Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2023 Meppel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNotitie beleidskeuze Energietoeslag 2023 Meppel
CiteertitelNotitie beleidskeuze Energietoeslag 2023 Meppel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-2024nieuwe regeling

05-12-2023

gmb-2024-47387

Tekst van de regeling

Intitulé

Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2023 Meppel

 

1. Notitie beleidskeuze Energietoeslag 2023 Meppel

Door een wijziging van de Participatiewet met ingang van 7 oktober 2023 mag de gemeente categoriaal energietoeslag (ET) verstrekken aan huishoudens met een laag inkomen.

 

1.1. Bedrag en tijdvak

De wijziging van de Participatiewet geeft gemeenten de bevoegdheid om in het jaar 2023 via de categoriale bijzondere bijstand een ET met een richtbedrag van € 1.300,- toe te kennen aan huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum. Deze huishoudens zijn financieel niet voldoende weerbaar om de hogere energiekosten te kunnen dragen. Al eerder had de gemeente de bevoegdheid om hiervan maximaal € 500,- uit te keren in 2023, als ET 2022. Van deze bevoegdheid heeft de gemeente gebruik gemaakt, zodat er nu nog € 800,- per huishouden over is. De gemeente heeft tot 1 september 2024 de tijd om de toeslag uit te keren.

 

1.2. Studenten

Aangezien studenten ook met de hogere energieprijzen worden geconfronteerd en daardoor mogelijk in financiële problemen komen is in het wetsvoorstel ook een regeling opgenomen voor studenten met een uitwonende- en aanvullende beurs. Zij ontvangen in het studiejaar 2023-2024 een eenmalige tegemoetkoming van € 400,- via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Daarnaast wordt er een eenmalige tegemoetkoming toegekend aan studenten in de leenfase die in de laatste maand voorafgaand aan de leenfase een aanvullende beurs hebben ontvangen.

 

1.3. Budgetten

In de decembercirculaire zullen de budgetten bekend worden gemaakt. Wel zijn er door het Rijk al tabellen met de verdeling gedeeld met de gemeenten. Deze konden niet mee in de september circulaire van 2023, omdat de wetswijziging toen nog in procedure was bij de Tweede- en Eerste kamer.

 

1.4. Uitvoeringsarm

Het ministerie van SZW, VNG en Divosa hebben voor de uitvoering wederom (niet bindende) richtlijnen opgesteld. Het gaat hierbij om een generieke oplossing via de categoriale bijzondere bijstand waarbij de tegemoetkoming zoveel mogelijk ambtshalve wordt uitgekeerd om extra uitvoeringskosten te beperken. Daarnaast is ter ondersteuning van deze ambtshalve toekenning geregeld dat de gemeente gebruik kan maken van de toets op de bijzondere bijstand. De opgestelde richtlijnen zijn gebruikt om de aan uw voorgelegde beleidskeuzes te onderbouwen en de beleidsregels op te stellen.

2. Aanpassing wetgeving

Op grond van de Participatiewet (Pw) kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Pw). Met de wetswijziging hebben de gemeenten de volgende twee bevoegdheden op grond van de Participatiewet:

  • 1.

    de bevoegdheid om vanaf 7 oktober 2023 tot 1 september 2024 een ET toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen;

  • 2.

    de bevoegdheid om de ET ambtshalve (dus zonder aanvraag) toe te kennen aan de huishoudens waarvan de getoetste inkomensgegevens bij de gemeente bekend zijn.

Naast deze bevoegdheden heeft de gemeente ook de bevoegdheid om individuele bijzondere bijstand te verlenen voor energiekosten tot 1 september 2024.

 

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

De bevoegdheid om een energietoeslag te verstrekken staat in artikel 35, vierde, vijfde en zesde lid van de Participatiewet:

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid kan bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had:

    • a.

      voor het jaar 2022, die kan worden verstrekt tot en met 30 juni 2023;

    • b.

      voor het jaar 2023, die kan worden verstrekt tot en met 31 augustus 2024.

  • 5.

    Het vierde lid, onderdeel b, is niet van toepassing op degene die:

    • a.

      18, 19 of 20 jaar is;

    • b.

      in aanmerking komt voor studiefinanciering op grond van artikel 3.1, eerste of tweede lid, van de Wet studiefinanciering 2000; of

    • c.

      is ingeschreven als ingezetene met enkel een briefadres in de basisregistratie personen.

  • 6.

    De in het vierde lid bedoelde toeslag kan in afwijking van artikel 43, eerste lid, ambtshalve worden vastgesteld.

Het wetsvoorstel tot wijziging van de Participatiewet in verband met het eenmalig categoriaal verstrekken van een ET aan huishoudens met een laag inkomen en het verstrekken van een eenmalige ET aan uitwonende studenten met een aanvullende beurs in 2023 door DUO (hierna: het wetsvoorstel) is in werking getreden op 7 oktober 2023. Een dag na publicatie van de wetswijziging in de Staatscourant.

