Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Capelle aan den IJssel

Nota Verduurzamen Erfgoed 2023 Capelle aan den IJssel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCapelle aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Verduurzamen Erfgoed 2023 Capelle aan den IJssel
CiteertitelNota Verduurzamen Erfgoed 2023 Capelle aan den IJssel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-01-2024nieuwe regeling

13-11-2023

gmb-2024-46978

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Verduurzamen Erfgoed 2023 Capelle aan den IJssel

Samenvatting

 

In 2009 hebben de gemeenten van het rijk meer verantwoordelijkheden gekregen over de monumentenzorg. Gemeentes zijn verantwoordelijk voor de monumentenzorg en moeten inzetten op het behoudt van het erfgoed. Binnen monumentenzorg zijn er drie verschillende types te onderscheiden; Rijks-, gemeentelijk monument en beschermd stads- of dorpsgezicht. Rijksmonumenten wordt extra beschermd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Vanuit de overheid is er in 2016 de monumentenwet komen te vervallen en is vervangen door de erfgoedwet. In de erfgoedwet zijn algemene regels opgenomen waarvan instandhouding van het erfgoed de voornaamste is. De gemeenten kregen hierbij de mogelijkheid een erfgoedverordening vast te stellen. Capelle aan den IJssel heeft hierdoor een erfgoedverordening vastgesteld in 2018 en herijkt in 2023, hierin staan regels over het gebruik en instandhouding van de monumenten. Ondanks dat de erfgoedverordening niet zo lang geleden in werking is getreden, zijn er wel verandering geweest. Duurzaamheid is een grotere rol gaan spelen. Vanaf 2020 zet de RCE sterker in op de mogelijkheid tot verduurzamen van rijksmonumenten.

 

Het besluit van de RCE om extra op verduurzamen in te zetten heeft als gevolg dat in de daaropvolgende jaren gemeentes ook overstag zijn gegaan. Monumenten bieden nu meer kans voor verduurzamingsmaatregelen. De gemeente Capelle gaat nog steeds uit van de erfgoedverordening en staat hierdoor beperkte maatregelen toe. Het is van belang dat er beleid opgesteld wordt gericht op het verduurzamen van erfgoed. Verduurzamen is belang- rijk voor de instandhouding. Monumenten moeten met de huidige normen mee gaan om aantrekkelijke gebouwen te blijven. Als dit niet het geval is zal de staat verslechteren en komt de instandhouding op termijn in gevaar. De gemeente moet mogelijkheden bieden voor het verduurzamen, het verduurzamen van monumenten stimuleren en daarvoor duidelijke regels hanteren. De nieuwe ontwikkelingen moeten opgenomen worden als een aanvulling op de erfgoedverordening 2023.

 

1. Inleiding

Erfgoedbeleid gaat over het onderhouden en behouden van het cultuurhistorische erfgoed. De monumenten zijn daarin tastbare overblijfselen uit een vorig tijdsbestek. Ze vertellen het verhaal van de vroegere stad en geven de huidige stad uitstraling. Monumenten zijn gebouwen die van algemeen belang zijn vanwege de schoonheid of het wetenschappelijk belang.

Monumenten worden beschermd door de rijksoverheid, provincie of gemeente.

 

Capelle aan den IJssel is in de afgelopen 100 jaar uitgegroeid van klein dorpje aan de IJssel naar een stad met meer dan 67.000 inwoners. Dankzij de aanwezigheid van de monumenten is de vorm van het oude Capelle nog te zien. In totaal telt Capelle 17 rijksmonumenten, meer dan 50 gemeentelijke monumenten en 6 beschermde stadsgezichten. De instandhouding van deze monumenten is van belang om het verhaal van Capelle levend te houden.

