Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deurne

Beleidskader Opvang asielzoekers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeurne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader Opvang asielzoekers
CiteertitelBeleidskader Opvang asielzoekers
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp
Externe bijlageKaart behorend bij beleidskader opvang

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-2024nieuwe regeling

23-01-2024

gmb-2024-53180

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader Opvang asielzoekers

Inleiding

Het voorliggende beleidskader bestaat uit twaalf aandachtspunten die de gemeenteraad van Deurne van belang acht voor het asielopvangbeleid in de gemeente. De verschillende aandachtspunten zullen hieronder worden uiteengezet en toegelicht. Doel van het beleidskader is te komen tot een eenduidig afwegingskader: het Deurnese model. Enerzijds wordt beoogd voldoende ruimte te bieden, ook aan inwoners en bedrijven, om aan de vraag naar opvangplekken te kunnen voldoen. Anderzijds moet het kader borgen dat de opvang op een maatschappelijke verantwoorde wijze voor de omgeving zal plaatsvinden.

Definities

In dit beleidskader wordt verstaan onder:

  • ‘aanvrager’: de instantie die een vergunning voor de opvang van asielzoekers aanvraagt bij de gemeente.

  • ‘exploitant’ / ‘beheerder’: de eindverantwoordelijke voor het beheer en onderhoud van de opvanglocatie (binnen het huidige opvangstelsel is dit tevens ‘de aanvrager’).

     

  • Humaan en proportioneel

    Het beleidskader is sterk gestoeld op de gedachte dat een evenredige spreiding van asielzoekers over de gemeente Deurne het draagvlak voor het gemeentelijke asielopvangbeleid zal gaan vergroten. Aan het uitgangspunt van evenredige spreiding ligt het beginsel van draagkracht ten grondslag: wat een omgeving aan opvangplekken kan dragen is onder meer afhankelijk van het inwoneraantal per dorp/kern en het bijbehorende reeds aanwezige voorzieningenniveau. Daarnaast benadrukt de gemeenteraad dat dit beleid humaan moet zijn: asielzoekers die in Deurne opgevangen worden moeten zich welkom voelen. De gemeenteraad is van mening dat dit gestimuleerd kan worden door asielzoekers actief in de lokale samenleving mee te laten doen, bijvoorbeeld via maatschappelijke projecten of (vrijwilligers)werk. Het eerste aandachtspunt, ‘humaan en proportioneel’, is concreet uitgewerkt in vier onderdelen:

    • Bijdrage aan de landelijke opvangopgave

      Het totale aantal opvangplekken dat op basis van het beleidskader kan worden gerealiseerd bedraagt maximaal 1% van inwoneraantal van de gemeente Deurne conform de CBS-statistieken.

    • Spreiding

      In het kader van zowel draagkracht als draagvlak voor asielopvang stelt de gemeenteraad dat opvanglocaties en opvangplaatsen evenredig over de gemeente Deurne moeten worden verspreid. Het uitgangspunt hiervoor vorm de “kaart opvang asielzoekers”, die als bijlage 1 tot dit beleidskader behoort.

      • In de kernen 1, 2, 3, 4 en 5: zijn opvangplekken tot maximaal 1% van het inwoneraantal van de betreffende kern mogelijk. Dit resulteert in de volgende aantallen potentiële opvangplekken per kern (stand per einde 2023):

        • o

          Kern 1: maximaal 64 opvangplaatsen

        • o

          Kern 2: maximaal 21 opvangplaatsen

        • o

          Kern 3: maximaal 41 opvangplaatsen

        • o

          Kern 4: maximaal 45 opvangplaatsen

        • o

          Kern 5: maximaal 26 opvangplaatsen

      • Daarbij geldt als voorwaarde een afstand tot andere opvanglocaties in andere kernen van 250 meter.

