Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

SUBSIDIEREGELING INDICATIEVRIJE DAGBESTEDING VOOR (JONG) VOLWASSENEN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING INDICATIEVRIJE DAGBESTEDING VOOR (JONG) VOLWASSENEN
CiteertitelSubsidieregeling indicatievrije dagbesteding voor (jong) volwassenen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpSubsidieregeling indicatievrije dagbesteding voor (jong) volwassenen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Waalwijk 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-202431-12-2025'nieuwe regeling'

23-01-2024

gmb-2024-45609

2024/003

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING INDICATIEVRIJE DAGBESTEDING VOOR (JONG) VOLWASSENEN

Het College van burgmeester en wethouders van Waalwijk;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Waalwijk 2015;

besluit de volgende nadere regeling vast te stellen:

'Subsidieregeling indicatievrije dagbesteding voor (jong) volwassenen'

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen
  • 1.

    Alle begrippen die in deze subsidieregeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wmo en ASV.

  • 2.

    In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Algemene voorziening: een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruiker, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning.

    • b.

      ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Waalwijk.

    • c.

      Indicatievrije dagbesteding: Een zinvolle daginvulling waar kwetsbare inwoners van 16 jaar en ouder zonder beschikking gebruik van kunnen maken. De dagbesteding wordt georganiseerd door professionals gericht op het ontwikkelen van veerkracht door het aanbrengen van dagstructuur en verbreding van de sociale steunstructuur. Daar waar mogelijk is het aanbod gericht op doorstroom naar (vrijwilligers)werk. Binnen de dagbesteding wordt nauw samengewerkt met het buurtteam.

    • d.

      Ontmoetingsplekken: Plek waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten en waar door de inwoners zelf, door welzijnswerkers en vrijwilligers activiteiten worden georganiseerd die tegemoet komen aan de behoeften van (potentiële) deelnemers.

    • e.

      Gespecialiseerde dagbesteding: dagbesteding aan inwoners die vanwege hun ondersteuningsvraag geen gebruik kunnen maken van voorzieningen voor indicatievrije dagbesteding, welke na onderzoek op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon op basis van een individuele beschikking wordt verleend.

    • f.

      Sociale basis: Het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en participeren in de samenleving.

    • g.

      Sociale basisvoorzieningen: alle openbare en vrij toegankelijke voorzieningen die bijdragen aan sociale doeleinden.

    • h.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

    • i.

      Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb.

Artikel 2. Doelgroep indicatievrije dagbesteding

Inwoner van Waalwijk, Sprang Capelle en Waspik die in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat is tot participatie. Sociale basisvoorzieningen zijn voor inwoner onvoldoende passend.

Artikel 3. Doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd dat

  • 1.

    inwoners van Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik met een ondersteuningsbehoefte op het gebied van dagactiviteiten en/of ter voorkoming van sociaal isolement en/of ontlasting van mantelzorgers, zo lang dat nodig en mogelijk is, laagdrempelig terecht kunnen in hun omgeving voor activiteiten:

    • a.

      die bij hen passen; en

    • b.

      ruimte geven voor ontplooiing met oog voor hun ontwikkeling waardoor hun zelfredzaamheid wordt bevorderd, behouden of gecompenseerd.

  • 2.

    inwoners van Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik die door de aard van hun beperking of vraagstuk niet kunnen deelnemen aan gewoon of begeleid werk, zo lang dat nodig en mogelijk is, laagdrempelig terecht kunnen in hun omgeving voor activiteiten:

    a. die bij hen passen; en

    b. hen voorbereiden op een volgende stap richting (vrijwillige) arbeid.

  • 3.

    inwoners met een ondersteuningsbehoefte hun netwerk kunnen verbreden en veerkracht kunnen ontwikkelen in een passende laagdrempelige (indicatievrije) groepsvoorziening in hun eigen gemeente.

Artikel 4. Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen alleen rechtspersonen in aanmerking.

Artikel 5. De te subsidiëren activiteiten

De subsidie wordt gekwalificeerd als een budgetsubsidie conform artikel 7 van de ASV. Subsidie wordt verleend voor kosten die noodzakelijk zijn voor:

  • a)

    het uitvoeren van activiteiten en de noodzakelijke professionele ondersteuning die de doelstellingen realiseren zoals beschreven in artikel 3;

  • b)

    de door vrijwilligers gemaakte onkosten verbonden aan de inzet voor de activiteiten en/of vrijwilligersvergoeding.

  • c)

    vervoer van en naar de locatie van de activiteiten voor deelnemers die niet op eigen kracht vervoer kunnen regelen en geen gebruik kunnen maken van collectief vraagafhankelijk vervoer of een andere bestaande vervoersvoorziening in de sociale basis.

  • d)

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      oprichtingskosten van stichtingen en verenigingen;

    • b.

      activiteiten welke op grond van deze regeling zijn uitgesloten;

    • c.

      bezoldigingen van topfunctionarissen van gesubsidieerde organisaties die het bezoldigingsmaximum van Wet Normering Topinkomens (Wnt) overstijgen. Voor de exacte hoogte van Wnt bezoldigingsmaximum verwijzen wij naar artikel 2.3, tweede, derde en vierde lid van Wnt.

  • e)

    Het is organisaties niet toegestaan om vermogensoverdrachten aan derden te doen (bijvoorbeeld aan dochterorganisaties) zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van burgemeester en wethouders. Zonder schriftelijke goedkeuring wordt dit als onredelijke, niet subsidiabele kosten aangemerkt.

