Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Beleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven
CiteertitelBeleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 20 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 21 van de Wet op de lijkbezorging
  3. artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging
  4. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-01-2024nieuwe regeling

16-01-2024

gmb-2024-45731

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Eindhoven

 

overwegende dat:

 

  • -

    De burgemeester zorg dient te dragen voor de lijkbezorging indien niemand daarin voorziet;

  • -

    De kosten van de lijkbezorging voor rekening van de gemeente zijn en het de bevoegdheid van het college van B & W is om de kosten van de lijkbezorging te verhalen.

  • -

    Het wenselijk is daarvoor deze beleidsregels vast te stellen.

gelet op:

  • -

    Artikel 20, 21 en 22 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, om vast te stellen:

 

de “Beleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven”

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

 

  • a.

    nabestaanden: bloedverwanten van de overledene tot en met de tweede graad;

  • b.

    lijkbezorging: het verzorgen van een uitvaart;

  • c.

    rituele uitvaarthandelingen: tradities en gebruiken van een cultuur of religie rondom de uitvaart

Artikel 2. Opdracht geven tot lijkbezorging

  • 1.

    Indien na melding van overlijden niemand opdracht geeft tot lijkbezorging, geeft de burgemeester de uitvaartondernemer opdracht om de overledene over te brengen naar het mortuarium en de eerste verzorging te realiseren, in afwachting van het regelen van de uitvaart.

  • 2.

    Indien er een nabestaande bekend is, verzoekt de burgemeester de nabestaande de uitvaart te verzorgen.

  • 3.

    Een onderzoek naar de eventuele nabestaanden die worden aangesproken om de lijkbezorging te regelen, strekt zich niet verder uit dan de nabestaanden.

  • 4.

    De inspanningen van de gemeente bij het zoeken naar nabestaanden beperken zich tot hetgeen binnen de beperkte termijn redelijkerwijs mogelijk is.

Artikel 3. Binnentreden woning

  • 1.

    De gemeente betreedt de woning niet, tenzij dat noodzakelijk is om de identiteit van de overledene te achterhalen of om gegevens van nabestaanden te achterhalen.

  • 2.

    Het betreden van de woning geschiedt door daartoe gemachtigde ambtenaren van de gemeente, zo nodig in overleg met een eventuele verhuurder.

Artikel 5. Invulling van de uitvaart

  • 1.

    Indien geen nabestaanden gevonden zijn voor het geven van de opdracht tot lijkbezorging, geeft de gemeente opdracht aan een uitvaartondernemer voor een sobere maar respectvolle uitvaart. Daarbij worden de volgende voorzieningen getroffen:

     

    • a)

      overbrengen van de overledene van plaats van overlijden naar mortuarium;

    • b)

      de huur van een ‘bewaarplaats’ in het mortuarium;

    • c)

      afleggen en verzorgen van de overledene;

    • d)

      ‘kisten’ van de overledene;

    • e)

      aanschaf van een eenvoudige kist;

    • f)

      het verzorgen van de noodzakelijke formaliteiten (zoals een verklaring van overlijden);

    • g)

      indien nodig vervoer op de dag van de uitvaart;

    • h)

      eventuele rituele uitvaarthandelingen zoals een rituele wassing;

    • i)

      eventueel een afscheidswoord of gedicht, verzorgd door de vrijwillige en kosteloze inzet van derden;

    • j)

      de mogelijkheid tot maximaal één moment van afscheid voorafgaand aan de crematie of begrafenis, voor maximaal 10 personen.

  • 2.

    Er zullen verder geen faciliteiten zoals koffie/thee mogelijk zijn.

  • 3.

    De gemeente houdt alleen rekening met de door overledene vastgelegde wens over de wijze van lijkbezorging voor zover deze begraven, cremeren of ter beschikking stellen van de wetenschap omvat.

  • 4.

    De gemeente houdt rekening met de geloofsovertuiging van de overledene indien bekend, en accepteert in beperkte mate daartoe behorende rituele uitvaarthandelingen die op de locatie van de uitvaartverzorger uitgevoerd kunnen worden, voor zover daaraan voldaan kan worden binnen een sobere uitvaart zoals omschreven in lid 1 van dit artikel en de kosten daarvan de prijs van een rituele wassing niet overstijgen.

Artikel 6. Begraven of cremeren

  • 1.

    Met uitzondering van de overledene wiens identiteit onbekend is, wordt de overledene wiens geloofsovertuiging of diens wens omtrent crematie of begraving niet bekend is, standaard gecremeerd.

  • 2.

    Bij een crematie wordt de as na één maand uitgestrooid op een gemeentelijke begraafplaats.

  • 3.

    Wanneer nabestaanden zich melden binnen één maand na de crematie, kan aan hen de asbus ter beschikking worden gesteld indien daarover overeenstemming tussen hen bestaat.

  • 4.

    Bij een begrafenis van gemeentewege op een gemeentelijke begraafplaats blijft in beginsel de gemeente rechthebbende op het graf, alwaar geen gedenkteken of grafmonument geplaatst wordt.

  • 5.

    Indien zich na de uitvaart nabestaanden melden die rechthebbenden op het graf willen worden, kan dit verzoek slechts worden ingewilligd nadat door hen de volledige kosten van de uitvaart betaald zijn, voor zover deze niet reeds uit de nalatenschap van de overledene voldaan zijn.

Artikel 7. Verhaal van kosten

  • 1.

    De gemeente verhaalt de gemaakte kosten van de uitvaart op de nalatenschap en op de nabestaanden indien het geld en de bezittingen die bij de overledene zijn aangetroffen daartoe niet toereikend zijn en het verhalen van die kosten van de gemeente geen onevenredige tijdsinspanning vergt.

  • 2.

    De gemeente verhaalt kosten voor de lijkbezorging op bloedverwanten tot de tweede graad, in afwijking van de begripsbepaling, tenzij het verhalen een ernstige inbreuk op de levenssfeer van die nabestaande(n) teweeg zou brengen.

  • 3.

    Voor de afwikkeling van onbeheerde nalatenschappen wordt door de gemeente het Rijksvastgoedbedrijf ingeschakeld.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van een bepaling in deze beleidsregels in onvoorziene gevallen tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, beslist de burgemeester of, indien het zijn bevoegdheid betreft het college van burgemeester en wethouders over afwijking daarvan.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Wet op de lijkbezorging Eindhoven’.

Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven