Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Scheldestromen

REGLEMENT VAN ORDE ALGEMENE VERGADERING WATERSCHAP SCHELDESTROMEN 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Scheldestromen
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingREGLEMENT VAN ORDE ALGEMENE VERGADERING WATERSCHAP SCHELDESTROMEN 2023
CiteertitelReglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpReglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Reglement voor het Waterschap Scheldestromen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-2023Reglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen

12-10-2023

wsb-2024-1744

2023017715

Tekst van de regeling

Intitulé

REGLEMENT VAN ORDE ALGEMENE VERGADERING WATERSCHAP SCHELDESTROMEN 2023

Reglement van orde Algemene Vergadering waterschap Scheldestromen 2023

De algemene vergadering van waterschap Scheldestromen;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 september 2023, nr. 2023017713;

gelet op het feit dat actualisatie van de huidige reglementen van orde, vastgesteld bij besluit van 3 maart 2011 noodzakelijk is gebleken;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen:

- het Reglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen 2023;

In te trekken:

- het Reglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen zoals vastgesteld bij besluit van de algemene vergadering van waterschap Scheldestromen van 3 maart 2011;

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. amendement: voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

b. bestuurlijke vragen: vragen met een bestuurlijk-politieke lading;

c. dijkgraaf: hij die volgens de wet optreedt als voorzitter van de algemene vergadering van het waterschap of diens plaatsvervanger;

d. hoofdelijke stemming: de stemming waarbij de dijkgraaf ieder lid van de algemene vergadering bij naam noemt en vraagt om zijn/haar stem uit te brengen;

e. initiatiefvoorstel: een voorstel tot het nemen van een beslissing zonder dat daaraan een ontwerpbesluit van het dagelijks bestuur ten grondslag ligt;

f. interpellatie: vraag om inlichtingen of verantwoording in een vergadering van de algemene vergadering over enig punt van algemeen waterschapsbelang;

g. interruptie: korte directe onderbreking van een spreker voor het plaatsen van een opmerking of het stellen van een vraag.

h. kantoor: hoofdkantoren van het waterschap te Terneuzen/Middelburg;

i. motie: korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

j. secretaris: de secretaris-directeur of de door het dagelijks bestuur daartoe aangewezen plaatsvervangend secretaris;

k. subamendement: voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het amendement, waarop het betrekking heeft;

l. technische vragen: vragen zonder politieke lading over feiten of om een verduidelijking zoals een wetsuitleg of cijfermatige onderbouwing;

m. voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

 

Artikel 2 De dijkgraaf

De dijkgraaf is belast met:

a. het leiden van de vergadering;

b. het handhaven van de orde;

c. het doen naleven van het reglement van orde;

d. hetgeen de Waterschapswet, het Waterschapsbesluit of dit reglement hem verder opdraagt.

 

Artikel 3 De secretaris

  • 1.

    De secretaris is in elke vergadering van de algemene vergadering aanwezig.

  • 2.

    De secretaris kan, indien daartoe door de dijkgraaf uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

 

Artikel 4 Voorzittersoverleg

  • 1.

    De algemene vergadering heeft een voorzittersoverleg.

  • 2.

    Het voorzittersoverleg bestaat uit de dijkgraaf, de voorzitters van de fracties die namens de categorie ingezetenen in de algemene vergadering zitting hebben en een per categorie ongebouwd en natuurterreinen als zodanig aangewezen vertegenwoordiger.

  • 3.

    De secretaris of een door hem aan te wijzen ambtenaar/ambtenaren is/zijn bij elke vergadering van het voorzittersoverleg aanwezig.

  • 4.

    Ieder lid van het voorzittersoverleg wijst een vaste plaatsvervanger aan om hem te vervangen bij zijn afwezigheid in het voorzittersoverleg.

  • 5.

    De dijkgraaf roept het voorzittersoverleg bijeen indien hem dit wenselijk voorkomt of indien tenminste drie leden van het voorzittersoverleg daarom vragen.

  • 6.

    De vergaderingen van het voorzittersoverleg zijn niet openbaar.

 

Artikel 5 Commissies

  • 1.

    De algemene vergadering besluit tot de instelling van een of meer vaste commissies voor advies.

  • 2.