 

Belang verduurzamen

Toen de Erfgoedwet 2016 werd opgesteld was duurzaamheid ook al een thema dat speelde. In die tijd werd er echter vanuit gegaan dat het duurzaamheidsvraagstuk ook opgelost kon worden zonder de monumenten hierbij te betrekken. Monumenten zijn maar een klein deel van het vastgoed was de gedachtegang. Nederland telt in totaal meer dan 60.000 rijksmonumenten, 40.000 gemeentelijke monumenten en 350 beschermde stads- en dorpsgezichten. Op de totale woningvoorraad is dit inderdaad een klein deel. Dit is wel het deel waar de meeste winst op te behalen valt, aangezien dit vastgoed niet aan de huidige duurzaamheidsnormen voldoen. De RCE heeft hierom ook het belang van het verduurzamen van erfgoed ingezien. Hiervoor heeft de RCE in 2021 de ambitie uitgesproken om in te zetten op het reduceren van de CO2 uitstoot. Gemeenten en monumenteneigenaren moeten samen werken om deze doelen te behalen.

 

Juridisch kader

De gemeente heeft juridische beleidsinstrumenten om kaders te stellen voor monumenteigenaren. De huidige regels geven aan dat er geen wijzigingen mogen plaats vinden die de monumentale waarde van een pand aantasten. Duurzaamheidsmaatregelen worden al snel gezien als een aantasting en kunnen daarom niet plaats vinden. Deze regels hebben het meest betrekking op zonnepanelen. Het plaatsen van zonnepanelen op daken wordt als aantasting van de monumentale waarde beschouwd en is daarom bijna nooit mogelijk. De RCE heeft in de zomer van 2020 het adviesbeleid al aangepast en hierdoor meer mogelijk gemaakt voor rijksmonumenten. Daarnaast zijn er ook meerdere gemeente die al stappen hebben gezet en zonnepanelen toestaan op monumenten en gebouwen in beschermde gezichten als deze aan de kaders voldoen, dit heeft meestal een vergunningplicht.

 

Erfgoedwet

De wettelijke bescherming van onroerende rijksmonumenten en door het Rijk aangewezen Stads- en dorpsgezichten was voorheen geregeld in de Monumentenwet 1988. In 2016 is de Monumentenwet komen te vervallen. Een deel van de wet is overgegaan in de Erfgoedwet 2016. Deze wet heeft niet alleen betrekking op gebouwen en objecten, maar ook op stads- en dorpsgezichten en archeologische monumenten boven en onder water. Sinds 2009 heeft de overheid een stap teruggedaan en meer verantwoordelijkheid gelegd bij de gemeenten voor de verlening van vergunningen voor ‘aanpassingen’ aan rijksmonumenten. Hiermee heeft de gemeente dus meer verantwoordelijkheid voor de monumentenzorg. Het Rijk staat voortaan meer op afstand en gemeenten en de gemeentelijke monumentencommissie hebben voortaan een meer centrale rol. In de Erfgoedwet zijn regels opgenomen over het gebruik van het monument, hierin is de instandhouding het belangrijkste thema. Monumenten mogen niet aangetast worden in de cultuur-historische waarde.

2. Aanvulling op gemeentelijk beleid

Binnen de gemeente Capelle aan den IJssel ontbreekt het momenteel aan een aanvullend beleid voor het verduurzamen van monumentaal vastgoed. De huidige gang van zaken is gebaseerd op een combinatie van de gemeentelijke erfgoedverordening 2023 en de Erfgoedwet 2016. De gemeente heeft in haar verordening geen strakke kaders gesteld voor verduurzaming.

Een aanvulling op het huidige beleid, zoals opgenomen in de Erfgoedverordening 2023, is daarom van belang Het uitgangspunt van het huidige beleid is de instandhouding van het erfgoed. Hierbij wordt er gekeken of veranderingen de cultuur-historische waarde van de monumenten aantasten. Wanneer dit het geval is, zijn er nagenoeg geen mogelijkheden voor verandering. In de afgelopen jaren is er veel veranderd en dan zeker op het gebied van duurzaamheid. Nieuw beleid moet voor deze actuele thema’s ook ruimte bieden. Het rijk geeft de gemeenten echter wel de mogelijkheid om zelf kaders te stellen om de monumenten binnen de gemeente te verduurzamen, In de Erfgoedwet 2016 is vastgesteld dat gemeenten zelf regels mogen opstellen voor de instandhouding van het erfgoed. Gemeenten als Gouda en Utrecht hebben hier gebruik van gemaakt om meer mogelijkheden te creëren voor het verduurzamen van het monumentale vastgoed.