Artikel 6. Subsidievereisten

Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    de activiteiten dragen bij aan het Wmo-beleidsplan 2023-2026;

  • 2.

    de activiteiten sluiten aan bij de behoefte van de inwoners;

  • 3.

    de activiteiten worden uitgevoerd op een locatie binnen Waalwijk, Sprang-Capelle en/of Waspik;

  • 4.

    de activiteiten zijn vraaggericht, dragen bij aan het vergroten van veerkracht en het versterken van netwerken van de inwoner;

  • 5.

    de activiteiten sluiten aan bij de behoefte van de inwoners, zijn gevarieerd, passen bij de interesses, de culturele achtergrond, de cognitieve en fysieke mogelijkheden/vaardigheden en beperkingen van de deelnemers.

  • 6.

    passende inzet is het uitgangspunt. Indien nodig wordt in samenwerking met team WijZ of in samenwerking met het voorliggende veld afgeschaald;

  • 7.

    per deelnemer wordt in een intake/kennismaking gekeken wat zijn/haar ondersteuningsvraag is en worden doelen en beoogde resultaten opgesteld;

  • 8.

    wordt voortdurend beoordeeld of inwoner voldoet aan de doelgroep zoals gesteld onder artikel 2;

  • 9.

    bij de uitvoering van de activiteiten wordt samengewerkt met relevante partners in de gemeente. Samenwerkende partijen zorgen voor afstemming onderling en zetten samen kennis, inzet van medewerkers/vrijwilligers en locaties in t.b.v. het dagbestedingsaanbod in de gemeente;

  • 10.

    de activiteiten zijn gevarieerd, passen bij de interesses, de culturele achtergrond, de cognitieve en fysieke mogelijkheden/vaardigheden en beperkingen van de deelnemers; en

  • 11.

    de activiteiten hebben een integraal aanbod en worden verzorgd door een mix van vrijwilligers en professionele krachten om een zo breed mogelijke groep inwoners te kunnen bedienen, met dien verstande dat de professionele krachten alleen worden ingezet voor activiteiten waarbij deze vorm van professionele ondersteuning noodzakelijk is;

  • 12.

    activiteiten worden op een kwalitatief verantwoorde wijze aangeboden;

  • 13.

    de gewenste ondersteuning wordt vertaald naar concrete doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten worden systematisch gevolgd en geëvalueerd met de deelnemer zelf en zo nodig aangepast;

  • 14.

    het aantal deelnemers en de resultaten op het vlak van instroom, doorstoom en uitstroom worden gemonitord vanuit het principe ‘maken van impact’.

Artikel 7. Vereisten subsidieaanvraag
  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 november 2024.

  • 2.

    Onvolledige aanvragen kunnen door het College buiten behandeling worden gelaten.

  • 3.

    De aanvraag voor subsidie omvat:

    • a.

      een bewijs van beschikbaarheid van een locatie waar de dagbesteding wordt geleverd die gelegen is in de gemeente Waalwijk, Sprang-Capelle, Waspik

    • b.

      Een volledig ingevuld aanvraagformulier met voldoende informatie betrekking hebbende op de volgende beoordelingsitems

      • i.

        Doelgroep en bereik

      • ii.

        Passende ondersteuning

      • iii.

        Monitoring en kwaliteit

      • iv.

        Samenwerking

      • v.

        Financieel

    • c.

      Een uitgewerkte begroting, waarin de kosten en opbrengsten waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze wordt weergegeven en voldoende wordt onderbouwd, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 3 en 5. Voor de begroting wordt minimaal de informatie inzichtelijk gemaakt die is opgenomen in het begrotingsformat uit het uitvoeringskader (zie bijlage 1).

  • 4.

    Indien u voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt u aan het aanvraagformulier de volgende bijlagen toe: een exemplaar van de oprichtingsakte, een overzicht van de bestuurssamenstelling, de statuten, het jaarverslag en de jaarrekening van het voorgaande jaar. Daarnaast voegt u een kopie bankafschrift toe om te controleren dat uw opgegeven banknummer juist is. U kunt uiteraard alle overbodige informatie weghalen; minimaal zichtbaar moet zijn uw tenaamstelling en banknummer.

  • 5.

    Het College kan naar aanleiding van de aanvraag verduidelijkende vragen stellen. De aanvrager wordt schriftelijk verzocht de vragen schriftelijk te beantwoorden binnen een termijn van 5 werkdagen (of zoveel langer als aangegeven), te rekenen vanaf de eerste dag na de dagtekening van het verzoek. Indien de genoemde termijn is verstreken, zonder dat de gevraagde verduidelijking is ontvangen, wordt de aanvraag beoordeeld zonder de antwoorden mee te kunnen nemen.

Artikel 8. Subsidie weigering

In aanvulling op het bepaalde in de ASV weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval, indien:

  • a.

    de organisatie geen aantoonbare expertise heeft op het gebied van aanbieden van dagbestedingsactiviteiten;

  • b.

    uit de aanvraag niet of onvoldoende duidelijk is of de activiteiten die de aanvrager aanbiedt voorzien in een behoefte, of

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet primair een gemeentelijke verantwoordelijkheid is, of de totale kosten per deelnemer per dagdeel hoger zijn dan 90% van het door het College gecontracteerde tarief voor maatwerkdagbesteding per deelnemer per dagdeel.

