Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Beekdaelen

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Beekdaelen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBeekdaelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Sociaal Medische Indicatie Beekdaelen
CiteertitelBeleidsregels Sociaal Medische Indicatie Beekdaelen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-202401-01-2024nieuwe regeling

16-01-2024

gmb-2024-40818

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Sociaal Medische Indicatie Beekdaelen

 

Inleiding

Sinds 2005, het jaar van de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang (Wko), zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van *kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI). Gezinnen die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, bijvoorbeeld omdat maar één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale en/of medische redenen tijdelijk niet in staat is om voor de kinderen te zorgen, kunnen in aanmerking komen voor SMI.

SMI kan dan primair worden ingezet als instrument om sociale of medische problematiek te verlichten.

 

1: Taak van de gemeenten

Gemeenten hebben de vrijheid en de verantwoordelijkheid wat betreft het bepalen of iemand aanspraak kan maken op tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang, en vervolgens op welke wijze en aan wie die wordt verstrekt.

 

2: Beschrijving sociaal-medische doelgroep

Wanneer is kinderopvang de meest passende oplossing?

In een relatief eenvoudige situatie is er sprake van een handicap van de ouder, waardoor fulltime zorg door de ouders zonder gebruik van reguliere kinderopvang niet is op te brengen. Het gaat echter vaker om meervoudige problematiek van sociaal-medische aard.

Per casus dient onderzocht te worden of van een tegemoetkoming onder de noemer sociaal-medische doelgroep sprake kan zijn. Er moet maatwerk geleverd worden, zeker vanwege het beperkte budget.

 

Een praktische benadering is om vooral te kijken wie er niet in aanmerking komt voor een SMI.

 

Wanneer komen ouders in aanmerking voor kinderopvangtoeslag (en dus niet voor een SMI)?

Werkende ouders kunnen een tegemoetkoming krijgen in de kosten van kinderopvang via de belastingdienst (kinderopvangtoeslag) maar ook niet werkende ouders kunnen een toeslag krijgen via de belastingdienst.

Dit is van toepassing in de volgende situaties:

  • -

    Als een ouder stopt met werken of werkloos wordt (gedurende een periode van drie maanden);

  • -

    Als een ouder een opleiding volgt (een bijstandsuitkering heeft of ingeschreven staat bij het UWV);

  • -

    Als een ouder een traject naar werk volgt;

  • -

    Als een ouder een inburgeringscursus volgt.

*Kinderopvang is een verzamelterm voor: gastouders, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang.

 

Welke andere oplossingen kunnen passend zijn?

  • 1.

    De VVE (vroeg- en voorschoolse educatie) kan een optie zijn, vooral vanwege de pedagogische meerwaarde voor het kind.

  • 2.

    Een adequate (opvang)voorziening in niet-professionele zin (hulp uit eigen netwerk) als alternatief dient onderzocht te worden.

    Het gaat immers niet alleen om een financiële tegemoetkoming voor kinderopvang maar ook om een oplossing van het daadwerkelijke probleem voor deze groep: de (fulltime) zorg voor de kinderen is niet mogelijk zonder gebruik van reguliere kinderopvang;

  • 3.

    Een bijdrage van de werkgever, zorgverlof, etc.

3: Vaststelling noodzaak van kinderopvang

A. Te verstrekken gegevens

Ouders vullen/de ouder vult een aanvraagformulier in ten behoeve van de aanvraag van de SMI. Dit aanvraagformulier dient als basis voor een gemeentelijke tegemoetkoming.

 

Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • -

    Naam en adres van de ouder;

  • -

    Indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;

  • -

    Naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • -

    Overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

De aanvraag dient met behulp van het door college vastgesteld en beschikbaar gestelde aanvraagformulier te geschieden. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede- ondertekend door de partner.

 

B. Extern onderzoek

Naast maatwerk op het gebied van de afbakening en definiëring van de doelgroep, is maatwerk met betrekking tot de aanspraak noodzakelijk.

Indien er onvoldoende (medische) gegevens beschikbaar zijn om de aanvraag te beoordelen dient een externe instantie, bijvoorbeeld een medisch specialist of een andere professional (zoals de jeugdverpleegkundige, de -arts JGZ, de GGD-arts) of de huisarts, te beoordelen of er een beroep op een SMI kan worden gedaan. Tevens geeft de extern onderzoeker een advies over de duur en de omvang van de SMI.

 

Naast het advies van een (extern) deskundige ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag is afstemming met betrokkenen (bijvoorbeeld een consultatiebureau, een jeugdverpleegkundige, of de kinderopvang zelf) belangrijk.