 

Gemeentelijke regelgeving

Naast de nationale wetgeving heeft Capelle aan den IJssel zelf ook regelgeving. De eigen regels zijn ook van toepassing op het erfgoed. In 2018 heeft de gemeente een erfgoedverordening, stimuleringsverordening en een erfgoednota opgesteld, waarvan de Erfgoedverordening in 2023 herijkt is.

De erfgoednota is intern bindend en heeft geen werking naar buiten. In de nota komt vooral aan bod hoeveel geld er benodigd is en waar dit geld mag worden ingezet. Daarnaast worden er algemeenheden beschreven. De Erfgoedverordening 2023 is wel juridisch bindend richting bedrijven, burgers en overheid. In de verordening wordt er geschreven over het aanwijzen van monumenten, omgevingsvergunningen en de instandhoudingsplicht, waarvoor een eigen stimuleringsverordening is opgesteld. Als aanhangend beleid is er ook de Nota beeldkwaliteit uit 2017. Hierin worden binnen de gemeente verschillende welstandsniveaus toegekend aan woningen en gebieden. De Nota beeldkwaliteit heeft voornamelijk betrekking op de uiterlijke kenmerken.

 

Stand van zaken

De gemeente Capelle aan den IJssel heeft 17 rijksmonumenten 57 gemeentelijke monumenten en 6 beschermde stadsgezichten. De staat van de monumenten is enorm verschillend. Sommige zijn recent grondig gerenoveerd, terwijl andere juist toe zijn aan een renovatie. De gemeente biedt een onderhoudsinspectie aan, neemt de kosten van de Monumentenwacht (inclusief kleine reparaties) voor haar rekening en betaalt bij voldoende onderhoud een stimuleringspremie uit. De onderhoudspremie is bedoeld om monumenten- eigenaren te stimuleren om zorgvuldig om te gaan met het erfgoed. Verder geeft de gemeente geen subsidies voor onderhoud. Ook voor het verduurzamen van het erfgoed heeft de gemeente geen regelingen.

Intern is er een aanspreekpunt erfgoed die coördineert tussen de bewoners, de vergunningverleners en de externe erfgoedcommissie. Er wordt samen- gewerkt met externe partijen, omdat er binnen de gemeente een tekort is aan de juiste expertise. Monumenten vragen veel maatwerk en hier is expertise voor nodig op het gebied van verduurzaming en instandhouding van monumenten. De externe partijen moeten hieraan bij dragen.

3. Duurzame monumenten

Monumenten zijn al jaren geleden gebouwd en doordat ze niet gesloopt zijn en nog steeds worden gebruikt maakt dit dat monumenten van zichzelf duurzaam te noemen zijn. Door de instandhoudingsplicht, opgenomen in de Erfgoedwet 2016, is het ook de bedoeling dat de monumenten de komende jaren blijven staan en functioneren.

 

Duurzaamheid is het tegemoetkomen aan de levensbehoefte van de huidige generatie zonder die van toekomstige generaties tekort te doen. Voor wonen geldt dat er een behoefte is aan energie voor nagenoeg alles wat we dagelijks in en rondom het huis doen. Veel energiebronnen die vroeger in huis gebruikt werden, zijn niet duurzaam. Monumenten worden veelal nog verwarmd door aardgas en zijn slecht geïsoleerd waardoor veel warmte verloren gaat.

 

 

Trias energetica

De trias energetica gaat uit van een drie-staps-strategie voor het besparen van energie. Dit kan vertaald worden naar de verduurzaming van monumenten. Voor monumenten zijn verwarmen, isoleren en zelf opwekken van energie de drie belangrijkste pijlers.

 

1.Beperk de energievraag (Isoleren)

In de bouwperiodes van de meeste monumentale panden werd er niet ge- werkt met isolatiemateriaal. Hierdoor vierliezen de monumenten veel warmte door de gevels en de ramen. Het verwarmen van monumenten kost dus veel energie.