  • d.

    de aanvraag voor het behalen van de resultaten afhankelijk is van voorwaarden terwijl onvoldoende verzekerd is dat aan die voorwaarden op datum aanvraag is voldaan.

  • e.

    de aanvraag op grond van de beoordelingsitems als onvoldoende wordt beoordeeld.

  • f.

    uit de financiële beoordeling blijkt dat de organisatie financieel ongezond is kijkend o.a. naar liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd en de uitleg door de subsidieaanvrager over de financiële gezondheid.

  • g.

    uit de financiële beoordeling blijkt dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan hetgeen noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten;

  • h.

    de activiteiten in de aanvraag niet in verhouding staan tot het bereik van de in de aanvraag opgenomen doelgroep;

  • i.

    er naar het oordeel van het College al voldoende aanbod is dat in de vraag voorziet. Dit kan ook betekenen dat na weging van de aanvraag blijkt dat er voor vergelijkbare activiteiten subsidie is aangevraagd en het honoreren hiervan teveel van hetzelfde zou opleveren om in de vraag te voorzien. De aanvraag wordt dan geweigerd omdat die onvoldoende toegevoegde waarde heeft.

  • j.

    het door het College vastgestelde subsidieplafond bereikt is.

Artikel 9. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze subsidieregeling, bedraagt per jaar € 500.000.

Artikel 10. Wijze van verdeling
  • 1.

    Aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst, mits deze volledig zijn aangeleverd.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het College punten toe aan de hand van de volgende beoordelingsitems (zoals opgenomen het beoordelingskader dat onderdeel uitmaakt van de toelichting, bijlage 1):

    A. Doelgroep en bereik

    B. Passende ondersteuning

    C. Monitoring en kwaliteit

    D. Samenwerking

    E. Financieel.

  • 3.

    Aanvragen worden alleen goedgekeurd indien deze als kwalitatief voldoende (zoals opgenomen in de toelichting) worden beoordeeld.

  • 4.

    Om te bevorderen dat de beschikbare voorzieningen gericht zijn op alle doelgroepen, wordt bij de beoordeling hier rekening mee gehouden.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het College kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

Artikel 12. Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt op 1 februari 2024 en vervalt op 31 december 2025.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het College d.d. 23 januari 2024.

 

Het College van Waalwijk,

de secretaris, de voorzitter,

Michel Tromp, Sacha C.A.M. Ausems

Toelichting SUBSIDIEREGELING INDICATIEVRIJE DAGBESTEDING VOOR (JONG)VOLWASSENEN

1. Subsidieregeling indicatievrije dagbesteding

Het doel van de subsidieregeling indicatievrije dagbesteding voor volwassenen is dat alle inwoners met een ondersteuningsbehoefte hun netwerk kunnen verbreden en veerkracht kunnen ontwikkelen in een passende laagdrempelige (indicatievrije) groepsvoorziening in hun eigen gemeente. Door middel van deze regeling wil de gemeente Waalwijk ruimte geven voor het doen organiseren van vrij toegankelijke vormen van dagbesteding die zijn ingebed in lokale samenwerkingsstructuren. De subsidieregeling vindt zijn oorsprong in het Koersdocument Sociaal Domein waarin de uitgangspunten voor de toekomstige inrichting van het sociaal domein in Waalwijk, Sprang-Capelle en Waspik (hierna gemeente Waalwijk) zijn beschreven en is nader uitgewerkt in het Wmo-beleidsplan 2023-2026.

Subsidieontvangers participeren als lokale netwerkpartner in de doorontwikkeling van de sociale basisstructuur van de gemeente Waalwijk. Met indicatievrije dagbesteding richten we ons op de brede doelgroep Wmo vanaf 16 jaar. In de aanvragen willen we dat duidelijk wordt gemaakt op welke specifieke doelgroep(en) de aangeboden activiteiten zijn gericht.

Deze toelichting beschrijft de context, de voorwaarden en het proces waarbinnen uitwerking wordt gegeven aan de subsidieregeling indicatievrije dagbesteding.

2.  Ambitie

2.1 Aanleiding

Met het Koersdocument Sociaal Domein heeft de gemeente Waalwijk haar toekomstvisie op het Sociaal Domein vastgelegd. Binnen deze koers zijn vier uitgangspunten geformuleerd:

• Bestaanszekerheid

• Publieke (mentale) gezondheid

• Gelijke kansen

• Dichtbij

In het Wmo beleidsplan 2023-2026 beschrijft de gemeente Waalwijk haar uitwerking van de koers en wat we in deze periode concreet gaan betekenen voor kwetsbare inwoners in de gemeente Waalwijk. Onder kwetsbare inwoners verstaan we binnen de Wmo inwoners van 16 jaar[1] en ouder die niet voldoende zelfredzaam zijn om mee te doen in de samenleving. Het feit dat ze niet voldoende zelfredzaam zijn maakt dat ze een beroep doen op ondersteuning in het sociaal domein.