3. Beleidsvrijheid en richtlijn uitvoering

De gemeente heeft de bevoegdheid om een ET toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen; het betreft dus geen verplichting. Het feit dat de ET onderdeel uitmaakt van de bijzondere bijstand, geeft beleidsvrijheid ten aanzien van de vormgeving.

 

De gemeente bepaalt:

  • wat er onder een laag inkomen wordt verstaan;

  • of er groepen worden uitgesloten van het recht op de ET (bijvoorbeeld groepen waarvan vaststaat dat zij geen energierekening hebben, zoals personen die in een instelling verblijven;

  • welk inkomen in aanmerking wordt genomen;

  • de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen. Dit is de referteperiode;

  • óf en welk vermogen in aanmerking wordt genomen;

  • de hoogte van het bedrag van de toe te kennen ET, eventueel gedifferentieerd naar leefsituatie.

De gemeente legt deze keuzes vast in beleidsregels. Er wordt veel belang gehecht aan een landelijk uniforme uitvoering van de ET. Daarom is door het ministerie van SZW en VNG een (niet bindende) richtlijn opgesteld.

 

3.1. Middelen en verantwoording

Het kabinet heeft in de begroting 2023 een bedrag gereserveerd voor de ET 2023. Het budget was in eerste instantie € 1,4 miljard voor 2023. Met een incidentele suppletoire begrotingswet (ISB) werd € 500 miljoen naar 2022 geschoven, waardoor er € 900 miljoen voor 2023 is overgebleven. Dit is een ongedeeld bedrag bestaande uit energietoeslagen van € 800,- voor huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum plus de uitvoeringskosten.

In 2022 zijn de middelen voor de ET verdeeld via het gemeentefonds via het cluster minimabeleid (algemene uitkering). Per 1 januari 2023 zijn de verdeelmodellen van het gemeentefonds herijkt. Daarbij is verdeelmodel van het cluster minimabeleid opgegaan in één verdeelmodel voor het gehele cluster Participatie. Daarom zal het budget via een decentralisatie-uitkering worden verdeeld. Voor de verdeelsystematiek wordt gebruikgemaakt van de CBS-statistiek ‘Huishoudens met langdurig laag inkomen < 120% sociaal minimum’. Er is voor dit budget ook een vangnetconstructie vastgesteld waardoor het risico bij overschrijding ligt bij de gemeente bij 2% of € 150.000,-. Als de grens is overschreden wordt na rato gecompenseerd. Het budget is bedoeld voor zowel de te verstrekken energietoeslagen als de uitvoeringskosten.

 

De financiering via het gemeentefonds betekent dat de gemeente voor de ET geen aparte financiële verantwoording aan het Rijk hoeft af te leggen. Het college verantwoordt zich wel over de uitvoering aan de gemeenteraad.

 

3.2. Noodzakelijkheid en hoogte van de toeslag

Normaliter worden de kosten van gas, water en elektra niet vergoed vanuit de bijzondere bijstand. Deze kosten worden niet als bijzondere kosten gezien. Hierop vindt nu wederom een wijziging plaats ten aanzien van de kosten van energie. Door de wetswijziging met betrekking tot de categoriale bijzondere bijstand voor energietoeslag lage inkomens hoeft er voor deze regeling geen toets plaats te vinden ten aanzien van de noodzaak van deze kosten. Een ieder die voldoet aan de inkomensvoorwaarden heeft recht op deze energietoeslag. Hiermee wordt acceptabel geacht dat ook huishoudens met een laag inkomen, welke niet in de problemen zijn gekomen door een stijgende energierekening, worden bereikt. De acceptatie hiervan is gelegen in het feit dat deze regeling zich beperkt tot huishoudens met een laag inkomen.

 

Beleidskeuze € 800,-

Er wordt een ET 2023 verstrekt voor: Energielasten

 

De ET is bedoeld voor het compenseren van huishoudens met een laag inkomen welke te maken hebben met stijgende energieprijzen. Acceptabel is dat deze tegemoetkoming ook huishoudens met een laag inkomen bereikt, welke niet te maken hebben met stijgende energieprijzen.

 

De hoogte van het eenmalige uit te keren bedrag wordt vastgesteld op € 800,- per huishouden. Met uitzondering van een partner van een student. Zie apart beleid..

 

3.3. Grens tussen energietoeslagen 2022 en 2023

De ET 2023 is de tweede toeslag. Het budget dat de overheid hiervoor beschikbaar stelt is € 1.300,- voor iedere inwoner die tot de doelgroep van 120% van het sociaal minimum behoort. De gemeente kon hiervan tot en met 30 juni 2023 een extra bedrag van € 500,- als ET 2022 uitkeren aan de doelgroep van de ET 2022. De reden hiervoor is dat het bedrag van € 500,- dat vanwege de kasschuif van een deel van het budget van 2023 naar 2022 aan de ET 2022 kon worden toegevoegd, geen voorschot op de energietoeslag 2023 was. In Meppel hebben we hier gebruik van gemaakt. Dit verschil in ET is aanvaardbaar, omdat er voor 2023 meer inkomensmaatregelen door het Rijk zijn getroffen dan in 2022.

