Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024 |
Citeertitel | Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024 |
Geen
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 23-01-2024 | RIS317765 OCW/10669237 |
De Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024 is gericht op jeugdactiviteiten die zorgen voor ontspanning en plezier, die plaatsvinden in of gericht zijn op de natuur en die in brede zin bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van jeugdigen in Den Haag. Denk aan het leren samenwerken, het zelfstandig uitvoeren van opdrachten en het respectvol omgaan met elkaar. Met de regeling wordt bevorderd dat de weerbaarheid en de zelfredzaamheid van jeugdigen toeneemt en dat zij leren zorg te dragen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun natuurlijke leefomgeving. De subsidieregeling is een vervolg op de Subsidieregeling jeugd, spel en natuur Den Haag 2022.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor spelactiviteiten die zijn gericht op de in artikel 1:3, eerste lid, genoemde doelstellingen en die:
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten:
a. voor overhead die meer bedragen dan 15 % van de kosten van de subsidiabele activiteiten;
b. voor activiteiten die in aanmerking komen voor financiering vanuit andere gemeentelijke of niet gemeentelijke regelingen;
c. die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.
Subsidies worden gedurende het subsidietijdvak niet geïndexeerd.
Artikel 1:8 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal € 16.200,- per aanvrager waarvan:
Artikel 1:10 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend voor het gehele subsidietijdvak, dat aanvangt op 1 januari 2024 en eindigt op 31 december 2026.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV maakt de aanvrager voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend uiterlijk op 29 februari 2024.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
a. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten waarvoor de aanvrager al subsidie ontvangt;
b. het niet aannemelijk is dat de spelactiviteiten zullen worden georganiseerd zoals deze zijn beschreven in de aanvraag;
c. de hoogte van de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet evenredig is tot het doel van deze subsidieregeling;
d. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van het college reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen.
Bevoorschotting vindt plaats met 100% van de verleende subsidie die in twee termijnen uitbetaald worden uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand van elk kalenderjaar.
Hoofdstuk 5 Tussentijdse verantwoording
Artikel 5:1 Indieningstermijn tussentijdse verantwoording
Gedurende de looptijd van het subsidietijdvak wordt jaarlijks tussentijds verantwoording afgelegd over het daaraan voorafgaande kalenderjaar op uiterlijk:
Artikel 5:2 Wijze van tussentijdse verantwoording
Bij de tussentijdse jaarlijkse verantwoording worden de volgende stukken ingediend:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en
c. een verklaring dat de verantwoording juiste en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
b. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;
c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald, of in welke mate ze hieraan hebben bijgedragen; en
d. indien doelstellingen of resultaten (deels) niet zijn gerealiseerd geeft het verslag de redenen daarvoor.
Hoofdstuk 6 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 6:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 30 april 2027.
Artikel 6:2 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling bevat in aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, en artikel 18, eerste lid, onderdeel b van de ASV:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag, conform artikel 17, vijfde lid;
c. een verklaring dat de verantwoording juiste en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
Het inhoudelijk eindverslag bevat:
a. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
b. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;
c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn gehaald, of in welke mate ze hieraan hebben bijgedragen; en
d. indien doelstellingen of resultaten (deels) niet zijn gerealiseerd geeft het verslag de redenen daarvoor.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk een jaar na afloop van het subsidietijdvak.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2024 en vervalt op een door het college te bepalen tijdstip.
De Subsidieregeling jeugd, spel en natuur Den Haag 2022 wordt ingetrokken.
De bepalingen van de Subsidieregeling jeugd, spel en natuur Den Haag 2022 blijven van toepassing op subsidies die vóór 31 december 2023 zijn aangevraagd op basis van de Subsidieregeling jeugd, spel en natuur Den Haag 2022.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling jeugd, spel en natuur 2024-2026 Den Haag 2024.