Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schiedam

Beleidsregels ten behoeve van het creëren van gelijke kansen om in aanmerking te komen voor een vergunning om een coffeeshop te exploiteren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchiedam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels ten behoeve van het creëren van gelijke kansen om in aanmerking te komen voor een vergunning om een coffeeshop te exploiteren
CiteertitelBeleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshop Schiedam 2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshops.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-2024nieuwe regeling

08-01-2024

gmb-2024-50333

24UIT00151

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels ten behoeve van het creëren van gelijke kansen om in aanmerking te komen voor een vergunning om een coffeeshop te exploiteren

De burgemeester van de gemeente Schiedam,

 

overwegende dat de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Schiedam 2013 (hierna: APV) en het Coffeeshopbeleid Schiedam 2014 - 2018 (hierna: Coffeeshopbeleid) het mogelijk maken een coffeeshop te exploiteren;

 

overwegende dat volgens het Coffeeshopbeleid maximaal vier vergunningen voor het exploiteren van een coffeeshop verleend worden in de gemeente Schiedam;

 

overwegende dat de vergunning, om een coffeeshop te exploiteren, een zogeheten ‘schaarse vergunning’ betreft, en het gevolg daarvan is dat een passende mate van openbaarheid en voldoende gelijke kansen geboden moeten worden om in aanmerking voor de vergunning te komen;

 

gelet op het bepaalde in art. 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de navolgende:

 

‘Beleidsregels ten behoeve van het creëren van gelijke kansen om in aanmerking te komen voor een vergunning om een coffeeshop te exploiteren’

Artikel 1: Bekendmaking te vergeven schaarse vergunning

  • 1.

    De burgemeester kan bekend maken dat een vergunning voor het exploiteren van een coffeeshop is vrijgekomen, dan wel vrij komt.

  • 2.

    De bekendmaking vindt in elk geval plaats:

    • a.

      in het elektronisch gemeenteblad van Schiedam;

    • b.

      in het Nieuwe Stadsblad.

  • 3.

    In de bekendmaking vermeldt de burgemeester:

    • a.

      het aantal te vergeven vergunningen;

    • b.

      de termijn waarbinnen een aanvraag om een vergunning moet worden ingediend;

    • c.

      de indieningsvereisten waaraan een aanvraag moet voldoen;

    • d.

      de procedure hoe de vergunning wordt verleend;

    • e.

      de geldigheidsduur van een vergunning.

Artikel 2: Indieningstermijn aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een vergunning dient binnen acht weken na de dag van de bekendmaking, als bedoeld in artikel 1, te zijn ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag die buiten het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, is ontvangen, wordt niet in behandeling genomen tenzij:

    • a.

      binnen het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, geen of minder aanvragen dan het aantal te vergeven vergunningen zijn ontvangen; of

    • b.

      na afloop van de vergunningsprocedure de aan de markt aangeboden vergunning nog steeds te verlenen is.

  • 3.

    Indien sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, worden de aanvragen die buiten het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, zijn ontvangen op volgorde van binnenkomst alsnog in behandeling genomen.

Artikel 3: Indieningsvereisten aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag, inclusief bijbehorende bijlagen, wordt conform artikel 4.1 en artikel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk bij de burgemeester ingediend.

  • 2.

    De elektronische weg is, behoudens voor het aanleveren van ontbrekende gegevens, niet geopend voor het indienen van een aanvraag.

  • 3.

    Een aanvrager die over meerdere locaties beschikt en met die meerdere locaties kans wenst te maken op een vergunning, dient per locatie een zelfstandige aanvraag in, die elk aan de eisen van deze beleidsregels moet voldoen.

  • 4.

    Bij een aanvraag om een vergunning worden in ieder geval de volgende documenten overgelegd:

    • a.

      een kopie van een identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van elke exploitant en leidinggevende;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan drie maanden;

    • c.

      een ondernemingsplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een beschrijving van de exploitant(en), waaronder hun persoonsgegevens, opleidingen, ervaring in de branche, hun persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden ten aanzien van het exploiteren van een coffeeshop;

      • ii.

        een beschrijving van de coffeeshop en in welke behoefte zal worden voorzien;

      • iii.

        een overzicht van de producten die worden verkocht (menukaart);

      • iv.

        een beschrijving op welk publiek de coffeeshop zich richt;

      • v.

        een overzicht van te verrichten investeringen (investeringsbegroting);

      • vi.

        een overzicht van de financiële haalbaarheid van de coffeeshop (exploitatiebegroting);

      • vii.

        een verantwoording over hoe en op welke wijze de coffeeshop wordt gefinancierd (financieringsbegroting);

      • viii.

        de locatie van de te vestigen coffeeshop. Zie hiervoor de in bijlage 2 bij deze beleidsregels bijgevoegde vestigingskaart coffeeshop;

    • d.

      een veiligheidsplan, dat in ieder geval bevat:

      • i.

        een risicoanalyse met betrekking tot de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat;

      • ii.

        een beschrijving van te nemen maatregelen ter voorkoming van de risico’s voor de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat, zoals in kaart gebracht in de risicoanalyse;

      • iii.

        een beschrijving van de wijze van toezicht in de coffeeshop en in de directe omgeving daarvan, zodanig dat het een wezenlijke bijdrage levert aan de bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat;

      • iv.

        een beschrijving van de bereikbaarheid van de coffeeshop, de aanwezige parkeervoorzieningen voor bezoekers en het te verwachten effect op het verkeer;

      • v.

        een afschrift van de huisregels;

      • vi.

        een beschrijving op welke wijze en met welke concrete maatregelen de exploitant(en) gaan voorzien in de naleving van de AHOJGI-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet;

    • e.

      een communicatieplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een beschrijving hoe de exploitant(en) omwonenden en omliggende bedrijven zullen informeren/voorbereiden op de komst van een coffeeshop;

      • ii.

        een beschrijving hoe de exploitant(en) gedurende de exploitatie van de coffeeshop in contact blijven met de omgeving en omgaan met diens klachten; en

      • iii.

        een omschrijving hoe de exploitant(en) een constante, open en constructieve verstandhouding tot de omgeving bewaren;

    • f.

      een preventieplan om verslaving te voorkomen, waar in elk geval ingegaan wordt op:

      • i.

        het toegangs- en deurbeleid;

      • ii.

        de wijze waarop personeel kennis en inzicht vergaart en behoudt over verdovende middelen, de herkenning van verslavingssymptomen en de kans op en de risico’s van verslaving;

      • iii.

        de wijze van eigen inzet en te treffen maatregelen ter voorkoming van verslaving als ook de samenwerking met verslavingszorg en/of andere partners;

    • g.

      een op schaal gemaakte plattegrond van de coffeeshop met daarop weergegeven de indeling en de oppervlaktematen;

    • h.

      een ondertekende (intentie) huur- of koopovereenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager over de locatie beschikt of kan gaan beschikken;

    • i.

      een ingevuld Bibob-vragenformulier, inclusief de daarbij behorende bijlagen.

  • 5.

    Een aanvrager die een aanvraag indient die niet voldoet aan de indieningsvereisten, wordt hier schriftelijk van op de hoogte gesteld. Hierbij wordt aangegeven dat de aanvrager, met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag binnen tien werkdagen na dagtekening van de brief aan te vullen. De aanvraag dient uiterlijk op de tiende dag volledig te zijn aangevuld en ontvangen door de burgemeester.

  • 6.

    Een aanvraag die niet voldoet aan de indieningsvereisten wordt, na toepassing van het vijfde lid, buiten behandeling gesteld.

Artikel 4: Procedure vergunningverlening

  • 1.

    De verlening van de vergunning door de burgemeester vindt plaats via het doorlopen van vijf fasen:

    • a.

      fase 1: toetsing of de aangevraagde locatie past binnen de bij deze beleidsregels bijgevoegde vestigingskaart coffeeshop (bijlage 2);

    • b.

      fase 2: toetsing van de exploitant(en) aan de weigeringsgronden genoemd in artikel 1:8 en artikel 2:28a van de APV en de criteria genoemd in het Coffeeshopbeleid;

    • c.

      fase 3: loting tussen de overgebleven aanvragen, waarna de in de loting getrokken aanvragen, in volgorde van trekking, de volgende fasen doorlopen;

    • d.

      fase 4: toetsing van de locatie aan de weigeringsgronden genoemd in artikel 1:8 en artikel 2:28a van de APV en de criteria genoemd in het Coffeeshopbeleid;

    • e.

      fase 5: toetsing aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (inclusief adviesaanvraag bij het Landelijk Bureau Bibob) in samenhang met het geldende gemeentelijke Bibob-beleid.

  • 2.

    Indien meerdere (vrije) vergunningen zijn te vergeven, kan de burgemeester die vergunningen in één keer en via één en dezelfde procedure aan de markt aanbieden en vergeven.

  • 3.

    Als een aanvraag aan één van de fasen niet voldoet, wordt de vergunning geweigerd en behoeven de overige fasen niet te worden doorlopen.

  • 4.

    Per locatie wordt niet meer dan één aanvraag in behandeling genomen. Indien meerdere aanvragen worden ingediend voor één locatie, zal de aanvraag die het eerste door de gemeente is ontvangen in behandeling worden genomen. De overige aanvragen worden niet in behandeling genomen.

  • 5.

    De in fase 3 getrokken aanvragen, worden in volgorde van trekking inhoudelijk getoetst aan fase 4 en fase 5.

  • 6.

