Gemeente Cranendonck

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving gemeente Cranendonck

 

1. Inleiding

Voor u ligt het Vergunningen, Toezicht en Handhaving Uitvoeringsprogramma 2024 van de gemeente Cranendonck (afgekort: VTH-Uitvoeringsprogramma 2024 en hierna: uitvoeringsprogramma). Op grond van artikel 13.8 Omgevingsbesluit is het verplicht een uitvoeringsprogramma op te stellen. De invulling van dit programma is gebaseerd op de keuzes en prioriteiten zoals vastgesteld in het vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid 2024-2027 van de gemeente Cranendonck (hierna: VTH-beleidsplan).

 

Het VTH-beleidsplan is op 12 december 2023 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck (hierna: het college) vastgesteld. De gemeenteraad van de gemeente Cranendonck heeft op 19 december 2023 kennisgenomen van het beleid. Op 19 december 2023 is het beleid aangeboden aan de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS).

 

Ook regelt het Omgevingsbesluit dat het college ieder jaar bepaalt op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het beleid. Daarnaast wordt jaarlijks in een jaarverslag bekeken op welke wijze het voorafgaand jaar uitvoering is gegeven aan het beleid.

 

Dit uitvoeringsprogramma geeft de planning van Vergunningen, Toezicht en Handhaving weer voor het jaar 2024. Aan de hand van de gestelde prioriteiten wordt aangegeven welke werkzaamheden gepland zijn voor 2024 en hoe daaraan uitvoering wordt gegeven. Daarnaast worden de werkzaamheden van ketenpartners weergegeven in dit uitvoeringsprogramma. Denk hierbij aan de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (hierna: Odzob) en de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (hierna: VRBZO). Ook wordt de formatie van VTH voor 2024 weergegeven in dit uitvoeringsprogramma.

 

In hoofdstuk 2 van dit uitvoeringsprogramma leest u de actualiteiten en ontwikkelingen rondom VTH. Hoofdstuk 3 beschrijft de formatie van de medewerkers VTH binnen de gemeente Cranendonck. De werkzaamheden, capaciteit en prioritering van vergunningen komt aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 komen de werkzaamheden, de capaciteit en prioritering van Toezicht en Handhaving aan bod. Tot slot is een lijst van afkortingen opgenomen.

 

Bij een uitvoeringsprogramma hoort ook een jaarverslag VTH. Begin 2024 wordt het jaarverslag opgesteld waarin wordt opgenomen wat de resultaten zijn van de vergunningverlening en de uitgevoerde toezichts- en handhavingsacties in 2023. Omdat het jaarverslag terugkijkt over de periode 2023 waarin andere wetgeving van toepassing was dan in 2024 zullen er waarschijnlijk geen aanleidingen zijn om het op dat moment vastgestelde uitvoeringsprogramma bij te stellen. Mocht blijken dat dat er toch wijzigingen in het uitvoeringsprogramma nodig zijn dan zullen deze wijzigingen verwerkt worden.

2. Actualiteiten en ontwikkelingen

2.1 Algemeen

Afgelopen periode is duidelijk geworden dat er veel meldingen en verzoeken om handhaving worden ingediend. De beschikbare capaciteit van Toezicht en Handhaving wordt met name ingezet op deze handhavingsverzoeken. Verzoeken om handhaving moeten immers altijd in behandeling worden genomen, ongeacht de prioritering in het gemeentelijk beleid. Voor de afhandeling van meldingen wordt gekeken naar de nieuwe prioritering zoals opgenomen in het VTH-beleidsplan. Het is van belang dat (het gevoel van) de veiligheid binnen de gemeente Cranendonck steeds wordt vergroot. Om dit te bereiken moet er worden gezorgd voor realistische en concrete doelstellingen en daaraan passende acties koppelen. Hier wordt komende jaar de nodige aandacht aan besteed. Dit gaan we doen door middel van het maken van een plan van aanpak hoe we (het gevoel van) veiligheid gaan monitoren. Daarbij past ook het meten van de veiligheidsbeleving. Dit kan gemeten worden door middel van bijvoorbeeld een enquête of een leefbaarheidsonderzoek. Ook de veiligheidsbeleving van de inwoners is een aandachtspunt voor dit jaar.

 

Voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet (hierna: Ow) en de Wet kwaliteitsborging (hierna: Wkb) op 1 januari 2024 heeft er een stijging plaatsgevonden van het aantal vergunningaanvragen op basis van Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (hierna: Wabo). Dit levert ook in 2024 nog extra druk op bij vergunningen, omdat deze aanvragen onder het oude stelsel moeten worden behandeld en nieuwe aanvragen onder de nieuwe wet- en regelgeving. Ook voor (bouw)toezicht houdt dit in dat er in 2024 meer controles moeten plaatsvinden vanwege de verleende omgevingsvergunningen.

 

2.2 Implementatie Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging

2.2.1 Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Ow in werking getreden. Van 2020 tot en met 2023 zijn hiervoor reeds voorbereidingen getroffen, zoals een aanbestedingstraject1 dat heeft geresulteerd in de aanschaf en inwerkingtreding van een nieuw VTH-systeem (Powerbrowser) ten behoeve van de afhandeling van vergunningen en toezichts- en handhavingstaken. Daarnaast zijn de medewerkers VTH opgeleid voor de Ow. Hoewel de Ow in werking is getreden zal er ook in 2024 nog behoefte zijn aan verdiepende opleidingen en/of cursussen, deze zullen individueel of in groepsverband gevolgd worden.

 

De eerste periode worden de werkprocessen nog bijgeschaafd en worden de brieven en sjablonen waar nodig verder aangepast. Voor 2024 wordt dit bekostigd uit de reguliere budgetten.

2.2.2 Wet kwaliteitsborging

Gelijktijdig met de Ow is de Wkb in werking getreden. Deze wet - die als doel heeft om de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren - heeft ingrijpende gevolgen voor het proces van bouwen, vergunningverlening en toezicht. Private kwaliteitsborgers houden toezicht op het bouwproces van gevolgklasse 1 (met uitzondering van verbouw) en de aansprakelijkheid van aannemers is verruimd. Het bouwproces van deze activiteiten moet worden ingericht volgens toegelaten instrumenten. Wel geldt er (in veel gevallen) een meldingsplicht.

 

De Wkb treedt op 1 januari 2024 stapsgewijs in, beginnende met nieuwe bouwwerken in gevolgklasse 1 met uitzondering van verbouw. Gevolgklasse 1 houdt in dat het bouwwerk beperkte persoonlijke gevolgen heeft. Denk hierbij aan woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen. Verbouw binnen gevolgklasse 1 volgt op een later moment.

 

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de Wkb zal een evaluatie plaatsvinden. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie volgen daarna (al dan niet gelijktijdig) de bouwwerken in de hogere risicoklassen (gevolgklasse 2 en 3). Onder gevolgklasse 2 worden de bouwwerken verstaan welke een reële kans op persoonlijke gevolgen hebben als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hierbij valt te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen en woongebouwen tot 70 meter hoogte.

 

Gevolgklasse 3 betreft bouwwerken waar kans is op aanzienlijke persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hieronder vallen bouwwerken zoals metrostations, voetbalstadions, ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter.

 

Vooralsnog is de gemeente dus aan zet voor gevolgklasse 2 en 3 en verbouw van gevolgklasse 1. In de gemeente Cranendonck zal met name rekening gehouden moeten worden met vergunningaanvragen voor verbouw in gevolgklasse 1. Gevolgklasse 2 zal sporadisch voorkomen, naar alle waarschijnlijkheid zullen in 2024 geen aanvragen worden ingediend uit gevolgklasse 3.

 

Daarnaast zullen er meldingen worden ingediend voor bouwwerken vallend in gevolgklasse 1. Deze meldingen moeten ingediend worden in plaats van het aanvragen van een omgevingsvergunning. Wij beoordelen de startmelding op diverse aspecten zoals:

  • wat wordt er gebouwd?;

  • wie is de kwaliteitsborger?;

  • met welk instrument wordt gewerkt?;

  • is er een risicobeoordeling?;

  • is er een borgingsplan?

In de gereedmelding wordt gecontroleerd of de verklaring van de kwaliteitsborger aanwezig is.

 

De eerste periode zullen alle meldingen gecontroleerd worden. Daarna zal dit steekproefsgewijs gebeuren. De criteria voor de steekproeven worden in 2024 gemaakt.

 

In bepaalde gevallen geldt een uitzondering waardoor voor bouwwerken vallend in gevolgklasse 1 toch een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd in plaats van dat de bouw begeleid wordt door een kwaliteitsborger en er een melding ingediend moet worden bij de gemeente. Deze uitzonderingen zijn er bijvoorbeeld voor monumenten, als er een gebruiksmelding nodig is voor het brandveilig gebruik van het bouwwerk of wanneer een beroep wordt gedaan op een gelijkwaardige maatregel. In dat geval behandelen wij als gemeente de omgevingsvergunningaanvraag. Deze aanvragen kunnen net als andere aanvragen voor een omgevingsvergunning worden ingediend via het DSO.

 

In de gemeente Cranendonck gelden een aantal bijzondere lokale omstandigheden. Een bijzondere lokale omstandigheid is een lokaal risico waardoor het resultaat van een bouwactiviteit wellicht niet aan de bouwtechnische regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) voldoet. Elke gemeente moet mogelijke bijzondere lokale omstandigheden kenbaar maken. De bijzondere lokale omstandigheden van de gemeente Cranendonck zijn kenbaar gemaakt op de website, namelijk op de pagina: https://www.cranendonck.nl/wet-kwaliteitsborging-voor-het-bouwen .