    De algemene vergadering kan een tijdelijke commissie instellen.

  • 3.

    De algemene vergadering stelt voor de vergaderingen van de commissies een reglement van orde vast.

 

Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden van de Algemene vergadering; Benoeming leden dagelijks bestuur; Fracties

Artikel 6 Toelating van leden

  • 1.

    De zittende leden van de algemene vergadering beslissen in de laatste vergadering over de toelating van de leden voor een nieuwe zittingsperiode. Als dat niet mogelijk is, wordt hier zo snel mogelijk daarna over beslist.

  • 2.

    De algemene vergadering beslist ook over de invulling van tussentijdse vacatures. Dat gebeurt in de eerstvolgende vergadering na de ontvangst van de benodigde documenten.

  • 3.

    Bij elke benoeming van nieuwe leden van de algemene vergadering stelt de algemene vergadering op voordracht van de dijkgraaf een commissie in van drie personen, de Commissie voor de Geloofsbrieven. Deze commissie voert het onderzoek uit rondom de toelating van nieuwe leden, zoals bedoeld in artikel V 4 van de Kieswet en artikel 19 van de Waterschapswet. De commissie wordt bijgestaan door de secretaris of een door deze aan te wijzen ambtenaar of ambtenaren.

  • 4.

    De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven mondeling verslag uit aan de algemene vergadering en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 5.

    De algemene vergadering beslist direct over de toelating, tenzij dat in verband met onvolledigheid of onduidelijkheid van de stukken niet mogelijk is.

  • 6.

    Als de leden van de algemene vergadering daarom vragen, geeft de dijkgraaf hun inzicht in de toelatingsdocumenten.

     

Artikel 7 Beëdiging

  • 1.

    Na een verkiezing worden de toegelaten leden (waar mogelijk) tijdens de eerste vergadering van de nieuwe zittingsperiode van de algemene vergadering door de dijkgraaf beëdigd middels het afleggen van de eed of de verklaring en belofte.

  • 2.

    Bij een tussentijdse vacaturevervulling worden de nieuwe leden in de vergadering waarin over hun toelating wordt beslist beëdigd. Als dit niet mogelijk is, worden zij zo snel mogelijk daarna beëdigd.

  • 3.

    De beëdiging is het eerste agendapunt na de opening.

     

Artikel 8 Vaststellen zetels en kandidaatstelling dagelijks bestuur

  • 1.

    De algemene vergadering stelt – op voorstel van het dagelijks bestuur – vast uit hoeveel leden het dagelijks bestuur voor de duur van de lopende bestuursperiode bestaat. Daarbij neemt de algemene vergadering artikel 40 van de Waterschapswet in acht.

  • 2.

    Als er tussentijds een vacature ontstaat in het dagelijks bestuur, dan kan de algemene vergadering het aantal zetels voor het dagelijks bestuur opnieuw vaststellen.

  • 3.

    Als het aantal zetels is vastgesteld, dan mogen de leden van de algemene vergadering zich kandidaat stellen voor het dagelijks bestuur.

  • 4.

    Leden van de algemene vergadering kunnen zichzelf kandidaat stellen. Daarnaast kunnen zij door één of meer leden van de algemene vergadering worden voorgedragen. De voorgedragen kandidaat moet hiermee instemmen. Deze instemming moet blijken uit een schriftelijke verklaring of uit de mondelinge bevestiging van de voorgedragen kandidaat in de vergadering waar over de benoeming wordt gestemd.

  • 5.

    De kandidaatstelling gebeurt schriftelijk bij de dijkgraaf.

  • 6.

    De kandidaatstelling dient uiterlijk 14 dagen vóór de vergadering waarin de leden worden gekozen door de dijkgraaf te zijn ontvangen.

  • 7.

    Ten hoogste één lid van het dagelijks bestuur mag van buiten de kring van de algemene vergadering afkomstig zijn.

  • 8.

    Bij de benoeming van een lid van het dagelijks bestuur van buiten de kring van de algemene vergadering wordt overeenkomstig artikel 6, derde lid, een commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de Waterschapswet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig artikel 6, tweede lid van dit reglement.

  • 9.

    Zodra de procedure zoals genoemd in artikel 8, derde lid van dit reglement is afgerond, deelt de dijkgraaf aan de algemene vergadering mee wie zich kandidaat hebben gesteld.