 

2.Gebruik duurzame energie (Opwekken)

Duurzame energie is energie die opgewekt wordt door een duurzame bron, zoals de wind of de zon. Veel woningen hebben tegenwoordig zonnepanelen. Hiermee wordt duurzame energie opgewekt voor het gebruik van de bewoners. Monumenten hebben vaak geen zonnepanelen omdat dit de historische waarde van de panden aantast.

 

3.Indien mogelijk, gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk (Verwarmen)

Het verwarmen van monumenten gebeurt door het gebruik van de fossiele brandstof aardgas. Het aardgasvrij maken van een monument is een hele lastige en dure opgave. De historische gebouwen hebben vaak niet de juiste structuur en leidingnetwerken om volledig elektrisch te verwarmen. Met bijvoorbeeld een hybride warmtepomp kan er verwarmd worden met een combinatie van zelfopgewekte energie en fossiele brandstoffen. Zo wordt er schoner en efficiënter verwarmt.

 

Instandhouding en duurzaamheid

Dat verduurzamen nodig is om te voldoen aan het klimaatakkoord is duidelijk. Echter, er is nog een groot belang in het verduurzamen van monumenten. Het Rijk en de gemeenten zetten al jaren in op de instandhouding van de monumenten. Binnen de gemeente Capelle is een groot deel van de monumenten in handen van particuliere eigenaren. Voor de bewoners is door het stijgen van de gasprijzen het bewonen van een monument veel duurder geworden. Hierdoor willen zij graag isoleren, zelf energie opwekken of een duurzame manier van verwarmen toepassen. Wanneer er geen mogelijkheden zijn voor de bewoners tot verduurzaming wordt het op de lange termijn onaantrekkelijk om in een monument te wonen. Wanneer deze ontwikkeling zich doorzet zullen monumenten leeg komen te staan. Leegstand is enorm slecht voor de instandhouding, omdat er dan geen onderhoud plaats vindt. Het is ervoor

de instandhouding dus aangelegen dat het beleid op het verduurzamen van monumenten wordt aangepast.

 

Knelpunten verduurzamen

Monumenten moeten verduurzamen om op lange termijn te blijven voldoen aan de standaarden voor het vastgoed. Monumenten verduurzamen is een stuk moeilijker vanwege de monumentale waarde. De Inspectie Overheids- informatie en Erfgoed heeft in 2021 gekeken naar wat de gemeente zelf ervaren bij het verduurzamen van monumenten. Gemeenten geven vaak aan dat het aantasten van de monumentale waarde het grootste probleem is.

Daarnaast zeggen gemeenten dat het probleem vooral ligt bij de eigenaar. De eigenaar heeft een gebrek aan kennis en/of de eigenaar heeft een gebrek aan financiële middelen. Opvallend is ook dat ongeveer 40% aangeeft dat het gebrek aan gemeentelijkbeleid een knelpunt is. De gemeente kan dit oplos- sen door een aanvullend duurzaamheidsbeleid op te stellen.

 

 

Bron: Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

 

Actiepunten Capelle aan den IJssel

 

  • 1.

    Het Rijk heeft de verantwoordelijkheid voor het erfgoed veel meer bij de gemeenten gelegd. De gemeenten hebben de ruimte om zelf regels op te stellen voor de instandhouding van monumenten. Een aantal gemeenten heeft hierop ingespeeld en nieuwe regels opgesteld. Capelle heeft dit nog niet gedaan.

  • Actiepunt: Het opstellen van nieuwe regels voor de instandhouding van de monumenten.

  • 2.

    De gemeente Capelle zet zich in op het gebied van duurzaamheid. In het Programma Duurzaamheid 2019-2022 wordt er veel aandacht besteed aan het verduurzamen van het vastgoed door het stimuleren van zonnepanelen en isolatie. In het Programma Duurzaamheid wordt erfgoed niet meegenomen om dat volgens de huidige regels veel van deze maatregelen niet mogen.

  • Actiepunt: Duurzaamheidsinitiatieven mogelijk maken voor monumenten eigenaren.

  • 3.