      • In de kernen 6, 7 en 8:

        • o

          zijn opvangplekken tot maximaal 1% van het inwoneraantal in de betreffende kern mogelijk. Dit resulteert in de volgende aantallen potentiële opvangplekken per kern (stand per einde 2023):

          Kern 6: maximaal 21 opvangplaatsen

          Kern 7: maximaal 18 opvangplaatsen

          Kern 8: maximaal 10 opvangplaatsen

          Daarbij geldt als voorwaarde een afstand tot andere opvanglocaties in andere kernen van 250 meter.

          óf

        • o

          zijn in de op de kaart aangeduide zones z6, z7 en z8 maximaal 30 opvangplekken mogelijk. Daarbij geldt als voorwaarde een onderlinge afstand tot andere opvanglocatie in de zones z6, z7 en z8 van 250 meter en tot de kernen 6, 7 of 8 een afstand van 100 meter.

      • In Vlierden, Neerkant, Liessel en Helenaveen:

        • o

          Zijn in de kern opvangplekken tot maximaal 1% van het inwoneraantal in de betreffende kern mogelijk. Dit resulteert in de volgende aantallen potentiële opvangplekken per kern (stand per einde 2023):

          Vlierden: maximaal 15 opvangplaatsen

          Neerkant: maximaal 19 opvangplaatsen

          Liessel: maximaal 33 opvangplaatsen

          Helenaveen: maximaal 9 opvangplaatsen

          óf

        • o

          zijn in het buitengebied maximaal 30 opvangplekken mogelijk. Daarbij geldt als voorwaarde een onderlinge afstand tot andere opvanglocaties in andere kernen van 1.000 meter en tot de kern van Vlierden, Neerkant, Liessel en Helenaveen een afstand van 100 meter.

Indien een beoogde opvanglocatie afwijkt van de hiervoor genoemde kaders, zal éérst de gemeenteraad om advies moeten worden gevraagd.

 

  • Ruimtelijke eisen

    Nieuwe opvanglocaties zullen altijd moeten voldoen aan de geldende ruimtelijke wet- en regelgeving. Een opvanglocatie moet qua omvang (grootte, hoogte, enz.) en qua uiterlijk passen binnen en bij de (directe) omgeving. De aanvrager van een vergunning moet dit kunnen aantonen door middel van een ruimtelijke onderbouwing. Verder moeten de opvangplekken ingericht worden volgens de uitgangspunten van het SNF-keurmerk, behalve met betrekking tot het criterium van woonoppervlakte, daarvoor geldt de door het COA gehanteerde minimumeis van 14 m2 ruimte per bewoner.

  • Maatschappelijke bijdrage

    De gemeenteraad wil van asielzoekers een maatschappelijke bijdrage vragen, omdat hij gelooft dat dit de verbinding tussen asielzoekers en de lokale samenleving positief kan stimuleren. Onder ‘maatschappelijke bijdrage’ kunnen verschillende zaken vallen. De gemeenteraad denkt bijvoorbeeld aan het ondersteunen van maatschappelijke organisaties of (vrijwilligers)werk binnen de wettelijke mogelijkheden. Het zal de verantwoordelijkheid van de aanvrager (of beheerder) zijn om dit te organiseren en in goede banen te leiden.

     

  • Kostendekking en capaciteit voor ambtelijke ondersteuning

    De kosten voor ambtelijke inzet die komen kijken bij de realisatie van nieuwe opvanglocaties mogen niet bij de gemeente Deurne terecht komen. Daarnaast stelt de gemeenteraad dat deze ambtelijk inzet niet mag resulteren in een verminderende dienstverlening aan de huidige inwoners van de gemeente Deurne. De gemeenteraad vraagt dit expliciet in de bestuursovereenkomst op te nemen.

