Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel |
Citeertitel | Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2024 | nieuwe regeling | 09-01-2024 |
Artikel 3. Kaders uitoefening bevoegdheden
Het college zorgt ervoor dat de directeur dan wel diens plaatsvervanger over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken. Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de directeur dan wel diens plaatsvervanger over uitvoeringsaspecten, indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die namens het college worden uitgevoerd.
In voorkomende gevallen informeert de directeur dan wel diens plaatsvervanger het college tijdig over: het nemen van beslissingen van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek of bestuurlijk gevoelige aard en tevens bij het nemen van beslissingen met risico’s van financiële aard, zoals een mogelijk kostenverhaal op basis van onrechtmatige daad of anderszins. De directeur alsmede diens plaatsvervanger neemt hierbij de Algemene instructie uitoefening mandaat en machtiging die als bijlage 3 is opgenomen bij dit besluit in acht.
De directeur dan wel diens plaatsvervanger en het college overleggen regelmatig over beleids- doelstellingen en prioriteiten ten behoeve van de beheer- en beleidscyclus van de OD NZKG, in het bijzonder over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de in mandaat te nemen en reeds genomen besluiten.
Indien een besluit krachtens (onder)mandaat dan wel (onder)machtiging wordt genomen als bedoeld in artikel 2 respectievelijk artikel 5 luidt de ondertekening:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel,
Artikel 7. Bevoegdheid besluit intrekken of wijzigen
Indien een mandaat, zoals omschreven in het register opgenomen in bijlage 2, de bevoegdheid verstrekt tot het nemen van een besluit, dan behelst dit mandaat ook de bevoegdheid om dat besluit geheel of gedeeltelijk in te trekken, te wijzigen of te verlengen, tenzij in het register anders is vermeld.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel op
de secretaris
(Naam)
de burgemeester
…………….
(Naam)
Aldus - gelet op het bepaalde in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht - mee ingestemd door de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Bijlage 1: Toelichting behorend bij Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel
Voor de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna: OD NZKG) is een gemeenschappelijke regeling getroffen, genaamd Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2021 (hierna: regeling).
Onder mandaat wordt in de Algemene wet bestuursrecht verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Met andere woorden de functionaris, dit is de gemandateerde, krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend (mandaatgever). Het door de gemandateerde genomen besluit geldt derhalve als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische consequenties als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Er worden evenwel geen publiekrechtelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan overgedragen aan de directeur van de OD NZKG. Het betreft hier een vorm van publiekrechtelijke vertegenwoordiging. Bij de omschrijving van het begrip mandaat wordt uitgegaan van de bevoegdheid tot het nemen van een besluit. Met andere woorden de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden wordt zichtbaar in het nemen van besluiten (zie ondertekening). Mandaat wordt in dit besluit niet verleend aan een persoon, maar aan een functionaris, dus aan degene die een functie bekleedt. De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Daarnaast blijft de mandaatgever ook altijd zelf bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.
Aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger wordt ook machtiging verleend om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn in het kader van de gemandateerde bevoegdheden. Voorbeelden hiervan zijn procesvertegenwoordiging, het vaststellen van brieven zonder rechtsgevolg en het feitelijk toepassen van bestuursdwang. De bepalingen in voorliggend besluit inzake ondermandaat moeten analoog worden toegepast op ondermachtiging van ondergeschikten. Dit is in lijn met de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht.
1.1.3 Relatie Gemeenschappelijke regeling
Het Besluit mandaat en machtiging behelst de taken die in het kader van de regeling worden ingebracht en die zich richten op het in artikel 2 van de regeling genoemde belang. In artikel 31 van de regeling is aangegeven dat geen bevoegdheden worden overgedragen. In artikel 32 van de regeling is aangegeven dat de taken in mandaat worden uitgevoerd en dat de opdrachtgevers zich ertoe verplichten dat namens hun bestuur ten minste de bevoegdheden noodzakelijk voor de uitvoering van het basistakenpakket en de vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken (hierna: VTH-taken) voor de Brzo en RIE-categorie 4-bedrijven in mandaat worden verleend.