 

Het is van belang dat er sprake blijft van 2 toeslagen met 2 doelgroepen een:

ET voor het jaar 2022 (met een inkomensbepaling in 2022) en ET voor het jaar 2023 (met een inkomensbepaling in 2023). Deze doelgroepen zijn niet per definitie gelijk, aangezien het inkomen van inwoners in deze jaren kan verschillen. Daarbij is er in 2023 sprake van een aantal bij wet uitgezonderde groepen aan wie de toeslag niet kan worden verstrekt.

 

3.4. Nieuwe situatie door gewijzigd inkomen, gezinssituatie en/of verhuizingen

Wat doe je met nieuwe aanvragers van 2023 in een gemeente die reeds € 500,- heeft uitgekeerd aan de rechthebbenden van 2022 en de energietoeslag nu nog € 800,- is? Krijgen die net als de rest € 800,- uitgekeerd of hebben zij recht op de € 1.300,-?

 

Het zijn twee aparte regelingen, die van 2022 en die van 2023. Daarom ontvangen deze nieuwe aanvragers € 800,- in de gemeente Meppel. De € 500,- was geen voorschot op de energietoeslag 2023, maar een verhoging van de energietoeslag 2022.

 

Het is belangrijk dat als mensen hun energiekosten niet kunnen betalen over 2023 er altijd moet worden bezien of er op basis van de individuele bijstand een vergoeding mogelijk is. Een aanvraag individuele bijstand is mogelijk tot 1 juli 2024. De gemeenten mogen tot 1 september 2024 de individuele bijstand voor energiekosten uitbetalen. Dus na 1 juli 2024 heeft de gemeente dan nog 8 weken de tijd om de aanvraag te beoordelen en uit te betalen.

4. Doelgroep, inkomensgrens, peildatum, referteperiode en vermogenstoets

De kosten van energie en levensonderhoud zijn in 2022 en 2023 flink gestegen. Hier heeft iedereen in Nederland mee te maken. Het aantal huishoudens dat in (energie)armoede leeft is toegenomen. Om de hoge kosten – waaronder de hoge energierekeningen – van particulieren voor een deel te compenseren, is in 2022 een pakket aan maatregelen genomen. Ook voor 2023 gelden diverse koopkracht- maatregelen en compensatieregelingen. Zo zijn de zorg- en huurtoeslag verhoogd en is het wettelijk minimumloon met 10,15% verhoogd. Ook is er sinds januari 2023 een tijdelijk prijsplafond voor stroom en gas. De ET 2023 voor huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum komt boven op voornoemde maatregelen.

 

4.1. Kring van rechthebbenden

Voor de ET geldt de kring van rechthebbenden zoals genoemd in paragraaf 2.2 van de Participatiewet. Daarmee is het recht op de ET op grond van artikel 11 (Rechthebbenden) beperkt tot Nederlanders en daarmee gelijkgestelden, die woonachtig zijn en rechtmatig verblijven in Nederland. Daarnaast zijn ook de uitsluitingsgronden van artikel 12 (Onderhoudsplicht ouders) en 13 (Uitsluiting van bijstand) van de Participatiewet van toepassing.

 

4.2. Inkadering doelgroep

Aanbevolen wordt om de ET alleen toe te kennen aan zelfstandige huishoudens. Het begrip ‘zelfstandige huishoudens’ is niet gedefinieerd in de richtlijn of (toelichting op) de wet. De gemeente mag dit begrip zelf invullen. Daarnaast kan de gemeente in de beleidsregels opnemen dat enkele groepen inwoners niet voor de ET in aanmerking komen.

 

In afwijking van de ET 2022 wordt de doelgroep voor de ET 2023 deels bij wet afgebakend. Uitgesloten van het recht op de ET 2023 zijn:

  • A.

    jongeren tot 21 jaar;

  • B.

    studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, Wet studiefinanciering 2000; en

  • C.

    dak- en thuislozen.

Voor deze groepen geldt dat het bestaan van energiekosten niet in vergelijkbare mate als bij de doelgroep van deze regeling aangenomen kan worden (wat het uitgangspunt is bij de categoriale bijzondere bijstand) of dat er een beroep kan worden gedaan op alternatieve financiële ondersteuning.

 

A. Jongeren tot 21 jaar

Voor 18-, 19- en 20-jarigen geldt dat zij voor de energiekosten een beroep kunnen doen op de ouders. Deze hebben een wettelijke onderhoudsplicht (artikel 1:395a BW en artikel 12Pw). Wanneer de ouders hier niet aan kunnen voldoen, kan een jongere voor de hoge energiekosten individuele bijzondere bijstand aanvragen. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de jongeren die het daadwerkelijk nodig hebben.

In het kader van een snelle aanvraagprocedure van de ET is het – ook gezien het grote aantal jongeren – voor de gemeente uitvoeringstechnisch vrijwel onmogelijk om zorgvuldig te toetsen of jongeren geen beroep op hun ouders kunnen doen. Daarbij is het aantal jongeren dat daadwerkelijk geen beroep op de ouders kan doen, in de praktijk gering.