We hebben op dit moment te weinig (specifieke) lokale voorzieningen voor mensen die in een kwetsbare situatie zitten. Dit maakt dat inwoners alleen gebruik kunnen maken van algemene collectieve voorzieningen of maatwerkvoorzieningen op basis van een beschikking. Het gat tussen deze twee vormen van ondersteuning is groot en de drempel is hoog. Hierdoor is er zeer beperkt mogelijkheid voor op- of afschaling van ondersteuning. Daarnaast maken verhoudingsgewijs veel inwoners gebruik van individuele begeleiding ten opzichte van groepsgerichte begeleiding. Door de mogelijkheden van groepsgerichte begeleiding te vergroten verwachten we dat sociaal isolement en individuele afhankelijkheid van aanbieders verminderd wordt.

Hiertoe willen we voorzieningen creëren die gericht zijn op mee kunnen doen, preventie, zingeving, herstel en doorstroming. Zowel vanuit het oogpunt van passende ondersteuning als vanuit economisch oogpunt is dit beter.

 

[1] De Wmo is in principe gericht op 18 jaar en ouder. We zien echter een groep jong volwassenen die vrijgesteld zijn van leerplicht waarvoor de indicatievrije dagbesteding ook ondersteunend kan zijn.

 

2.2 Ontwikkelmodel

Met deze subsidieregeling wordt een bijdrage geleverd aan de lokale transformatieagenda. Daarbij zetten we in op een verbinding van ondersteuning door de inzet van professionals, vrijwilligers en de gemeente, zo dicht mogelijk bij de sociale leefomgeving van inwoners. Hiermee beogen we een sterke sociale basis te bouwen waarbij inwoners laagdrempelig en daar waar mogelijk in de eigen wijk/ buurt op een passende manier ondersteund worden en veerkracht wordt versterkt. Dit vergt dat kritisch gekeken wordt naar ieders inbreng en hoe deze te organiseren. Dit is een proces dat telkens bijsturing vraagt. Daarvoor hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • Beschikkingsvrij werken. Daar waar mogelijk passen we procedures aan die voor inwoners drempels opwerpen voor het formuleren van een ondersteuningsvraag en verkrijgen van passende hulp. Door zoveel mogelijk voorzieningen indicatievrij beschikbaar te maken beperken we administratieve procedures en scheppen we mogelijkheden dat ondersteuningsvragen eerder gesteld worden en beantwoord worden.

  • Lokale beschikbaarheid. Beschikbaarheid van voorzieningen binnen de gemeente Waalwijk. Hiermee beogen we dat beschikbare voorzieningen nabij en toegankelijk zijn voor alle inwoners. Inwoners die geen gebruik kunnen maken van een algemene voorziening kunnen een beroep doen op een maatwerkvoorziening. Hiervoor zijn contracten met zorgaanbieders gesloten, zodat er voor alle vormen van ondersteuning een passend aanbod is.

  • Vraaggericht. professionals werken vanuit het principe van de vraag van inwoner met als doel de veerkracht van inwoners te bevorderen. Veerkracht is het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag of te compenseren voor beperkingen.

  • Versterken van netwerken. De inwoner maakt zoveel als mogelijk gebruik van voorzieningen binnen de sociale basis met als doel onafhankelijk te worden en het sociale netwerk te verbreden. Gericht op meedoen in de samenleving.

  • Passende inzet. De mogelijkheid van op- en afschalen zodat inwoners op alle momenten het meest geschikte en doelmatige aanbod krijgen.

  • Samenwerking. Professionals, vrijwilligers en gemeente werken samen vanuit eenieders expertise. De samenwerking is gericht op het inzetten van elkaars expertise en middelen in het belang van de inwoner. Daarbij hoort een doelmatige mix van vrijwilligers en professionele beroepskrachten.

  • Integraal aanbod. Vermenging van verschillende doelgroepen (ouderen, jong- , volwassenen, psychisch kwetsbaren) waar mogelijk en specialisatie waar nodig.

  • Inzet van ervaringskennis. Professionals, vrijwilligers of deelnemers met ervaringskennis worden waar mogelijk ingezet om inwoners te helpen in hun ondersteuningsvragen. Wij zien deze vorm van kennis als een aanvulling op professionele kennis die vanuit de eigen doorleefde ervaring wordt ingezet om inwoners te helpen bij het overwinnen of hanteren van hun problemen.

     

3. De subsidie

Inhoudelijk

 

3.1. Activiteiten & doelstellingen

Allereerst willen we een gastvrije omgeving faciliteren waar mensen zich welkom voelen. Daarbij vinden we het belangrijk dat de drempel voor het stellen van een ondersteuningsvraag zo laag mogelijk is. Met deze subsidieregeling beogen we locaties beschikbaar te krijgen waar mensen vrij kunnen binnenlopen binnen de van toepassing zijnde openingstijden. Vervolgens kan bepaald worden of de voorziening aansluit bij de behoefte of vraag die inwoners hebben.

Binnen de dagbesteding wordt in een intake/kennismaking per deelnemer gekeken wat hij/zij nodig heeft, of wat zijn ondersteuningsvraag is. De gewenste ondersteuning wordt vertaald naar concrete doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten die gemonitord en geëvalueerd worden met de deelnemer zelf; zo nodig worden zijn/haar doelen/resultaten en daarbij behorende activiteiten aangepast. Het is aan de subsidieontvangers om te bepalen hoe zij een dergelijk volgsysteem inrichten.

