Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels individuele bijzondere bijstand gemeente Enschede 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels individuele bijzondere bijstand gemeente Enschede 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de beleidsregels individuele bijzondere bijstand gemeente Enschede 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2024 | Nieuwe regeling | 23-01-2024 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede:
overwegende, dat het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden er recht op bijzondere bijstand op grond van artikel 35 van de Participatiewet bestaat en wenst daartoe de volgende beleidsregels vast te stellen:
Beleidsregels individuele bijzondere bijstand gemeente Enschede 2024.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Dringende redenen: als er sprake is van een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden waarin een belanghebbende verkeert op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn, zodat het verlenen van bijstand onvermijdelijk is. Een noodsituatie is acuut als een situatie levensbedreigend is of als blijvend ernstig psychisch of lichamelijk letsel of invaliditeit daarvan het gevolg kan zijn. Deze bepaling alleen van toepassing is als de uitsluiting is gebaseerd op artikel 11 t/m 15 van de wet en niet als er een andere afwijzingsgrond bestaat.
Draagkracht: de mate waarin belanghebbende zelf geacht wordt uit het inkomen en vermogen bij te kunnen dragen in de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Deze bedraagt een percentage van het meer-inkomen als bedoeld onder m en een bedrag boven de vermogensgrens als genoemd in artikel 34 van de wet;
Artikel 2.2 Moment van indienen aanvraag
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, geldt voor een aanvraag om bijzondere bijstand voor de doorbetaling van de huur bij verblijf in detentie dat deze niet eerder wordt ingediend dan de datum waarop de aanvrager daadwerkelijk in detentie verblijft, echter niet later dan vier weken na de datum waarop de detentie is ingegaan.
3. Draagkracht en drempelbedrag
Artikel 3.5 Hoogte van de noodzakelijke kosten
Er wordt niet afgeweken van de door het college vastgestelde richtprijzen als daarvoor geen noodzaak aanwezig is. Als in een individuele situatie de noodzaak is aangetoond van de meerkosten ten opzichte van de richtprijzen, dan kan van de richtprijzen worden afgeweken. Voor een aantal kostensoorten, zoals bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten, hanteert het college richtprijzen voor het vaststellen van de hoogte van de bijzondere bijstand. Voor de hoogte van de richtprijzen wordt verwezen naar artikel 10.2 van deze beleidsregels.
Artikel 4.1 Geen bijzondere bijstand bij voorliggende voorziening
Het college verstrekt geen bijzondere bijstand voor medische kosten die onder door de Zvw, de Wlz en de Wmo 2015 vallen. Deze wetten gelden namelijk als een voorliggende voorzieningen die als passend en toereikend worden gezien, artikel 15 lid 1 van de wet. Ook als kosten door de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk wordt aangemerkt, verstrekt het college geen bijzondere bijstand voor deze kosten.
Het college maakt gebruik van de mogelijkheid die artikel 35 lid 3 van de wet biedt om bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering voor minima (CZM). Voor meer informatie over de collectieve zorgverzekering wordt verwezen naar de beleidsregels voor medische kosten gemeente Enschede 2022.
5. Uitvaartkosten (begrafenis- en crematiekosten)
De kosten van een begrafenis of crematie van een overledene behoren tot de bijzondere bestaanskosten van de erfgenamen. Deze kunnen ieder voor zich en op persoonlijke titel bijzondere bijstand aanvragen, voor zover hun erfdeel ontoereikend is en het hen aan middelen ontbreekt om hun aandeel in de kosten te kunnen voldoen.
Artikel 5.4 Uitvaartkosten in het buitenland
Op grond van het territorialiteitsbeginsel, genoemd in artikel 11 van de wet verstrekt het college geen bijzondere bijstand voor begrafenis- of crematiekosten in het buitenland van een in Nederland of in het buitenland overleden persoon. Dit is ook niet mogelijk voor zowel een vreemdeling als een Nederlander die in het buitenland wordt begraven of gecremeerd.