De effectiviteit en slagvaardigheid worden vergroot wanneer het bestuursorgaan aan de directeur van de OD NZKG alsmede diens plaatsvervanger de bevoegdheid toekent om namens hen de benodigde besluiten te nemen en handelingen te verrichten. Door vaststelling van het onderhavige Besluit mandaat en machtiging wordt aan de directeur alsmede diens plaatsvervanger deze bevoegdheid toegekend. Het volledige mandaat geldt ook voor de plustaken. Hierbij wordt aangesloten op het landelijk beleid waarin beoogd is omgevingsdiensten in het leven te roepen als professionele uitvoeringsorganisaties die met een hoge mate van zelfstandigheid moeten kunnen werken.
1.1.5 Model Besluit mandaat en machtiging
Om de opdrachtgevers te faciliteren, is een modelbesluit opgesteld. Uitgangspunt is volledig mandaat voor alle ingebrachte taken voor alle opdrachtgevers. Dit om zoveel mogelijk uniformiteit te bereiken.
Voor de OD NZKG is het immers praktisch en efficiënt als de verlening van mandaat en machtiging zo uniform mogelijk geschiedt. Een model sluit aan bij de aanbevelingen van staatssecretaris Mansveld in het ‘Rapport evaluatie van het vernieuwde VTH-stelsel waaronder het stelsel van omgevingsdiensten’ van juli 2015.
1.1.6 Inhoud Besluit mandaat en machtiging
In het Besluit mandaat en machtiging is bepaald dat de directeur van de OD NZKG alsmede diens plaatsvervanger bij de aan hem in mandaat en machtiging opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de gemeente Ouder-Amstel in acht neemt.
1.1.7 Instructie omgaan met mandaat en machtiging
Omdat er behoefte was om duidelijkheid te geven over de wijze waarop de OD NZKG de mandaatgevers in staat stelt hun verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden waar te maken, is er een notitie opgesteld met uitgangspunten over het omgaan met het mandaat in relatie tot bestuurlijke besluitvorming. Deze algemene instructie is als bijlage 3 bij dit besluit toegevoegd.
De directeur van de OD NZKG alsmede diens plaatsvervanger maakt geen gebruik van het mandaat indien hij een persoonlijk belang heeft bij het uitoefenen van de bevoegdheid.
1.2 Artikelsgewijze toelichting
1.2.1 Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 van het Besluit mandaat en machtiging bevat een omschrijving van de belangrijkste begrippen die in het besluit worden gebruikt. Mandaatgevend orgaan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel.
1.2.2 Artikel 2 Mandaat en machtiging
Artikel 2, eerste lid, verwijst naar het register behorende bij het Besluit mandaat en machtiging. Hierin staan de concrete bevoegdheden opgenomen. In het tweede lid is bepaald dat van het mandaat is uitgesloten, de bevoegdheid om op bezwaar te besluiten. Deze bevoegdheid blijft bij de opdrachtgever.
Het laatste lid gaat over feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van de taken en bevoegd- heden zoals genoemd in het eerste lid.
1.2.3 Artikel 3 Kaders uitoefening bevoegdheden
In artikel 3 zijn de kaders van de uitoefening van de bevoegdheden aangegeven. De OD NZKG zal zijn besluiten, voor zover relevant, motiveren met bestaand beleid. Gemeente Ouder-Amstel zal relevant beleid moeten bekendmaken aan de OD NZKG. Als er sprake is van algemene en specifieke instructies, zal de OD NZKG deze toepassen. De OD NZKG treedt in overleg met de gemeente Ouder-Amstel als afgeweken wordt van het beleid en indien nodig wordt er aandacht aan geschonken in de rapportages.