Indicatievrije dagbesteding is gericht op mensen met een ondersteuningsbehoefte waar met groepsgerichte begeleiding aan persoonsgerichte individuele doelstellingen wordt gewerkt. Hiermee wordt ingezet op:

  • het bieden van een prettige, laagdrempelige ontmoetingsplek voor sociale contacten;

  • het bieden van gevarieerde activiteiten die de zelfredzaamheid van deelnemers bevorderen, behouden of compenseren;

  • inwoners helpen bij het bieden van dagstructuur en perspectief;

  • het bieden van benodigde ondersteuning om talenten te vinden, te ontwikkelen, en inwoners voor te bereiden op een volgende stap bijvoorbeeld richting (vrijwilligers)werk;

  • veelal in groepsverband aangeboden worden om samenzijn en netwerkversterking te bevorderen;

  • samenwerken met teams sport, cultuur, jeugd en bestaanszekerheid van Gemeente Waalwijk voor ondersteuning diverse levensgebieden;

  • mantelzorgers ontlasten en/of ondersteunen bij het (langer) thuis blijven wonen van personen in een kwetsbare situatie;

  • aansluiting bij interesses, de (culturele) achtergrond, de (cognitieve en fysieke) talenten, competenties of vaardigheden van de inwoner;

  • mogelijkheid voor inwoners om tot rust te komen en/of balans te vinden in het leven;

  • activiteiten die structureel plaatsvinden op basis van vaste openingstijden.

     

3.2. Doelgroep

Indicatievrije dagbesteding is een algemene voorziening en daarmee toegankelijk voor mensen vanaf 16 die zelfstandig wonen in de gemeente Waalwijk en een ondersteuningsbehoefte hebben. De indicatievrije dagbesteding is gericht op de meer kwetsbare inwoners die voor kortere of langere tijd ondersteuning nodig hebben bij zinvolle en gestructureerde dagbesteding en niet (meer) kunnen werken of deelnemen aan onderwijs vanwege beperkingen. Daarbij wordt per individu gekeken en gedaan wat nodig is.

De aanbieder is zelf verantwoordelijk voor een doelmatige en beheersbare mix van doelgroepen op de locatie. In principe richt de voorziening zich op de ‘Wmo-brede’ doelgroep. In de subsidieaanvraag is beschreven op welke doelgroep(en) het aanbod is gericht.

Voor inwoners waarbij blijkt dat de ondersteuningsbehoefte te groot is/ niet beantwoord kan worden in de indicatievrije dagbesteding, wordt via het reguliere toegangsproces door TWIJZ gekeken of zij in aanmerking komen voor een indicatie gespecialiseerde dagbesteding, een indicatie voor individuele begeleiding of een indicatie op grond van de WLZ[2].

Voor inwoners waarbij ontmoeting op de voorgrond staat zijn ontmoetingsplekken in de gemeente beschikbaar. Ook hier kunnen (meestal door welzijnswerkers en vrijwilligers) activiteiten worden georganiseerd, afgestemd op de behoefte van (potentiële) deelnemers. Ook kunnen inwoners gebruik maken van activiteiten die door de gemeente vanuit maatschappelijke activering worden aangeboden.

In bijlage 1 is het onderscheid tussen ontmoetingsplekken, indicatievrije dagbesteding en gespecialiseerde dagbesteding op een rijtje gezet.

[2] De indicatievrije dagbesteding is niet bedoeld voor inwoners met een indicatie op grond van de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Indien deze inwoners mee kunnen doen binnen de indicatievrije dagbesteding wordt dit bekostigd vanuit de WLZ. Hiermee volgen we de ASV (artikel 14) “subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden […] uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken”.

 

3.3. Begeleiding

Voor de professionele begeleiding die (aan de inwoner) wordt geboden, hebben we de volgende uitgangspunten omschreven; de begeleiding.

  • Is betrokken, zorgt voor een fijne sfeer, een laagdrempelige ontmoetingsplek.

  • Heeft hierbij ook proactief aandacht voor inwoners die niet als vanzelfsprekend gebruik maken van het aanbod.

  • Vraagt om een generieke deskundigheid en signalerend vermogen; afhankelijk van de deelnemers aangevuld met specifieke deskundigheid die aansluit bij de problematiek en behoefte van de deelnemers.

  • Is gericht op het behalen van de doelen/resultaten zoals bepaald bij de intake/kennismaking of in het verloop van de deelname aan de activiteiten. Resultaten worden voortdurend gemonitord en bijgesteld waar nodig.

  • Is gericht op het bevorderen of behouden (stabilisatie) van de zelfredzaamheid; het vraagt deskundigheid om deelnemers binnen hun mogelijkheden actief te laten zijn, functieverlies zoveel als mogelijk te voorkomen/ vertragen en (toenemende) kwetsbaarheid te signaleren.

  • Anticipeert op de mogelijk sterk fluctuerende ondersteuningsbehoefte van de inwoner. Waar nodig wordt opgeschaald naar een gespecialiseerde dagbesteding of individuele ondersteuningsvoorziening, en waar mogelijk wordt doorverwezen naar een traject gericht op activering naar werk.

  • Houdt rekening met de situatie en draagkracht van de mantelzorger.

  • De professional heeft minimaal MBO-3 werk- en denkniveau, richting Zorg en Welzijn, en op de groep is minimaal 50% ondersteuning en consultatie van een professional met minimaal MBO-4 of HBO werk- en denkniveau, geschoold in een vergelijkbare richting beschikbaar.