    Gemeenten ervaren veel moeilijkheden bij het verduurzamen van het monumentale vastgoed. Deze problemen moeten in een nieuw beleid voor- komen worden. Het gebrek aan kennis bij de eigenaar komt naar voren als een grote sta in de weg bij het verduurzamen. De gemeente moet hierin een rol spelen om eigenaren bij te staan in het proces naar verduurzaming.

  • Actiepunt: Monumenteigenaren ondersteunen bij het verduurzamen.

4. Ondersteuning monumenteneigenaren

Om de eerdergenoemde actiepunten ook uitvoerbaar te maken zijn er op het gebied van communicatie en samenwerking met de monumenteneigenaren nog stappen te zetten. Het volgende is hiervoor van belang.

 

Communicatie

Het gebrek aan kennis bij de monumenteigenaren wordt als een van degrootste knelpunten in het verduurzamen van monumenten gezien. Het inzetten van het beleidsmiddel communicatie helpt om de onwetendheid weg te ne- men bij monumenteigenaren. Het verspreiden van de juiste informatie maakt de bewoners bewuster van wat zij zelf kunnen bijdragen in het verduurzamen. Er zijn meerdere vormen van communicatie die een positief effect hebben. De volgende zijn bruikbaar voor Capelle:

  • Informatiepagina op de gemeentelijke website

  • Informatiefolder

  • Bewonersavond

  • Persoonlijke brief aan eigenaren

Advies

Het idee voor verduurzamen van de monumenten komt vanuit de eigenaren, aangezien zij uiteindelijk verduurzamingsmaatregelen voordragen. De gemeente kan hier echter wel in sturen en een faciliterende rol bekleden.

Binnen de gemeente Capelle is niet voldoende technische kennis aanwezig om zelf duurzaamheidsinitiatieven te beoordelen. Hiervoor kan de gemeente samenwerken met een Duurzaam Monumenten (DuMo) adviesbureau. De gemeente kan de diensten van de DuMo adviseur aanbieden bij de monumenteigenaren. Zo kan erop toegezien worden dat verduurzaming op een juiste wijze plaats vindt. De gemeente kan extra stimuleren door de kosten van het DuMo advies op zich te nemen.

5. Aanvullend beleidsinstrument

De ontwikkelingen op het gebied van erfgoed en duurzaamheid vormen de uitgangspunten voor een aanvullend beleid. Het belang van de instandhouding en daarmee de mogelijkheid tot verduurzamen staan centraal. Het beleid zou gezien het voorgaande aan de volgende uitgangspunten moeten voldoen:

 

  • 1.

    Het aanvullende gemeentelijke beleid speelt in op de mogelijkheden vanuit het Rijk. Door intrede van de Erfgoedwet 2016 kunnen de gemeenten eigen regels opstellen voor het erfgoed.

  • 2.

    Het aanvullende gemeentelijke beleid kijkt vanuit een ander oogpunt naar de instandhouding van erfgoed. Duurzaamheid is een belangrijk onderdeel van de instandhouding. Als de monumenten niet meegaan met de huidige eisen voor woningen, worden ze na loop van tijd te kostbaar om tebewonen.

  • 3.

    Het aanvullende gemeentelijke beleid maakt onderscheid tussen de verschillende type monumenten, rijksmonument, gemeentelijk monument of beschermd gezicht. De regels zijn per categorie verschillend. De historische waarde van een rijksmonument is hoger dan die van een beschermd gezicht. Hierdoor moet er in de regels ook onderscheid gemaakt worden voor de mo- gelijkheden per type erfgoed.

  • 4.

    Het aanvullende gemeentelijke beleid moet de monumenteigenaren helpen. Het huidige beleid, zoals opgesteld in de Erfgoedverordening 2023, werkt de monumenteigenaren vooral tegen en biedt geen oplossingen. Nieuw beleid moet oplossingen bieden voor het verduurzamen. Monumenteigenaren zijn nog steeds verantwoordelijk voor de instandhouding maar de gemeente moet hierin een faciliterende en stimulerende rol hebben.

  • 5.