1.2.4 Artikel 4 Informatieplicht
De OD NZKG informeert, gevraagd en ongevraagd, de gemeente Ouder-Amstel over de door hem uitgevoerde taken. Voor de politieke of bestuurlijke gevoelige gevallen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde risico- en aandachts (R&A) dossiers. Regelmatig worden deze dossiers besproken met het bestuur. Daarnaast wordt de gemeente geïnformeerd in de rapportages.
1.2.5 Artikel 5 Ondermandaat en ondermachtiging
Dit artikel geeft aan dat de directeur van de OD NZKG bevoegdheden in ondermandaat en ondermachtiging kan opdragen aan ondergeschikten. Het is aan de directeur om dit te bepalen, en zo ja aan welke functionarissen. Tevens zijn de artikelen 2, 3 en 4 van toepassing voor ondermandaat en ondermachtiging en zal de directeur zorg dragen dat de door hem ondergemandateerden, dan wel ondergemachtigden over de benodigde informatie zoals genoemd in artikel 3 beschikken. Een besluit tot verlening van ondermandaat en ondermachtiging wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en treedt in werking op de dag na publicatie.
In dit artikel is aangegeven hoe de ondertekening luidt bij (onder)mandaat en (onder)machtiging.
1.2.7 Artikel 7 Bevoegdheid besluit intrekken of wijzigen
In dit artikel is bepaald dat indien het mandaat de bevoegdheid verstrekt tot het nemen van een besluit dit mandaat tevens de bevoegdheid behelst om dit besluit geheel of gedeeltelijk in te trekken of te wijzigen.
1.2.. Artikel 8 Slot- en overgangsbepaling
In dit artikel is aangegeven dat het Besluit mandaat en machtiging in werking treedt op 1 januari 2024.
Tevens wordt aangegeven dat het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2021 gemeente Ouder-Amstel wordt ingetrokken.
Daarnaast wordt in dit artikel het overgangsrecht beschreven. In dit mandaat worden de besluiten en handelingen op grond van de Omgevingswet beschreven en gaat gelden vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt. Het overgangsrecht van de Omgevingswet regelt dat lopende aanvragen en handhavingsprocedures volgens het oude recht worden afgehandeld en het mandaat voor de oude besluiten en bevoegdheden blijft gelden.
Bijlage 2: Register behorend bij Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel
In dit register staan de taken waarvoor mandaat wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel aan de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Het gaat daarbij om de taken uit het basistakenpakket zoals genoemd in het Omgevingsbesluit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieubelastende activiteiten waarvoor het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is1, gelegen in de gemeente Ouder-Amstel. Daarboven is mandaat verleend voor taken in het kader van het SER energieakkoord en milieuregelgeving energiebesparing.
Het mandaat geldt voor alle taken die door het college van burgemeester en wethouders aan de OD NZKG is opgedragen en omschreven in de uitvoeringsovereenkomst dan wel incidentele opdrachten, tenzij het mandaat en/of machtiging nadrukkelijk is uitgesloten. Het mandaat omvat zowel basistaken als aanvullende taken, tenzij mandaat nadrukkelijk is uitgesloten.
Voor het gehele takenpakket wordt hier kortheidshalve verwezen naar de UVO.
Bijlage 3 Algemene instructie uitoefening Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel
Artikel 1 Informeren van het bevoegd gezag
In voorkomende gevallen informeert de directeur de portefeuillehouder/wethouder/gedeputeerde tijdig over het nemen van beslissingen van:
Tevens stelt de directeur het bevoegd gezag in de gelegenheid de directeur aanwijzingen te geven. Zo nodig treedt de directeur met de portefeuillehouder/wethouder/gedeputeerde in overleg. Hieraan voorafgaand stemt de directeur ambtelijk af. Het bevoegd gezag kan in deze gevallen in lijn met artikelen 10:6 en 10:7 van de Awb de aanvraag zelf afhandelen, of een bijzonder mandaat aan de directeur verlenen voor verdere behandeling van de zaak onder voorwaarde van naleving van de voor de afhandeling door de het bevoegd gezag gegeven instructies. Afhandeling van deze gevallen geschiedt bij voorkeur door de directeur, niet door het bevoegd gezag zelf.