Bij jongeren die een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand omdat de ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht, kan de gemeente besluiten die aanvulling vanwege de hoge energiekosten tijdelijk te verhogen. Dit kan alleen op individuele basis worden beoordeeld en toegekend. De gemeente Meppel informeert deze groep jongeren individueel over deze mogelijkheid.

 

B. Studenten

Studenten die in aanmerking komen voor studiefinanciering als bedoeld in artikel 3.1, eerste of tweede lid, Wet studiefinanciering 2000 zijn uitgesloten van het recht op een ET voor 2023. Het gaat hierbij om studenten die studiefinanciering ontvangen en om studenten die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering, maar hun recht niet effectueren omdat zij bijvoorbeeld geen studielening willen afsluiten.

Maar ook studenten kunnen met hogere energiekosten worden geconfronteerd en daardoor mogelijk in financiële problemen komen. Daarom is er in het studiejaar 2023-2024 een eenmalige tegemoetkoming in de energiekosten voor uitwonende studenten die naast de basisbeurs een aanvullende studiebeurs ontvangen. Deze tegemoetkoming is er ook voor studenten in de leenfase die in de laatste maand voorafgaand aan die leenfase een aanvullende beurs ontvingen.

 

Studenten en overige financiële maatregelen

De eenmalige tegemoetkoming in de energiekosten komt als maatregel aanvullend op de tijdelijke ophoging van de basisbeurs voor uitwonenden met € 164,- per maand gedurende het studiejaar 2023-2024 (dus vanaf september 2023). Veel studenten profiteren daarnaast ook van de verhoging van de zorgtoeslag voor het jaar 2023 en de verhoging van het wettelijk minimumloon met 10%, die per 1 januari 2023 is ingegaan.

Daarnaast is er in 2023 de Regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluiting. Ook uitwonende studenten die in een zelfstandige of onzelfstandige wooneenheid wonen, zoals een kamer in een studentenhuis, kunnen voor deze regeling in aanmerking komen.

Aan studenten die ondanks de tegemoetkoming en deze koopkrachtmaatregelen in ernstige financiële problemen raken, kan de gemeente individuele bijzondere bijstand verstrekken. In 2022 hebben 7 studenten in Meppel een ET ontvangen.

 

C. Dak- en thuislozen

Inwoners met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) kunnen worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.

 

4.3. Partners van wie één studeert

Studenten zijn op grond van artikel 35, vijfde lid, onderdeel b van de Participatiewet uitgesloten van het recht op de ET 2023. Wanneer een student samenwoont of gehuwd is, wordt de partner voor de ET als een alleenstaande beschouwd omdat de studerende partner niet-rechthebbend is. De gemeente beoordeelt de aanvraag ET dan op basis van het inkomen van de niet-studerende partner en op basis van 120% van de alleenstaandennorm.

Ontvangt de studerende partner een aanvullende beurs? Dan kan er sprake zijn van een recht op de tegemoetkoming energiekosten voor de studerende partner van € 400,- en recht op de ET 2023 voor de niet-studerende partner van € 800,-.

 

Beleidskeuze partner student € 400,-

Om te voorkomen dat een stel € 1.200,- ET 2023 ontvangt door de samenloop van de toekenning van DUO en de gemeente stellen we vast dat:

De rechthebbende samenwonende partner van een student die via DUO € 400,- ontvangt, krijgt van de gemeente een energietoeslag 2023 van € 400,-. Zodat dit huishouden in totaal € 800,- ontvangt.

 

4.4. Bewoners van een instelling (inrichting)

Bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen kunnen worden uitgesloten van de ET 2023.

Inwoners die op eenzelfde adres wonen met meerdere mensen zonder een eigen energiecontract en die kunnen aantonen dat ze zelfstandig de energiekosten moeten betalen voor hun (onderdeel van de) woning, en dus in dezelfde situatie verkeren als “zelfstandige huishoudens” vallen wel onder de categoriale energietoeslag 2023. Mits ze aan alle andere voorwaarden van de energietoeslag voldoen. Hierbij valt te denken aan een huurbaas die naast de huur, apart per verhuurde eenheid energiekosten in rekening brengt.

 

Beleidskeuze leeftijd, instellingen en meerdere huishoudens op één adres

Jongeren tot 21 jaar die een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand omdat de ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht kunnen in dien noodzakelijk tijdelijk een hogere aanvulling krijgen. Deze jongeren worden door de gemeente individueel geïnformeerd.

 

Bewoners van een instelling worden uitgesloten van de categoriale bijzondere bijstand voor de ET 2023.

 

Inwoners die op eenzelfde adres wonen met meerdere mensen zonder een eigen energiecontract en die kunnen aantonen dat ze zelfstandig de energiekosten moeten betalen voor hun (onderdeel van de) woning, vallen wel onder de categoriale energietoeslag 2023. Mits ze aan alle andere voorwaarden van de energietoeslag voldoen. 