2.2.3 Powerbrowser

De VTH-applicatie Powerbrowser is aangepast aan de werkprocessen onder de Ow. Ook zijn de brieven en sjablonen waar de medewerkers van VTH mee gaan werken, toegevoegd aan Powerbrowser. Waar nodig zullen de werkprocessen, brieven en sjablonen verder aangepast worden.

2.2.4 Digitaal Stelsel Omgevingswet

De gemeente Cranendonck is aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (hierna: DSO). De koppelingen zijn werkend en vastgesteld is dat aanvragen, meldingen en informatiemomenten ingediend en ontvangen kunnen worden via het DSO. Ook zijn er al diverse vragenbomen opgesteld welke gebruikt kunnen worden door de inwoners. Wanneer blijkt dat er over een specifiek onderwerp veel vragen inkomen, zullen de vragenbomen aangepast of aangevuld worden.

 

2.3 Constructieve veiligheid

De constructieve veiligheid speelt een belangrijke rol in de gemeente Cranendonck. Voor het (op papier) toetsen van de constructie tijdens het behandelen van de omgevingsvergunning, voor zover deze niet onder toets door de kwaliteitsborger valt zoals bovenstaand is omschreven, maakt de gemeente Cranendonck gebruik van inhuur van externe experts .

De constructieve beoordeling in het werk zelf gebeurt door de bouwtoezichthouders.

De VTH-taakuitvoering op het gebied van constructieve veiligheid van gebouwen is geborgd. Zo voldoet de gemeente Cranendonck aan de landelijke kwaliteitseisen. Ook vindt vergunningverlening voor de bouwactiviteit technische toets plaats volgens de eisen van wet- en regelgeving en vindt toezicht en handhaving plaats conform vastgesteld beleid. Er is sprake van voldoende functiescheiding op het gebied van vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds.

 

2.4 Wet open overheid

De Wet open overheid (hierna: Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden. Deze wet heeft de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) vervangen. Het doel van de Woo is om overheden en semi-overheden transparanter te maken. De wet draagt er zorg voor dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Dit vraagt het nodige van de medewerkers van VTH met betrekking tot informatiedeling. In 2024 zullen de medewerkers VTH Woo-verzoeken in behandeling nemen voor zover deze zien op de werkzaamheden van VTH. De verwachting is dat dit enkele verzoeken in 2024 zijn. Deze verzoeken worden behandeld binnen de beschikbare capaciteit.

 

2.5 Samenwerkingen

2.5.1 Kwaliteitscriteria

Op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt er samengewerkt met de gemeenten Heeze-Leende en Valkenswaard. Gezamenlijk vormen wij de A2-gemeenten. Deze samenwerking krijgt op diverse manieren vorm. Eén van die manieren is ‘het bij elkaar in de keuken kijken’, waarbij onderlinge kennis wordt uitgewisseld en wordt geleerd van elkaars werkwijzen. Deze vorm van samenwerking is een continu proces dat leidt tot de situatie waarin wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitscriteria conform het Brabant-brede bodemniveau. De gemeenten zijn voornemens om de samenwerking steeds verder te intensiveren.

Mede door de samenwerking met de A2-gemeenten voldoet de gemeente Cranendonck aan de landelijke kwaliteitscriteria. Deze samenwerking vindt plaats op verschillende manieren.

Zo is er onderling overleg over casussen, wordt er gewerkt op andere locaties en worden de werkprocessen waar mogelijk op elkaar afgestemd.2 Daarnaast wordt geleerd van de werkwijzen waarop bij de andere gemeenten wordt gewerkt.

 

Daarnaast worden de sloopmeldingen in zijn geheel door de Odzob behandeld, vanwege de beperking in de capaciteit in Cranendonck binnen VTH. Hierdoor wordt op het gebied van sloopmeldingen voldaan aan de kwaliteitscriteria.

2.5.2 Buurtbemiddeling

In het geval van burenruzies wordt vanaf 2016 samenwerking gezocht met het sociaal team van de gemeente Cranendonck en met vrijwilligers. Met het team van buurtbemiddeling wordt gezocht naar een voor partijen acceptabele oplossing. Bij herkenning van een burenruzie wordt gezamenlijk gekeken naar de beste aanpak. Deze aanpak wordt in 2024 voortgezet.

2.5.3 Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)

De reguliere controles op brandveiligheid zijn uitbesteed aan de VRBZO. De VRBZO controleert hoofdzakelijk grotere inrichtingen en evenementen, omdat hier de grootste risico’s liggen met betrekking tot brandveiligheid. Bij kleinere risico’s wordt volstaan met het geven van voorschriften. Er wordt niet alleen gekeken naar aantal of grootte, maar vooral uit risicobenadering zoals zelfredzaamheid, overnachting, bekendheid, gevaarlijke stoffen, complexe situaties, optreden brandweer, gelijkwaardigheid, bereikbaarheid etc.

 

Jaarlijks stelt de VRBZO een werkprogrammaprogramma vast dat wordt teruggekoppeld aan de gemeente Cranendonck (zie bijlage 1). Deze samenwerking geldt ook voor 2024. Vooraf is niet exact in te schatten welke werkzaamheden daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden.

 

Voor 2024 geldt dat er 29 reguliere controles op objecten op de planning staan. Daarnaast dienen ook nog controles uitgevoerd te worden in het kader van B en C-evenementen en de klachtenafhandeling. De controles die op de planning staan vallen onder de C-klasse.

 

Verder geldt voor Cranendonck een drietal objecten die extra tijd in beslag nemen om te controleren. Deze drie zijn: vakantiepark in Soerendonk, de gemeenschappelijke vreemdelingenlocatie en Refresco. Ondanks de beperkte capaciteit zal de VRBZO deze drie behandelen. Dat betekent dat er elders in de capaciteit moet worden geknipt.

 

De gemeente Cranendonck en de VRBZO hebben afspraken gemaakt voor duidelijke communicatie en evalueren frequent om zo de werkkwaliteit te verbeteren.

2.5.4 Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (Odzob)

De gemeente Cranendonck is, samen met 20 andere gemeenten en de Provincie, oprichter en opdrachtgever voor de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (Odzob). Doel van deze gemeenschappelijke regeling is de verbetering van de kwaliteit van de vergunningverlening, het toezicht op de milieuvergunningen en de handhaving daarvan. De gemeente Cranendonck legt verschillende taken en opdrachten bij de Odzob neer, veelal op het gebied van milieu.

In het werkprogramma 2024 van de Odzob (zie bijlage 2) wordt omschreven welke taken zij verwachten uit te gaan voeren voor de gemeente Cranendonck. Vooraf is niet exact in te schatten welke werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Dit is onder andere afhankelijk van het aantal meldingen en de ernst van de overtredingen.

Ook is dat afhankelijk van het aantal controles dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van klachten of bestuurlijke prioriteiten. Dit werkprogramma is door het college vastgesteld , en is toegevoegd onder bijlage 2: werkprogramma.

 

Daarnaast voert de Odzob diverse verzoektaken uit voor de gemeente Cranendonck. Zo worden onder andere:

  • uitgebreide Aeriusberekeningen beoordeeld;

  • flora- en faunaonderzoeken beoordeeld;

  • wanneer wordt afgeweken van het omgevingsplan de onderbouwingen beoordeeld op milieuaspecten;

  • sloopmeldingen behandeld.

Voor deze verzoektaken wordt gewerkt met de samenwerkingsfunctionaliteit (Swf) uit Powerbrowser. Het voordeel van deze Swf is dat vanuit de gemeente Cranendonck een actiefverzoek kan worden uitgezet en de reactie ook direct bij de zaak in Powerbrowser kan worden toegevoegd. Er zijn werkafspraken gemaakt met tussen diverse gemeenten in de regio Zuid-Oost Brabant, de Odzob, VRBZOen de GGD hoe bepaalde verzoeken worden uitgezet. De gemeente Cranendonck werkt ook via deze samenwerkingsafspraken.

2.5.5 Regionaal operationeel kader milieutoezicht en vergunningverlening (ROK)

Op grond van artikel 13.2 van het Omgevingsbesluit (voorheen artikel 7.2 Bor) is de gemeente verplicht om beleid vast te stellen voor VTH. Voor de milieutaken moet dit beleid op regionaal niveau worden vastgesteld. Dit beleid is vastgesteld in samenwerking met de Odzob en de deelnemende gemeenten. Vanaf 1 januari 2020 is het Regionaal Operationeel Kader (ROK) van kracht. Dit zorgt ervoor dat milieutoezicht meer risicogericht plaatsvindt en vergunningen meer risicogericht worden getoetst. De toename van kosten door het ROK zijn stapsgewijs verwerkt in de gemeentelijke begroting. Ook onder de Omgevingswet wordt deelgenomen aan het ROK.

2.5.6 Samen sterk in Brabant (SSiB)

De gemeente Cranendonck neemt deel aan dit project. Het team van SSiB is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar in het buitengebied. De boa’s van SSiB zorgen ervoor dat gebruikers van het buitengebied het milieu niet te zwaar belasten. Daarnaast treden zij bij een overtreding op.

 

Bij besluit van 20 oktober 2022 zijn de natuurinspecteurs van SSiB, in dienst van of werkend in opdracht van de Odzob, aangewezen als toezichthouder voor de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Cranendonck 2022 (hierna: APV) en de Afvalstoffenverordening. Dit om de samenwerking te verbeteren en efficiënter op te kunnen treden.

2.5.7 Dommelstroom Interventie Team (DIT)

De gemeente Cranendonck werkt samen met het DIT. Het DIT-team bestaat uit de gemeente, de politie, de VRBZO, de Odzob, de Belastingdienst, de Nederlandse voedsel- en warenautoriteit en Enexis. Het DIT voert controles uit om misstanden en ondermijnende criminaliteit aan te pakken.

