| Organisatie | 's-Gravenhage |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Mandaatregeling hoofdstuk 1.7 Den Haag 2024 |
| Citeertitel | Mandaatregeling hoofdstuk 1.7 Den Haag 2024 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp | Mandaatregeling hoofdstuk 1.7 Den Haag 2024 |
Geen
hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 03-02-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 30-01-2024 | RIS317815 BSD/10682745 |
Met het voorliggende hoofdstuk 1.7 van de mandaatregeling voor de gemeente Den Haag worden de dienst specifieke mandaten voor Bestuursdienst (BSD) opnieuw vastgesteld. De mandaatregeling is aangepast vanwege inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 en een vaktechnische opschoning. Opschoning vanwege vervanging van Drank- en Horecawet in artikel 3 door Alcoholwet in het hoofdstuk. Vanwege de leesbaarheid bij wijzigingen wordt het onderhavige hoofdstuk van de mandaatregeling integraal opnieuw vastgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
Burgemeester en wethouders verlenen mandaat aan de algemeen directeur van de Bestuursdienst, voor de bevoegdheden die betrekking hebben op het taakgebied van de Bestuursdienst, zoals omschreven in artikel 2 tot en met artikel 10.
Artikel 2 Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Alle bevoegdheden op het gebied van de Algemene subsidieverordening Den Haag en de op basis van deze verordening vastgestelde subsidieregelingen.
Alle bevoegdheden krachtens de Alcoholwet.
Artikel 4 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
Alle bevoegdheden krachtens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens tot het opvragen van gegevens uit straf- en inlichtingenregisters.
Artikel 5 Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag
Alle bevoegdheden aangaande Hoofdstuk 2, afdeling 12 en Hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag.
Artikel 6 Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Alle bevoegdheden krachtens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers tot het nemen van besluiten ter uitvoering van de vastgestelde of nog vast te stellen uitkeringen aan gewezen wethouders.
Artikel 7 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Alle bevoegdheden krachtens het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 8 Besluit bouwwerken leefomgeving
De bevoegdheid om toezicht te houden en te handhaven ter naleving van de brandveiligheidseisen genoemd in hoofdstuk 1 en 2, paragraaf 3.1, 3.2, 4.1, en4.2, hoofdstuk 5 en paragraaf 6.1 en 6.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Artikel 9 Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Alle bevoegdheden krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen tot het verlenen, weigeren of intrekken van ontheffingen op grond van artikel 29 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
Artikel 10 Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving
Alle bevoegdheden krachtens de bepalingen van de hoofdstukken 2, 3, 4, 5, 10, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22 en 23 van de Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving, met uitzondering van:
a. de besluiten over ontheffingen voor bomen of houtopstanden die op de lijst monumentale bomen en houtopstanden staan;
b. de bevoegdheden krachtens artikel 15.1 van de Omgevingswet voor zover de vergoeding meer bedraagt dan € 1.000.000,-.
De bevoegdheden betreffende de bestuursrechtelijke handhaving van de Omgevingswet, de Erfgoedwet, de Wet milieubeheer en de Woningwet en de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsregelgeving, voor zover bij of krachtens deze wetten de handhaving berust bij het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 18.1 van de Omgevingswet.