 

C. Overige afwegingen

Om te komen tot een goed besluit is het van belang dat er duidelijkheid is over het doel en het perspectief van de inzet van de kinderopvang.

 

*Een SMI is bedoeld om de ouders tijdelijk te ontlasten/ te ondersteunen. Het is de bedoeling dat de ouder binnen een aantal maanden een structurele oplossing vindt; bijvoorbeeld kinderopvang binnen het eigen netwerk.

In de afweging dient tevens rekening gehouden te worden met het perspectief. Wat zijn de verwachtingen m.b.t. (volledig) herstel? Hoe lang denken de ouders/ denkt de ouder ondersteuning nodig te hebben? Wordt de behoefte aan opvang in de toekomst minder of juist meer? Hoe anticipeert het gezin hierop? etc.

 

*De SMI is een tijdelijke regeling. De gemeente kan ook nagaan of er andere voorliggende voorzieningen bestaan, zoals het netwerk van de ouders of andere regelingen binnen de gemeente, zoals de VVE (voor- en vroegschoolse educatie) of andere peuterregelingen, of een combinatie hiervan.

 

D. Beslistermijn

Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

 

E. Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:

  • a.

    de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van de Wet Kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of

  • b.

    de ouder of de partner niet behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • c.

    indien de gezinsproblematiek opgelost kan worden op grond van andere bepalingen en andere wetgeving (de Wet Kinderopvang, de AWBZ (zoals dagcentra) toepassing van een Persoon Gebonden Budget (PGB), voorzieningen in het kader van de jeugdzorg en de informele opvang).

Het college kan een besluit nemen op basis van een uitgebracht indicatieadvies. Dit advies is echter niet bindend. Dit betekent dat het college van dat advies kan afwijken. Als het college een beschikking geeft die afwijkt van het uitgebrachte advies, zal het college de redenen voor de afwijking in de beschikking moeten motiveren (artikel 4:20 Awb). De motiveringverplichting geldt vooral voor het geval waarin een positief advies wordt gegeven en het college een afwijzend besluit neemt.

 

F. Ingangsdatum van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt, na een positief besluit, verleend met ingang van de datum waarop de consulent en/ of de externe adviseur adviseert dat kinderopvang op grond van de SMI noodzakelijk is.

Als op de datum van het besluit nog geen kinderopvang plaatsvindt (plaatsgevonden heeft), wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

 

G. Hoogte van de vergoeding

De vergoeding wordt gebaseerd op het uurtarief van de betreffende kinderopvangorganisatie met een maximum van het maximale uurtarief van het betreffende jaar waarover een ouder kinderopvangtoeslag kan ontvangen.

 

Vergoeding van bureaukosten voor gastouderopvang

De tarieven voor opvang bij een gastouder bestaat uit twee delen:

  • 1.

    de bureaukosten van het gastouderbureau;

  • 2.

    De opvangvergoeding van de gastouder.

De gemeente Beekdaelen vergoedt, naast de opvangvergoeding, de bureaukosten die doorberekend worden aan de vraagouder.

 

De tarieven van kinderopvang zijn te vinden op: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvangtoeslag/bedragen-kinderopvangtoeslag-2024www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvangtoeslag/bedragen-kinderopvangtoeslag-2024

 

H. De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

De tegemoetkoming wordt verleend voor een periode die volgens de adviseur noodzakelijk is, doch niet langer dan 3 maanden, met een maximale verlenging van nog eens drie maanden, indien noodzakelijk.

 

I. Omvang van de kinderopvang

Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat noodzakelijk geacht wordt.

 

J. Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:

  • -

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • -

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

  • -

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • -

    de naam en het adres van het kinderdagverblijf, de kinderopvang of het gastouderbureau waar de opvang plaatsvindt;

  • -

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • -

    de verplichtingen van de ouder.

K. De bevoorschotting van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt na overlegging van een rekening van de kinderopvang, in de vorm van een voorschot, in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de kinderopvangorganisatie.

 

L. Vaststelling definitieve tegemoetkoming

De kinderopvangorganisatie verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

 

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

 

M. Verplichtingen voor de ouder(s)

De ouder of de partner doet het college uit eigen beweging een schriftelijke mededeling van gegevens die kunnen leiden tot wijziging van de oorspronkelijke beschikking/ de gemeentelijke tegemoetkoming.

 

N. De kinderopvang/ het gastouderbureau moet geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

 

O. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een onderdeel of onderdelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de betrokken ouder, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

4: Slotbepalingen

 

De beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024.