    Als bij toetsing in fase 4 blijkt dat afwijking van het bestemmingsplan of, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, het omgevingsplan noodzakelijk is, is de exploitant verplicht binnen twee weken na dagtekening nadat dit schriftelijk aan hem is medegedeeld, de daarvoor benodigde vergunning aan te vragen. Als de exploitant daar geen gehoor aan geeft, wordt de vergunning voor het exploiteren van een coffeeshop geweigerd.

  • 7.

    In afwijking van fase 5, kan de burgemeester besluiten de vergunning te verlenen in het geval advisering door het Landelijk Bureau Bibob is vertraagd en deze vertraging de exploitant(en) niet is te verwijten.

  • 8.

    In het geval toepassing is gegeven aan het zevende lid, kan de burgemeester de vergunning intrekken als het advies van het Landelijk Bureau Bibob daar alsnog aanleiding toe geeft.

  • 9.

    Indien na de verdelingsprocedure een verleende vergunning op grond van het achtste lid wordt ingetrokken, komen de bij de loting getrokken exploitanten in volgorde van trekking alsnog in aanmerking voor de toets in fase 4 en fase 5 en bij positieve uitkomst voor vergunningverlening.

Artikel 5: Wijze van loting

  • 1.

    De in artikel 4, eerste lid, onder c genoemde loting wordt uitgevoerd door de burgemeester.

  • 2.

    De loting is openbaar.

  • 3.

    Binnen twee weken na de loting, worden de exploitanten die deelgenomen hebben aan de loting schriftelijk geïnformeerd over de uitkomst van de loting en wat dat voor hun aanvraag betekent.

Artikel 6: Geldigheidsduur vergunning

  • 1.

    Een vergunning voor het exploiteren van een coffeeshop wordt verleend voor de periode van 1 januari 2020 tot 1 januari 2030, of als die periode reeds is verstreken voor de periode van 1 januari 2030 tot 1 januari 2040, of als die periode reeds is verstreken voor de periode van 1 januari 2040 tot 1 januari 2050 enzovoorts.

  • 2.

    In het geval een vergunning eerder vrijkomt dan diens geldigheidstermijn, kan de burgemeester die vergunning binnen diezelfde geldigheidstermijn wederom aan de markt aanbieden en vergunnen. Die vergunning wordt slechts verleend voor het restant van de betreffende geldigheidsperiode.

Artikel 7: Legeskosten

Een aanvrager is voor de behandeling van elk van zijn aanvragen leges verschuldigd krachtens de geldende Legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 8: Intrekking

De beleidsregels ‘Beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshops’ zoals vastgesteld op 8 december 2022 worden ingetrokken.

Artikel 9: Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester kan afwijken van deze beleidsregels in het belang van de openbare orde, veiligheid, het woon- en leefklimaat en/of ter bescherming van het bieden van gelijke kansen om in aanmerking te komen voor de vergunning.

Artikel 10: Inwerkingtreding beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 11: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ‘Beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshop Schiedam 2024’.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Schiedam op 8 januari 2024

J.G. Bijl

Bijlage 1: artikelsgewijze toelichting op de Beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshop Schiedam 2024

Inleiding

Met name vanaf 2016 is er steeds meer jurisprudentie (uitspraken van rechters) gekomen over het fenomeen schaarse vergunningen. Een schaarse vergunning is een vergunning waar meer vraag naar is, dan het aantal te vergeven vergunningen. De jurisprudentie maakt steeds beter duidelijk hoe de overheid moet omgaan met de verdeling van deze schaarse vergunningen. Er moet daarvoor een zogeheten verdelingsprocedure worden opgesteld.

 

Binnen de gemeente Schiedam geldt een maximumstelstel ten aanzien van het exploiteren van een coffeeshop. Dit maximum is gesteld op vier coffeeshops. Omdat de vraag naar de vergunning uit ervaring beduidend hoger ligt dan het aantal van vier te vergeven vergunningen, heeft de gemeente Schiedam de vergunning aangemerkt als een schaarse vergunning.

 

Sinds 2018 heeft de gemeente meerdere verdelingsprocedures opgesteld. Deze procedure ziet er op toe, dat geïnteresseerden zich vooraf kunnen inlezen:

  • a.

    hoe de gemeente de schaarse vergunningen aanbiedt aan de markt;

  • b.

    via welke procedure de gemeente de vergunningen verdeelt; en

  • c.

    hoe de gemeente deelname onder gelijke kansen waarborgt.

De ervaring laat echter zien, dat een verdelingsprocedure een inspannende en tijdrovende procedure is voor zowel deelnemer als gemeentelijke uitvoering. Zo moeten deelnemers een uitgebreide aanvraag voorbereiden, vindt een Bibob-onderzoek plaats, moeten alle aanvragen inhoudelijk beoordeeld worden en vinden er tot op heden na elke verdeling bezwaar- en/of beroepsprocedure plaats.