 

4.5. Inkomensgrens

De ET is bedoeld voor alleenstaanden en gezinnen met een laag inkomen, dat wil zeggen een inkomen op of net boven het sociaal minimum. De gemeente heeft de bevoegdheid om zelf invulling te geven aan wat onder een laag inkomen wordt verstaan en hoe dit inkomen wordt getoetst. Aanbevolen wordt om hiervoor aan te sluiten bij het lokale minimabeleid en bij de gehanteerde inkomensgrens voor de energietoeslag 2022. De landelijke richtlijn gaat ook voor de energietoeslag 2023 uit van een inkomensgrens van 120% van het sociaal minimum. Het budget dat de gemeente hiervoor ontvangt is op deze inkomensgrens afgestemd. Een inkomensgrens lager dan 120% is niet wenselijk. De gemeente mag een hogere grens hanteren. Het verschil tussen de hogere grens en 120% van het sociaal minimum zal de gemeente dan zelf moeten financieren.

 

In Meppel hanteren we voor de minimaregelingen meerdere grenzen:

  • Bijzondere bijstand 120% en daarboven op basis van draagkracht;

  • Fonds deelname maatschappelijke activiteiten maximaal 110%;

  • Individueel inkomenstoeslag maximaal 105%;

 

Vanwege de uitvoerbaarheid van deze regeling ET en het feit dat ook het kabinet beoogd heeft een bepaalde doelgroep tot een bepaalde inkomensgrens (aansluitend bij het gemeentelijk minimabeleid) eenmalig te compenseren, wordt voorgesteld om aan te sluiten bij de maximale inkomensgrens van 120%.

 

Beleidskeuze inkomensgrens, draagkracht en grote huishoudens

Uitgangspunten voor de toekenning ET zijn:

  • a)

    Een inkomensgrens tot 120%;

  • b)

    Er wordt geen aparte draagkrachtregeling ingesteld;

  • c)

    In de ET toekenning van het bedrag wordt geen verschil gemaakt in de grote van de zelfstandige huishoudens.

 

4.6 In aanmerking te nemen inkomen

De gemeente heeft enige beleidsvrijheid in het bepalen van het in aanmerking te nemen inkomen. Daarbij worden de inkomsten genoemd in artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet in ieder geval buiten beschouwing gelaten.

 

Beleidskeuze ambtshalve inkomenstoets

Bij het gros van de toegekende energietoeslag 2022 zijn alle inkomsten getoetst. Het risico dat deze inkomsten dusdanig zijn gewijzigd, dat er geen recht meer ontstaat op de energietoeslag zijn in verhouding klein. Het opnieuw individueel toetsen van alle oude toekenningen op bovengenoemde inkomsten doen we niet. Daarvoor is namelijk niet voldoende financiën om extra capaciteit in te huren. We doen met de individuele toets over het totale bestand ook de intentie van de uitvoeringsarme categoriale bijzondere bijstand teniet.

 

4.7 Niet in aanmerking te nemen inkomen

Toeslagen als huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag worden niet als inkomen aangemerkt.

Ook bijzondere bijstand telt niet mee als inkomen. De ET zelf wordt ook niet als inkomen aangemerkt (art. 31 lid 2 onder o Pw). Dus ook niet de in 2023 ontvangen ET 2022.

 

4.8 Inkomen bij loonbeslag of schuldhulptraject

Bij de beoordeling van het inkomen moet de gemeente op grond van de Participatiewet uitgaan van het inkomen waarover iemand redelijkerwijs kan beschikken. Dit betekent in het geval er een executoriaal beslag ligt op het inkomen, dat het deel van het inkomen waarop beslag ligt niet in aanmerking mag worden genomen bij het bepalen van het recht op een energietoeslag. Bij de vaststelling van het inkomen moet in dat geval dus worden uitgegaan van het inkomen dat resteert na het beslag. Hierin bestaat geen beleidsvrijheid voor gemeenten. Dit inkomen zal tussen de 95% en de 110% van de bijstandsnorm liggen.

Het daadwerkelijk besteedbare inkomen meenemen in de inkomensberekening is ook van toepassing op huishoudens in een schuldhulpverleningstraject (Wsnp en Msnp). Ook in deze situatie komt het besteedbare inkomen vaak niet uit boven de 110% van de bijstandsnorm. Omdat de energietoeslag een vorm van de bijzondere bijstand is, volgt op grond van artikel 46, tweede lid, Pw dat de ET zelf niet vatbaar is voor beslag.

 

4.9 Ondernemers en berekening inkomen

Ook ondernemers kunnen in aanmerking komen voor de ET 2023 voor hun huishouding. De beleidsvrijheid die de gemeente heeft houdt in dat die ook de vrijheid heeft om te beslissen hoe het inkomen van een ondernemer voor de ET berekend kan worden en welke periode daarbij als referteperiode geldt. Hiervoor bestaan in de praktijk verschillende berekeningswijzen. Wel moet altijd berekend worden of de ondernemer met zijn netto-huishoudinkomen in de referteperiode valt onder de voor zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met het binnen de gemeente geldende percentage daarvan.