  • 10.

    Kandidaten die dat willen, mogen tijdens een vergadering van de algemene vergadering hun kandidatuur mondeling toelichten.

     

Artikel 9 Benoeming leden dagelijks bestuur

  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur worden door de algemene vergadering benoemd.

  • 2.

    Zij kunnen worden benoemd als zij overeenkomstig artikel 7 van dit reglement zijn beëdigd. Daarbij zijn onderstaande bepalingen van toepassing.

  • 3.

    Iedereen die zich volgens artikel 8 van dit reglement tijdig kandidaat heeft gesteld, laat zien dat hij integer is. Dat gebeurt op de volgende manier:

    a. de kandidaat levert bij de dijkgraaf een verklaring omtrent het gedrag (VOG) aan. Deze VOG is niet ouder dan zes maanden en is afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

    b. De kandidaat neemt deel aan een risicoscan integriteit. Deze scan wordt uitgevoerd door een extern bureau en aangeboden door het waterschap.

    c. De kandidaat voert daarna een gesprek met de dijkgraaf. Daarin bespreekt hij eventuele integriteitsrisico’s rondom zijn functioneren als lid van het dagelijks bestuur. Ook zijn VOG en de uitkomsten van de integriteitsscan komen aan bod. Bij dit gesprek is de secretaris aanwezig, die zorgt voor een kort vertrouwelijk verslag. De kandidaat ontvangt dit verslag. Daarnaast wordt dit document vertrouwelijk gearchiveerd bij het waterschap.

  • 4.

    De dijkgraaf informeert het algemeen bestuur in een besloten deel van een vergadering over de informatie uit de VOG en de externe integriteitsscan. De kandidaatleden voor het dagelijks bestuur nemen deel aan deze vergadering.

     

Artikel 10 Stemming en verkozenverklaring

  • 1.

    Zijn er evenveel kandidaten als te vervullen plaatsen, dan onderzoekt de voorzitter of daarmee voldaan wordt aan artikel 40 van de Waterschapswet. Is dat het geval, dan verklaart hij de kandidaat of kandidaten voor verkozen, tenzij één of meer leden van het algemeen bestuur hier tegen zijn. In dat geval volgt er een stemming overeenkomstig artikel 33 van dit reglement.

  • 2.

    Zijn er meer kandidaten dan te vervullen plaatsen, dan vindt er een stemming plaats overeenkomstig artikel 33 van dit reglement.

 

Artikel 11 Fracties

  • 1.

    De leden van de algemene vergadering die door het stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, alsmede de leden van de algemene vergadering die zijn benoemd overeenkomstig artikel 14, eerste en tweede lid, van de Waterschapswet worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijst slechts één lid verkozen respectievelijk voor een categorie van belanghebbenden slechts één lid benoemd, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2.

    De fractie voert in de algemene vergadering als naam de aanduiding die boven de kandidatenlijst was geplaatst, respectievelijk de naam “Ongebouwd” of ”Natuurterreinen”.

  • 3.

    De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk schriftelijk doorgegeven aan de dijkgraaf. Zolang deze namen nog niet zijn doorgegeven worden voor de categorie Ingezetenen de lijsttrekkers geacht voorzitter te zijn en voor respectievelijk de categorieën “Ongebouwd” en “Natuurterreinen” de oudste in leeftijd.

  • 4.

    Met uitzondering van de leden van de fracties Ongebouwd en Natuurterreinen kunnen:

    a.

    - één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;

    - twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;

    - één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;

    Hiervan wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de dijkgraaf. Tevens geven zij aan welke aanduiding zij in de algemene vergadering willen voeren.

    b. Met de onder a. beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de algemene vergadering na de mededeling daarvan.

  • 5.

    De algemene vergadering beslist of en zo ja op welke wijze de fracties door het waterschap worden ondersteund.

     

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 12 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De algemene vergadering vergadert ten minste 4 maal per jaar. De algemene vergadering stelt uiterlijk in de laatste vergadering van een jaar het vergaderschema vast voor het volgende jaar. De dijkgraaf bepaalt plaats en uur van de vergaderingen.

  • 2.

    De dijkgraaf kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

  • 3.