 

Op het gebied van FTE is er geen verdeling gemaakt. Dat betekent dat afhankelijk van de situatie (acties/input van de gemeenten en bereidheid om er tijd in te stoppen) de tijd kan fluctueren in de praktijk.

 

In 2024 staan vier actieweken gepland. Afhankelijk van het thema van de actieweek, de beschikbare capaciteit voor de voorbereiding en de juridische afhandeling van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zal de gemeente Cranendonck deelnemen aan deze actieweken. Er is geen structurele oplossing voor de juridische afwikkeling van mogelijke overtredingen die tijdens de acties worden geconstateerd. Deze afwikkeling zal in de reguliere bedrijfsvoering van Handhaving moeten worden meegenomen.

 

Vanuit het DIT, maar ook vanuit de gemeente Cranendonck, worden casussen/adressen aangedragen waarbij het wenselijk is dat deze door meerdere disciplines tezamen worden opgepakt. De eerste stap die wordt gezet is het bepalen van welke disciplines bij de actie(s) aan moeten sluiten, denk hierbij bijvoorbeeld aan de Odzob, de VRBZO en de politie.

De DIT-coördinator verzamelt en inventariseert vervolgens de relevante gegevens van de te bezoeken locatie(s) bij de aangesloten disciplines en stelt een draaiboek op. Voordat een DIT-actie wordt uitgevoerd vindt er een briefing plaats. De DIT-actie vindt plaats als omschreven in het draaiboek.

 

Naar aanleiding van het locatiebezoek stelt iedere discipline de eigen bevindingen op schrift. Aan de hand daarvan wordt bepaald of en zo ja, welke actie(s) genomen moeten worden en door wie.

2.5.8 Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

Op dit moment is de ontvangstlocatie van het COA in Budel, na de opvang in Ter Apel, de grootste ontvangstlocatie in Nederland. De ontvangstlocatie bestaat sinds 2014 en biedt plaats aan maximaal 1500 asielzoekers. Er is een bestuursovereenkomst afgesloten tussen de gemeente en het COA. Deze overeenkomst loopt tot 2028. Een omgevingsvergunning ter legalisatie van het strijdige gebruik van het perceel op grond van het (voorheen) bestemmingsplan loopt tot 1 juli 2024. Voor de periode daarna loopt een vergunningprocedure. Het is de intentie van het COA voor een langere periode een asielzoekerscentrum op deze locatie gevestigd te houden. Het behandelen van deze vergunningaanvraag vraagt veel capaciteit binnen vergunningen en de juridische ondersteuning van vergunningen. Deze werkzaamheden vinden plaats binnen de bestaande capaciteit.

 

In december 2019 hebben de gemeente en het COA een samenwerkingsovereenkomst met elkaar opgesteld, met als doel om er zorg voor te dragen dat het COA op locatie een duurzame huisvesting gaat realiseren, oftewel de herontwikkeling van het terrein. De herontwikkeling tot een Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locatie (hierna GVL) is echter niet meer in lijn met het besluit van de gemeenteraad van 8 maart 2022. Dat betekent een heroriëntatie in aanpak en planning.

 

Door de aanhoudende overlast is er een overlegstructuur opgezet in de vorm van een kernteam, in samenwerking met alle ketenpartners, om de problematiek rondom overlastgevende asielzoekers te monitoren. Dit is gelukt met als resultaat een permanente monitoring van zich voordoende incidenten en het naar aanleiding hiervan handelen; proactieve communicatie is hierbij een belangrijk middel.

 

In het kader van de openbare orde en veiligheid heeft het Rijk financiële middelen ter beschikking gesteld om de overlast tegen te gaan. Deze financiële middelen worden met name ingezet op toezicht (en handhaving), die significant meer aandacht vraagt als gevolg van de aanwezigheid van de GVL.

2.5.9 Overleg met (andere) handhavingspartners

Ingevolge de vereisten van artikel 13.4 e.v. van het Omgevingsbesluit voert de gemeente structureel overleg met de andere handhavingspartners. Dit overleg wordt in ieder geval gehouden met de:

  • Provincie, onder andere in het kader van het jaarlijkse gemeentelijke uitvoeringsprogramma;

  • A2-gemeenten, met name in het kader van de versterking van de samenwerking op diverse gebieden;

  • Odzob, onder andere in het kader van het jaarlijkse werkprogramma;

  • Politie, zes wekelijks in het driehoeksoverleg, tweewekelijks operationeel en waar nodig incidenteel;

  • VRBZO, onder andere in het kader van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma van deze instantie;

  • DIT, van januari t/m mei 2024 driewekelijks tussen de gemeentelijke DIT-deelnemers*;

  • COA, wekelijks kernteamoverleg in het kader van Openbare Orde en Veiligheid.

*Voor het DIT is de keuze gemaakt om van januari t/m mei 2024 om de drie weken te vergaderen, omdat het DIT enige tijd heeft stil gelegen en ze zoveel mogelijk willen investeren. Vanaf januari 2024 zal er 1 keer in de maand een vergadering plaatsvinden.

 

2.6 Borgen financiële middelen (art. 13.10 Omgevingsbesluit)

De in te zetten capaciteit is afgestemd op de noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden zoals genoemd in dit uitvoeringsprogramma. Indien nodig wordt het uitvoeringsprogramma aangepast en/of worden de middelen aangevuld als de omstandigheden of bestuurlijke keuzes/prioriteiten daarom vragen.

 

Voor de uitvoering van de reguliere taken die in dit uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, zijn de financiële middelen geborgd. De bijdrage voor de kosten van de afdeling VTH (met name loonkosten en personele- en organisatiekosten) wordt gedeeltelijk gedekt door het opnemen van de daarvoor overeengekomen gemeentelijke bijdrage in de gemeentelijke begroting. Wij zijn ons ervan bewust dat we met de beschikbare capaciteit weloverwogen keuzes moeten maken.

 

Voor omgevingsvergunningen is een bedrag opgenomen in de begroting van € 104.373,-waarvan € 69.507,- voor ingeleend personeel, €2.866,- voor aanschaf en materiaal en €32.000,- voor advieskosten algemeen. Een bedrag van € 23.972, - is begroot voor vergunningen bijzondere wetten en de APV.

 

In de begroting zijn de volgende bedragen aangaande Toezicht en Handhaving opgenomen, te weten: €54.884,- waarvan €8.048,- voor onderzoeken (bodem, milieu, akoestisch ed.), €38.300,- voor algemene/overige uitgaven en €8.536,- voor advieskosten algemeen.

 

Voor tussentijds door de gemeente op te starten projecten waarvoor inzet van medewerkers VTH is gewenst, moeten in de projectbegroting de benodigde middelen vrijgemaakt worden. In dit uitvoeringsprogramma is daar geen rekening mee gehouden omdat hier binnen de huidige capaciteit geen ruimte voor is. Per project zal bekeken moeten worden welke mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld door het inhuren van extra personeel of het financieel deelnemen in het project.

 

Omdat een gedeelte van de beschikbare kennis niet (meer) aanwezig is bij de gemeente Cranendonck, is het noodzakelijk extern expertise in te huren. Dit gebeurt onder andere bij de Odzob. Een gedeelte van deze uitbesteding is verplicht omdat het basistaken zijn die uitgevoerd moeten worden door de Odzob. Daarnaast zijn enkele taken vrijwillig aan de Odzob uitbesteed. Met deze taken is in de begroting rekening gehouden.

 

Voor de werkzaamheden van de Odzob zijn de volgende bedragen opgenomen in de begroting 2024:

 

 

De bedragen en inschattingen die in de begroting zijn gemaakt worden vertaald in het werkprogramma. Het werkprogramma wordt naar de gemeente Cranendonck gestuurd. Vooraf is niet exact in te schatten welke taken de Odzob voor de gemeente Cranendonck uitvoert. Dit kan inhouden dat andere kosten gemaakt moeten worden dan in de begroting is opgenomen. Gedurende het jaar wordt gemonitord of er grote verschillen zijn ten opzichte van de opgenomen bedragen in de begroting.

3. Formatie VTH

Met ingang van 1 januari 2024 bedraagt de formatie van VTH 19,72 FTE.

 

Vaste capaciteit

Flexibele inzet

Capaciteit totaal

Vergunningverlening Wabo bouw

2,66

1,8

4,46

Vergunningverlening APV & bijzondere wetten

1,53

1,0

2,53

Juridische capaciteit vergunningen

1,0

0,0

1,0

Toezicht

6,0

0,0

6,0

Juridische capaciteit handhaving

3,0

0,0

3,0

Teamleider Dommelstroom Interventieteam

0,0

0,18

0,18

Administratie VTH

2,55

0,0

2,55

Capaciteit totaal*

16,74

2,98

19,72

 

*Het betreft capaciteit c.q. formatie. Daadwerkelijke inzetbaarheid kan anders zijn (door bijv. ziekte).

 

Adresonderzoeken en controles Dommelstroom Interventie Team dienen binnen reguliere werkzaamheden Toezicht en Handhaving uitgevoerd te worden.

 

Naast de bovenstaande FTE worden ook taken uitgevoerd door de Odzob en de VRBZO. Het betreft een flexibele inzet die wordt ingezet afhankelijk van het aantal meldingen, klachten en aanvragen. In hoofdstuk 2.5 wordt aangegeven welke taken de Odzob en de VRBZO in ieder geval gaan uitvoeren.