 

De ervaring leert dan ook, dat het wenselijk is de vier schaarse vergunningen voor het exploiteren van een coffeeshop gelijktijdig aan de markt aan te bieden en te vergunnen. Op deze manier vindt er één keer per geldigheidstermijn één verdelingsprocedure plaats, waarin alle vergunningen in één keer worden vergund. Na vergunningverlening kan in één keer bezwaar en/of beroep worden ingesteld, die ook in één keer behandeld kunnen worden. Aangezien de geldigheidstermijn van een vergunning op tien jaar is gesteld, betekent dat de procedure één keer per tien jaar uitgevoerd hoeft te worden.

 

Hierbij geldt één uitzondering, en dat is wanneer een vergunning vroegtijdig vrij komt. Bijvoorbeeld door het overlijden van de exploitant, het met pensioen gaan van de exploitant of het intrekken van de vergunning wegens slechte exploitatie. Komt een vergunning vroegtijdig vrij, dan kan de burgemeester besluiten die vergunning nogmaals aan de markt aan te bieden en te vergunnen. Let wel, de geldigheidstermijn van die vergunning bedraagt dan het restant van de oorspronkelijke vergunde tien jaar. Op deze manier blijft gewaarborgd dat de vergunningen qua geldigheidstermijn gelijk blijven lopen en na afloop van die termijn ook allen in één keer gelijktijdig opnieuw aan de markt aangeboden kunnen worden.

 

Houd dus rekening met het feit, dat de nu voorliggende verdelingsprocedure er in beginsel naar toe geschreven is, dat alle vier de vergunningen in één keer aan de markt worden aangeboden en vergund. Men krijgt in beginsel dus één keer per tien jaar kans om één van de vier vergunningen te verkrijgen.

 

Artikel 1: Bekendmaking te vergeven schaarse vergunning

Lid 1

De start van de procedure om een vergunning voor de exploitatie van een coffeeshop te verlenen, vangt aan met het doen van een bekendmaking dat een vergunning is vrijgekomen dan wel vrij komt.

 

Bij het vrijkomen van een vergunning kan worden gedacht aan het aflopen van de geldigheidsduur van een verleende vergunning. Voorts is het bijvoorbeeld mogelijk dat een vergunning wordt ingetrokken of dat de vergunning van rechtswege vervalt.

 

De burgemeester heeft een actieve informatieplicht. Jurisprudentie laat zien dat elke potentiële gegadigde moet kunnen meedingen naar een beschikbare schaarse vergunning. Door de bekendmaking worden gegadigden geïnformeerd dat een vergunning vrij (gekomen) is en worden zij onder andere gewezen op de indieningsvereisten en de procedure. Hiermee geeft de burgemeester een passende mate van openbaarheid inzake de betreffende schaarse vergunning.

 

Lid 2

In het tweede lid wordt bepaald via welke kanalen de burgemeester de bekendmaking doet.

Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Verordening op de elektronische publicatie gemeente Schiedam 2013. Daarin is bepaald dat de gemeente een elektronisch gemeenteblad uitgeeft. Het gemeenteblad wordt uitgegeven op www.officielebekendmakingen.nl. Bekendmaking vindt tevens plaats via het Nieuwe Stadsblad. Het staat de burgemeester vrij meer kanalen te gebruiken, als daarmee de markt beter wordt bereikt.

 

Lid 3

Het derde lid beschrijft welke informatie de burgemeester moet geven in zijn bekendmaking. De informatie moet zodanig worden verwoord, dat voor een aanvrager duidelijk is waar hij zijn aanvraag naartoe moet schrijven en wanneer zijn aanvraag volledig is.

 

Artikel 2: Indieningstermijn aanvraag

Lid 1

Het eerste lid schrijft de duur van de periode voor waarbinnen de aanvraag door de gemeente dient te zijn ontvangen. Een aanvraag om een vergunning dient binnen een tijdvak van acht weken gerekend vanaf de in de bekendmaking, als bedoeld in artikel 1, genoemde datum te zijn ontvangen door de gemeente.

 

Lid 2

Het tweede lid beschrijft wat er gebeurt met een aanvraag die buiten het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, wordt ontvangen. Deze wordt niet in behandeling genomen. Daardoor kan de exploitant niet meedingen naar de vergunning en zal hij moeten wachten tot het volgende moment dat een vergunning beschikbaar komt.

 

Er zijn echter twee uitzonderingen:

  • 1.

    als er binnen de formele indieningstermijn geen of minder aanvragen dan het aantal te vergeven vergunningen zijn ontvangen; of

  • 2.

    na afloop van de vergunningsprocedure nog een vergunning te verlenen is.

Lid 3

Indien binnen het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, geen of onvoldoende aanvragen zijn ontvangen dan wel de vergunningen na afloop van de vergunningsprocedure niet allen zijn verleend, wordt een buiten het tijdvak, als bedoeld in het eerste lid, ontvangen aanvraag op volgorde van binnenkomst alsnog in behandeling genomen.