    Ingeval de dijkgraaf of het dagelijks bestuur dat nodig oordelen of één vijfde van het aantal zitting hebbende leden schriftelijk, met opgave van redenen, om een vergadering verzoekt, wordt deze vergadering binnen 14 dagen belegd.

 

Artikel 13 Oproep

  • 1.

    De dijkgraaf zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de leden van de algemene vergadering een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden van de algemene vergadering verzonden.

     

Artikel 14 Agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan de dijkgraaf na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden van de algemene vergadering verzonden en openbaar gemaakt.

  • 2.

    Wanneer de algemene vergadering een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar een commissie of aan het dagelijks bestuur nadere inlichtingen of advies vragen.

  • 3.

    Op voorstel van een lid van de algemene vergadering of van de dijkgraaf kan de algemene vergadering de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 4.

    Voorstellen die niet op de agenda staan, kunnen alleen in geval van spoed worden toegevoegd aan de vergadering. Zulke voorstellen kunnen worden aangedragen door de dijkgraaf, door het dagelijks bestuur of door een lid de algemene vergadering. In het laatste geval moet het voorstel schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend en door minstens drie leden worden gesteund. De dijkgraaf bepaalt wanneer het voorstel aan de orde komt.

  • 5.

    Bij het voorstel wordt duidelijk vermeld waarom sprake is van spoed. De dijkgraaf oordeelt op basis van de gegeven onderbouwing of sprake is van spoed.

  • 6.

    Een voorstel dat buiten de agenda om wordt gedaan, moet op een moment worden ingediend dat alle leden het redelijkerwijs nog kunnen bekijken. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan afgeweken worden. Het lid dat zo’n voorstel doet, levert dit minstens drie dagen vóór de datum van een vergadering aan bij de dijkgraaf. De dijkgraaf stuurt het voorstel direct door aan de leden.

  • 7.

    De leden behandelen het voorstel nadat zij het advies van het dagelijks bestuur hebben gehoord. Zo nodig schorst de dijkgraaf de vergadering tijdens het beraad van het dagelijks bestuur.

  • 8.

    Over niet-geagendeerde voorstellen kan alleen een besluit worden genomen als minstens twee derde van de leden van de algemene vergadering instemt met agendering.

  • 9.

    Voorstellen kunnen door de indieners worden ingetrokken zolang de algemene vergadering nog geen besluit heeft genomen.

 

Artikel 15 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden voor een ieder op het kantoor van het waterschap ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de algemene vergadering en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het kantoor van het waterschap gebracht.

  • 3.

    Indien omtrent stukken geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de secretaris en verleent deze de leden van de algemene vergadering inzage.

 

Artikel 16 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt op de voor afkondigingen in het waterschap gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van het waterschap openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

a. de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien.

  • 3.

    De agenda en de daarbij behorende stukken worden op de website van het waterschap geplaatst.

 

Artikel 17 Woordvoering door toehoorders

  • 1.

    Toehoorders kunnen in de gelegenheid worden gesteld om eenmaal het woord te voeren over een of meer aan de orde zijnde agendapunten.

  • 2.

    Zij die het woord willen voeren als bedoeld in lid 1, dienen dit voorafgaand aan de vergadering te melden bij de secretaris.

  • 3.

    Direct na de opening van de vergadering bepaalt de dijkgraaf wanneer toehoorders in de gelegenheid worden gesteld om het woord te voeren.

  • 4.

    Voor de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van ten hoogste 5 minuten per agendapunt. De maximale spreektijd voor woordvoerders als bedoeld in het eerste lid gezamenlijk, is dertig minuten.

  • 5.

    Op voorstel van de dijkgraaf kan de algemene vergadering van het bepaalde in het vierde lid afwijken.

     

Artikel 18 Video, presentaties

Als in de vergadering voor het overleg videobeelden worden getoond of gebruik wordt gemaakt van presentaties, dan wordt dat in de openbare kennisgeving vermeld.

 

Artikel 19 Presentielijst

  • 1.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de algemene vergadering de presentielijst. De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van de presentielijst. Indien een lid voortijdig de vergadering verlaat, maakt de secretaris hiervan aantekening op de presentielijst onder vermelding van het tijdstip.

  • 2.

