Organisatie | Omgevingsdienst regio Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening Omgevingsdienst Regio Arnhem 2023 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 212 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | nieuwe regeling | 14-12-2023 |
Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem, hierna te noemen ODRA
• gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
• gelet op artikel 216 van de Provinciewet;
• gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
• gelet op de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Arnhem;
Financiële verordening Omgevingsdienst Regio Arnhem 2023
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Taakveld (domein) en Programma-indeling
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 5. Autorisatie begroting, begrotingswijzigingen en investeringskredieten
Indien het dagelijks bestuur voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het dagelijks bestuur in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur aan het algemeen bestuur te worden gemeld. Het dagelijks bestuur voegt hierbij een voorstel voor actualisatie dan wel wijziging van het budget, het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
a) Er is, in ieder geval, sprake van een actualisatie indien de bijdrage van een deelnemer aan de ODRA niet wijzigt, dan wel binnen een reeds geaccordeerde (aanvullende) opdracht(en) van betreffende deelnemer(s) blijft.
b) Er is, in ieder geval, sprake van een wijziging indien de gevraagde bijdragen van deelnemers wijzigen, waarvoor nog geen opdrachten zijn verleend; de tarieven wijzigen; dan wel er op programma - taakveldniveau substantiële mutaties zijn in het beleid, die van invloed zijn op het geheel van de begroting van ODRA.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Paragraaf 3. Financieel beleid
Artikel 7. Waardering & afschrijving vaste activa
1. De grondslagen voor categorisering, de waardering en afschrijving(stermijnen) van de vaste activa worden jaarlijks opgenomen in de jaarrekening.
a) Er wordt lineair afgeschreven op basis van historische kostprijs en economische levensduur.
b) Aanschaffingen van apparatuur, voertuigen, (kantoor)inventaris en gebouwen (inclusief verbouwingen) worden opgenomen als vaste activa, indien de aanschaffing boven de € 5.000,-- bedraagt, en het materiële goed een technische levensduur heeft dat groter of gelijk is aan 2 jaar. Investeringen onder de € 5.000,-- worden opgenomen als activa, indien het een aanvulling of vervanging is op apparatuur die ‘en masse’ is aangeschaft.
c) Voor het opnemen van investeringen in software (immateriële activa) worden de richtlijnen van de BBV gevolgd.
Artikel 8. Reserves en voorzieningen
a) De vorming en besteding van reserves;
b) De vorming en besteding van voorzieningen.
c) Met specifieke aandacht voor bestemmingsreserves in het kader van de doelen waarvoor deze zijn gesteld voor specifieke programma’s of taakvelden.
3. Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:
a) Het specifieke doel van de reserve;
c) De maximale hoogte van de reserve; en
4. Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.
Artikel 9. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de baten en kosten voor programma’s en taakvelden gelden de volgende werkwijzen:
a) De baten per programma / taakveld worden bepaald aan de hand van de geleverde diensten en producten (aantal x tarief) en gerelateerde materiele kosten binnen het betreffende taakveld / programma.
b) De directe kosten per programma / taakveld worden bepaald aan de hand van de bestede tijd per programma / taakveld x de gemiddelde loonsom binnen ODRA plus de gerelateerde materiele kosten .
c) De kosten ad b, worden verhoogd met de indirecte kosten (overhead) via de verhouding van de directe kosten per programma en taakveld.
d) De overheadkosten (indirect) worden bepaald aan de hand van de richtlijnen in het BBV.
Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
a) Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa.
b) Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden betrokken in de aangifte vennootschapsbelasting (indien deze van toepassing wordt voor de ODRA), binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en voor de belastingaangifte aan de kostprijs van de vennootschapsbelastingplichtige activiteiten toegerekend.
Artikel 10. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken door ODRA aan overheidsbedrijven en derden waarbij de omgevingsdienst in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt ten minste de geraamde integrale kostprijs van de verstrekte middelen in rekening gebracht.
Artikel 11. Vaststelling prijzen
Artikel 12. Financieringsfunctie
Het dagelijks bestuur neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht, zoals opgenomen in het treasury statuut Omgevingsdienst regio Arnhem.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt ODRA naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het BBV in ieder geval op:
a) de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten’;
b) de kosten en omvang van inhuur derden;
c) de huisvestings- en facilitaire kosten;
e) de programmakosten (direct gelieerd aan de primaire taakuitoefening)
f) kosten voor diensten die worden afgenomen van andere omgevingsdiensten, danwel OD-NL.
Paragraaf 4. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a) Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de omgevingsdienst als geheel en van de afdelingen;
b) Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, en contracten;
c) Het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van prognoses en kostencalculaties / businesscases.;
Artikel 15. Financiële organisatie
Het dagelijks bestuur draagt in ieder geval zorg voor:
a) regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de regelingen van de dienst en eigendommen;
b) beleid en de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten.
c) en eenduidige indeling van de dienstorganisatie en een eenduidige toewijzing van de taken van de omgevingsdienst aan de teams/afdelingen;
d) een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
e) de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
f) de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten en de programma’s opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het dagelijks bestuur zorgt voor een zodanige inrichting van de organisatie en de interne beheersing dat daarmee waarborgen worden geschapen voor doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de beheers-handelingen en de informatievoorziening daarover. Hieronder zijn begrepen beschrijvingen van de processen, de noodzakelijke functiescheidingen binnen de processen, en beheersingsmaatregelen om fouten te voorkomen dan wel tijdig te ontdekken en nieuwe werkwijzen te borgen.
Artikel 17. Intrekking oude regeling
De Financiële verordening Omgevingsdienst Regio Arnhem 2012 wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking, met dien verstande dat zij van toepassing is op de jaarrekening (en deelverantwoordingen) over het verslagjaar 2023 en later.
Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Omgevingsdienst Regio Arnhem 2023.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Omgevingsdienst Regio Arnhem van