Artikel 2 Verstrekken van inlichtingen
Gemandateerden,2 gevolmachtigden en gemachtigden verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het mandaatbesluit verleende mandaat, volmacht en machtiging.
Artikel 3 Bekendmaking van besluiten
Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van het mandaatbesluit geschiedt op briefpapier van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen (dreigen) te ontstaan in het beleid van een of meer van de deelnemers, dat het functioneren van de dienst als gemeenschappelijke dienst daardoor zou kunnen worden bemoeilijkt, meldt de directeur dit aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling en aan het bestuur van de betreffende deelnemers.
Bijlage 4 Toelichting Algemene instructie Besluit mandaat en machtiging Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2024 gemeente Ouder-Amstel
Uitgangspunt is een verantwoord gebruik van het mandaat binnen de grenzen van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (hierna: OD NZKG) maakt voortdurend afwegingen over een verantwoord gebruik van de gemandateerde bevoegdheden. De directeur OD NZKG dient immers de uitoefening van het mandaat te weigeren, indien de directeur van de mandaatgever instructies ontvangt die de grenzen van het mandaat te buiten gaan. Anderzijds is de directeur zich ervan bewust dat de directeur op grond van de Awb de uitvoering van het mandaat niet kan weigeren, indien de directeur met de opdrachtgever binnen de sfeer van het mandaat van mening verschilt over de toepassing van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid waarvoor mandaat is verleend. De zeggenschap over de in mandaat uitgeoefende bevoegdheden ligt immers bij het bevoegd gezag. Kern van de instructie is het benoemen van de situaties waarin de directeur het initiatief neemt om bij individuele besluiten het bevoegd gezag in de gelegenheid te stellen hem aanwijzingen te geven.
Het gebruikmaken van de mandaten die in het mandaatsbesluit zijn opgenomen, worden in beginsel functioneel beperkt door de taken die bij de Omgevingsdienst zijn belegd. Daarvoor is de opdracht die aan de Omgevingsdienst is verstrekt, middels het Uitvoeringsprogramma en eventuele aanvullende opdrachten, leidend.
Dit artikel geeft duidelijkheid over de gevallen waarbij informeren van het bevoegd gezag over individuele besluiten in beginsel aan de orde is. De OD NZKG is onder meer ingesteld om een level playing field voor bedrijven te realiseren. Dit vraagt een uniformering van optreden en zo weinig mogelijk bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten. Dat is ook in het belang van een doortastend optreden bij overtredingen. De bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten blijft daarom in beginsel beperkt tot kwesties van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, of politiek of bestuurlijk gevoelige aard. Een tweede element is het op tijd informeren van de mandaatgever. De professionaliteit, deskundigheid, integriteit en gezaghebbendheid van de OD NZKG kunnen alleen goed naar voren komen, als de directeur in voorkomende gevallen de mandaatgever tijdig informeert. Zo vroeg mogelijk in het proces, dus niet pas op het moment dat het besluit op een aanvraag aanstaande is.
Volgens artikel 10:6 onder b van de Awb verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. In deze instructie wordt duidelijk dat dit ook be- trekking heeft op houders van een ondermandaat. Daarnaast wordt hiermee tot uitdrukking gebracht dat het bevoegd gezag in overeenstemming met de Awb ook de volledige zeggenschap houdt over zaken die op grond van artikel 1 niet door de directeur bij het bevoegd gezag zijn aangemeld.
Dit is een bevestiging van de bestaande praktijk. Hiermee wordt ook in de communicatie met de burgers en bedrijven eenheid van optreden in het verzorgingsgebied bevorderd.
Dit artikel is gericht op het uitvoeringsbeleid. Harmonisering van uitvoeringsbeleid en uniformering van optreden in het verzorgingsgebied is gewenst. Het is een voorwaarde voor een level playing field en een doortastende handhaving. Ook moet worden voorkomen dat grote verschillen in uitvoeringsbeleid van de deelnemers het functioneren van de dienst bemoeilijken.