 

Dit betekent dat te late aanvragen in eerste instantie worden aangehouden in afwachting van de uitkomsten van de verdelingsprocedure.

 

Artikel 3: Indieningsvereisten aanvraag

Lid 1 en lid 2

In het eerste lid is opgenomen dat de elektronische weg niet geopend is voor het indienen van een aanvraag. Daarvoor is gekozen vanwege de omvang van de aanvraag en complexiteit van de gevraagde stukken. Dit betekent dat aanvragen per post worden ingediend of persoonlijk in ontvangst worden genomen. In het kader van de snelheid van de procedure is de elektronische weg voor het aanleveren van ontbrekende gegevens wel geopend.

 

Lid 3

Het tweede lid ziet op de situatie dat een gegadigde over meerdere locaties beschikt en met al die locaties kans wenst te maken op het verkrijgen van de vergunning. Als een gegadigde ondernemend genoeg is over meerdere locaties te kunnen beschikken, staat het hem vrij met elke locatie deel te nemen aan de vergunningsprocedure en op die manier diens kansen op het verkrijgen van de vergunning (voor een van die locaties) te vergroten. De gemeente stelt geen beperking aan het aantal aanvragen dat een gegadigde kan indienen, noch wenst de gemeente een gegadigde te beperken in diens ondernemerschap. Wel dient de gegadigde voor elke locatie een eigen zelfstandige aanvraag in te dienen, die elk aan de eisen van de beleidsregels moet voldoen.

 

Lid 4

Het vierde lid bevat een opsomming van alle documenten, plannen en bewijsstukken die een aanvrager in ieder geval moet indienen bij zijn aanvraag. Het betreft informatie en documentatie die noodzakelijk is om te beoordelen of de belangen, die de vergunning dient te beschermen, niet onevenredig en onacceptabel worden benadeeld. Ook wordt de informatie en documentatie opgevraagd om te beoordelen of de opgegeven exploitant(en) en leidinggevende(n) van goed levensgedrag zijn. Deze stukken zijn vormvrij en geven de aanvrager ruimte om een eigen invulling hieraan te geven.

 

De (intentie) huur- of koopovereenkomst moet voldoende waarborgen bieden om vast te kunnen stellen of de aanvrager daadwerkelijk over de opgegeven locatie beschikt of kan gaan beschikken. Als het gaat om een intentieovereenkomst moet deze concreet zijn en ten minste inhouden de huur- of koopprijs, de algemene en bijzondere voorwaarden, de looptijd en de ondertekening door alle betrokken partijen.

 

Lid 5 en lid 6

Het vijfde en zesde lid geeft aan op welke wijze wordt omgegaan met onvolledige aanvragen. Een aanvraag die de vereiste informatie en/of documentatie, genoemd in het vierde lid, niet bevat, is niet volledig. Onder onvolledig wordt verstaan een aanvraag waarbij bescheiden ontbreken of bescheiden niet volledig of niet ondertekend zijn of anderszins niet voldoen aan de formele indieningsvereisten. Bij constatering daarvan krijgt de aanvrager de gelegenheid zijn aanvraag binnen tien werkdagen aan te vullen en volledig te maken. Wordt daar geen of onvoldoende gebruik van gemaakt, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. De aanvraag wordt dan inhoudelijk niet beoordeeld, zodat de aanvrager niet langer meedingt naar de vergunning. De verplichting tot het bieden van gelijke kansen aan elke deelnemende aanvrager verdraagt zich niet met het bieden van een langere hersteltermijn dan genoemd in artikel 3, lid 5.

 

Artikel 4: Procedure vergunningverlening

Lid 1 en lid 5 t/m 9

Ten aanzien van schaarse vergunningen dient de burgemeester verdelingscriteria vast te stellen om de beschikbare vergunning te verdelen. Jurisprudentie laat zien dat verschillende criteria worden erkend. Schiedam heeft gekozen de volgende verdelingscriteria te hanteren:

 

 

Fase 1: toetsing aan de bij deze beleidsregels bijgevoegde vestigingskaart coffeeshop (bijlage 2). In bijlage 2 bij deze beleidsregels is een kaart opgenomen van de gemeente Schiedam, waarop is aangegeven waar het vestigen van een coffeeshop in ieder geval niet is toegestaan en waar het vestigen van een coffeeshop niet gewenst is.