 

Hiervoor zijn de volgende stappen van belang:

  • 1.

    Bereken de voor de ondernemer geldende toepasselijke bijstandsnorm x 120% in zijn huidige situatie;

  • 2.

    Bereken het netto-huishoudinkomen van de ondernemer over een aaneengesloten referte periode van 3 maanden.

Beleidskeuze inkomen zelfstandigen wat niet wordt meegenomen

In afwijking van artikel 32, eerste lid, onderdeel a, van de wet wordt bij zelfstandigen niet als inkomen in aanmerking genomen:

  • a.

    een teruggave inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.

  • b.

    de verschuldigde inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen over inkomen waarover geen loonbelasting is geheven wordt gesteld op 18 procent van dat inkomen.

Ten aanzien van de zelfstandige die het bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent in de vorm van een besloten vennootschap of een coöperatieve vereniging met wettelijke aansprakelijkheid wordt onder inkomen mede verstaan de naar evenredigheid van het aantal zelfstandigen omgerekende nettowinst van deze rechtspersoon verminderd met de hierover verschuldigde vennootschapsbelasting.

 

4.10 Peildatum en referteperiode

De gemeente bepaalt de peildatum. Dit kan een vaste datum zijn of de aanvraagdatum van de energietoeslag. De peildatum ligt altijd na de ingangsdatum van de wetswijziging.

 

Ook bepaalt de gemeente de periode waarover het inkomen in aanmerking wordt genomen, de referteperiode. Dit kan een maand zijn of een aantal maanden. De referteperiode mag voor de ingangsdatum van de gewijzigde wet liggen.

 

De gemeente hoeft voor de ambtshalve toekenning geen referteperiode vast te stellen.

Hanteert de gemeente een referteperiode van één maand? Dan is het denkbaar om voor aanvragers met per maand sterk wisselende inkomsten (bijvoorbeeld oproepkrachten met een nul-urencontract of ondernemers) een afwijkende (langere) referteperiode te hanteren. Hiermee kan worden voorkomen dat deze aanvragers in de referteperiode vanwege niet-representatieve inkomsten onterecht niet of wel in aanmerking komen. De inwoners die een minimuminkomen tot 120% hadden tot 1 juni 2023 hebben de mogelijkheid gehad om de ET 2022 aan te vragen. De nieuwe wetswijziging is ingegaan op 7 oktober 2023. Voor die periode mochten gemeenten geen ET 2023 uitbetalen. Wel kunnen we nu de referteperiode in de tijd terug plaatsen. Dan vallen de mensen die tussen 1 juni 2023 en 7 oktober 2023 een minimuminkomen hebben gehad tot 120% niet tussen wal en schip.

 

Beleidskeuze peildatum en referteperiode bij ambtshalve toekenning

Voor een ambtshalve toekenning bij een uitkering op basis van de Pw, IOAW/IOAZ wordt vastgesteld dat iemand in de periode 1 juni 2023 tot 1 juni 2024 minimaal in 3 maanden, niet aaneengesloten, recht heeft gehad op een uitkering. (dus als een uitkering is toegekend op 7 januari 2024 telt dit als 1 maand).

 

De ET 2023 mag tot 1 september 2024 worden uitbetaald. Dat betekent dat als iemand voor het eerst een uitkering krijgt toegekend na 1 juli 2024 er geen recht meer bestaat op ET 2023. Tenzij de inwoner al eerder twee maanden een inkomen tot 120% van het dan geldende minimum inkomen heeft gehad.

 

De ambtshalve toekenningen bij het bestand van klanten dat de ET 2022 heeft ontvangen en waarbij een toets wordt gedaan via het inlichtingenbureau geldt geen referteperiode.

 

We kiezen als peildatum voor de aanvraag van categoriale bijzondere bijstand ET:

de 1e van de maand van aanvraag en voor de referteperiode 3 maanden naar keuze voorafgaand aan de peildatum in de periode 1 juni 2023 tot 1 juni 2024.

 

Geen vermogenstoets

Vanwege een snelle uitvoerbaarheid van de regeling wordt aangeraden het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing te laten. Bij het inlichtingenbureau kunnen alleen de gegevens van de Rijksdienst voor het wegverkeer worden uitgewisseld. De gemeente hoeft dus geen vermogenstoets toe te passen en kan het recht op de energietoeslag bepalen aan de hand van alleen het inkomen.

 

Beleidskeuze vermogen

We passen geen vermogenstoets toe.

5 Onbelaste uitkering

De ET 2023 kan belastingvrij worden verstrekt. De ET is geen periodieke uitkering als bedoeld in afdeling 3.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001: een eenmalige uitkering kan onbelast worden verstrekt mits op voorhand vaststaat dat de uitkering geen onderdeel kan zijn van een reeks uitkeringen en geen onderdeel vormt van een complex van rechten en verplichtingen.

De onbelaste verstrekking betekent dat de ET niet meetelt als inkomen en er geen gevolgen zijn voor inkomensgrenzen van andere toeslagen.