     

3.4. Doelen en resultaten

Elke inwoner heeft zijn eigen ondersteuningsvraag. Die kan zeer divers zijn en kan zich in de tijd ontwikkelen. De indicatievrije dagbesteding biedt de ruimte aan inwoners hun ondersteuningsvraag te stellen of te ontdekken. We verwachten van de subsidieontvangers dat zij hier op inspelen en inwoners helpen hun ondersteuningsvraag duidelijk te krijgen en helpen te beantwoorden. De inzet van indicatievrije dagbesteding is dan ook bedoeld om inwoners verder te helpen. Omdat de indicatievrije dagbesteding een algemene voorziening is vragen we als gemeente geen gegevens over individuele inwoners op. We willen wel weten of de indicatievrije dagbesteding en daarvoor beschikte middelen doelmatig worden ingezet. Daarom vragen we van subsidieontvangers om een aantal zaken te monitoren.

  • Aantal deelnemers dat gebruik maakt van de voorziening

  • Percentage van deelnemers dat uitstroomt, bijvoorbeeld naar ontmoetingsplekken, maatwerkdagbesteding of (vrijwilligers)werk

  • Percentage deelnemers waarbij het welzijn verbeterd door deelname aan de activiteiten

  • Percentage deelnemers dat naast de dagbesteding ook gebruik maakt van andere voorzieningen binnen de gemeente Waalwijk.

  • De cliëntervaring en cliënttevredenheid

De te monitoren gegevens zijn onderdeel van de gesprekken met de gemeente en de eindverantwoording.

 

3.5. Kwaliteitseisen

In de aanvraag wordt aangegeven op welke wijze de kwaliteit van de aangeboden activiteiten wordt geborgd. In het geval bij dagbestedingsactiviteiten gewerkt wordt met gereedschappen of machines zijn door de aanbieder aantoonbare passende veiligheidsmaatregelen genomen. Aanbieder beschikt ook over een adequate bedrijfsverzekering. In de aanvraag wordt beschreven op welke wijze kwaliteit wordt geborgd.

 

3.6. Locatie

De locaties bieden een passend aanbod voor de diversiteit aan inwoners. De locatie is gevestigd binnen Waalwijk , Sprang-Capelle of Waspik. Elke locatie is voor iedere inwoner van de gemeente Waalwijk toegankelijk. Een goede spreiding van locaties is gewenst. Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt dit meegewogen. Elke locatie die beantwoord aan onderstaande is in beginsel geschikt:

  • De locaties zijn veilig, schoon en bieden de passende faciliteiten voor een gevarieerd aanbod.

  • Locaties zijn bij voorkeur een plek met een laagdrempelig karakter die uitnodigen om binnen te lopen, zonder dat daarmee een stigma wordt opgeroepen.

  • Locaties staan open voor het bieden van onderdak of het zijn van een uitvalsbasis voor tal van professionals die op welke manier dan ook een betekenisvolle rol spelen in het beantwoorden van vragen van inwoners. Er wordt zoveel mogelijk ingespeeld op de individuele behoeften van de deelnemers, bijv. door het faciliteren van een prikkelarme ruimte of rustruimte.

  • De locatie is volledig rolstoeltoegankelijk.

     

3.7. Vervoer

Inwoners worden geacht zelf of met behulp van hun netwerk vorm te geven aan vervoer naar de locatie. Hierbij kan ook gekeken worden naar de mogelijkheid van collectief vraagafhankelijk vervoer of een andere bestaande vervoersvoorziening (bijvoorbeeld collectief vervoer). Indien dit voor (een deel van) de deelnemers geen passende optie is, kan het aanbieden van vervoer (onderbouwd) meegenomen worden in de subsidieaanvraag. De organisatie van het vervoer zou ook een activiteit op zich kunnen zijn.

 

Overig

 

3.8. Evaluatie

Subsidieontvangers dragen bij aan de doorontwikkeling van de transformatie en de subsidieregeling. Hiertoe gaan we als gemeente minimaal 2 keer per jaar met de subsidieontvangers individueel, maar ook minimaal 1 keer in gezamenlijkheid met netwerkpartners in gesprek.

In deze gesprekken gaan we in op de volgende thema’s;

  • Toegankelijkheid en bereik van de locatie en geboden activiteiten.

  • Passendheid van het aanbod voor inwoners (incl ervaringen van deelnemers).

  • Aansluiting van het aanbod bij overige voorzieningen in de sociale basis en samenwerking tussen ketenpartners.

  • De ontwikkelopgave uit het Koersdocument Sociaal Domein.

  • De voorwaarden van de subsidieregeling.

In 2024 willen we voorbereidingen treffen om vanaf 2026 impactgericht te gaan subsidiëren. Medio 2024 verwachten we helderheid te kunnen geven over hoe we dat gaan aanpakken. We verwachten dat subsidieontvangers hier in principe aan mee willen werken.

 

3.9. Inclusie

Met name in de gemeente Waalwijk is een substantieel deel van de inwoners van niet-Nederlandse afkomst. Het is belangrijk dat de activiteiten in de sociale basis breed toegankelijk zijn en dat er aandacht is voor cultuurverschillen, taalontwikkeling en integratie van nieuwkomers. Daarnaast vinden we het belangrijk dat gesubsidieerde activiteiten ook toegankelijk zijn voor mensen met een handicap of een chronische ziekte. Wij vragen subsidieontvangers expliciet in hun aanbod en benadering hier rekening mee te houden.

