Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Middelen Beleid Participatiewet, IOAW, IOAZ De Ronde Venen 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels Middelen Participatiewet, IOAW, IOAZ De Ronde Venen 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-01-2024 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 16-01-2024 |
Indien de gift hoger is dan de bedragen als genoemd in het eerste lid, wordt het meerdere niet als een gift beschouwd als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder m van de PW. In dit geval wordt het meerdere van het ontvangen geldbedrag of de waarde van de goederen in natura gezien als inkomsten of vermogen.
Hoofdstuk 4. Vrijlating van inkomsten
Artikel 6: Inkomstenvrijlating
Een aanvraag voor inkomstenvrijlating wordt ingediend bij het college waar belanghebbende woonplaats heeft en wordt bij voorkeur ingediend door middel van een door het college (digitaal) beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 9. Medewerking en kosten
Bij verlening van bijstand in de vorm van een geldlening vanaf een bedrag dat gelijk is aan een jaar bedrag ter hoogte van het netto WML, kan aan een belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf, de verplichting worden opgelegd dat belanghebbende meewerkt aan de vestiging van hypotheek of het stil pandrecht.
Mijdrecht, 16 januari 2024
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen
de secretaris,
Marco Vonk
de burgemeester,
Maarten Divendal
Toelichting Beleidsregels Middelen Participatiewet, IOAW, IOAZ De Ronde Venen 2024
In dit artikel staan de begrippen uitgewerkt.
De vrijlating kan niet onbeperkt zijn gelet op het minimumbehoeftekarakter van de bijstand. Het college kan voor de maximale hoogte van de vrijlating aansluiten bij een gift dat niet leidt tot een bestedingsniveau dat onverenigbaar is met wat op bijstandsniveau gebruikelijk is.
De vrijlating wordt toegerekend aan het kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). Wanneer een belanghebbende gedurende een jaar minder dan € 1.200,- aan giften heeft ontvangen, dan mag het restant niet meegenomen worden naar het volgende jaar.
Een gift wordt altijd gemeld in het kader van de inlichtingenverplichting. Vervolgens wordt bekeken of de gift in aanmerking komt voor een vrijlating of in aanmerking genomen moet worden als inkomen of vermogen. De gift wordt getoetst aan artikel 3.
Artikel 3. Verantwoorde giften
Allereerst wordt vastgesteld dat giften en schenkingen van maatschappelijke en charitatieve instellingen worden gezien als een verantwoorde gift. Denk hierbij ook aan religieuze instellingen, de in het artikel genoemde voorbeelden zijn niet limitatief. Het primaat van hetgeen ooit “armenzorg” werd genoemd ligt sinds de invoering van de Algemene bijstandswet in 1965 bij de overheid. Desondanks kan de vrijlating niet onbeperkt zijn gelet op het minimumbehoeftekarakter van de bijstand waardoor het college deze beleidsregels heeft opgesteld.
Artikel 4. Niet-herleidbare ontvangen bijschrijvingen en stortingen
Herleidbaar betekent dat duidelijk is van wie het geldbedrag afkomstig is. Alle niet-herleidbare ontvangsten, zoals kasstortingen, worden beschouwd als inkomsten conform artikel 31 lid 1 Pw. Het is de verantwoordelijkheid van belanghebbende om duidelijk te maken waar deze ontvangsten vandaan komen en waarvoor ze dienen. Bijvoorbeeld een gift voor een verjaardagscadeau of feestdag valt onder de vrijlating zoals beschreven staat in artikel 3.
Indien de belanghebbende binnen een tijdvak van 12 maanden meer dan tweemaal een ander kenteken op zijn naam heeft staan, is dit aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek.
Indien een auto of motor niet meer vermeld staat in de ANWB koerslijst, is het acceptabel om de waarde ervan te bepalen door voldoende informatie in te winnen bij een erkende dealer via de telefoon. Als de auto recentelijk is aangeschaft, kan de aardebepaling gebaseerd worden op de recentelijk betaalde aankoopprijs, tenzij er aanwijzingen zijn dat deze prijs onrealistisch is.
Van deze uitgangspunten wordt afgeweken indien er aantoonbare verschillen zijn tussen het goed en de uitgangspunten van de koerslijsten, bijvoorbeeld enerzijds een schade-auto en anderzijds een oldtimer.
Als de auto gelet op de omstandigheden van persoon of gezin onmisbaar is, dan kan de waarde tot een bedrag van € 8.000 buiten beschouwing worden gelaten. Als de auto meer waard is, dan wordt individueel bezien in hoeverre met die overwaarde bij de vermogensvaststelling rekening wordt gehouden. Bij onmisbaarheid kan gedacht worden aan medische redenen (iemand kan niet met het openbaar vervoer en/of de regiotaxi reizen).
De totale waarde van de voertuigen mag maximaal gezamenlijk € 3500,- zijn. Voor elektrische fietsen, brommers en scooters wordt aangenomen dat deze algemeen gebruikelijk zijn.
Artikel 6. Aanvraag inkomstenvrijlating
De inkomstenvrijlating kan tot 6 maanden na aanvang van het dienstverband met terugwerkende kracht worden aangevraagd.
Artikel 7. Geen recht op inkomstenvrijlating
Voor de inkomstenvrijlating sluit het college aan bij artikel 31 PW.
Artikel 8. Vaststelling waarde woning
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 9. Medewerking en kosten
De berekening in lid 1 is als volgt: 12 keer de gehuwden norm inclusief vakantietoeslag is gelijk aan het jaarbedrag netto WML.
Behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 11. Giften en inkomstenvrijlating en draagkracht
Behoeft geen nadere toelichting.