    Het aanvullende gemeentelijke beleid moet regels bevatten voor het verduurzamen van monumentaal vastgoed. Het huidige beleid is gericht op bescherming van de monumentale waarde en biedt daardoor geen ruimte om monumentaal vastgoed te verduurzamen. Nieuwe regels moeten meer ruimte bieden om het monumentaal vastgoed te verduurzamen waarbij rekening wordt gehouden met de monumentale waarde van het vastgoed.

Nieuwe regels

Nieuwe regels zijn nodig om meer mogelijkheden te bieden bij het verduurzamen van monumentaal vastgoed. De huidige regels bieden geen moge- lijkheden, omdat alle maatregelen waarbij het aanzicht van het monumentale vastgoed wordt veranderd als aantasting van de monumentale waarde wordt gezien.

 

De gemeente hoeft bij het opstellen van nieuwe regels niet het wiel uit te vinden. Andere gemeenten hebben de regels aangepast. Gouda en Utrecht zijn twee voorbeelden waarbij recent veranderingen hebben plaatsgevonden waardoor er meer mogelijkheden zijn voor het verduurzamen. De regels die deze gemeenten hebben genomen, vormen een goed uitgangspunt voor het opstellen van Capelse regels.

 

In dit beleid zijn regels opgenomen. Deze regels hebben betrekking op het verduurzamen van monumenten. Er zijn regels opgesteld voor het plaatsen van zonnepanelen en zonnecollectoren, voor het plaatsen van warmtepompen en luchtbehandelingskasten en voor het na isoleren van monumenten.

6. Regels verduurzaming

Doel

Doel is regels te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang voor instandhouding van beschermde monumenten en panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten. En ook de beeldkwaliteit van deze gebouwen bij plaatsing van zonnepanelen en/of zonnecollectoren op daken. En/of het plaatsen van warmtepompen en luchtbehandelingskasten op, aan of bij de gebouwen. En/of het na isoleren van de gebouwen;

 

Afbakening

De regels zijn van toepassing op beschermde monumenten en op panden in de beschermde stad- en dorpsgezichten volgens de definities vermeld in artikel 1;

 

Afwijken van regels

Voor gevallen die bijdragen aan de innovatie van de verduurzaming van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten kan incidenteel worden afgeweken van de regels voor zonnepanelen en zonnecollectoren, warmtepompen en luchtbehandelingskasten en het na isoleren. Wordt in samenspraak met de erfgoedcommissie beoordeeld of er een vergunning afgegeven wordt voor een individueel geval;

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • Beschermde stads- en dorpsgezichten: gebieden die door de ge- meente zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht op grond van de Monumentenverordening of door het Rijk zijn aangewezen op grond van de Erfgoedwet 2016;

  • Dakbedekking: Materiaal die als beschermende laag op een plat of hellend dak wordt aangebracht zoals, dakpannen, riet, leisteen, hout en dakleer; 

  • Geïntegreerd ontwerp: opgaan in een geheel, tot een geheel gemaakt. De installatie die wordt geïnstalleerd is zodanig ontworpen dat de kleur of vorm is opgenomen in de uitstraling van het pand en/of de omgeving;

  • Gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;

  • Na isoleren: Materiaal dat wordt aangebracht aan de binnen of buiten- gevel, hierdoor kan kou, warmte of geluid minder goed naar binnen of buiten komen. Na isoleren van niet of slecht geïsoleerde gevels verhoogt het comfort en bespaard energie;

  • Omkeerbaar: teruggaan naar de oude situatie. Iets dat omkeerbaar is, wordt in zijn oude staat hersteld bij verwijdering van het later geplaatste;

  • Openbare ruimte: De openbare ruimte is het geheel van alle voor publiek vrij toegankelijke ruimten zoals straten, pleinen, parken, parkeer- plaatsen, winkelcentra en vaarwater;

  • Rijksmonument: monument of archeologisch monument dat is inge- schreven in het rijksmonumentenregister;

  • Rijksmonumentenregister: register als bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet;

  • Warmtepompen/ Luchtbehandelingskasten: Buiten huis geplaatste installaties die worden aangebracht voor het verwarmen en/of verkoelen, inclusief de bijhorende leidingen en bedradingen;

  • Zonnepanelen/ zonnecollectoren: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie op daken, inclusief de bijbehorende leidingen en bedrading.