 

Het gebied waar het vestigen van een coffeeshop ingevolge de vestigingskaart coffeeshop niet is toegestaan, is afgeleid van de criteria die zijn opgenomen in het Coffeeshopbeleid. In het Coffeeshopbeleid is opgenomen dat de coffeeshop niet gelegen mag zijn binnen een straal van 200 meter loopafstand van een school voor primair onderwijs, een school voor voortgezet onderwijs, een school voor middelbaar beroepsonderwijs, andere coffeeshops, jeugd- en jongereninstellingen en centra voor verslavingszorg. In afwijking van het Coffeeshopbeleid is bij het opstellen van de kaart een afstand van 200 meter hemelsbreed opgenomen gemeten vanaf de rand van het gebouw of bijbehorend terrein. Ook is het niet toegestaan een coffeeshop te vestigen binnen een straal van 200 meter hemelsbreed van een buitenschoolse opvang. Ook deze afstand wordt gemeten vanaf de rand van het gebouw of bijbehorend terrein.

 

Het gebied waar het vestigen van een coffeeshop ingevolge de vestigingskaart coffeeshop in beginsel niet gewenst is, is gebaseerd op de volgende criteria:

  • -

    de gemeente Schiedam kent verschillende wijken waar de woon- en leefsituatie reeds gedurende meerdere jaren onder druk staat. Het vestigen van (nog) een coffeeshop is in deze wijken in het kader van de bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat dan ook niet gewenst.

  • -

    in het kader van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek zijn verschillende gebieden aangewezen waarvoor uit het oogpunt van de leefbaarheid en de kwaliteit van het wonen beperkingen gelden. Het vestigen van een coffeeshop is ook in deze gebieden niet gewenst.

  • -

    in het kader van het beschermen van de woon- en leefomgeving is het vestigen van een coffeeshop ook niet gewenst in wijken met uitsluitend een woonbestemming.

  • -

    ook is bij het opstellen van de kaart rekening gehouden met het spreiden van de vier coffeeshops over de gemeente in het kader van het bedienen van alle klanten van coffeeshops in de gemeente en het voorkomen van ernstige overlast en negatieve effecten op het woon- en leefklimaat. Omdat de drie bestaande coffeeshops gevestigd zijn aan de zuidkant van de gemeente, heeft het vestigen van een coffeeshop aan de noordkant van de gemeente dan ook de voorkeur. Dit betreft echter geen verplichting.

Indien de in de aanvraag opgenomen locatie gelegen is in het gebied waar het vestigen van een coffeeshop niet is toegestaan, zal de vergunning worden geweigerd. Deze aanvraag zal niet meegenomen worden in de verdere procedure. Voor wat betreft de gebieden op de kaart die niet gelegen zijn in het gebied waar het vestigen van een coffeeshop niet is toegestaan, staat de gemeente in beginsel open voor het vestigen van een coffeeshop. In beginsel, omdat de feitelijk aangevraagde locatie in fase 4 nog inhoudelijk wordt beoordeeld.

 

Fase 2: toetsing van de opgegeven exploitant(en) aan de criteria genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28a van de APV en in het Coffeeshopbeleid. In fase 2 zal bekeken worden of de exploitant(en) voldoen aan de eisen die bij en krachtens artikel 8, eerste en tweede lid, van de Alcoholwet worden gesteld. Indien een exploitant hier niet aan voldoet, wordt de vergunning geweigerd en diens aanvraag niet meegenomen in de verdere procedure.

 

Voorts wordt in fase 2 bekeken of het op basis van de door de exploitant(en) ingeleverde documenten, plannen en bewijsstukken aannemelijk is dat met de exploitatie door deze exploitant(en) een gevaar zal ontstaan voor de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid, het milieu en/of de woon- en leefsituatie. Indien dit het geval is, zal de vergunning worden geweigerd. Ook dan wordt de aanvraag niet meegenomen in de verdere procedure.

 

Tevens zal in fase 2 worden getoetst of de exploitant(en) de juiste ondernemingsvorm heeft/hebben. Als rechtsvorm voor de coffeeshop zijn enkel de eenmanszaak of de vennootschap onder firma (bestaande uit natuurlijke personen) toegestaan. Indien dit niet het geval is, zal de vergunning worden geweigerd. Ook dan wordt de aanvraag niet meegenomen in de verdere procedure.

 

Naast de exploitanten worden ook de opgegeven leidinggevenden getoetst aan de eisen die bij en krachtens artikel 8, eerste en tweede lid, van de Alcoholwet en het Coffeeshopbeleid worden gesteld. Voldoet een leidinggevende niet aan die eisen, dan zal die leidinggevende niet worden bijgeschreven op de vergunning. Het door een leidinggevende niet aan de eisen voldoen, heeft echter niet tot gevolg dat de aanvrager niet langer mee kan doen aan de procedure. Daarvoor kan de aanvrager nieuwe leidinggevenden aandragen, wat ook gebruikelijk is bij de exploitatie van openbare inrichtingen/horecabedrijven.

 

Fase 3: loting tussen de overgebleven aanvragen. De aanvragen die fase 1 en fase 2 hebben doorstaan, doen mee aan de loting in fase 3. Hierbij komen de getrokken aanvragen in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toetsing als bedoeld in fase 4 en fase 5. In volgorde van trekking worden de aanvragen verder behandeld, totdat het aantal te verlenen vergunningen is toegekend en vergeven. Zijn alle vergunningen vergeven, dan gaan de overgebleven aanvragen niet verder in procedure. Deze aanvragen worden geweigerd.