 

Nieuw team

De medewerkers van VTH zijn ingedeeld onder een nieuw team, namelijk team Omgeving & Veiligheid (voorheen de afdelingen ‘leefomgeving’ en ‘burgers en bedrijven’). De medewerkers van veiligheid, ruimtelijke ordening en bijzondere wetten/APV zijn ook onderdeel van het team Omgeving & Veiligheid.

 

Het team wordt aangestuurd door één teammanager. Deze teammanager heeft kennis en kunde op bovenstaande terreinen waardoor naast afstemming ook inhoudelijke aansturing van VTH kan plaatsvinden. De rol van deze teammanager draagt bij aan de doelmatigheid en efficiëntie van VTH.

4. Vergunningen

4.1 Algemeen

De medewerkers van vergunningen behandelen omgevingsbewust de vergunningaanvragen en verzorgen informatieverstrekking en uitleg over wet- en regelgeving binnen dit vakgebied. In 2024 wordt er gedeeltelijk onder de oude regelgeving gewerkt (Wabo) en gedeeltelijk onder de nieuwe regelgeving (Ow). De aanvragen die in 2023 zijn ingediend worden onder de oude regelgeving behandeld. Met name in de eerste maanden zal ingezet worden op het afhandelen van de aanvragen onder de oude regelgeving. Daarna zullen de aanvragen in behandeling genomen worden welke zijn ingediend vanaf 1 januari 2024.

 

De werkprocessen zijn reeds aangepast aan de nieuwe wetgeving en zullen waar nodig bijgestuurd worden. De software (Powerbrowser) is geïmplementeerd in samenwerking met onder andere de Odzob.

 

Naast de basistaken worden de volgende taken uitgevoerd door de vergunningverleners:

  • input leveren voor het nieuwe Omgevingsplan;

  • participeren in diverse gemeentelijke overleggen (vergunningenkamer en intaketafel);

  • (digitaal) bijwonen van informatiemomenten vanuit provincie en VNG;

  • voorlichting en advisering;

  • projecten;

  • behandelen en beantwoorden van Woo-verzoeken;

  • behandelen en beantwoorden van informatieverzoeken;

  • behandelen van conceptverzoeken;

  • begeleiden en verkennen van initiatieven.

4.1.1 Vergunningen

De taken van de medewerkers van vergunningen zijn voor een groot deel afhankelijk van externe factoren. Het aantal ontvangen aanvragen is afhankelijk van initiatieven van burgers en bedrijven en de ruimtelijke ambities van de gemeente. Ook intensief toezicht kan tot meer aanvragen leiden.

 

Naar verwachting zullen er vanaf 2024 meer omgevingsvergunningen worden aangevraagd. Dit komt omdat het idee dat onder de Wabo gold, namelijk dat in één aanvraag meerdere activiteiten worden aangevraagd, wordt losgelaten.

 

Daarnaast was onder de Wabo slechts één activiteit nodig wanneer er gebouwd werd en dit voldeed aan de regels van het bestemmingsplan. Onder de Ow zijn er in veel gevallen twee omgevingsvergunningen nodig namelijk één voor de omgevingsplanactiviteit en één voor de technische toets wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een activiteit vallend onder gevolgklasse 2 van de Wkb, wanneer het gaat om verbouw in gevolgklasse 1 van de Wkb of wanneer de wijzigingen plaatsvinden aan een monument.

 

Ook zal het aantal omgevingsvergunningaanvragen naar verwachting toenemen om de volgende reden: veel adviseurs waren onder de Wabo bekend met het wijzigen van het bestemmingsplan. Door de komst van de Ow is er veel onwetendheid over het aanpassen van het Omgevingsplan. De verwachting is dat veel adviseurs en initiatiefnemers er daarom voor zullen kiezen een omgevingsvergunning voor de (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit aan te vragen in plaats van het aanpassen van het Omgevingsplan. Intern zijn er reeds afspraken gemaakt welke rol er is voor de regisseur welke valt onder het cluster ruimtelijke ordening en de rol van de omgevingsvergunningverlener. Toch zal er per aanvraag maatwerk mogelijk zijn. De basisregel is dat de vergunningverlener hoofdverantwoordelijk is voor de procedure rondom de vergunningaanvraag, de regie houdt en toezicht houdt op diverse toetsen van collega’s. De regisseur houdt zich met name bezig met het voorbereiden van de stukken van het college en de gemeenteraad.

4.1.2 (Woning)bouwprogramma’s

Gelet op de gemeentelijke (woning)bouwprogramma’s wordt verwacht dat het aantal omgevingsvergunningen voor bouwprojecten in 2024 niet verder toeneemt. Het woningbouwprogramma is vastgelegd in De Woonvisie Cranendonck.

 

Op 9 maart 2023 is de woondeal Zuidoost Brabant getekend. De regio zet zich, in samenwerking met corporaties en marktpartijen, in voor de realisatie van minimaal 45.135 woningen in de periode 2022 tot en met 2030. Elke gemeente neemt een fair share van deze opgave. Voor Cranendonck betekent dat een netto opgave van 555 woningen. De nieuwbouwopgave dient uit tweederde betaalbare woningen te bestaan. De gemeenteraad van Cranendonck heeft op 25 april 2023 de Actualisatie Woonvisie Gemeente Cranendonck vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de woningbouwproductie dient te bestaan uit:

 

  • Minimaal 20% sociale huur

  • Minimaal 20% sociale koop

  • Minimaal 10% betaalbare koop

  • Minimaal 16% middenhuur

Door de toename van het aantal kleinere en oudere huishoudens wordt vooral gestuurd op nultredenwoningen, appartementen en andere kleinere woningtypen.

4.1.3 Milieu

We bevinden ons in een periode van omvangrijke ontwikkelingen met invloed op vergunningverlening, zoals de invoering van de Omgevingswet en de transitie van de veehouderij. Deze ontwikkelingen staan niet op zichzelf maar komen voort uit maatschappelijke ontwikkelingen: een andere blik op de leefomgeving, de veranderingen binnen de agrarische sector en een andere houding in de gesprekken met bedrijven, inwoners en maatschappelijke organisaties.

De problematiek rondom stikstof en verduurzaming van de landbouw speelt in onze regio een grote rol en heeft direct invloed op de behandeling van vergunningaanvragen. Daarnaast gaat onder de Ow de invulling van het onderwerp gezondheid bij vergunningverlening een rol spelen. Het jaar 2024 zal mede in het teken staan van beëindigingsregelingen.

 

Het rapport van Remkes en het advies om versneld piekbelasters op te kopen zal in Cranendonck merkbaar zijn. Door de zeer korte afstand tot Natura 2000 gebieden is het aannemelijk dat de veehouderijen in Cranendonck in aanmerking komen voor diverse regelingen. Dit kan ervoor zorgen dat transitie van ons buitengebied in een stroomversnelling komt. Dit heeft als gevolg dat het aantal omgevingsplanwijzigingen, omgevingsvergunningaanvragen, intrekkingsverzoeken van milieuvergunningen, controles en sloopmeldingen zal toenemen.

 

Indien noodzakelijk zal extra expertise van met name de Odzob ingehuurd worden. Voor milieuvergunningen worden vanaf 2024 leges in rekening gebracht.

4.1.4 Klimaat en energie

De gemeente Cranendonck is bezig met het project “Heesakker Aardgasvrij”. Mogelijk zorgt dit voor extra vergunningaanvragen in 2024. Ook wordt er gewerkt aan een grote isolatieopgave waar mogelijk verguninningen voor aangevraagd gaan worden. Daarnaast zien we een toename in het aantal aanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond bij bijvoorbeeld woningen. Aanvragen voor kleine zonnepanelen initiatieven op de grond worden getoetst aan de beleidsregels kleine zoninitiatieven . De aanvragen op het gebied van klimaat en energie worden beoordeeld binnen de bestaande capaciteit.

4.1.5 Opleiding

De medewerkers VTH zullen op diverse gebieden kennis moeten vergaren, onder andere vanwege de Ow en de Wkb. Daarom is er ruimte voor het volgen van trainingen en opleidingen. Per medeweker wordt bekeken of scholing wenselijk is. Dit kan individueel plaatsvinden (bijvoorbeeld door het volgen van de ABW-opleiding) of gezamenlijk.

4.1.6 VTH-beleidsplan

Vanaf 2024 is het nieuwe VTH-beleidsplan van toepassing. De prioriteiten in de taakuitvoering voor vergunningen zijn bepaald in dit beleidsplan. Op grond hiervan worden de zaken op basis van thema’s, locatie en risico getoetst volgens de vastgestelde toetsingsniveaus. Deze toetsingen worden op zaakniveau uitgevoerd en geregistreerd.

4.1.7 Omgevingsplan en veegplan

Alle gemeenten maken een Omgevingsplan. De medewerkers van vergunningen zullen worden gevraagd om hiervoor input aan te leveren. Ook nemen de medewerkers van vergunningen deel aan de werkgroep welke keuzes maakt in het kader van het Omgevingsplan. In 2024 worden de eerste keuzes en stappen gemaakt voor het aanpassen van een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Cranendonck.

 

In 2023 is gestart met een veegplan, zodat diverse initiatieven nog mogelijk gemaakt worden voorgaand aan de nieuwe regelgeving uit de Ow. Dit veegplan is in 2023 als ontwerp ter inzage gelegd. Het toetsen van het definitieve plan vindt echter pas in 2024 plaats. Van de vergunningsverleners wordt hiervoor een bijdrage gevraagd, omdat alle regels bekeken moeten worden op toetsbaarheid/uitvoerbaarheid.

4.1.8 Vergunningenkamer, intaketafel en VTH-overleg

In de vergunningenkamer en intaketafel worden plannen besproken die niet passen binnen het Omgevingsplan. In de vergunningenkamer wordt onderzocht of een ontheffing van het omgevingsplan kan worden verleend, bijvoorbeeld door een Opa of Bopa. De vergunningenkamer bestaat uit medewerkers van vergunningen, ruimtelijke ordening en waar nodig andere expertises zoals handhaving.