  • Bewaken dat huisvesting van reguliere woningzoekenden niet in het gedrang komt en andere planologische ontwikkelingen niet worden verstoord

    De gemeenteraad stelt dat de opvang van asielzoekers geen belemmering moet vormen voor planologische of milieutechnische ontwikkelingsmogelijkheden van in de nabijheid gelegen functies en/of bedrijven. Het gaat daarbij om planologische mogelijkheden die bestaan op het moment dat de vergunning voor een opvanglocatie wordt aangevraagd. Daarnaast stelt de gemeenteraad dat een aantal gebieden niet in aanmerking komt voor opvanglocaties. Het betreft (a) onbebouwde grond binnen bestaand stedelijk gebied, (b) uitbreidingsgebieden of (c) kernrandgebieden. Wanneer echter kan worden onderbouwd dat binnen deze gebieden voor de beoogde duur van de opvanglocatie, en met een maximale termijn van vijf jaar, géén realisatie van woningbouw is te voorzien, dan kan een uitzondering op deze algemene regel worden gemaakt.

  • Doorlopende (proactieve) communicatie over het Wat en het Hoe 1

    De gemeenteraad vraagt van zowel de gemeente Deurne als de aanvrager van opvanglocatie(s) om een doorlopende proactieve en eerlijke communicatiewijze te hanteren over het “Hoe” en “Wat” van de asielopvang in de gemeente. Deze communicatie dient in balans te zijn, dat wil zeggen dat zowel positieve als negatieve aspecten van de asielopvang worden benoemd.

Communicatie door de gemeente

De gemeenteraad vraagt dat doorlopend aan de inwoners van de gemeente informatie wordt verstrekt over het beroep dat vanuit zowel de Rijksoverheid als de regio wordt gedaan om voldoende asielopvanglocaties. Het gaat daarbij, maar niet uitsluitend bedoeld, om de achtergronden hiervan, aantallen, ontwikkelingen en vooruitzichten.

 

Communicatie tot realisatie door de aanvrager

Zodra een locatie in beeld komt moet de aanvrager een stappenplan voor de communicatie ontwikkelen. Dat stappenplan moet een aantal onderdelen bevatten dat voor iedere aanvrager hetzelfde is. Het stappenplan moet in ieder geval bevatten:

  • Om welke locatie het gaat en onderbouwing van deze locatiekeuze;

  • Informatie ten aanzien van het proces: het “wie, wat, wanneer en waar”;

  • Informatie over datum, tijdstip en locatie van een 1e informatiebijeenkomst;

  • Informatie over wat er precies gebeurt op de informatiebijeenkomst;

  • Het participatietraject en informatie over de kring van betrokkenen en de mogelijkheid om aan te melden

  • Algemene communicatie richting gemeente/alle inwoners over de keuze van de locatie en vervolgstappen (planning) en de oprichting van een klankbordgroep;

Doorlopende communicatie (vanaf realisatie tot en met exploitatie);

  • De aanvrager communiceert op regelmatige basis met de klankbordgroep.

  • Er is 24/7 een contactpersoon bij de locatie telefonisch bereikbaar.

     

  • Participatie (inwoners en maatschappelijke partners)2

    De gemeenteraad onderscheidt ten aanzien van asielopvang drie niveaus van participatie:

    • a.

      informeren

    • b.

      adviseren en

    • c.

      coproduceren

  • a.

    Informeren

    Voor wie

    open informatie gericht aan een ruime kring belanghebbenden en betrokkenen rondom de potentiële opvanglocatie

    Vorm

    informatie (bijeenkomst) en openbare berichtgeving via (sociale) media

    Doel

    aankondigen, belanghebbenden op de hoogte stellen van het voorgenomen plan

  • b.

    Adviseren en Raadplegen

    Voor wie

    open informatie aan kleinere kring van directe belanghebbenden, omwonenden en andere direct betrokkenen

    Doel

    in gesprek en de dialoog aangaan

    Vorm

    inspraakbijeenkomst over de vorm waarin een asielopvanglocatie wel of niet mogelijk is

  • c.

    Coproduceren

    Voor wie

    een beperktere groep bij wie de impact het grootst is, zoals mensen in dezelfde straat, direct omwonenden, bestuur van nabijgelegen school, eigenaren van winkels etc.

    Doel

    nieuwe inzichten ophalen, gedragen oplossingen zoeken, samen problemen oplossen

    Vorm

    inspraakbijeenkomst met onderhandelingssetting

Terugkoppeling van participatietraject

Onderdeel van iedere niveau van participatie is een openbare terugkoppeling over:

  • Wat kan uiteindelijk worden meegenomen en wat niet met onderbouwing daarvan.