 

Fase 4: toetsing van de locatie aan de criteria genoemd in de artikelen 1:8 en 2:28a van de APV en in het Coffeeshopbeleid. In fase 4 zal onder andere worden getoetst aan het bestemmingsplan of, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, het omgevingsplan. Als bij toetsing in fase 4 blijkt dat afwijking van het bestemmingsplan/omgevingsplan noodzakelijk is, is de exploitant verplicht binnen twee weken na dagtekening nadat dit schriftelijk aan hem is medegedeeld de daarvoor benodigde vergunning aan te vragen. Als de exploitant daar geen gehoor aan geeft, wordt de vergunning voor het exploiteren van een coffeeshop geweigerd.

De vergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan/omgevingsplan dient enkel te worden aangevraagd door de exploitanten wiens aanvragen op dat moment in behandeling zijn. Zijn er vier vergunningen te vergeven, dan kunnen de eerste vier getrokken aanvragen deze vergunning aanvragen indien nodig. De vijfde getrokken exploitant hoeft deze vergunning pas aan te vragen, als een van de eerste vier getrokken exploitanten niet door de toetsing in fase 4 en/of fase 5 komt. De als zesde getrokken exploitant hoeft deze vergunning pas aan te vragen wanneer twee van de eerste vijf getrokken exploitanten niet door de toets in fase 4 en/of fase 5 komen enz. Zijn er minder dan vier vergunningen vergeven, dan wordt ditzelfde principe gevolgd.

Ook zal in fase 4 getoetst worden of de locatie op korte termijn gesloopt zal worden. Indien hier sprake van is, zal de vergunning worden geweigerd. Indien tijdens de fase 4 toets sprake is van een weigeringsgrond, wordt de vergunning geweigerd. Die aanvraag zal niet meegenomen worden in de verdere procedure.

Fase 5: toetsing van de getrokken exploitant(en) aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen in samenhang met de geldende gemeentelijke Bibob beleidsregels en het vragen van advies aan het Landelijk Bureau Bibob. Naar aanleiding van deze toetsing dan wel het advies van het Landelijk Bureau Bibob, kan de exploitatievergunning worden verleend of geweigerd. Leidt dit tot een weigering, dan komt de aanvrager niet langer in aanmerking voor vergunningverlening.

 

Het komt voor, dat het Landelijk Bureau Bibob niet tijdig kan adviseren. De burgemeester kan dan in overleg met de betreffende aanvrager ervoor kiezen de vergunning vooruitlopend op het advies te verlenen. Kiest de aanvrager daarvoor, dan kiest hij voor het risico dat de vergunning alsnog kan worden ingetrokken indien het advies van het Landelijk Bureau Bibob negatief is. Dat betekent dat de exploitatie onmiddellijk na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving daarvan dient te worden gestaakt zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vorm van financiële compensatie.

 

De aanvragen die resteren, nadat het aantal te vergeven vergunningen zijn verleend, worden geweigerd. Deze komen niet in aanmerking voor een vergunning. De enige mogelijkheid dat deze aanvragen toch nog in aanmerking zouden komen voor een vergunning, is wanneer een verleende vergunning alsnog wordt ingetrokken naar aanleiding van een Bibob advies. Deze bepaling is opgenomen ter voorkoming van het scenario dat een in een laat stadium gegeven Bibob advies ertoe leidt dat de hele procedure van voor af aan moet worden gestart.

 

Lid 2

Binnen de gemeente Schiedam geldt een maximumstelstel ten aanzien van het exploiteren van een coffeeshop. Dit maximum is gesteld op vier coffeeshops. De gemeente verdeelt deze vergunningen via zogeheten verdelingsprocedures.

 

De ervaring laat echter zien, dat een verdelingsprocedure een inspannende en tijdrovende procedure is voor zowel deelnemer als gemeentelijke uitvoering. Zo moeten deelnemers een uitgebreide aanvraag voorbereiden, vindt een Bibob-onderzoek plaats, moeten alle aanvragen inhoudelijk beoordeeld worden en vinden er tot op heden na elke verdeling bezwaar- en/of beroepsprocedure plaats.

 

Vanuit efficiency kan de burgemeester er daarom voor kiezen alle vrije vergunningen in één keer aan de markt aan te bieden en te vergunnen. De verdelingsprocedure wordt dan één keer uitgevoerd, waarin gelijk alle vrije vergunningen worden verdeeld.

 

Lid 3

Het derde lid beschrijft wat er gebeurt met een aanvraag als die niet aan een van de fasen van de verdelingsprocedure voldoet. In die gevallen is een weigeringsgrond van toepassing waardoor die aanvraag niet langer in aanmerking voor een vergunning komt. Die aanvraag wordt dan geweigerd, waardoor de overige fasen niet langer doorlopen hoeven te worden.