 

Grootschalige plannen die niet passen binnen het geldende Omgevingsplan worden voorgelegd aan de intaketafel of (regionale) omgevingstafel. Dit zijn integrale overleggen waar ruimtelijke initiatieven worden beoordeeld en onderzocht op haalbaarheid. Wanneer er een positief advies van de intaketafel komt, is een wijziging van het Omgevingsplan nodig of een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit (binnenplans of buitenplans). Het voordeel voor de initiatiefnemer is dat hij in een vroeg stadium een integrale afweging heeft ontvangen van zijn voorgenomen plan, dit is ook in de lijn van de Ow. Deze taken voeren de vergunningsverleners uit binnen de reguliere tijd voor omgevingsvergunningen.

 

Tweewekelijks wordt 4,5 uur besteed aan de vergunningenkamer en 2,5 uur aan de intaketafel. Deelname aan de (regionale) omgevingstafel zal sporadisch zijn en dus niet uit te drukken in uren per week.

 

De medewerkers van vergunningen sluiten ook aan bij het VTH-overleg, waarbij de handhavingsjuristen en indien nodig toezichthouders aansluiten om actuele casussen te bespreken. Daarnaast sluiten de medewerkers van vergunningen aan bij het afdelingsoverleg dat iedere zes weken plaatsvindt. Tijdens het afdelingsoverleg wordt onder andere aandacht besteed aan de (verbeteringen voor) gehanteerde programma’s en het (beter) inregelen van de administratieve taken.

4.1.9 Key-user overleg Powerbrowser

Het applicatiebeheer van Powerbrowser is in de A2-samenwerking belegd bij het team functioneel beheer. Echter, er wordt ook input gevraagd van de vakafdelingen. De procesbeheerder (ook wel key-user) is kennishouder van een proces en daarmee de contactpersoon op de afdeling voor de applicatie leverancier en/of de functioneel beheerder. De key-users hebben de volgende rollen:

  • signaleren als het proces wijzigt en dit tijdig aangeven;

  • problemen en wensen signaleren en afstemmen met de functioneel beheerders;

  • meedenken over de doorontwikkeling van werkprocessen en inrichting;

  • wijzigingen communiceren met de collega gebruikers.

Twee van de medewerkers vergunningen zijn aangesteld al key-user. Hiervoor wordt onder andere deelgenomen aan een key-user overleg welke iedere twee weken plaatsvindt. Tijdens het key-user overleg wordt samen met de functioneel beheerder en key-users uit de gemeente Heeze-Leende en Valkenswaard overlegd over mogelijk aanpassingen aan Powerbrowser.

4.1.10 (Digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG

Wanneer er informatiedagen of momenten worden georganiseerd die relevante raakvlakken hebben in het kader van vergunningverlening worden deze (digitaal) bijgewoond door in ieder geval één medewerker uit voornoemd vakgebied. Ingeval het informatiedagen of momenten voor andere disciplines betreft, worden deze in de organisatie doorgestuurd naar de betreffende medewerkers.

4.1.11 Voorlichting / Informatieverzoek

De potentiële aanvrager of een persoon welke meer informatie wil hebben kan bij een medewerker vergunningen algemene informatie alsook de voor een specifiek perceel geldende informatie opvragen. Door een medewerker wordt onder andere aangegeven waar bepaalde informatie staat, hoe het Omgevingsplan moet worden bekeken, welke regels van toepassing zijn op de situatie en welke vervolgstappen genomen kunnen worden. De voorlichting betreft geen vergunningaanvraag. De verzoeker krijgt geen toestemming om iets te doen. Het gaat enkel om het verstrekken van (algemene) informatie. Daarnaast wordt er altijd geattendeerd op de mogelijkheid een adviseur te benaderen voor de vervolgstappen.

Wanneer een initiatiefnemer gebruik wil maken van de vergunningsvrije bouwmogelijkheden dan kan de initiatiefnemer, zonder tussenkomst van de gemeente, direct aan de slag gaan.

4.1.12 Conceptverzoek

De gemeente biedt potentiële aanvragers de mogelijkheid een conceptverzoek in te dienen. In dit conceptverzoek wordt bekeken of alle stukken bij de aanvraag zitten. Deze taken voeren de medewerkers van vergunningen uit binnen de reguliere tijd voor omgevingsvergunningen.

4.1.13 Verkennen initiatief

De gemeente adviseert initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen en bouwplannen om plannen in een vroeg stadium met de gemeente te bespreken. Dat noemen we ‘idee verkennen’.

 

De gemeente behandelt het plan op hoofdlijnen. Vervolgens krijgt de initiatiefnemer te horen in hoeverre de gemeente het plan wenselijk en haalbaar acht. Idee verkennen is dus een quickscan om als initiatiefnemer in een vroeg stadium een inschatting te kunnen maken of er binnen de gemeente draagvlak is voor het plan. Tijdens het idee verkennen kunnen er twee conclusies zijn, namelijk:

  • het plan voldoet aan het Omgevingsplan. De initiatiefnemer krijgt hierover dan een schriftelijke reactie;

  • het plan voldoet niet aan het Omgevingsplan. De gemeente gaat dan onderzoeken of van de regels kan worden afgeweken. Afhankelijk of het een grote of kleine wijziging is worden er meer of minder disciplines betrokken. De gemeente houdt de initiatiefnemer op de hoogte welke stappen doorlopen worden, bijvoorbeeld dat het plan wordt voorgelegd bij de vergunningenkamer of intaketafel. Het doel is om het plan en de (on)haalbaarheid duidelijk te krijgen. Wanneer het initiatief besproken wordt in de intaketafel is er een nauwe samenwerking tussen de vergunningverlener en de secretaris van de intaketafel. De intaketafel wordt gezamenlijk voorbereid en er vindt afstemming plaats wie de informatie naderhand communiceert met de indiener.

4.1.14 Advisering aan provincie

Voor sommige grote bedrijven in onze gemeente is de provincie het bevoegd gezag. Het college wordt dan om advies of advies met instemming gevraagd. Het aantal zaken is beperkt (ongeveer 5 per jaar). Deze taken voeren de medewerkers van vergunningen uit binnen de reguliere tijd voor omgevingsvergunningen.

4.1.15 Tweewekelijks overleg portefeuillehouder

Elke twee weken vindt er een overleg plaats waarbij de portefeuillehouder en de vergunningverleners aanwezig zijn. Indien nodig kunnen de teammanager Omgeving & Veiligheid of andere betrokken medewerkers ook aansluiten bij dit overleg. Het overleg is geïnitieerd om de portefeuillehouder in een vroeg stadium bij de lopende vergunningsaanvragen te betrekken.

4.1.16 Enquête vergunningen

In 2024 wordt geëvalueerd of wederom een enquête wordt gehouden onder de aanvragers en gemachtigde van omgevingsvergunningaanvragen. In deze enquête wordt nagegaan hoe de aanvrager en gemachtigde de dienstverlening rondom vergunningen vinden.

 

4.2 Werkzaamheden en capaciteit

Onderstaand wordt weergegeven welke werkzaamheden in 2024 worden verwacht voor de medewerkers van vergunningen en hoeveel uren hiervoor nodig zijn.

Ook wordt weergegeven hoeveel uren er beschikbaar zijn aan de hand van het aantal FTE’s en of het haalbaar is om de te verwachten werkzaamheden uit te kunnen voeren binnen de beschikbare capaciteit.

4.2.1 Vergunningverlening

In onderstaande tabel wordt een schatting weergegeven van het aantal producten/vergunningen in 2024.

 

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘24

Balieafspraken + informatieverzoeken

250

Product

1

250

Conceptverzoek

10

Product

15

150

Idee verkennen

20

Product

10

200

Omgevingsvergunning technische toets

18

Vergunning

27

486

Omgevingsvergunning Opa

152

Vergunning

30

4560

Omgevingsvergunning Bopa

41

Vergunning

57

2337

Omgevingsvergunning overige activiteiten

34

Vergunning

2,5

85

Mer-procedure

0

Product

0

0

Intrekkingen

4

Besluit

4

16

Vergunning brandveilig gebruik

4

Product

20

80

Opleggen maatwerkvoorschriften

5

Besluit

2

10

Verklaring vergunningvrij bouwen

10

Product

5

50

Woo-verzoek

5

Product

5

25

Adviesverzoeken

5

Product

5

25

Verwerken gegevens Odzob

200

Product

0,5

100

Totaal

758

8374

 

Voor de omgevingsvergunningen zijn er twee vergunningverleners in vaste dienst. Op het moment van schrijven is er één inhuur vergunningverlener waarbij het de bedoeling is dat deze wordt vervangen voor een vaste vergunningverlener, deze vacature staat uit.

Ook is er sprake van een ondersteuner op het gebied van onder andere brandveiligheid.

Daarnaast zijn er twee administratie medewerkers welke gedeeltelijk werkzaamheden verrichten voor vergunningen. Het totale FTE (zodra de inhuur vervangen is voor vaste formatie ) bedraagt 3,60. Een FTE betreft 1829 uren. In totaal zijn er 6.584,4 uren beschikbaar. Dit is onvoldoende om bovengenoemde werkzaamheden uit te kunnen voeren.

4.2.2 Prioritering

Voor vergunningverlening is door middel van een risicoanalyse in kaart gebracht welke vormen van vergunningverlening prioriteit hebben. Daarbij is naar voren gekomen dat de volgende zaken een hoge prioriteit hebben:

 

Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur

1

Infrastructurele werken

1

Bedrijfsmatige bouwwerken met hoge gebruiksintensiteit (o.a. horeca)

1

 

Deze zaken krijgen bij de vergunningverlening de meeste aandacht en worden op het hoogste niveau getoetst.