 

3.10. Subsidiebedrag

Het toegekende subsidiebedrag wordt binnen de ASV van de gemeente Waalwijk gekenmerkt als een budgetsubsidie (art 7 ASV). In beginsel wordt een subsidie toegekend voor periode van 1 jaar gerekend vanaf de start van het initiatief. Goedgekeurde aanvragen die starten in 2024 worden beschikt voor de periode 2024 en 2025.

 

3.11. Eigen bijdrage

Binnen de gemeente Waalwijk vragen we geen eigen bijdrage (‘bijdrage in de kosten’) op grond van de Wmo (abonnementstarief) voor algemene voorzieningen. Een bijdrage van deelnemers voor eten en drinken of deelname aan bepaalde activiteiten (onkostenvergoeding) is geen eigen bijdrage in de zin van de Wmo en kan dus, met uitzondering van de kosten voor koffie en thee, wel gevraagd worden door aanbieders indicatievrije dagbesteding. Uitgangspunt hierbij is wel dat deze bijdragen niet drempelverhogend werken. Voorkom wel dat deelnemers aan indicatievrije dagbesteding meer zelf betalen dan deelnemers aan een maatwerkvoorziening dagbesteding. Het uitgangspunt is dat de eigen bijdrage kostendekkend is voor het extra aanbod, zoals een maaltijd. De aanbieder neemt dit in de begroting op.

 

3.12. Goed bestuur

In de Wet Bestuur Toezicht Rechtspersonen in (WBTR) en de Governance Code Zorg zijn kaders beschreven voor goed bestuur en toezicht. Goed besturen, ook al is dit op vrijwillige basis, houdt onder andere in dat periodiek wordt bekeken of alle afspraken en procedures nog kloppen en dat nieuwe bestuursleden goed worden meegenomen in de organisatie.

 

3.13. Beoordeling en weigeringsgronden

Alleen rechtspersonen kunnen subsidie aanvragen om vorm te geven aan de functie indicatievrije dagbesteding. De aanvragen moeten voldoen aan de Algemene subsidieverordening (ASV) en de subsidieregeling indicatievrije dagbesteding. Daarin is vastgelegd welke regels van toepassing zijn. Daarnaast is omschreven voor welke activiteiten je wel en geen subsidie kan aanvragen.

Subsidieaanvragen worden beoordeeld op inhoudelijke en financiële criteria zoals beschreven in deze toelichting (zie ook hoofdstuk 4). Bij beoordeling van de aanvraag kunnen verduidelijkingsvragen worden gesteld waarvoor de aanvrager aanvullende informatie aanlevert.

Bij beoordeling van de subsidieaanvraag zijn de weigeringsronden op basis van artikel 14 ASV van toepassing en de subsidieregeling indicatievrije dagbesteding. Een subsidie wordt geweigerd wanneer de aanvrager niet beschikt over een locatie die gelegen is binnen Waalwijk, Sprang-Capelle of Waspik. ‘Beschikken over’ mag naast eigendom ook betekenen dat een huurovereenkomst wordt overlegd, of een schriftelijke toezegging dat gebruik wordt gemaakt van een locatie waarover een derde of samenwerkingspartner beschikt.

Bij de financiële beoordeling wordt gekeken of de aanvraag past binnen het beschikbare subsidieplafond. Indien meerdere aanvragen worden ontvangen dan binnen het subsidieplafond kunnen worden gehonoreerd vindt verdeling op grond van volgorde van binnenkomst. Aanvragen worden alleen toegekend wanneer zij op de beoordelingsitems een minimale score hebben. Subsidieontvangers die na beoordeling zijn afgewezen kunnen binnen een half jaar na afwijzing geen nieuwe aanvraag doen.

 

4. Subsidieprocedure; aanvraag en beoordeling

Subsidie wordt aangevraagd via het indienen van onderstaand aanvraagformulier.

 

4.1 Aanvraag indienen

Vraag de subsidie aan vóór 1 november 2024 Aanvragen die na deze datum worden ingediend worden niet in behandeling genomen.

Zodra de aanvraag is ingediend wordt een ontvangstbevestiging gestuurd.

 

4.2 Contact

Als er vragen zijn over de subsidieaanvraag kan contact worden opgenomen met Harm Draad (06-55414523) of Elly van Strien (06-25688564). Ook kan een mail worden gestuurd naar sociaaldomein@waalwijk.nl.

 

4.3 Procedure en beoordeling

Subsidieaanvragen moeten vóór 1 november 2024 bij ons binnen zijn. Beoordeling vindt plaats binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag. We beoordelen de aanvragen op basis van de beoordelingsitems en kennen deze toe op volgorde van binnenkomst. Aanvragen worden door minimaal twee personen binnen de gemeente onafhankelijk beoordeeld en besproken. Alleen aanvragen met een voldoende score worden goedgekeurd (zie bijlage 3).

Er kan aanvullende informatie worden gevraagd wanneer de aanvraag onvolledig of onduidelijk is.

Het College neemt een besluit over de subsidieaanvragen. Het formele besluit over de aanvraag wordt vastgelegd in een beschikking.

 

4.4 Verantwoording

Bij toekenning van subsidie staat in de beschikking aan welke verplichtingen moet worden voldaan en binnen welke periode we een verantwoording willen ontvangen. Na de subsidieperiode wordt verantwoording afgelegd over de verkregen subsidie. Halfjaarlijks ontvangen we een tussenrapportage.