  • Een uiteenzetting van de vervolgstappen.

     

  • Rechtsbescherming bij vergunningverlening

    Tegen vergunningverlening voor asielopvanglocaties staan de reguliere wettelijke zienswijzeprocedure en bezwaar- en beroepsmogelijkheden open.

  • Veiligheid binnen en buiten opvanglocaties

    De gemeenteraad stelt dat in een bestuursovereenkomst met de aanvrager afspraken gemaakt moeten worden over duidelijke (huis-)regels en sancties bij niet naleving. De aanvrager moet intern een ‘zero-tolerance beleid’ hanteren. Dit beleid moet hij omschrijven en onderbouwen. De gemeenteraad denkt daarbij, als voorbeeld, aan het huidige zero-tolerance beleid van het COA. Er moet zorg gedragen worden voor de waarborging van de veiligheid binnen de opvanglocatie. Daarvoor is het noodzakelijk dat de aanvrager (of beheerder) preventief overlegd met stakeholders (zoals omwonenden). Het bevoegd orgaan moet hierover periodiek worden geïnformeerd.

     

    De burgemeester is wettelijk verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid buiten opvanglocaties. De gemeenteraad stelt dat hierover voorafgaand aan vergunningverlening in samenspraak met politie en andere partners in de veiligheidsketen een veiligheidsplan wordt opgesteld dat ter kennisgeving aan de raad wordt gebracht.

  • (Psychische)zorg

    Bij het realiseren van een locatie moet onderbouwd worden dat de lokale zorgaanbieders over de capaciteiten beschikken om een eventuele toenemende zorgvraag – als gevolg van de nieuwe opvanglocatie – op te kunnen vangen en kwaliteit van zorg kan blijven garanderen. De aanvrager moet samen met de gemeente én met diverse instellingen en stakeholders (zoals huisartsen in de regio) beoordelen óf, en zo ja op welke manier, invulling gegeven kan worden aan de nieuwe zorgsituatie.

  • Onderwijs

    Bij het realiseren van een locatie moet onderbouwd worden dat het lokale onderwijs over de capaciteiten beschikt om de grotere onderwijsbehoefte – als gevolg van de nieuwe opvanglocatie – op te kunnen vangen en kwaliteit van onderwijs kan blijven garanderen. De aanvrager moet samen met de gemeente én met diverse instellingen en stakeholders (zoals basis- en middelbare scholen) beoordelen óf, en zo ja op welke manier, invulling gegeven kan worden aan de nieuwe onderwijssituatie.

  • Vervoer naar benodigde voorzieningen

    De verantwoordelijkheid voor tijdig en veilig vervoer moet rusten bij de beheerder van een opvanglocatie. De gemeenteraad stelt dat de nabijheid van openbaar vervoer geen relevant of doorslaggevend criterium moet zijn in de toekenning van een vergunning voor een nieuwe opvanglocatie. De gemeenteraad stelt dat 2 kilometer een redelijke loopafstand is. Voor locaties die verder weg liggen kan alternatief vervoer worden ingezet.

  • Monitoring en evaluatie

    De aanvrager is verantwoordelijk voor het monitoren van de ontwikkelingen en het regelmatig uitvoeren van evaluaties samen met de omgeving en de gemeente Deurne. Het regelmatig uitvoeren van evaluaties moet als onderdeel worden opgenomen in het communicatieplan.

  • Tijdsspanne

    Dit beleidskader heefteen geldigheidsduur van 5 jaar na vaststelling door de gemeenteraad.

Aanvullende aspecten

 

  • Ruimte voor experimenten

    Het vraagstuk van asielopvang is continu aan verandering onderhevig. Dit vraagt om een kader dat ook ruimte biedt aan nieuwe ontwikkelingen en innovatieve vormen van opvang. Wanneer nieuwe vormen van opvang zich aandienen die niet direct in dit beleidskader in te passen zijn, wordt de gemeenteraad om advies gevraagd.

