Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingReglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
CiteertitelReglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 52

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-11-199608-01-2014nieuwe regeling

13-08-1996

Huis aan Huis; 13 november 1996

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden

(B. en w. 13-08-1996)

Artikel 1 Aantal der vergaderingen

Het college van burgemeester en wethouders vergadert in de regel éénmaal per week op dinsdag en voorts zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee wethouders dit nodig achten.

Artikel 2 Oproep

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 56, tweede lid, van de Gemeentewet worden de gewone vergaderingen zonder schriftelijke oproeping gehouden.

  • 2. Indien de voorzitter een buitengewone vergadering nodig acht roept hij deze bijeen.

  • 3. Indien twee of meer wethouders een buitengewone vergadering nodig achten, verzoeken zij de voorzitter deze bijeen te roepen. Indien de voorzitter de vergadering niet binnen 48 uur belegt, zijn de verzoekers gerechtigd zelf een vergadering bijeen te roepen.

Artikel 3 Verhindering

  • 1. Wanneer een lid verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de secretaris.

  • 2. Wanneer de voorzitter verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan degene, die hem op grond van artikel 84 van de Gemeentewet vervangt.

  • 3. Wanneer de secretaris verhinderd is een vergadering bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de voorzitter of diens vervanger, alsmede aan de loco-secretaris.

Artikel 4 Agenda

  • 1. Voor elke vergadering stelt de secretaris een agenda samen, die in de regel op de donderdag voorafgaand aan de vergaderdag aan de leden wordt uitgereikt vergezeld met de daarbijbehorende stukken.

  • 2. De agenda vermeldt de te behandelen onderwerpen.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter onderwerpen ter behandeling aan de agenda toevoegen.

  • 4. De in de collegevergadering te behandelen voorstellen worden uiterlijk de woensdag daaraan voorafgaand, voor 12.00 uur aangeboden aan de secretaris. Na dit tijdstip is aanbieding van voorstellen, c.q. aanmelding van agendapunten voor de eerstvolgende reguliere vergadering uitsluitend mogelijk indien in overleg tussen de betrokken portefeuillehouder en secretaris vast komt te staan dat behandeling geen uitstel duldt.

Artikel 5 Circulatie- en parafenbesluiten

De secretaris bepaalt of een stuk op de agenda komt, gaat circuleren danwel als parafenbesluit afgedaan kan worden.

Artikel 6

  • 1. Een stuk circuleert tussen minimaal twee leden, waaronder in ieder geval de portefeuillehouder en/of diens vervanger.

  • 2. Zij kunnen op de nota door het plaatsen van hun paraaf aangeven, dat zij met het advies instemmen, dan wel bespreking van het stuk verlangen.

  • 3. Indien bespreking wordt verlangd, dan wordt het stuk voor de eerstvolgende vergadering geagendeerd.

  • 4. Van de in dit artikel bedoelde stukken en de daaromtrent genomen besluiten wordt door de zorg van de secretaris een overzicht opgesteld, welke in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld.

Artikel 7

  • 1. Stukken of adviezen, ten aanzien waarvan een meerderheid van de leden, door het stellen van een paraaf te kennen hebben gegeven, dat zij met het daarop betrekking hebbende advies instemmen, worden niet in bespreking gebracht. Het besluit is in dat geval genomen conform het uitgebrachte advies.

  • 2. Een stuk wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, in bespreking gebracht indien de portefeuillehouder of diens plaatsvervanger dit aangeeft. In dat geval wordt het stuk voor de eerstvolgende vergadering geagendeerd.

  • 3. Van de in dit artikel bedoelde stukken en de daaromtrent genomen besluiten worden door de zorg van de secretaris lijsten opgesteld, welke in de eerstvolgende vergadering ter kennisgeving worden gebracht.

Artikel 8 Orde der vergadering

  • 1. De voorzitter regelt de volgorde van de werkzaamheden en is belast met de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Na opening van de vergadering stelt de voorzitter de behandeling aan de orde van de onderwerpen die op de agenda zijn vermeld.

Artikel 9 Verslaglegging

  • 1. De secretaris draagt er zorg voor dat:

    • a.

      de genomen besluiten in het kort bij de stukken worden vermeld;

    • b.

      aantekening wordt gehouden van alle overige in bespreking gebrachte onderwerpen en te dien aanzien genomen besluiten;

    • c.

      een lijst wordt aangelegd waarin alle genomen besluiten zijn vermeld;

    • d.

      op de onder c. vermelde lijst de namen van de afwezige leden worden vermeld.

  • 2. De lijst bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt in de regel in de volgende vergadering aan het college ter goedkeuring voorgelegd.

Artikel 10 Portefeuilleverdeling

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van ieder van de leden welke zaken het lid in het bijzonder ter voorbereiding en uitvoering zullen worden toevertrouwd.