Als niet aan de opgegeven resultaten is voldaan, gaan we hierover in gesprek. Wanneer blijkt dat er geen gegronde reden is voor het uitblijven van resultaten kan het voorkomen dat de subsidie lager wordt vastgesteld en een gedeelte van de reeds ontvangen voorschotten moet worden terugbetaald.

 

4.5 Tijdpad

Indienen van de subsidieaanvraag.

Uiterlijk 1 november 2024

Mogelijk vragen we om extra informatie.

Binnen 2 weken na ontvangst van de aanvraag

Beoordeling van de subsidieaanvraag door de gemeente.

Binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag

Besluit van het college over de subsidieaanvragen.

Binnen 2 weken na beoordeling.

Ontvangst van de subsidiebeschikking met daarin het besluit over de aanvraag.

Binnen 2 weken na het besluit van het college

Halfjaarrapportage over het lopende subsidiejaar.

Een half jaar na de beschikkingsdatum

Aanleveren eindverantwoording over het verkregen subsidiebedrag.

3 maanden na afloop van de subsidieperiode

Vaststelling van de subsidie

3 maanden na ontvangst van de eindverantwoording

 

Bijlage 1 - Onderscheid functie/voorziening

Ontmoetingsplekken

Indicatievrije dagbesteding

Gespecialiseerde dagbesteding

Algemene voorziening

Algemene voorziening

Geïndiceerde voorziening

Geen indicatie, vrije inloop

Geen indicatie, wel een kennismaking/intake

Wel een indicatie

Inwoners die primair behoefte hebben

aan sociale contacten en activiteiten

Inwoners met een psychiatrische, somatische, een verstandelijke of zintuigelijke beperking, psychische klachten of niet aangeboren hersenletsel die beperkingen hebben op het terrein/ de terreinen van: Sociale redzaamheid/ participatie

▪ Sociale redzaamheid/ participatie

▪ Psychisch functioneren

▪ Het bewegen en verplaatsen

▪ Het vertonen van licht tot matig probleemgedrag

Inwoners met een psychiatrische, somatische, een verstandelijke of zintuigelijke beperking, psychische klachten, of niet aangeboren hersenletsel, die zware beperkingen hebben op het terrein/ de terreinen van:

▪ Sociale redzaamheid/ participatie

▪ Psychisch functioneren

▪ Het bewegen en verplaatsen

▪ Het vertonen van zwaar probleemgedrag

Inwoners met ondersteunings-vragen die niet binnen de indicatievrije dagbesteding kunnen worden geboden

Inwoner heeft (waar van toepassing) geen ondersteuningsvraag of een goed tot redelijk inzicht in zijn/haar ondersteuningsvraag

Inwoner heeft een redelijk tot beperkt inzicht in zijn/ haar beperking of ondersteuningsvraag

Inwoner heeft geen/ een zeer beperkt inzicht in zijn/haar beperking of ondersteuningsvraag.

Er is bij de inwoner sprake van eigen inbreng/ eigen regie

Er is bij de inwoner sprake van een zekere mate van eigen inbreng/eigen regie (beperkt regieverlies)

Het ontbreken van-, of een progressief verlies van regie kenmerkt de inwoner.

(redelijk) stabiel - voorspelbare situatie

Instabiele (psychische) situatie: zeer snel psychisch uit balans – situatie is erg onvoorspelbaar

Inwoner heeft dagbesteding met een gemiddelde tot duidelijke structuur nodig.

Inwoner heeft dagbesteding met een strakke structuur nodig

Soms is er noodzaak tot direct handelen/ingrijpen (fysiek/ gedrag)

Er is vaak noodzaak tot direct handelen/ingrijpen (fysiek/ gedrag)

Vaak een mix van doelgroepen mogelijk

Zeer beperkt een mix van doelgroepen mogelijk

Inwoner kan in een groep functioneren

Inwoner kan niet/nauwelijks in een groep functioneren (ernstig onaangepast gedrag, veiligheidsrisico, prikkelgevoeligheid, grensoverschrijdend gedrag)

Inwoner kan, evt. met ondersteuning, omgaan met veranderingen

Inwoner kan niet/nauwelijks omgaan met veranderingen. Moeite met reguleren van emoties of gedrag.

Generieke deskundigheid, aangevuld met specifieke deskundigheid en signalerend vermogen

Specifieke deskundigheid en signalerend vermogen.

Behoefte aan aanwezigheid professionele begeleiding

Behoefte aan intensieve professionele individuele begeleiding (meerdere keren per dag) binnen de groep en/of intensieve lijfgebonden zorg

Aanpassingen in fysieke ruimte in beperkte mate noodzakelijk: bijv. wel zorg dragen voor rolstoeltoegankelijkheid of prikkelarme ruimte

Ingrijpende aanpassingen in fysieke ruimte noodzakelijk, denk aan individueel aangepaste werkplekken.

Beperkte/geen fysieke/ medische zorgbehoefte

Grote fysieke/medische zorgbehoefte

Geen/incidenteel misbruik van alcohol/drugs leidend tot mogelijke overlast tijdens ondersteuning

Frequent misbruik van alcohol/ drugs leidend tot overlast tijdens ondersteuning

 

Bijlage 2 - Subsidie aanvraagformulier 

 

 

Bijlage 3 - Beoordeling subsidieaanvraag 

Dit formulier is ter info en gebruikt de gemeente om de aanvraag te beoordelen.