    Leden die niet bij de vergadering aanwezig kunnen zijn, geven dit zo mogelijk vóór de vergadering door aan de secretaris.

 

Artikel 20 Zitplaatsen

  • 1.

    De dijkgraaf, de leden en de secretaris hebben een vaste zitplaats, door de dijkgraaf bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de algemene vergadering aangewezen.

  • 2.

    Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de dijkgraaf de indeling herzien.

 

Artikel 21 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De dijkgraaf opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal leden van de algemene vergadering blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de dijkgraaf, na voorlezing van de namen der afwezige leden, de dag en het uur van de volgende vergadering.

  • 3.

    Een vergadering die door te weinig aanwezige leden niet wordt gehouden, komt wél in aanmerking voor de vergoedingsregelingen.

     

Artikel 22 Verslag, besluitenlijst en weergave van de vergadering.

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het doen opstellen van een verslag en een besluitenlijst van de vergadering.

  • 2.

    Het concept verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden van de algemene vergadering toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 3.

    De leden van de algemene vergadering en het dagelijks bestuur en de secretaris hebben het recht een voorstel tot verandering aan de algemene vergadering te doen, indien het concept verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is. Die voorstellen kunnen tijdens de vergadering van het algemene vergadering worden ingebracht.

  • 4.

    Het verslag bevat tenminste:

a. de namen van de dijkgraaf van de vergadering, de secretaris, de aanwezige leden van de algemene vergadering en de namen van de bestuursleden die afwezig waren;

b. een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

c. een zakelijke samenvatting van het gesprokene;

d. een overzicht van het verloop van de stemmingen;

e. de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

f.  bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie  het op grond van het bepaalde in artikel 27 door de algemene vergadering is toegestaan  deel te nemen aan de beraadslagingen.

g. een omschrijving van alle in de vergadering genomen besluiten.

  • 5.

    De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de vergadering opgesteld en op de website van het waterschap geplaatst.

  • 6.

    De vergadering wordt digitaal opgenomen. De opnamen zijn via de website van het waterschap voor een ieder te beluisteren.

     

Artikel 23 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de algemene vergadering ingekomen stukken en schriftelijke mededelingen van het dagelijks bestuur aan de algemene vergadering en de in artikel 37 lid 7 bedoelde vragen en antwoorden, worden als ingekomen stuk aan de algemene vergadering gemeld.

  • 2.

    Na de vaststelling van het verslag stelt de algemene vergadering, op voorstel van het dagelijks bestuur, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast voor zover deze nog niet zijn afgehandeld.

 

Artikel 24 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de algemene vergadering anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de dijkgraaf geopend en afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op:

a. de rapporteur van een commissie;

b. het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel;

c. het lid van het dagelijks bestuur, dat in het bijzonder belast is met het in behandeling zijnde onderwerp.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

 

Artikel 25 Spreektijd

Op voorstel van de dijkgraaf of een lid van de algemene vergadering kan de algemene vergadering voor daarbij te bepalen onderwerpen de spreektijd per fractie vaststellen.

 

Artikel 26 Handhaving orde; schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij

    a. de dijkgraaf het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    b. een lid hem interrumpeert. De dijkgraaf kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de dijkgraaf tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de dijkgraaf hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De dijkgraaf kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

     

Artikel 27 Beraadslaging

  • 1.

    De algemene vergadering kan op voorstel van de dijkgraaf of van een lid van de algemene vergadering beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    De dijkgraaf kan besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het dagelijks bestuur of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

     

Artikel 28 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De algemene vergadering kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de dijkgraaf of één der leden van de algemene vergadering genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

 

Artikel 29 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de algemene vergadering tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.

 

Artikel 30 Beslissing

  • 1.

    Wanneer de dijkgraaf vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de algemene vergadering anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten vindt, na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de dijkgraaf het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

 

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen

Artikel 31 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    De dijkgraaf vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de dijkgraaf dit niet verlangt, stelt de dijkgraaf vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 38a Waterschapswet van stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de dijkgraaf daarvan mededeling.

  • 4.

    Stemming vindt plaats bij handopsteking, tenzij de dijkgraaf of één der leden hoofdelijke stemming verlangt.

  • 5.