 

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Het wettelijk kader biedt op het ogenblik aan gemeenten de ruimte om – op basis van een risicoanalyse – te variëren in intensiteit van toetsing van (verschillende typen bouwwerken) aan het Bbl.

 

Variatie in de intensiteit van toetsing is noodzakelijk om de beschikbare capaciteit effectief in te zetten. Om te bepalen met welke intensiteit een bepaald onderdeel binnen het Bbl wordt getoetst (toetsingsniveau) hebben wij in het VTH-beleidsplan, overeenkomstig de systematiek van het toezicht, prioriteiten bepaald door effect (van eventuele regelovertreding) af te zetten tegen de kans dat iets dergelijks zich voordoet.

 

De volgende prioriteiten stellen wij aan Bbl-toetsen:

 

Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur

1

Infrastructurele werken

1

Bedrijfsmatige bouwwerken met hoge gebruiksintensiteit (o.a. horeca)

1

Bedrijfsgebouwen (kantoor / industrie) > één bouwlaag

2

Particuliere grondgebonden (één)gezinswoningen

2

Projectmatige grondgebonden (één)gezinswoningen

2

Bedrijfsgebouwen (kantoor / industrie) < of = één bouwlaag

2

Mantelzorgwoningen

2

Publiek toegankelijke bouwwerken

2

Gevelwijzigingen, aan/uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen, dakkapellen

3

Bedrijfsmatige vrijstaande bijgebouwen

3

Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

Bedrijfsmatige bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

 

In de tabel hieronder wordt aangegeven op welk niveau het Bbl wordt getoetst:

 

 

Steekproefsgewijs worden toetsen met een lagere prioriteit toch op een hoger niveau getoetst. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de bouwplannen met een lagere prioriteit van voldoende niveau blijft.

 

Daarnaast moet worden opgemerkt dat niet voor alle bouwwerken de gemeente een toetsing hoeft uit te voeren. Wanneer de Wkb bepaalt dat een kwaliteitsborger de toetsing aan de regelgeving uit het Bbl doet, bijvoorbeeld omdat het gaat om de nieuwbouw van een woonhuis (gevolgklasse 1 niet zijnde verbouw) dan vindt er bij de gemeente geen toetsing plaats. Meer informatie over de Wkb staat in paragraaf 2.2.2.

 

Overige toetsen

Alle overige toetsen zoals de toets aan het omgevingsplan en welstand worden volledig getoetst. Hier wordt geen prioritering voor gemaakt of toegepast.

4.2.3 Juridisch

Op basis van de voorgaande jaren is een inschatting gemaakt van het aantal te verwachten juridische procedures. Hoewel een lichte afname aanwezig lijkt te zijn, worden procedures omvangrijker.

 

Hier dient wel bij opgemerkt te worden dat een zo reëel mogelijke schatting lastig is. De uiteindelijke omvang van een zaak, specifiek de inhoud, is hier met name in bepalend. Daarentegen worden procedures inzake bezwaar, voorlopige voorzieningen en (hoger) beroep altijd opgepakt; er worden geen keuzes gemaakt.

 

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘24

Bezwaar vergunning

25

Product

30

750

Voorlopige voorziening vergunning

10

Product

30

300

Beroep vergunning rechtstreeks

5

Product

35

175

Beroep vergunning na bezwaar

10

Product

30

300

Hoger beroep vergunning

5

Product

30

150

Woo-verzoeken

5

Product

30

150

Totaal

60

1825

5. Toezicht & handhaving

5.1 Algemeen

De medewerkers van toezicht & handhaving zijn verantwoordelijk voor de uitvoer van de toezicht- en handhavingstaken. Denk hierbij onder andere aan het uitvoeren van (her)controles, het opstellen van brieven en besluiten, inclusief invorderingsprocedures en het vertegenwoordigen van de bestuursorganen in bezwaar- en beroepsprocedures. Sluitingen van woningen en panden op grond van de Opiumwet vallen ook onder het taakgebied van toezicht en handhaving.

 

Naast voornoemde taken worden ook andere taken uitgevoerd die verband houden met toezicht en handhaving, zoals:

  • juridische ondersteuning en integrale afstemming met andere organisatieonderdelen (zoals toezicht , vergunningen, veiligheid en milieu);

  • bijwonen van informatiedagen van externe partners;

  • participeren in diverse gemeentelijke overleggen (vergunningenkamer, intaketafel, VTH-overleg, handhaving specifieke overleggen);

  • (digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG;

  • voorlichting;

  • grote ruimtelijke ontwikkelingen;

  • het behandelen en beantwoorden van Woo-verzoeken en informatieverzoeken;

  • DIT;

  • LAA-controles.

5.1.1 Verzoeken om handhaving, ambtshalve handhaving en meldingen

Het overgrote deel van de werkzaamheden van de (juridisch) medewerkers handhaving komt voort uit formele handhavingsverzoeken. Het betreft in dat geval extern aangedragen handhavingszaken. Ontvankelijke verzoeken om handhaving moeten altijd worden opgepakt en behandeld worden binnen een redelijke termijn. Deze termijn bedraagt 8 weken en kan worden verlengd indien meer onderzoek nodig is voor het nemen van een besluit op het handhavingsverzoek. Sporadisch is er tijd en capaciteit voor hoog geprioriteerde ambtshalve casussen.

 

Kenmerkend voor de gemeente Cranendonck is dat er relatief veel meldingen worden ingediend. We zien dat de afgelopen jaren veel meldingen (en verzoeken om handhaving) worden ingediend. Vaak gaat dit om langslepende trajecten waar al het nodige aan vooraf is gegaan. Voor de behandeling van meldingen is de nieuwe prioriteitenlijst, zoals opgenomen in het VTH-beleid, van toepassing.

5.1.2 Damocles-sluitingen

De (juridisch) medewerkers handhaving houden zich naast verzoeken om handhaving ook bezig met het sluiten van woningen/lokalen en bijbehorende erven op grond van artikel 13b Opiumwet. De burgemeester is bevoegd om woningen/lokalen en bijbehorende erven te sluiten. Na ontvangst van de bestuurlijke rapportage die door de politie wordt opgesteld, dient er een besluit te worden genomen. Het uitvoeren van het besluit, oftewel het sluiten van de woning of het pand, behoort tot de taken van de toezichthouders, alsook het toezicht houden op een gesloten woning/lokaal/erf.

 

Het is vooraf lastig in te schatten hoeveel sluitingen er in 2024 zullen plaatsvinden op grond van artikel 13b Opiumwet.

5.1.3 Milieu

Handhavingszaken die (voornamelijk) milieugericht zijn, worden overgedragen aan de Odzob of gezamenlijk opgepakt. De Odzob wordt door de gemeente in kennis gebracht van de situatie en voorzien van de benodigde stukken. Deze taak is opgenomen in het werkprogramma van de Odzob.

5.1.4 Opleiding

In 2023 hebben verschillende medewerkers (o.a. handhaving) cursussen gevolgd met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Ook in 2024 zal er wellicht nog tijd aan scholing worden besteed. De (juridisch) medewerkers handhaving zorgen dat ze op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen door het volgen van webinars en het bijhouden van de jurisprudentie (en overzichtsuitspraken). Meerdere malen per jaar worden er cursussen gevolgd.

 

In de toekomst is het de bedoeling dat de toezichthouders elkaar onderling kunnen vervangen. De gemeente Cranendonck zal in 2024 nog steeds beschikken over een toezichthouder met de opleiding Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht (ABW 1). De collega-toezichthouder zal deze opleiding in de toekomst wellicht ook gaan volgen.

5.1.5 VTH-beleidsplan

Vanaf 2024 is het nieuwe VTH-beleidsplan van toepassing. De prioriteiten in de taakuitvoering voor toezicht en handhaving zijn bepaald in dit beleidsplan. Meldingen worden aan de hand van deze prioriteitenlijst opgepakt.

5.1.6 Vergunningenkamer, intaketafel en VTH-overleg

Bij (mogelijke) handhavingszaken zijn de handhavingsjuristen betrokken bij de vergunningenkamer. De handhavingsjuristen brengen hier dossiers in voor een legalisatietoets.

Daarnaast wordt in sommige gevallen besproken hoe een bepaalde regel uit het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) moet worden geïnterpreteerd. Tijdens het overleg wordt een integraal oordeel gevormd over de voorgelegde handhavingszaken. Van de vergunningenkamer worden verslagen gemaakt. Deze verslagen worden op de Teamomgeving van de gemeente geplaatst. Op die manier werken medewerkers van Vergunningen, RO en Handhaving nauw samen.

 

Grootschalige plannen die niet passen binnen het omgevingsplan worden niet via de vergunningenkamer behandeld, maar worden voorgelegd aan de intaketafel (voorheen regiekamer). In het geval een handhavingszaak is ingebracht in de vergunningenkamer, maar door de intaketafel behandeld dient te worden, zorgt de secretaris intaketafel hiervoor.

 

De handhavingsjuristen sluiten ook aan bij het VTH-overleg, waarbij de vergunningverleners en indien nodig toezichthouders bij aansluiten om actuele casussen te bespreken. Daarnaast sluiten de medewerkers van toezicht & handhaving ook aan bij het afdelingsoverleg dat iedere zes weken plaatsvindt. Tijdens het afdelingsoverleg wordt onder andere aandacht besteed aan de (verbeteringen voor) gehanteerde programma’s en het (beter) inregelen van de administratieve taken.

