Reglement burgerlijke stand Den Haag 2024

Toelichting

Door de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren op 1 januari 2020 wordt een nieuw reglement vastgesteld, dat aansluit bij de nieuwe wet en dat een aantal onderwerpen beter regelt en aanvult waar nodig. Het Reglement burgerlijke stand 2011 (RIS178674) is niet actueel meer en wordt op punten uitgebreid. Met het oog op de leesbaarheid en begrijpelijkheid is gekozen voor algehele herziening.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op:

• -

  de artikelen 1:16, 1:16a en 1:16c van het Burgerlijk Wetboek (BW), en

• -

  de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994,

besluit vast te stellen het Reglement burgerlijke stand Den Haag 2024:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

Artikel 2. Aanwijzing (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand

• 1.

  De ambtenaar van de burgerlijke stand wordt bij besluit voor een bepaalde periode aangewezen, maar maximaal voor het tijdvak waarin de ambtenaar in dienst is van de gemeente Den Haag.

• 2.

  De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt bij besluit voor een bepaalde periode aangewezen.

• 3.

  Raadsleden, wethouders en de burgemeester van de gemeente Den Haag kunnen voor een in het aanwijzingsbesluit vermelde periode worden aangewezen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze periode eindigt uiterlijk vier maanden na beëindiging van onderscheidenlijk het raadlidmaatschap, wethouderschap en burgemeesterschap.

• 4.

  Op grond van artikel 1:16, vierde lid, van het BW beëdigt de rechtbank de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand na het besluit tot aanwijzing door het college.

Artikel 3. Aanwijzen van de trouwambtenaar voor één dag

• 1.

  Het college kan op verzoek van een bruidspaar of aanstaande partners een derde aanwijzen als trouwambtenaar voor één dag.

• 2.

  Het bruidspaar dient het verzoek uiterlijk vier maanden vóór het huwelijk schriftelijk of elektronisch in onder vermelding van:

  a. de namen en het adres van het bruidspaar;

  b. de dag van het huwelijk;

  c. het tijdstip en het adres van de locatie; en

  d. de gegevens van de beoogde buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in het eerste lid.

• 3.

  In afwijking van het tweede lid dient het bruidspaar het verzoek uiterlijk acht weken voor het huwelijk in, als de derde al in een andere gemeente is aangewezen als (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand en de aanwijzing en beëdiging nog niet is verlopen. Het bruidspaar legt stukken over waaruit dit blijkt.

• 4.

  Op grond van artikel 1:16, vierde lid, van het BW beëdigt de rechtbank de trouwambtenaar voor één dag na het besluit tot aanwijzing door het college, indien deze nog niet is beëdigd in een andere gemeente. Pas na beëdiging kunnen de werkzaamheden als trouwambtenaar voor één dag aanvangen.

• 5.

  Een trouwambtenaar voor één dag, wordt bij het voltrekken van een huwelijk altijd bijgestaan door een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag.

Artikel 4. Vergoeding voor de werkzaamheden

• 1.

  De ambtenaar van de burgerlijke stand die buiten zijn reguliere werktijd een huwelijk voltrekt, de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, tweede lid, en de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand, die de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand ingevolge artikel 3, vijfde lid, bijstaat, ontvangt voor ieder afzonderlijk voltrokken huwelijk een vergoeding zoals geregeld in het Haags personeelsreglement en Cao Gemeenten.

• 2.

  Raadsleden en leden van het college ontvangen geen vergoeding voor de werkzaamheden als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

• 3.

  Een trouwambtenaar voor één dag heeft geen recht op een vergoeding van de gemeente.

Artikel 5. Locatie

• 1.

  Een huwelijk wordt voltrokken op een gemeentehuis.

• 2.

  Op verzoek van een bruidspaar kan het college een locatie aanwijzen als eenmalige trouwlocatie.

• 3.

  Het college kan op verzoek van de eigenaar van een pand of een locatie deze aanwijzen als vaste trouwlocatie.

• 4.