    De dijkgraaf verzoekt de leden een hand op te steken. Wanneer de uitslag naar het oordeel van de dijkgraaf of slechts één lid niet duidelijk is, geschiedt alsnog stemming bij hoofdelijke oproeping.

  • 6.

    Voordat tot hoofdelijke stemming wordt overgegaan, deelt de dijkgraaf mee bij welk lid van de algemene vergadering de stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.

  • 7.

    Bij hoofdelijke stemming roept de dijkgraaf de leden van de algemene vergadering bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat daarvoor overeenkomstig artikel 31 lid 6 van dit reglement is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 8.

    Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 38a Waterschapswet moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 9.

    De leden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of ‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 10.

    Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de dijkgraaf de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.

  • 11.

    Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of voor de tweede maal staken over hetzelfde voorstel, is het voorstel verworpen. Indien de stemmen staken in een niet-voltallige vergadering, wordt het nemen van het besluit uitgesteld tot een volgende vergadering waarin de beraadslagingen worden heropend. Onder een voltallige vergadering wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan een vergadering waarin alle zitting hebbende leden, voor zover zij zich niet van medestemmen moeten onthouden, een stem hebben uitgebracht.

  • 12.

    De dijkgraaf deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

     

Artikel 32 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de dijkgraaf de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt de regel dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, bepaalt de dijkgraaf, onverkort het bepaalde in lid 3 van dit artikel, in welke volgorde de stemming over het voorstel en de motie plaats vindt.

 

Artikel 33 Stemming over personen

  • 1.

    Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming, het opstellen van een voordracht of een aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de dijkgraaf 3 leden tot stembureau.

  • 2.

    Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van (artikel 38 a lid 1 van) de Waterschapswet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen te zijn voorzien van een waarmerk van het waterschap.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De algemene vergadering kan op voorstel van de dijkgraaf beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5.

    Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 38c van de Waterschapswet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

a. een blanco ingevuld stembriefje;

b. een ondertekend stembriefje;

c. een stembriefje waarop meer dan 1 naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;

d. een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen;

e. een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de algemene vergadering, op voorstel van de dijkgraaf.

  • 7.

    Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

 

Artikel 34 Herstemming over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede vrije stemming overgegaan.

  • 2.

    Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming (herstemming) plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3.

    Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

 

Artikel 35 Beslissing door het lot

  • 1.

    Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de dijkgraaf op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2.

    Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3.

    Vervolgens neemt de dijkgraaf een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

 

Hoofdstuk 4 Rechten van leden

Artikel 36 Interpellatie

  • 1.

    Ieder lid van de algemene vergadering kan een verzoek tot het houden van een interpellatie indienen. Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de dijkgraaf spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de dijkgraaf ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.

  • 2.

    De dijkgraaf brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de algemene vergadering. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De algemene vergadering bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.

  • 3.

    De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de algemene vergadering, de leden van het dagelijks bestuur niet meer dan eenmaal, tenzij de algemene vergadering hen hiertoe verlof geeft.

 

Artikel 37 Technische vragen/bestuurlijke vragen

  • 1.

    Fracties kunnen tot uiterlijk vier werkdagen vóór de dag van de vergadering technische vragen stellen aan de secretaris. Deze vragen moeten betrekking hebben op onderwerpen die op de agenda staan.

  • 2.

    Technische vragen zijn bedoeld om onderwerpen die op de agenda staan te verduidelijken of aan te vullen.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor de beantwoording van de technische vragen. Hij zorgt ervoor dat de leden de antwoorden voor de vergadering hebben ontvangen. Als dat niet mogelijk is worden de antwoorden zo snel mogelijk daarna toegezonden.

  • 4.

    Een lid van de algemene vergadering kan over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in artikel 89 (verantwoording over door dagelijks bestuur gevoerd bestuur) of artikel 97 (verantwoording over door dijkgraaf gevoerd bestuur) van de Waterschapswet vragen. Deze vragen worden aangeduid als bestuurlijke vragen.

  • 5.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de overige leden van de algemene vergadering van het verzoek genoemd in het vierde lid een verzoek een afschrift krijgen.

  • 6.

    Op de verlangde bestuurlijke vragen wordt zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen 4 weken na het ontvangen van de vraag gereageerd.

  • 7.

    De gestelde bestuurlijke vragen en het antwoord daarop worden opgenomen in de lijst van ingekomen stukken van de algemene vergadering.