6. Bewindvoering, mentorschap, curatele en rechtsbijstand
Artikel 6.1 Bewindvoering, mentorschap en curatele
Wettelijk gezien is periodieke bijzondere bijstand met terugwerkende kracht niet mogelijk. Een uitzondering wordt gemaakt voor de eerste aanvraag voor de kosten van bewindvoering. Als de bewindvoerder de aanvraag indient binnen 4 weken na uitspraak van de rechtbank, dan is de ingangsdatum afhankelijk van de datum uitspraak, de 1e of de 16e van de maand.
Reiskosten behoren tot de algemene noodzakelijke kosten van bestaan. De inwoner wordt geacht uit een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm vervoerskosten te kunnen voldoen om in aanvaardbare mate deel te kunnen nemen aan het leven van alledag en sociale contacten te onderhouden. Als er sprake is van noodzakelijke reiskosten als gevolg van bijzondere omstandigheden, kan er recht op bijzondere bijstand bestaan.
De vergoeding wordt gebaseerd op de kosten van openbaar vervoer. Bij gebruik van de eigen auto geldt een vergoeding van 0,23 euro* per kilometer met een vergoeding van de parkeerkosten tot maximaal 10,00 euro per bezoek. Vergoeding van deze kosten is alleen mogelijk als het gebruik van de eigen auto goedkoper is of als het openbaar vervoer geen optie biedt. Voor de berekening van het aantal kilometers geldt de routeplanner van de ANWB.
* Voor de hoogte van de reiskostenvergoeding wordt aangesloten bij de tarieven van de Belastingdienst.
Artikel 8.3 Kosten aanleg gehandicaptenparkeerplaats
Voor deze kosten is bijzondere bijstand mogelijk. De Wmo 2015 voorziet niet in de kosten van het aanleggen van een gehandicaptenparkeerplaats. Om deze reden is de Wmo 2015 is voor deze kosten geen voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de wet. Deze kosten komen in aanmerking voor vergoeding via de bijzondere bijstand.
Artikel 8.4 Reiskosten in verband met bezoek aan een huisgenoot of familie in de eerste of tweede graad in een instelling
Artikel 8.5 Reiskosten in verband met bezoek aan een huisgenoot of familie in de eerste of tweede graad in detentie
Artikel 8.7 Reiskosten in verband met scholing en opleiding van minderjarige kinderen
Voor deze reiskosten is bijzondere bijstand mogelijk als de opleiding zich bevindt buiten een straal van 15 kilometer. Dit geldt niet als er recht is op een passende toereikende voorliggende voorziening. In veel situaties is een reisproduct van Dienst Uitvoering Onderwijs passend en toereikend, maar niet in alle situaties. Een reisproduct vanuit de WTOS is niet altijd toereikend. In die gevallen is er wel bijzondere bijstand mogelijk.
Artikel 8.12 Reiskosten in verband met woon-werkafstand
Als uitgangspunt geldt dat de werkgever deze kosten vergoedt. Mocht de werkgever deze kosten niet vergoeden dan kunnen deze kosten worden vergoed via het participatiebudget. Alleen als deze kosten niet door de werkgever en niet via het participatiebudget worden vergoed is bijzondere bijstand mogelijk.
10. Inrichtingskosten en duurzame gebruiksgoederen
Artikel 10.1 Duurzame gebruiksgoederen
Kosten van duurzame gebruiksgoederen zijn kosten die behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Als uitgangspunt bestaat voor deze kosten geen recht op bijzondere bijstand. De inwoner dient zelf in deze kosten te voorzien door ervoor te sparen of een geldlening aan te gaan.
Als de inwoner niet zelf in deze kosten kan voorzien (ook niet door het aangaan van een lening) dan is bijstand mogelijk als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Het hebben van schulden wordt, conform de geldende jurisprudentie, niet aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. Als er wel sprake is van een bijzondere omstandigheid, dan wordt de bijzondere bijstand toegekend in de vorm van een renteloze geldlening als bedoeld in artikel 51 van de wet.