Voor de vermogensgrenzen van de toeslagen ligt dit genuanceerder. Als de ET door de ontvanger op de spaarrekening is gezet in afwachting van de eindafrekening, kan de ET deel uitmaken van het vermogen. Voor de vermogenstoets van de Participatiewet is de ET uitgezonderd als vermogen. Ook is er voor gemeenten een grondslag om de ET niet mee te tellen als vermogen bij het verzoek van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelasting. De ET is echter niet uitgezonderd van de vermogenstoets bij de huur- en zorgtoeslag, het kindgebonden budget en de hoogte van de eigen bijdrage vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

De vermogensgrenzen voor deze toeslagen en bijdragen liggen relatief hoog. De inschatting is dat hier in de praktijk weinig mensen door worden geraakt. Uit CBS-gegevens (2021) blijkt dat ruim twee derde van mensen met een laag inkomen geen of nauwelijks vermogen heeft.

6 Maatwerk

Het hanteren van een inkomensgrens voor het recht op de ET betekent dat huishoudens met een inkomen net boven die inkomensgrens niet in aanmerking zullen komen voor de energietoeslag 2023. Met een bedrag van € 800,- maakt dit het verschil in tegemoetkoming tussen rechthebbenden en net-niet-rechthebbende groot. Deze net-niet-rechthebbenden kunnen echter in vergelijkbare mate te maken hebben met energiearmoede. Voor deze groep kan op individuele basis maatwerk geleverd worden met individuele bijzondere bijstand.

 

Het is ook aannemelijk dat er situaties zijn waar de sterke stijging van de energiekosten niet in verhouding staat tot de ondersteuning die door Rijk en gemeenten wordt gegeven. En waarbij de aanvrager (bijvoorbeeld door schulden) elke ruimte mist om de hogere kosten op te vangen. Ook hierbij moet worden overwogen of en in welke mate de gemeente ook hier met individuele bijzondere bijstand (artikel 35 Pw) maatwerk kan leveren, of – indien mogelijk en niet van invloed op de inkomensafhankelijke regelingen – de uitkering kan afstemmen (artikel 18 lid 1 Pw).

De beleidsregel biedt in dergelijke situaties geen toereikende afwijzingsgrond. De gemeente is op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pw tot maatwerk verplicht, dit is géén discretionaire bevoegdheid (CRVB:2020:3517).

 

6.1 De energietoeslag in combinatie met individuele bijzondere bijstand

Het is mogelijk dat aan een inwoner die in aanmerking komt voor de ET 2023 al eerder in 2023 individuele bijzondere bijstand voor hoge energiekosten is toegekend. De gemeente kan in de beleidsregels opnemen dat als de al verleende individuele bijzondere bijstand over 2023 minder is dan het normbedrag van de ET 2023, de ET niet méér bedraagt dan het verschil. De gemeente kan ook de keuze maken om hier bij het toekennen van de energietoeslag 2023 geen rekening mee te houden.

De afweging om hier wel of geen rekening mee te houden, kan gemaakt worden op basis van het aantal toegekende cases individuele bijzondere bijstand voor energiekosten en de beschikbare capaciteit om de controle uit te voeren.

 

Beleidskeuze aanvulling op individuele bijstand

Als de al verleende individuele bijzondere bijstand over 2023 minder is dan de € 800,- ET 2023. Dan bedraagt de ET 2023 niet méér dan het verschil.

 

6.2 Toets op hardheid

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager weliswaar niet voldoet aan de voorwaarden voor de ET, maar de gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie de hardheidsclausule van de beleidsregels). De hardheidsclausule van artikel 16 PW voorziet hier niet in.

6 Uitvoering

De ET 2023 kan tot en met 31 augustus 2024 aan rechthebbenden worden uitbetaald, maar de gemeente is verder vrij om te bepalen wanneer. Voor een snelle uitvoering van de regeling kan de gemeente de doelgroep uitsplitsen in een groep die de:

  • 1.

    ET 2023 ambtshalve kan ontvangen

  • 2.

    ET 2022 ambtshalve of op aanvraag toegekend heeft gekregen, en

  • 3.

    ET 2023 op aanvraag kan ontvangen.

Doelgroep 1: ambtshalve verstrekking

Met het zesde lid onder artikel 35 PW wordt geregeld dat de gemeente de ET 2023 ook ambtshalve kan vaststellen en verstrekken. Een schriftelijke aanvraag is dan niet nodig.

Een ambtshalve verstrekking is mogelijk als vaststaat dat de inwoner op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die reeds 3 maanden algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toevoegen, bijvoorbeeld inwoners die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van een gemeentelijke minimaregeling. Of dat mogelijk is zal afhangen van de vraag of de aanwezige gegevens voldoende zijn om vast te stellen dat zij op voorhand ook voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2 en andere voorwaarden uit de Participatiewet.

 

Ondernemers met een Bbz-uitkering

Voor zelfstandig ondernemers die een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen, geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de ET 2023 geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de ET 203 ambtshalve worden toegekend na 31 december 2023.