  • 8.

    De in dit artikel bedoelde technische vragen/bestuurlijke vragen worden per mail gericht aan bestuursvragen@scheldestromen.nl.

 

Artikel 38 Initiatiefvoorstellen

  • 1.

    Ieder lid van de algemene vergadering kan een initiatiefvoorstel indienen. Een initiatiefvoorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de dijkgraaf worden ingediend en door tenminste drie andere leden te worden ondersteund.

  • 2.

    De dijkgraaf plaatst het voorstel op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

  • 3.

    De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de algemene vergadering oordeelt dat:

a. het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;

b. het voorstel eerst dient te worden behandeld in een commissie;

c. het voorstel voor advies naar het dagelijks bestuur dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de algemene vergadering in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    De algemene vergadering kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel.

  • 5.

    Op een spoedeisend initiatiefvoorstel, inhoudende het ontslag van een lid van het dagelijks bestuur, zijn de bepalingen in dit artikel niet van toepassing. Een dergelijk voorstel kan na instemming van de algemene vergadering terstond aan de agenda toegevoegd worden.

 

Artikel 39 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid van de algemene vergadering kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de algemene vergadering die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn. 

  • 2.

    Een (sub)amendement moet zo zijn opgesteld dat de tekst direct kan worden opgenomen in het betreffende voorstel.

  • 3.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 4.

    Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de dijkgraaf worden ingediend, tenzij de dijkgraaf - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde -oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 5.

    Het indienen van een (sub)amendement moet door tenminste drie andere leden worden ondersteund.

  • 6.

    Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de algemene vergadering heeft plaatsgevonden.

 

Artikel 40 Moties

  • 1.

    Ieder lid van de algemene vergadering kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2.

    Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de dijkgraaf worden ingediend en door tenminste drie andere leden worden ondersteund.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door de algemene vergadering heeft plaatsgevonden.

     

Artikel 41 Voorstellen van orde

  • 1.

    De dijkgraaf en ieder lid van de algemene vergadering kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de algemene vergadering terstond.

 

Hoofdstuk 5 Begroting en rekening

Artikel 42 Procedure begroting

Onverminderd het bepaalde in de Waterschapswet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de algemene vergadering, op voorstel van het dagelijks bestuur, vaststelt.

 

Artikel 43 Procedure jaarrekening

Onverminderd het bepaalde in de Waterschapswet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarverslaglegging, alsmede van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de algemene vergadering, op voorstel van het dagelijks bestuur, vaststelt.

 

Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 44 Verslag en verantwoording

  • 1.

    Een lid, de dijkgraaf of de secretaris, die door de algemene vergadering is aangewezen tot lid van de algemene vergadering van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in de algemene vergadering als bedoeld aan de orde zijn. Door de algemene vergadering gewenste bespreking van dit verslag kan de dijkgraaf verwijzen naar de desbetreffende commissie.

  • 2.

    Wanneer een lid van de algemene vergadering een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de algemene vergadering over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de algemene vergadering één van zijn leden heeft benoemd.

 

Hoofdstuk 7 Besloten vergadering

Artikel 45 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

 

Artikel 46 Verslag

  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering wordt niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage.

  • 2.

    Het verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de algemene vergadering een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

 

Artikel 47 Geheimhouding

Tijdens een besloten vergadering geldt een verplichting tot geheimhouding omtrent de informatie die in de algemene vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. De verplichting duurt voort, totdat de algemene vergadering haar opheft (artikel 48 van dit reglement).

 

Artikel 48 Opheffen geheimhouding

De algemene vergadering kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Dit bestuur kan deze beslissing nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht. Indien de algemene vergadering voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

 

Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers

Artikel 49 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

 

Artikel 50 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare vergadering van de algemene vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de dijkgraaf en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

 

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 51 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de algemene vergadering op voorstel van de dijkgraaf.

 

Artikel 52 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt direct na de vaststelling in werking.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als ‘Reglement van orde voor de algemene vergadering van het waterschap Scheldestromen 2023’.

 

 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 12 oktober 2023.

 

De algemene vergadering voornoemd,

 

drs. J. Daane RA, secretaris-directeur

 

mr. drs. A.J.G. Poppelaars, dijkgraaf