Bijzondere omstandigheden kunnen zich bijvoorbeeld voordoen bij een echtscheiding waarbij een inwoner een woning gedeeltelijk opnieuw moet inrichten. Als de inwoner niet in deze kosten kan voorzien door eigen middelen of het aangaan van een lening, dan is er bijzondere bijstand mogelijk. Op grond van de individuele situatie wordt dan beoordeeld welke duurzame gebruiksgoederen noodzakelijk zijn. De bijzondere bijstand wordt toegekend in de vorm van een geldlening zoals onder lid 2 is bepaald.
Artikel 10.2 Volledige inrichting
Van bijzondere omstandigheden is ook sprake als bijvoorbeeld aan een statushouder een woning wordt toegewezen die nog volledig moet worden ingericht. De hoogte van de bijstand wordt afgestemd op de gezinssamenstelling en vastgesteld aan de hand van de Nibud Prijzengids. Het college verstrekt 75% van deze richtprijzen. De reden hiervan is dat een aantal goederen ook tweedehands aangeschaft kan worden. De bijstand wordt in principe verstrekt als lening. De hoogte van de lening wordt zodanig vastgesteld dat deze binnen drie jaar kan worden afgelost. Het meerdere wordt direct om niet verstrekt.
Bijstand die niet wordt gebruikt overeenkomstig het doel waarvoor deze verstrekt is, wordt teruggevorderd en is direct opeisbaar. Als directe terugbetaling niet mogelijk is, wordt de aflossing vastgesteld op minimaal 5% van de bijstandsnorm met inachtneming van de beslagvrije voet. Kwijtschelding van bijstand die na 36 maanden nog niet is afgelost, is in dat geval niet meer mogelijk.
Artikel 10.3 Overige inrichtingskosten
Met overige inrichtingskosten worden de kosten bedoeld die geen betrekking hebben op duurzame gebruiksgoederen, zoals verf en behang. Als uitgangspunt bestaat voor deze kosten geen recht op bijzondere bijstand en dient men daar zelf in te voorzien. Alleen als er sprake is van bijzondere omstandigheden is er ook voor deze kosten bijzondere bijstand mogelijk. De hoogte van de bijstand wordt afgestemd op de staat van de woning en vastgesteld aan de hand van de Nibud Prijzengids tot een bedrag van maximaal 500,00 euro.
Woonkosten behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en dienen dan ook uit de norm te worden voldaan, eventueel aangevuld met de ontvangen huurtoeslag. Voor woonkostentoeslag bestaat in beginsel geen recht op bijzondere bijstand. Alleen als er sprake is van bijzondere omstandigheden kan er recht op bijzondere bijstand voor woonkosten bestaan.
Artikel 12.2 Recht op woonkostenvergoeding
Van bijzondere omstandigheden voor het recht op woonkostenvergoeding is sprake als:
een inwoner een woning huurt onder de huurtoeslaggrens, maar nog geen recht op huurtoeslag heeft, kan tijdelijk bijzondere bijstand worden verleend. Ligt de huur boven de huurtoeslaggrens dan wordt de verplichting opgelegd om binnen een jaar te verhuizen naar een goedkopere woning. Als de inwoner daar, ondanks voldoende inspanning, niet in slaagt kan de bijstandsverlening met een maximum van één jaar worden verlengd;
de inwoner een eigen woning bewoont. In dat geval bestaat er geen recht op huurtoeslag. Blijven de woonlasten beneden de huurtoeslaggrens dan bestaat er recht op bijzondere bijstand zolang tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring in redelijkheid niet kan worden verlangd. Zijn de woonlasten hoger dan de huurtoeslaggrens en/of is er sprake van een forse overwaarde en kan tegeldemaking in redelijkheid worden verlangd, dan kan er bijzondere bijstand worden toegekend met de verplichting om de woning binnen 12 maanden te verkopen en te verhuizen naar goedkopere woonruimte.
Artikel 12.3 Doorbetaling huur (woonlasten) bij verblijf in detentie
In afwijking van artikel 13 lid 1 onder a van de wet kan het college voor doorbetaling van de vaste lasten bijzondere bijstand verstrekken voor zover de inwoner die in detentie zit deze kosten aantoonbaar niet over de hele detentieperiode zelf kan betalen en er sprake is van zeer dringende redenen op grond waarvan het noodzakelijk is dat de woning wel wordt aangehouden.