Organisatie | Vlaardingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Vlaardingen 2023 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Treasurystatuut 2013.
Financiële verordening (artikel 212 Gemeentewet) gemeente Vlaardingen 2023
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-01-2024 | nieuwe regeling | 14-12-2023 |
Titel 1. Inleidende bepalingen
De treasuryfunctie vormt dat deel van de financiële functie dat zich bezighoudt met het sturen en beheersen van, het verantwoording afleggen over en het toezicht houden op de gemeentelijke geldstromen en de daaruit voortvloeiende balansposities en financiële risico’s.
De treasuryfunctie kent 3 taakgebieden:
Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, de doelstellingen en de richtlijnen ter uitvoering van de treasuryfunctie. Het treasurybeleid is vastgelegd in dit treasurystatuut. De uitvoering van het treasurybeleid vindt plaats binnen de in het statuut aangegeven kaders.
De uitvoering van het treasurybeleid wordt beschreven in de paragraaf Financiering. Deze paragraaf in de begroting geeft een overzicht van de beleidsplannen en in de jaarrekening wordt de realisatie van deze plannen belicht.
Titel 2. Algemene uitgangspunten, doelstellingen en richtlijnen
Titel 3. Financieel risicobeheer
Overtollige liquide middelen dienen in eerste instantie bij de schatkist te worden aangehouden. De gemeente kan uit hoofde van de treasuryfunctie ook middelen uitzetten bij andere decentrale overheden in Nederland indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.
Het beheersen van financiële risico 's is gericht op de bescherming van het eigen vermogen van de gemeente. De te beheersen risico’s zijn het rente-, koers-, debiteuren- en valutarisico.
Het renterisico dat voortvloeit uit de netto vlottende schuld wordt beperkt door te voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake de kasgeldlimiet. De netto vlottende schuld bestaat uit kortlopende leningen o/g en u/g (met een rentetypische looptijd tot 1 jaar), rekeningcourantsaldi bij banken en kassaldi.
Artikel 12. Debiteurenrisicobeheer
Het debiteurenrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door voorkomende liquiditeitsoverschotten in te zetten ter aflossing van de bestaande vlottende of vaste schuld.
Artikel 18. Saldo- en liquiditeitenbeheer
Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer gelden de volgende richtlijnen:
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Vlaardingen in zijn openbare vergadering van 14 december 2023,
De griffier,
I.L.J.C. Konings LLM MA
De voorzitter,
drs. B. Wijbenga - van Nieuwenhuizen
Artikelsgewijze toelichting Treasurystatuut 2023
Sinds het van kracht worden van de Wet Financiering Decentrale Overheden (eind 2000) is het opstellen van een treasurystatuut een wettelijke verplichting. Het eerste treasurystatuut is door uw raad vastgesteld in september 2001. Het vorige treasurystatuut dateert uit 2013. In december 2013 is het voorstel “Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist” vastgesteld. Deze wijziging verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen in rekening courant of via deposito aan te houden in de schatkist.
Het kader waarbinnen het gemeentelijk treasurybeleid dient te worden uitgevoerd, wordt in eerste instantie bepaald door de landelijke wetgever. In artikel 3 is daarom aangegeven welke wetten en regelingen hierbij een rol spelen. Binnen dit rijkskader staat het de gemeenteraad vrij om eigen keuzes te maken met betrekking tot het treasurybeleid. Deze komen tot uiting in dit statuut.
Door de formulering van uitgangspunten en doelstellingen geeft de gemeenteraad aan welke prioriteiten zij op het gebied van treasury stelt. Zo mag de uitvoering van het treasurybeleid nooit een belemmering vormen voor de uitvoering van gemeentelijke taken. Het treasurybeleid dient dit juist te faciliteren. Om die reden staat het mijden van risico voorop. Risicobeperking heeft echter in het algemeen een lastenverhogend of batenverlagende effect.
Het opnemen en uitzetten van geldelijke middelen maakt deel uit van de treasurypraktijk. De in dit artikel geformuleerde richtlijnen stellen voorwaarden aan deze activiteiten. Het doel hiervan is om tot een weloverwogen financieringsbeslissing te komen. In de navolgende artikelen komen de meer specifieke richtlijnen aan de orde.
Ook de gewijzigde Wet Financiering Decentrale Overheden stelt nagenoeg geen eisen aan het verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties uit hoofde van de publieke taak. Het is aan het gemeentebestuur zelf om te bepalen wanneer het maatschappelijk belang gediend is en wanneer niet. Het is echter niet toegestaan om geld te lenen met als enig doel het met een voordelige rentemarge weer uit te lenen. Onder bepaalde voorwaarden is het nog wel mogelijk uit hoofde van treasury gelden aan andere decentrale overheden uit te lenen.