6.1 Zonnepanelen en zonnecollectoren

Artikel 2. Vergunningplicht

  • 1.

    Het plaatsen van zonnepanelen en/of zonnecollectoren op rijks- en gemeentelijke monumenten is altijd vergunning verplicht;

  • 2.

    Het plaatsen van zonnepanelen en zonnecollectoren op gebouwen in een beschermd gezicht is alleen vergunning verplicht als deze zichtbaar zijn van de openbare ruimte;

Artikel 3. Plaatsing omkeerbaar

  • 1.

    Zonnepanelen en zonnecollectoren op het dakvlak van beschermde monumenten en op panden in beschermde gezichten moeten omkeerbaar worden geplaatst;

Artikel 4. Handhaving dakbedekking

  • 1.

    De bestaande dakbedekking moet gehandhaafd blijven;

Artikel 5. Rangschikking plaatsing

  • 1.

    Bij het plaatsen van zonnepanelen of zonnecollectoren is er een voorkeurs rangschikking, de rangschikking is onderstaand opgenomen. Er moet afgewogen worden of plaatsen op een hoger gerangschikte optie mogelijk is, indien niet mogelijk wordt er gekeken naar een lager gerangschikte optie;

    • Plaatsing op niet monumentale bijgebouwen;

    • Plaatsing uit het zicht vanaf de openbare ruimte;

    • Plaatsing in het zicht vanaf de openbare ruimte;

Artikel 6. Plaatsing uit het zicht

  • 1.

    Zonnepanelen en zonnecollectoren, kunnen op beschermde monumenten en op panden in beschermde stads- en dorpsgezichten altijd worden geplaatst op een dakvlak dat niet vanaf de openbare ruimte zichtbaar is. Hier- voor geldt dat deze in een aangesloten vlak worden gelegd, zonder ruimte tussen de panelen Ook gelden hiervoor de voorwaarde zoals gesteld in het Besluit omgevingsrecht Bijlage II artikel 2 lid 6;

Artikel 7. Voorwaarde bij plaatsing in het zicht

  • 1.

    Als de zonnepanelen en zonnecollectoren in het zicht vanaf de openbare weg geplaatst worden, gelden de volgende kwalitatieve voorwaarde. Hierbij moet plaatsing voldoen aan de voorwaarde zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht Bijlage II artikel 2 lid 6;

    • De zonnepanelen of -collectoren worden in een aaneengesloten vlak gelegd, met een regelmatige rangschikking voldoende vrijgehouden van de dakranden (minimaal 0,5 meter) en hoekkepers en rekening houdend met de totale compositie van het dakvlak;

    • De kleur van de panelen en profielen zijn gelijk aan de kleuren van de dakvlakken, zonder opvallende patronen of opvallende randen;

    • Voor beschermde monumenten en voor panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten is bij repeterende woonblokken en -rijen een uniforme plaatsing en kleur vereist;

    • Maximaal 30% van het dak(vlak) kan worden bedekt, tenzij sprake is van een geïntegreerd ontwerp;

    • Maximaliseren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de beeldkwaliteit of monumentale waarden;

6.2 Warmtepompen en luchtbehandelingskasten

Artikel 8. Vergunningplicht

  • 1.

    Het plaatsen van warmtepompen en luchtbehandelingskasten op rijks- en gemeentelijke monumenten is altijd vergunning plichtig;

  • 2.

    Het plaatsen van warmtepompen en luchtbehandelingskasten op gebouwen in een beschermd stadsgezicht is alleen vergunning plichtig als deze zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte;

Artikel 9. Plaatsing omkeerbaar

  • 1.

    Warmtepompen en luchtbehandelingskasten op, aan of bij beschermde monumenten en panden in beschermde gezichten moeten omkeerbaar ge- plaatst worden;

Artikel 10. Handhaving bestaande materiaal

  • 1.

    Het bestaande onder- of achterliggende materiaal (gevel/dak) moet gehandhaafd blijven;

Artikel 11. Plaatsing uit het zicht

  • 1.