 

Huishoudens met schulden

De gemeente kan ervoor kiezen om ook voor de energietoeslag een ‘schuldhulppardon’ te hanteren en de toeslag toe te kennen aan huishoudens met een inkomen boven de inkomensgrens, die vanwege problematische schulden en deelname aan een schuldhulptraject (Wsnp of minnelijke schuldregeling), weinig te besteden hebben (slechts het ‘vrij te laten bedrag’, circa 95% van de bijstandsnorm).

 

Doelgroep 2: Huishoudens die de energietoeslag 2022 ontvingen

De gemeente kan de gegevens van de groep inwoners die de ET 2022 hebben ontvangen hergebruiken. Het gaat hierbij om de mensen die deze ambtshalve hebben ontvangen én de mensen die de toeslag op aanvraag hebben ontvangen. Om te weten of deze inwoners ook voor de ET 2023 in aanmerking komen, mag de gemeente vanaf de inwerkingtreding van de wetswijziging energietoeslag 2023 kosteloos een toets op het inkomen laten uitvoeren door het Inlichtingenbureau.

 

AIO-gerechtigden

De ET 2023 kan niet worden verstrekt door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Op grond van artikel 64, eerste lid, onderdeel b, PW kan de gemeente bij de SVB gegevens van AIO-gerechtigden opvragen. Die gegevensverstrekking gaat via het inlichtingen-bureau. Deze gegevensuitwisseling heeft een expliciete wettelijke basis. Daarmee is deze gegevensverwerking rechtmatig op basis van artikel 6, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, van de AVG.

 

Doelgroep 3: toekenning op aanvraag

Aan een deel van de inwoners die wel voldoen aan de voorwaarden kan de ET 2023 niet ambtshalve worden toegekend. Dit is aan de huishoudens die op dit moment een laag inkomen hebben, maar geen gebruikmaken van een uitkering of minimaregelingen van de gemeente en eerder niet voor de ET 2022 in aanmerking kwamen of deze niet hebben aangevraagd. Deze inwoners kunnen de ET 2023 zelf aanvragen.

 

Verstrekken energietoeslag 2023 na verhuizing

Voor de ET geldt het woonplaatsbegrip uit artikel 40 PW. Na verhuizing kan iemand in de nieuwe woongemeente een aanvraag voor de ET 2023 doen. De gemeente waar de aanvrager op de aanvraagdatum woont is de bevoegde gemeente. Als een inwoner in de vorige gemeente al een ET 2023 heeft ontvangen, ontstaat er geen nieuw recht in onze gemeente.

 

Beleidskeuze doelgroepen ambtshalve toekenning

De volgende groepen inwoners van Meppel ontvangen de ET 2023 ambtshalve:

  • In de periode 1 juni 2023 tot 1 juni 2024 tenminste in 3 maanden algemene bijstand ontvangen; of

  • een uitkering ontvangen op grond van de IOAW en IOAZ; of

  • in de periode 1 juni 2023 tot en met 31 december 2023 tenminste in 3 maanden een uitkering BBZ ontvangen en na het boekjaar 2023 een inkomen hebben die voldoet aan de inkomensnorm van de ET 2023; of

  • in de periode 1 juni 2023 tot 1 juni 2024 deelnemen aan een minnelijke regeling of Wsnp traject; of

  • in 2022 recht hadden op de ET en die nog steeds voldoen aan de voorwaarden van de ET 2023 nadat de toets via het inlichtingenbureau heeft plaatsgevonden; of

  • een uitkering ontvangen op grond van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) op grond van artikel 47 a van de participatiewet; of

  • in de periode 1 juni 2023 tot 1 juni 2024 recht hadden op Fonds Deelname Maatschappelijke activiteiten (FDMA) en/of Individuele inkomenstoeslag (IIT).

7 Inlichtingenplicht

Voor de energietoeslag geldt de inlichtingenplicht: toekennen kan alleen als alle benodigde gegevens en bewijsstukken zijn aangeleverd of al in bezit zijn van de gemeente. Bij twijfel over de juistheid van de aangeleverde gegevens, mag de gemeente nadere informatie vragen.

 

Ook kan de gemeente op grond van artikel 53a, zesde lid, PW na de toekenning een onderzoek naar de juistheid van de gegevens instellen. Blijkt uit dit onderzoek dat de gegevens niet (volledig) juist zijn, dan kan het besluit om de ET toe te kennen worden herzien of ingetrokken.

 

Wanneer de aanvrager met opzet niet heeft voldaan aan de inlichtingenplicht, legt de gemeente op grond van artikel 18a van de PW een bestuurlijke boete op ter hoogte van het benadelingsbedrag. Ook als er (nog) geen sprake is van een benadelingsbedrag, wordt in beginsel een boete opgelegd (artikel 18a lid 3 Pw).

Is de energietoeslag ten onrechte verstrekt of is er een te hoog bedrag verstrekt (bijvoorbeeld meerdere energietoeslagen aan hetzelfde huishouden)? Dan vordert de gemeente de kosten van de bijstand terug op grond van artikel 58 en 59 van de PW. Dit doet de gemeente zo nodig van alle gezinsleden.