5.1.7 Handhavingsspecifieke overleggen

De handhavingsjuristen voeren specifieke overleggen die gericht zijn op bespreking van de lopende zaken.

 

Driewekelijks overleg portefeuillehouder

Elke drie weken vindt er een overleg plaats waarbij de portefeuillehouder en de handhavingsjuristen aanwezig zijn. Indien nodig kunnen de teammanager Omgeving & Veiligheid of andere betrokken medewerkers ook aansluiten bij dit overleg. Het overleg is geïnitieerd om de portefeuillehouder in een vroeg stadium bij de lopende handhavingszaken te betrekken.

 

Tweewekelijks overleg veiligheid

Elke twee weken vindt er een overleg plaats waarbij de burgemeester, de medewerker van Openbare Orde en Veiligheid (hierna OOV), de medewerker Rampen en Crisis, de handhavingsjuristen, de teammanager Omgeving & Veiligheid en een notulist aanwezig zijn. Tijdens dit overleg worden de casussen besproken die verband houden met de veiligheid van de openbare orde binnen de gemeente Cranendonck, waarvan de burgemeester portefeuillehouder is.

 

Maandelijks regulier veiligheidsoverleg

Iedere maand vindt er een overleg plaats waarbij de burgemeester, de medewerker van OOV, de medewerker Rampen en Crisis, de handhavingsjuristen en de politie aanwezig is. In dit overleg worden de cijfers van de strafbare feiten die hebben plaatsgevonden in de gemeente Cranendonck besproken, alsook de actuele veiligheidscasussen.

5.1.8 (Digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG

Wanneer informatiedagen worden georganiseerd die relevante raakvlakken hebben in het kader van Toezicht & Handhaving worden deze (digitaal) bijgewoond door in ieder geval één medewerker uit voornoemd vakgebied. Ingeval het informatiedagen voor andere disciplines betreft, worden deze in de organisatie doorgestuurd naar de betreffende medewerkers.

5.1.9 Informatie verstrekken

In het geval van een lopende handhavingszaak of klacht kunnen de betrokkenen informatie inwinnen bij de medewerkers Handhaving. Het komt regelmatig voor dat de burger niet bekend is met de stappen in een handhavingstraject en hierover geïnformeerd wil worden. Het is echter ook mogelijk dat men vragen heeft die specifiek zijn gericht op het perceel waar de handhavingszaak loopt of waar de klacht tegen gericht is.

5.1.10 Grote ruimtelijke ontwikkelingen

In de afgelopen jaren hebben we geconstateerd dat gedurende projecten met een grote ruimtelijke ontwikkeling vaak veel handhavingscapaciteit moet worden ingezet, zowel op het gebied van toezicht als op het gebied van juridische handhaving. Mogelijk zal dit ook in 2024 bij projecten met grote ruimtelijke ontwikkelingen gebeuren. Dergelijke projecten kennen politieke en bestuurlijke druk waardoor deze projecten veel aandacht vragen.

5.1.11 Ontwikkelen en bijscholing

Op dit moment is nog niet helemaal duidelijk wat de komst van de Ow precies gaat betekenen voor toezicht & handhaving. Dat zal de praktijk moeten leren. De verwachting is dat de impact groot gaat zijn in het kader van de Wkb. Hierdoor is het van belang om ons in 2024 te blijven ontwikkelen en verbeteren waar nodig. Mogelijk is hier ook nog scholing voor nodig. Dit wordt mogelijk gemaakt binnen de reguliere capaciteit.

5.1.12 Ondermijning

De ‘onderwereld’ is voor haar illegale activiteiten afhankelijk van diensten in de ‘bovenwereld’. De vermenging van deze onder- en bovenwereld heet ondermijning. Meerdere factoren maken de gemeente Cranendonck aantrekkelijk voor ondermijnende criminaliteit. Met name de geografische ligging van de gemeente speelt hierin een rol. Cranendonck heeft een aantrekkelijke infrastructuur als het gaat om snel-, lucht-, spoor- en waterwegen.

Daarnaast ligt de gemeente dicht bij de grens met België en Duitsland. Bovendien is er (relatief) veel industrie en heeft de gemeente een groot buitengebied.

 

Ondermijning is een onderwerp dat landelijk, regionaal en lokaal veel aandacht krijgt. Dat ondermijning ook in Cranendonck een onderwerp is dat aandacht verdient, zien we onder andere aan het aantal aangetroffen hennepkwekerijen en het aantal gevallen van voorbereidingshandelingen in de afgelopen jaren. De burgemeester kan in die gevallen gebruik maken van zijn bevoegdheid om over te gaan tot sluiting van een woning of lokaal en/of bijbehorende erven. De Damocles-sluitingen worden uitgevoerd binnen de reguliere taken. Het toezicht houden op de sluitingen van de woningen/panden heeft impact op de capaciteit.

5.1.13 Meld Misdaad Anoniem (MMA)

De gemeente Cranendonck is sinds 2021 aangesloten bij het meldpunt Meld Misdaad Anoniem (hierna: MMA). Deze meldingen vormen een belangrijk middel in de gezamenlijke aanpak van (ondermijnende) criminaliteit. Aansluiting bij MMA draagt bij aan een betere informatiepositie van gemeenten. Daarnaast helpt dit in de integrale samenwerking met de politie en/of het Regionaal Informatie en Expertisecentrum (hierna: RIEC). Ook krijgen de gemeenten een beter zicht op mogelijke problemen die de veiligheid in de buurt kunnen aantasten. Inkomende meldingen worden doorgestuurd naar de politie en worden in het tweewekelijks overleg Veiligheid besproken.

5.1.14 Landelijke handhavingsstrategie

Bij handhavingszaken wordt gebruik gemaakt van de Landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). Deze strategie is voor Cranendonck vastgesteld in het VTH-beleidsplan. Binnen deze strategie kan ook strafrechtelijke handhaving aan de orde zijn. Als hier sprake van is, vindt er overleg plaats met de politie.

5.1.15 Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) en Basisregistratie personen (BRP)

Door middel van de LAA wordt ervoor gezorgd dat de adreskwaliteit in de BRP wordt vergroot en daarmee adresgerelateerde fraude wordt voorkomen, dan wel bestreden. Een belangrijk onderdeel van de betreffende aanpak vormen de adresonderzoeken (enkele tientallen per jaar). In het uitvoeringsprogramma is rekening gehouden met de betreffende werkzaamheden. Echter, deze werkzaamheden dienen binnen de reguliere capaciteit uitgevoerd te worden.

 

Convenant gegevensuitwisseling gemeente Cranendonck en woningcorporatie Wocom, vestiging Someren, ter bestrijding van woonfraude (hierna: convenant)

Het convenant is in oktober 2023 door beide partijen ondertekend en gepubliceerd. Dit convenant ligt ten grondslag aan het driewekelijks overleg dat plaatsvindt tussen een juridisch medewerker van Handhaving, een medewerker van Burgerzaken en een medewerker van Wocom die betrokken zijn bij dergelijke adresonderzoeken. Dit overleg vindt plaats om eventuele woonfraude gezamenlijk te voorkomen of aan te kunnen pakken.

 

De verwachting is dat het aantal signalen in 2024 gelijk zal blijven aan het aantal signalen die in 2023 zijn ingekomen.

5.1.16 Project inventarisatie industrieterreinen

In het VTH-beleidsplan is aangegeven dat er enkele projecten wenselijk zijn, waaronder het project inventarisatie industrieterreinen. Om dit project op te pakken zal de samenwerking moeten worden opgezocht met de collega’s van Veiligheid, alsook de politie en overige ketenpartners. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit van alle partners voor de voorbereiding en de juridische afwikkeling van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zal dit project in 2024 worden gestart.

5.1.17 Klimaat en energie

Bij de twee zonneparken d’Aasdonken en de Raak gaat komend voorjaar de bouw daadwerkelijk van start. Daar is bouwtoezicht bij nodig. Ook wordt er gewerkt aan een grote isolatieopgave, hier moet toezicht op gehouden worden.

 

5.2 Werkzaamheden en capaciteit

Onderstaand wordt weergegeven welke werkzaamheden in 2024 worden verwacht voor de medewerkers van toezicht & handhaving en hoeveel uren hiervoor nodig zijn. Ook is er in onderstaande tabellen kritisch gekeken naar de beschikbare capaciteit en is onderzocht of er voldoende maar niet veel te veel FTE beschikbaar is om alle taken uit te voeren.

5.2.1 Toezichthouders/boa’s

In de hiernavolgende tabellen wordt het aantal geschatte controles en producten weergegeven per onderwerp. Voor sommige onderwerpen is dit lastig in te schatten. Dit hangt ook af van het aantal meldingen dat wordt ingediend door de inwoners. In de eerste tabel staan de aantallen voor het toezicht met betrekking tot de Wkb, in de tweede tabel het toezicht in de openbare ruimte, gevolgd door het toezicht op de ruimtelijke ordening in de derde tabel, het toezicht op de Alcoholwet in de vierde tabel en tot slot het toezicht m.b.t. het GVL.

 

Wkb

 

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘24

Informatiemoment start bouw

220

Ontvangstbevestiging

1,5

330

Informatiemoment bouw gereed

220

Ontvangstbevestiging

1,5

330

Startmelding

100

melding

5

500

Gereedmelding

100

melding

5

500

Totaal

640

1.660

 

Het is lastig om een inschatting te maken van de werkzaamheden die na de inwerkingtreding van de Wkb uitgevoerd gaan worden omdat deze ervaring er nog niet is. Binnen de gemeente Cranendonck hebben we één bouwtoezichthouder met 1 FTE. Deze toezichthouder voert de controles altijd gezamenlijk uit met een andere toezichthouder die ook 1 FTE heeft. De bouwtoezichthouder beoordeelt ook de start- en gereedmeldingen en de informatiemomenten waarbij deze ondersteund wordt door een administratief medewerker.