    Warmtepompen en luchtbehandelingskasten op, aan of bij een bescherm- de monumenten of panden in beschermd stads- of dorpsgezicht moeten altijd geplaatst worden op een positie die niet vanaf de openbare weg, vaarwater of groenaanleg zichtbaar is. Bij plaatsing uit het zicht wordt uitgegaan van ‘Criteria duurzame installaties.’:

Artikel 12. Plaatsing in het zicht

  • 1.

    Als warmtepompen en luchtbehandelingskasten niet uit het zicht vanaf de openbare ruimte kunnen worden geplaatst, kan alleen in het zicht worden geplaats door het afwijken van de regels;

6.3 Na isoleren

Artikel 13. Vergunningplicht

  • 1.

    Het isoleren van daken, gevels en/of vloeren van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- of dorpsgezicht is vergunning plichtig;

  • 2.

    Het volledig vervangen van bestaand raamhout en/of historisch glas is vergunning plichtig. In alle andere gevallen van het na isoleren van ramen en kozijnen is het vergunning vrij;

Artikel 14. Handhaven bestaande materialen

  • 1.

    Bij het na isoleren van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- of dorpsgezichten moeten de bestaande materialen zo veel mogelijk gehandhaafd worden. Het vervangen van materialen mag enkel als er geen andere mogelijkheid tot isoleren is;

Artikel 15. Verbeteren isolatiewaarde

  • 1.

    verbeteren van de isolatiewaarde van de gevel, voer, dak en/of raam van beschermde monumenten en panden in beschermd stads- en dorpsgezicht mag geen beschadiging van monumentale waarden veroorzaken voor de rest van de beschermde monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten;

 

Artikel 16. Na isoleren van binnenuit

  • 1.

    Het na isoleren van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten mag van binnenuit als hiermee geen monumentale waarden worden aangetast. Het na isoleren is niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte;

Artikel 17. Na isoleren van de buitenkant

  • 1.

    Het na isoleren van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten mag niet van de buitenkant gebeuren. De zichtbare gevels en daken mogen geen veranderingen kennen. Het plaatsen van voorzet gevels is niet toegestaan;

Artikel 18. Na isoleren dak

  • 1.

    Voor het na isoleren van het dak van een monument of beschermd stads- gezicht worden de ‘verduurzamingsrichtlijnen voor monumenten’ van de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg gebruikt alsuitgangspunt;

Artikel 19. Na isoleren gevel

  • 1.

    Het na isoleren van gevels bij een monument is altijd maatwerk. Voor het na isoleren moet altijd rekening gehouden worden met de gevolgen op het natuurlijk ventileren, zodat er geen rot of schimmelvorming kan ontstaan;

Artikel 20. Na isoleren raam

  • 1.

    Bij het na isoleren van ramen moeten alle relevante elementen van de raam- en kozijn constructie in stand gehouden worden, tenzij vervanging technisch noodzakelijk is;

  • 2.

    Bij het dichten van naden en kieren moet er aandacht besteed worden aan het natuurlijk ventileren om rot- en schimmelvorming te voorkomen;

  • 3.

    De bestaande detaillering en constructie van het raam en kozijn bepaalt de maximale dikte van het vervangend isolerend glas;

  • 4.

    Het plaatsen van een voorzetraam en/of glasfolies is toegestaan aan de binnenzijde van het pand;

Artikel 21. Na isoleren vloeren

  • 1.

    Isoleren vanuit de kruipruimte (indien mogelijk) heeft voorrang op het isoleren van de bovenzijde van de vloer;

  • 2.

    Bij vloeren met een monumentale waarde is isoleren aan de bovenzijde niet toegestaan;

7. Slotbepalingen

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze nota treedt in werking op de dag van publicatie van het besluit tot vaststellen van de nota.

  • 2.

    Deze nota wordt aangehaald als: Nota Verduurzamen Erfgoed 2023 Capelle aan den IJssel.

  • 3.

    Deze nota betreft een bijlage bij de Nota Beeldkwaliteit Capelle aan den IJssel 2017

Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2023,

De griffier,

De voorzitter,