 

Lid 4

Per exploitant kan niet meer dan één aanvraag per locatie worden ingediend. Indien meerdere aanvragen worden ingediend voor één locatie, zal de aanvraag die het eerste door de gemeente is ontvangen in behandeling worden genomen. Indien meerdere aanvragen worden ingediend voor één locatie, zullen de overige aanvragen worden geweigerd.

 

Artikel 5: Wijze van loting

De loting wordt uitgevoerd door de burgemeester en is openbaar. De loting vindt fysiek plaats. Binnen twee weken na de loting, worden de deelnemende aanvragers geïnformeerd over de uitkomst van de loting en wat dat voor hun aanvraag betekent.

 

Artikel 6: Geldigheidsduur van de vergunning

Een exploitatievergunning voor een coffeeshop wordt voor een periode van maximaal tien jaar verleend. Een termijn van tien jaar vangt elke 1 januari aan van de jaartallen 2030, 2040, 205o enzovoorts. Op die manier lopen alle vergunningen van een coffeeshop gelijk en komen zij ook gelijktijdig vrij. Daarmee wordt het mogelijk alle vergunningen in een keer via dezelfde procedure aan de markt aan te bieden en te vergeven.

 

Voor deze geldigheidsduur is gekozen, omdat een exploitant de kans moet krijgen zijn coffeeshop op te bouwen, bekendheid te krijgen bij klanten en goed contact en een vertrouwensrelatie op te bouwen met eventuele omwonenden en omliggende bedrijven alsmede met politie en gemeente. Bovendien moet een exploitant investeringen doen en verplichtingen (vaak voor langere tijd) aangaan waarvoor een redelijke termijn geboden moet worden om deze terug te verdienen en winst te kunnen maken.

Ook zorgt deze termijn voor vaste momenten, dat opnieuw onderzocht kan worden of de coffeeshop zich verhoudt tot de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefsituatie en kan, indien gewenst, een nieuw Bibob-onderzoek plaatsvinden. Daartegenover staat, dat een te snelle roulatie minder stabiliteit met zich meebrengt.

 

Op de geldigheidstermijn bestaat één uitzondering, en dat is wanneer een vergunning vroegtijdig vrij komt. Bijvoorbeeld door het overlijden van de exploitant, het met pensioen gaan van de exploitant of het intrekken van de vergunning wegens slechte exploitatie. Komt een vergunning vroegtijdig vrij, dan kan de burgemeester besluiten die vergunning nogmaals aan de markt aan te bieden en te vergunnen.

 

Let wel, de geldigheidstermijn van die vergunning bedraagt dan het restant van de oorspronkelijke vergunde tien jaar. Op deze manier blijft gewaarborgd dat de vergunningen qua geldigheidstermijn gelijk blijven lopen en na afloop van die termijn dan ook allen in één keer gelijktijdig opnieuw aan de markt aangeboden kunnen worden.

 

Artikel 7: Legeskosten

Voor de aanvragen die inhoudelijk beoordeeld worden, zijn leges verschuldigd. Het tarief wordt bepaald op basis van de datum dat de aanvraag is ingediend en de op dat moment geldende Legesverordening met bijbehorende legestabel.

 

Artikel 8: Intrekking

De beleidsregels ‘beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshops Schiedam 2022’ zoals vastgesteld op 8 december 2022 worden ingetrokken.

 

Artikel 9: Afwijkingsbevoegdheid

In dit artikel is aangegeven dat de burgemeester kan afwijken van deze beleidsregels in het belang van

  • -

    de openbare orde, veiligheid en/of het woon- en leefklimaat; of

  • -

    de bescherming van het bieden van gelijke kansen om in aanmerking voor een vergunning te komen.

Het artikel biedt de grondslag voor situaties die vooraf onvoorzien waren, maar wel relevant zijn voor de uitvoering van de procedure. Het biedt de burgemeester de gelegenheid die situaties mee te nemen dan wel daar naar beste geweten op te handelen.

 

Artikel 10: Inwerkingtreding nieuwe regels

Vanaf het moment van inwerkingtreding hebben de beleidsregels rechtskracht en treedt de burgemeester conform deze beleidsregels op.

 

Artikel 11: Citeertitel

De beleidsregels mogen in de praktijk aangehaald worden als de ‘Beleidsregels verdeling exploitatievergunning coffeeshop Schiedam 2024’. Deze verkorte naam is gebruiksvriendelijker dan de volledige naam van de beleidsregels. Daarnaast behoudt de verkorte naam zijn duidelijkheid ten aanzien van het onderwerp (coffeeshops) waarop de beleidsregels van toepassing zijn.

Bijlage 2: Vestigingskaart coffeeshop

Corsanummer: 24BIJ00310