  • Ruimte voor Deurnese ondernemers

    Als algemeen uitgangspunt wil de gemeenteraad meegeven dat gestreefd moet worden naar samenwerking met lokale grond- en pandeigenaren uit Deurne. Daarnaast vindt de gemeenteraad het erg belangrijk dat ook lokale ondernemers en initiatieven betrokken worden bij de exploitatie van opvanglocaties in Deurne. Dit voldoet aan het duurzame ideaal van ‘korte keten, lokale inkoop’. Gedacht kan worden aan de lokale bakker, de kapper, etc.

Bijlage 1 Kaart opvang asielzoekers (20231221_RWG_V4.pdf d.d. 22 december 2023)

 

Bijlage 2  

 

Ter overweging doet de gemeenteraad een aantal voorstellen voor de uitwerking van de punten ‘communicatie’ en ‘participatie’.

 

Met betrekking tot communicatie:

 

  • Wat gebeurt er precies op de informatiebijeenkomst?

    • o

      Uitleg over het participatietraject, wanneer heb je inspraak en waarover

    • o

      Uitleg over locatiekeuze

    • o

      Uitleg over soort van opvang

    • o

      Tijdsduur van de opvang

    • o

      Uitleg over mogelijke aantallen , om te beginnen en waar bij goed gevolg naar toe zou kunnen

    • o

      Uitleg over betekenis voor de omgeving, wat gaan de mensen doen, waar moeten kinderen naar school, waar kunnen ze sporten , recreëren, etc.

    • o

      Uitleg over tijdsplanning: waar staan we nu, wat moet er nog gebeuren (participatie, vergunning, (ver)bouw, inrichting, personeel aanstellen, opening

  • Opstart participatietraject

    • o

      Input van stakeholders (inwoners worden gezien als stakeholders),

    • o

      Uitzoeken wat met de input gedaan kan worden

    • o

      Welke juridische stappen zijn mogelijk en van invloed op het proces, moeten die afgewacht worden?

    • o

      Bovenstaande kan wellicht niet in één ronde, dan duidelijk zijn dat er een tweede of wellicht derde ronde komt. Ook duidelijk maken dat dat niet eeuwigdurend zal zijn op een moment wordt een knoop doorgehakt

Met betrekking tot drie niveaus van participatie:

 

  • 1.

    Informeren

    Vanuit gemeente aan belanghebbenden:

    • Wat is het plan en in welke fase is het plan

    • Welke spelers zijn er, gemeente, COA, omwonenden, bedrijven, belanghebbenden

    • Welke stappen moeten worden genomen en wanneer komen deze aan bod

    • Wie heeft bij welke stap een rol, een taak of een verantwoordelijkheid

    • Hoe worden belanghebbenden meegenomen in het vervolgtraject

    • Waar kunnen belanghebbenden terecht voor vragen of opmerkingen

  • 2.

    Adviseren en Raadplegen

    Vanuit gemeente mét initiatiefnemer voor de locatie (kan COA zijn of een ondernemer of gezamenlijk)

    • Aanvullende uitleg over het hoe en waarom

    • Waar staan we nu precies

    • Ruimte bieden om aanvullende wensen en mogelijke suggesties te delen

    • Duidelijk stappenplan presenteren met tijdspad

  • 3.

    Coproduceren

    Vanuit gemeente mét initiatiefnemer voor de locatie (kan COA zijn of een ondernemer of gezamenlijk)

    • Verwachting is er gezamenlijk uit te komen

    • Probleem is een gedeeld probleem maar ook met een gedeelde oplossing

    • Input door de meerderheid van deelnemers wordt vanuit redelijkheid en billijkheid overgenomen in de planvorming.


1

Suggesties voor een concretere invulling van deze punten zijn uitgewerkt in bijlage 2 van dit kader.

2

Suggesties voor een concretere invulling van deze punten zijn uitgewerkt in bijlage 2 van dit kader.