 

De inschatting is dat de bouwtoezichthouder 0,6 FTE zal moeten besteden aan administratieve werkzaamheden en dat de administratief medewerker hier 0,3 FTE aan zal besteden. Eén FTE betreft 1829 uren. Voor de bouwtoezichthouder houdt dit in dat 1106 uren besteed moeten worden aan beoordelingen achter de computer. Voor de administratief medewerker is dit 554 uur. De overige uren worden ingezet op controles op locatie.

 

Ruimtelijke ordening

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Controle op strijdig gebruik door bedrijven

7

6

42

Controle

Controle op bewoning in strijd met het omgevingsplan

10

6

60

Controle

Controle op strijdig gebruik door particulieren

50

6

300

Controle

Controle op Bopa’s

40

6

240

Controle

Controle op Opa’s voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden zonder vergunning

2

6

12

Controle

Controle op Opa’s voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

2

6

12

Controle

Klachtenafhandeling

100

3

300

Product

Totaal

230

966

 

Toezicht bouw

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Controle op omgevingsvergunningen

200

3

600

Controle

Controle op Wkb meldingen

30

3

90

Controle

Toezicht op Bbl

90

3

270

Controle

Toezicht brandveiligheid

2

6

12

Controle

Toezicht bouwen zonder vergunning

30

4

120

Controle

Toezicht BAG

15

6

90

Controle

Toezicht WOZ

300

0,5

150

Product

Totaal

586

1332

 

Openbare ruimte

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Behandeling klachten/meldingen

320

2

640

Product

Controle afval/vuilnis (inclusief dumpingen)

50

1

50

Controle

Controle loslopende honden/Hondenpoep

15

1

15

Controle

Controle parkeren

300

1

300

Controle

Controle reclame

3

1

3

Controle

Controle evenementen

13

16

208

Controle

Controle overige APV/omgeving/overlast

20

1,5

30

Controle

Ondermijnende criminaliteit

35

10

350

Controle

Totaal

987

1626

 

Alcoholwet

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Controle vergunning Alcoholwet

5

2

10

Controle

Controle inrichtingseisen Alcoholwet

5

2

10

Controle

Controle paracommercie

3

2

6

Controle

Controle schenken onder 18

13

1

13

Controle

Totaal

22

39

 

GVL en GVL-gerelateerd

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Toezicht GVL

400

8

3200

Controle

 

Totaal

3200

 

Adrescontroles

 

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘24

Soort

Adrescontrole en opstellen rapportage

40

5

45

Controle en product

Totaal

40

45

 

Het aantal geschatte uren gelet op bovenstaande schema’s betreffen gezamenlijk ca. 5160 uren. In 2024 zijn er vier boa’s belast met controles op onder andere bovengenoemde onderwerpen. Iedere boa heeft 1 FTE. Eén FTE betreft 1829 uren. Gezamenlijk hebben zij 7316 uren te besteden. Dat is naar alle waarschijnlijkheid voldoende om bovenstaande geschatte werkzaamheden uit te voeren. Opgemerkt wordt dat twee boa’s zich naast de reguliere taken ook bezighouden met het uitvoeren van adrescontroles.

5.2.2 Prioritering

Vanwege de grote diversiteit en omvang van de taken op het gebied van Toezicht en Handhaving kunnen we met de beschikbare capaciteit niet alle zaken (tegelijk) aanpakken. Verspreid over de tijd en capaciteit moeten daarom keuzes gemaakt worden. Daarom zijn (door middel van een risicoanalyse) per thema waarbinnen Toezicht en Handhaving een rol speelt, risico’s in kaart gebracht. De risico’s bepalen voor een groot deel de bestuurlijke prioriteit.

 

In het VTH-beleidsplan is een nieuwe prioriteringslijst opgenomen voor toezicht en handhaving. Een concept prioriteringslijst is eerder besproken met de gemeenteraad. Na de verkregen feedback is vorennoemde prioriteringslijst opgesteld.

 

Verzoeken tot handhaving worden ten alle tijden opgepakt en behandeld. Overige meldingen/klachten en daaruit vloeiende werkzaamheden worden uitgevoerd aan de hand van de prioriteringslijst zoals opgenomen in het VTH-Beleidsplan. Onderstaande onderwerpen hebben de hoogste prioriteit en worden met voorrang opgenomen ten opzichte van meldingen met een lagere prioriteit. De tabel geeft geen volgorde in prioritering aan; alle zaken in de tabel zijn hoog geprioriteerd en hebben in die zin geen voorrang op elkaar.

 

Onderwerp

Toezicht op drugsgerelateerde onderwerpen

Toezicht op ondermijnende criminaliteit

Toezicht op azc-gerelateerde overlast

Toezicht op grote/risicovolle evenementen en festiviteiten (geluid/eindtijden)

Toezicht verleende Ow-vergunningen

Beoordeling van de start- en gereedmeldingen

Toezicht op slopen (asbest) zonder melding

Toezicht op strijdig gebruik door particulieren

Toezicht op strijdig gebruik door bedrijven

Toezicht op bouwen zonder vergunning (n.a.v. een melding)

Toezicht op bewoning in strijd met het Op

Toezicht op Bbl (brand)veiligheid

Toezicht op exploitatievergunning

Toezicht op illegale bewoning arbeidsmigranten

Toezicht op (leegstand) woonadressen/Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Toezicht op parkeerexcessen

Toezicht op verbranden van afvalstoffen/stoken van vuur

Toezicht op afval/vuilnis (inclusief dumpingen)

Toezicht op voorwerpen op/aan de weg (hinderlijk/gevaarlijk)

Toezicht op omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot het uitvoeren van werken of werkzaamheden zonder of in strijd met de vergunning

Bouwtoezicht na calamiteiten

5.2.3 Juridisch

In onderstaande tabel wordt weergegeven welke juridische werkzaamheden in 2024 worden verwacht - uitgevoerd door de handhavingsjuristen - en hoeveel uren hiervoor nodig zijn. Ook wordt weergegeven hoeveel uren er beschikbaar zijn aan de hand van het aantal FTE’s en of het haalbaar is de verwachte werkzaamheden uit te kunnen voeren binnen de beschikbare capaciteit.

 

Activiteit

Producten

Soort

Ken

getal

Uren ‘24

Aanschrijvingen/waarschuwingen

40

Product

5

200

Voornemen LOD/LOB/invordering

35

Product

25

875

Besluit LOD/LOB/invordering

30

Besluit

20

600

Bezwaar LOD/LOB/invordering

15

Product

30

450

Voorlopige voorziening LOD/LOB/invordering

5

Product

24

120

Beroep LOD/LOB/invordering

10

Product

30

300

Hoger beroep LOB/LOD/invordering

5

Product

30

150

Wet Damocles voornemen LOB

10

Product

20

200

Wet Damocles LOB

10

Besluit

22

220

Wet Damocles (administratieve afwikkeling)

10

Product

3

30

Wet Damocles bezwaar

5

Product

30

150

Wet Damocles voorlopige voorziening

3

Product

24

72

Wet Damocles beroep

3

Product

30

90

Wet Damocles hoger beroep

1

Product

30

30

Woo-verzoeken handhaving

5

Product

30

150

Totaal

187

3637

 

Er wordt een stijging in het aantal aanschrijvingen/waarschuwingen verwacht ten opzichte van vorig jaar, gelet op de inwerkingtreding van de Ow en de Wkb.

 

Opgemerkt wordt dat capaciteit voor handhaving is uitgebreid. Vanaf december 2023 heeft de gemeente Cranendonck namelijk drie handhavingsjuristen in dienst. Allen hebben 1 FTE. Eén FTE betreft 1829 uren. De handhavingsjuristen hebben gezamenlijk 5487 uren. De verwachtte werkzaamheden zoals bovenstaand is weergegeven, kunnen naar alle waarschijnlijkheid worden uitgevoerd. Het aantal uren aan overleggen per week, belafspraken, afspraken met inwoners op kantoor en het volgen van webinars/ cursussen, worden in bovenstaand schema niet weergegeven, evenmin het aanwezig zijn bij DIT-acties.

Op 23 januari 2024 vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders

Lijst met afkortingen

 

APV

Algemene plaatselijke verordening gemeente Cranendonck

Boa

Buitengewoon opsporingsambtenaar

BRP

Basisregistratie personen

COA

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck

DIT

Dommelstroom Interventie Team

DSO

Digitaal Stelsel Omgevingswet

GVL

Gemeenschappelijke vreemdelingenlocatie

GS

Gedeputeerde Staten

LAA

Landelijke aanpak adreskwaliteit

LHS

Landelijke handhavingsstrategie

Odzob

Omgevingsdienst Zuidoost Brabant

OOV

Openbare Orde en Veiligheid

Ow

Omgevingswet

PB

Powerbrowser

RIEC

Regionaal Informatie en Expertise Centrum

RO

Ruimtelijke Ordening

SSiB

Samen sterk in Brabant

VNG

Vereniging van Nederlandse gemeenten

VRBZO

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

VTH

Vergunningen, Toezicht en Handhaving

VTH-beleid

Vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid 2024-2027 van de gemeente Cranendonck

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wkb

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Wnb

Wet natuurbescherming

Woo

Wet open overheid

WOZ

Wet waardering onroerende zaken

Bijlage 1 Werkplanning VRBZO Cranendonck

 


1

 

2

De werkprocessen worden verder geharmoniseerd door een uniforme inrichting voor lokale processen in PowerBrowser in de drie gemeenten.