  • 2. Bij verhindering of ontstentenis van een van de leden van het college worden diens werkzaamheden, zo nodig, door een of meer der overige leden verricht op de wijze zoals burgemeester en wethouders bepalen.

Artikel 11

Zo nodig met afwijking van de verdeling van de werkzaamheden krachtens artikel 10 kunnen burgemeester en wethouders de voorbereiding van bepaalde zaken opdragen aan een of meer door hen aan te wijzen leden.

Artikel 12 Stemmingen

  • 1. Nadat de beraadslaging over een onderwerp is gesloten, wordt zo nodig tot stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer geen van de leden stemming vraagt wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3. Ieder lid dat zich tegen een voorstel heeft uitgesproken kan verlangen dat daarvan aantekening wordt gemaakt op de lijst van besluiten, bedoeld in artikel 9, eerste lid, sub c.

  • 4. De stemming over zaken geschiedt mondeling. De leden stemmen met de woorden 'voor' of 'tegen', zonder enige bijvoeging.

    De stemming wordt gedaan in volgorde van het aantal jaren dat de wethouders achtereenvolgens deel uitmaken van het college, het eerst door het lid dat het kleinste aantal jaren wethouder is en zo vervolgens het laatste door de voorzitter.

    In het geval dat twee of meer wethouders een gelijk aantal jaren deel uitmaken van het college stemt van hen de in leeftijd jongste wethouder het eerst en zo vervolgens, onverlet het gestelde in de hieraan voorafgaande alinea.

Artikel 13

  • 1. Bij het doen van aanbevelingen, voordrachten of keuzen van personen wordt bij gesloten en ongetekende briefjes gestemd, indien een der leden een schriftelijke stemming verlangt.

  • 2. Indien tot schriftelijke stemming wordt overgegaan, hebben er evenveel stemmingen plaats als er personen aan te bevelen, voor te dragen of te kiezen zijn.

  • 3. De voorzitter leest de inhoud van elk stembriefje voor, waarna hij het stembriefje aan een der wethouders ter inzage geeft.

  • 4. De secretaris houdt aantekening van de uitslag van de stemming.

  • 5. Niet of niet behoorlijk ingevulde briefjes worden bij de bepaling van de volstrekte meerderheid buiten beschouwing gelaten. In geval van twijfel over de inhoud van een briefje beslist de vergadering.

Artikel 14 Herstemming en loting

  • 1. Indien bij de eerste vrije stemming geen volstrekte meerderheid wordt verkregen heeft een tweede vrije stemming plaats.

  • 2. Wordt ook daarbij geen volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft herstemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben behaald.

    Indien door het behalen van een gelijk aantal stemmen meer dan twee personen voor herstemming in aanmerking komen beslist het lot, wie van degenen, die een gelijk aantal stemmen hebben behaald, tot het tweetal, waarover de herstemming zal plaats hebben, zal of zullen behoren.

  • 3. De namen van hen, tussen wie overeenkomstig het tweede lid van dit artikel het lot moet beslissen, worden door de voorzitter op gelijke briefjes geschreven. De briefjes worden nagezien door de wethouder, die het grootste aantal jaren lid is van het college, of wanneer bij de bepaling daarvan blijkt dat meerdere wethouders hetzelfde aantal jaren lid zijn, van deze de in leeftijd oudste wethouder.

    Vervolgens worden de briefjes door de voorzitter op gelijke wijze gevouwen in de bus gedaan en geschud. De wethouder die het kleinste aantal jaren lid is van het college, of wanneer bij bepaling daarvan blijkt dat meerdere wethouders hetzelfde aantal jaren lid zijn, van deze de in leeftijd jongste wethouder, neemt een briefje uit de bus. Degene, wiens naam op het briefje staat vermeld, komt voor herstemming in aanmerking resp. is de gekozene.

Artikel 15 Adviserende stem secretaris

De secretaris heeft in de vergadering een adviserende stem.

Artikel 16 Openbare vergadering

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

Artikel 17 Derden

  • 1. Op verzoek van de vergadering kunnen derden uitgenodigd worden de vergadering bij te wonen.

  • 2. Op deze derden zijn de bepalingen van dit reglement voor zover mogelijk van toepassing.

Artikel 18 Geheimhouding

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 25, tweede lid van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders besluiten dat omtrent hetgeen in de vergadering is besproken en besloten aan de voorzitter en de leden geheimhouding wordt opgelegd. Zij bepalen daarbij tevens de duur van de geheimhoudingsplicht.

  • 2. In afwijking van artikel 8 van dit reglement worden van de besluiten waaromtrent geheimhouding is opgelegd door de secretaris afzonderlijk notulen opgemaakt, die door hem worden bewaard.

Artikel 19 Slotbepaling

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of in het geval dat enige bepaling voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de vergadering.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag die volgt na de vaststelling.