Renterisicobeheer heeft tot doel het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de exploitatie van de gemeente. Door de kasgeldlimiet en de renterisiconorm tracht de wetgever te voorkomen dat begrotingen geconfronteerd worden met te grote jaarlijkse fluctuaties in de rentelasten.
De kasgeldlimiet beperkt het gebruik van kortlopende geldleningen tot een gemiddelde hoofdsom van maximaal 8,50% van de begrote exploitatielasten, terwijl de renterisiconorm moet zorgen voor spreiding van het renterisico op langlopende geldleningen over toekomstige begrotingsjaren. Het renterisico bestaat uit te herfinancieren aflossingen en renteherzieningen. De blootstelling aan dit risico mag maximaal 20% van de begrote exploitatielasten bedragen.
Deze wijziging verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige (liquide) middelen in rekening courant of via deposito aan te houden in de schatkist. Het woord “overtollig” verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Het schatkistbankieren verandert daar niets aan. Door het schatkistbankieren worden wel de mogelijkheden voor de gemeente beperkt om een goed rendement te halen op tijdelijke geldoverschotten. Daarentegen is het risico nihil dat de uitgezette gelden niet worden terugbetaald. In de eveneens in december 2013 vastgestelde Regeling schatkistbankieren decentrale overheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties is nader uitgewerkt hoe schatkistbankieren voor decentrale overheden werkt en welke rechten en verplichtingen decentrale overheden en de Staat hebben. Schatkistbankieren is gebaseerd op het principe van zero-balancing.
Het aantrekken van financieringsmiddelen gebeurt alleen in functie van de gemeentelijke taakuitoefening. De te nemen financieringsbeslissingen zullen daarbij altijd gebaseerd zijn op de financieringsbehoefte van de gemeente als geheel ("totaal-financiering”).
De Gemeente Vlaardingen trekt tot nu toe alleen financieringsmiddelen aan door het afsluiten van onderhandse geldleningen. Onderhandse geldleningen zijn leningen waarbij het rentetarief en de overige voorwaarden van de lening in overleg met de geldgevende partij kunnen worden vastgesteld ('maatwerk'-product). Door het opvragen van meerdere offertes wordt bereikt dat de gemeente een beeld krijgt van de op dat moment geldende tarieven en voorwaarden op de kapitaalmarkt. Zodoende kan een afgewogen keuze worden gemaakt.
Zie de toelichtingen bij artikel 7, 12 en 13.
Geldstromenbeheer omvat vooral het zorg dragen voor een efficiënt betalingsverkeer. In dit verband spelen zaken een rol als het gebruik van internetbankieren, het gewenste aantal banken en bankrekeningen. Het getuigt van een doelmatig gebruik van middelen wanneer uitgaande geldstromen zoveel mogelijk afgestemd worden op de inkomende geldstromen (het 'matching'-principe). Dit beperken van de rentekosten wordt ook bevorderd door rekening te houden met de vervaldata van vorderingen en schulden. Er is voor gekozen crediteuren verplichtingen wel zo snel mogelijk te betalen. Een reden hiervoor is dat hiermee de (Vlaardingse) economie gestimuleerd wordt en ondernemers gesteund worden.
Het saldobeheer betreft het dagelijks beheer van de banksaldi. Omdat de rentecondities op rekeningen van bank tot bank verschillen worden de aanwezige saldi naar die bank overgeboekt die de gunstigste condities kent.
Het liquiditeitenbeheer heeft betrekking op het totaal van de gemeentelijke banksaldi: een tijdelijk overschot aan middelen wordt verplicht gestald bij ’s Rijks schatkist, een liquiditeitstekort wordt gedekt door het afsluiten van een lening.
Rekeningcourantfaciliteiten worden in een overeenkomst tussen bank en gemeente vastgelegd.
Vlaardingen heeft een dergelijke overeenkomst gesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten en ING Bank.. Hierin zijn o.a. afspraken gemaakt over de maximale omvang van het rekeningcourantkrediet (“rood staan”) en de te betalen rente.
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de gemeentelijke huisbankier. De BNG heeft als geen andere bank kennis van de financiële problematiek die bij gemeenten speelt. Toch kan het voor individuele diensten en producten raadzaam zijn de keuze op een andere bank te laten vallen. Tussenpersonen hebben een intermediairsfunctie bij het afsluiten van leningen. Sinds 1 januari 2007 staan zij onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM controleert op deskundigheid, betrouwbaarheid en klantgerichtheid. De gemeente zelf blijft verantwoordelijk voor de keuze van een tussenpersoon.
Informatie over beleidsplannen wordt door het college verstrekt via de paragraaf Financiering in de begroting. In tussentijdse voortgangsrapportages wordt over de voorlopige uitvoering gerapporteerd, terwijl in de paragraaf Financiering van het jaarverslag de realisaties in beeld gebracht worden.
Begrippenlijst Treasurystatuut 2023