  Het bruidspaar levert uiterlijk vier maanden vóór de huwelijksdatum een akkoordverklaring voor een eenmalige locatie en uiterlijk acht weken vóór de huwelijksdatum voor een vaste locatie in bij de gemeente Den Haag.

• 5.

  De akkoordverklaring als bedoeld in het vierde lid bevat de namen van het bruidspaar, de dag, het tijdstip en de locatie, waar het huwelijk voltrokken gaat worden. De akkoordverklaring dient te zijn gedagtekend en moet door het bruidspaar of ten minste een van hen en door de eigenaar van de locatie ondertekend zijn.

• 6.

  De eigenaar van de locatie stelt de locatie voor de duur van de plechtigheid om niet ter beschikking aan de gemeente Den Haag.

• 7.

  De locatie waar het huwelijk voltrokken wordt, moet voor iedereen, dus ook voor personen met een beperking of mindervaliden, goed toegankelijk zijn.

• 8.

  Het bruidspaar waarborgt de openbaarheid van het pand of de locatie waar het huwelijk plaats vindt.

• 9.

  Het bruidspaar zorgt voor het waarborgen van de veiligheid van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand of de trouwambtenaar voor één dag en de aanwezigen.

• 10.

  Het bruidspaar waarborgt ook op de locatie dat, voordat het huwelijk ten overstaan van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voltrokken, geen religieuze of levensbeschouwelijke plechtigheid met betrekking tot dat huwelijk wordt verricht.

• 11.

  Het college kan de aanvraag afwijzen, indien de locatie niet veilig of in strijd met de goede zeden is, of om andere redenen die de openbare orde en veiligheid betreffen.

Artikel 6. Richtlijnen voor de trouwlocatie (niet zijnde het stadhuis)

• 1.

  Het bruidspaar zorgt voor een katheder of tafel, stoelen, verlichting, omkleedgelegenheid, sanitaire voorzieningen en als het nodig is voor een microfoon voor de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand of de trouwambtenaar voor één dag.

• 2.

  Het bruidspaar zorgt dat bij het voltrekken van een huwelijk in de open lucht in de onmiddellijke nabijheid een uitwijklocatie beschikbaar is voor het geval slechte weersomstandigheden optreden. De (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand bepaalt wat voor hem of haar slechte weersomstandigheden inhouden.

• 3.

  De gemeente Den Haag is niet verantwoordelijk en dus niet aansprakelijk voor eventuele schade als de locatie, anders dan het stadhuis, niet, niet op tijd of niet volledig beschikbaar is voor het bruidspaar, of niet voldoet aan de eisen waaraan de locatie volgens dit reglement moet voldoen.

Artikel 7. Openstelling

• 1.

  Het voltrekken van huwelijken vindt plaats op de vastgestelde tijden, zoals vermeldt in de Tarieventabel behorende bij de Algemene legesverordening Den Haag.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid kan het bruidspaar om een afwijkend tijdstip voor de huwelijksvoltrekking verzoeken, indien het huwelijk niet op een gemeentelijke locatie plaatsvindt, met schriftelijk akkoord van de eigenaar van de locatie.

• 3.

  Het voltrekken van een huwelijk op een afwijkend tijdstip is alleen mogelijk als er een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand of, indien van toepassing, de ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van dit reglement beschikbaar is.

• 4.

  In bijzondere gevallen kan het college besluiten tot afwijking van de in de vorige leden bepaalde tijden.

Artikel 8. Overgangs- en slotbepalingen

• 1.

  Het college kan een artikel of artikelen van dit reglement buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van dit reglement leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

• 2.

  Dit reglement treedt in werking de dag na datum van publicatie in het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

• 3.

  Het Reglement burgerlijke stand 2011 (RIS178674) wordt ingetrokken.

• 4.

  Besluiten tot aanwijzing van (buitengewone) ambtenaren van de burgerlijke stand, die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van dit reglement blijven van toepassing voor de periode waarvoor zij zijn genomen.

• 5.

  Dit reglement wordt aangehaald als Reglement burgerlijke stand Den Haag 2024.

Den Haag, 30 januari 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen