Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Beleidsregel beoordeling levensgedrag gemeente Rijssen-Holten 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel beoordeling levensgedrag gemeente Rijssen-Holten 2023
CiteertitelBeleidsregel beoordeling levensgedrag Rijssen-Holten 2023
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten 2024
  2. artikel 8 van de Alcoholwet
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-2024nieuwe regeling

21-12-2023

gmb-2024-40227

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel beoordeling levensgedrag gemeente Rijssen-Holten 2023

De burgemeester van Rijssen-Holten,

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 2:25, 2:28, 3:7 van de APV,

  • -

    artikel 8 van de Alcoholwet, en

  • -

    artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

Overwegende dat:

  • -

    voor meerdere vergunningen, die de burgemeester op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en de Alcoholwet verleent, geldt dat de exploitant, leidinggevenden en beheerders ‘niet in enig opzicht van slecht levensgedrag’ mogen zijn;

  • -

    bij de invulling van dit criterium de burgemeester beoordelingsruimte heeft en moet onderbouwen welke feiten of omstandigheden reden zijn om het levensgedrag tegen te werpen;

  • -

    er een verzwaarde motiveringsplicht geldt als er geen specificatie van het begrip ‘slecht levensgedrag’ is;

  • -

    de veiligheid van de inwoners van Rijssen-Holten gewaarborgd wordt;

  • -

    het daarom wenselijk is om een nadere invulling van het begrip ‘slecht levensdrag’ te geven.

Besluit vast te stellen:

 

De Beleidsregel beoordeling levensgedrag gemeente Rijssen-Holten 2023

 

Beleidsregel beoordeling levensgedrag

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • -

    APV: Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Rijssen-Holten;

  • -

    Beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding van een (seks)bedrijf;

  • -

    Belastingdienst: de Rijksbelastingdienst;

  • -

    Bibob-toets: een toets van de burgmeester op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob);

  • -

    Burgemeester: de burgemeester van de gemeente Rijssen-Holten;

  • -

    Exploitant; de natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, voor zover van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijk persoon, voor wiens rekening en risico een seksbedrijf wordt uitgeoefend;

  • -

    IND: de Immigratie- en Naturalisatiedienst;

  • -

    Informatiebronnen: bronnen die worden geraadpleegd om levensgedrag te toetsen zoals informatie uit open bronnen, van de politie, Justitieel Documentatie Systeem, handhavingsgegevens en overige gegevens waarover de gemeente beschikt, uit een Bibob-toets;

  • -

    Justitieel Documentatie Systeem: het register met daarin misdrijven door en overtredingen van natuurlijke personen en rechtspersonen;

  • -

    Leidinggevende: de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden, voor wiens rekening en risico de inrichting wordt geëxploiteerd; diegene die de inrichting exploiteert of de natuurlijke persoon die algemene- en/of onmiddellijke leiding geeft aan de exploitatie van de inrichting;

  • -

    Nederlandse Arbeidsinspectie: de toezichthouder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wiens toezicht is gericht op de naleving van de wet- en regelgeving over arbeidsomstandigheden, de arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen en het sociale zekerheidsstelsel;

  • -

    Pleegdatum: datum waarop het feit is gepleegd;

  • -

    RIEC: Regionaal Informatie- en Expertise Centrum;

  • -

    Slecht levensgedrag: een of meerdere gedraging(en) van een exploitant of leidinggevende of beheerder van een vergunningsplichtige inrichting die aanleiding geeft dan wel geven om een vergunning te weigeren dan wel een vergunning in te trekken.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik beleidsregel

Deze beleidsregel is van toepassing op alle bedrijven en activiteiten waarvoor ingevolge de Alcoholwet dan wel de APV een vergunningplicht geldt en waarbij de burgemeester de bevoegdheid heeft de vergunning te weigeren of in te trekken, indien de exploitant, de leidinggevende of de beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Artikel 1.3 Informatiebronnen

  • 1.

    De burgemeester toetst het levensgedrag van exploitanten, leidinggevenden en beheerders bij de aanvraag:

    • a.

      van een exploitatievergunning;

    • b.

      van een alcoholwetvergunning;

    • c.

      van een vergunningsplichtige vechtsportwedstrijd of -gala;

    • d.

      van een seksbedrijf;

    • e.

      bij een verzoek tot wijzigingen van de vergunning;

  • 2.

    De burgemeester toetst tevens het levensgedrag op elk moment dat hij dit nodig acht.

  • 3.

    De burgemeester onderbouwt bij de weigering dan wel intrekking van de vergunning welke feiten of omstandigheden reden zijn om het levensgedrag tegen te werpen.

  • 4.

    De burgemeester weegt bij de toets van het slecht levensgedrag diverse gegevens in samenhang.

  • 5.

    De burgemeester gebruikt bij deze beoordeling de informatiebronnen zoals genoemd in artikel 1:1.

  • 6.

    Als het noodzakelijk wordt geacht kan de burgemeester informatie uitwisselen met de:

    • a.

      Nederlandse Arbeidsinspectie

    • b.

      Belastingdienst

    • c.

      Douane

    • d.

      IND.

Hoofdstuk 2 Beoordeling

Artikel 2.1 Algemene uitgangspunten

  • 1.

    De burgemeester bepaalt per geval, of er sprake is van slecht levensgedrag dat moet leiden tot het weigeren of intrekken van de vergunning.

  • 2.

    De toetsing vindt plaats naar aanleiding van de vergunningaanvraag of een bijschrijving van een leidinggevende of beheerder.

  • 3.

    De burgemeester kan het levensgedrag opnieuw beoordelen:

    • a.

      als er gedurende de looptijd van een vergunning sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden;

    • b.

      naar aanleiding van signalen over de onderneming;

    • c.

      naar aanleiding van signalen over een andere onderneming van dezelfde exploitant.

  • 4.

    Bij de toetsing weegt de burgemeester alle relevante feiten en omstandigheden in samenhang met en in relatie tot de vergunning.

  • 5.

    De volgende feiten en gedragingen worden in ieder geval betrokken bij de beoordeling van het levensgedrag:

    • a.

      gedragingen die zijn verwoord in processen-verbaal of mutaties van de politie;

    • b.

      gedragingen die zijn neergelegd in rapportages van toezichthouders;

    • c.

      gedragingen die blijken uit strafrechtelijke procedures;

    • d.

      strafrechtelijke veroordelingen, transacties en strafbeschikkingen;

    • e.

      zaken waarin het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is verklaard;

    • f.

      zaken die zijn geseponeerd;

    • g.

      zwaarte van opgelegde sancties;

    • h.

      het structureel overtreden van wet- en regelgeving waar bestuursrechtelijke maatregelen, zoals boetes of lasten onder dwangsom voor kunnen worden opgelegd;

    • i.

      de omstandigheid of de exploitant, leidinggevende of beheerder verwijtbaar of nalatig betrokken is geweest bij een pand dat op last van de burgemeester is dan wel was gesloten;

    • j.

      informatie van de Belastingdienst;

    • k.

      overige fiscale feiten;

  • 6.

    bij de beoordeling van alcoholschenkende inrichtingen wegen alcoholgerelateerde feiten verzwaard mee.

  • 7.

    In de bijlage bij deze beleidsregel is een niet-limitatief overzicht opgenomen van feiten die meewegen in de toets op levensgedrag. De bijlage wordt met deze beleidsregel vastgesteld.

Artikel 2.2 Tijdvak

  • 1.

    Voor de beoordeling wordt altijd onderzoek gedaan naar feiten en omstandigheden die zich in de laatste vijf jaar voorafgaand aan het indienen of wijzigen van de aanvraag hebben voorgedaan.

  • 2.

    De periode van vijf jaar wordt verlengd naar tien jaar als zich in het eerste tijdvak feiten en gedraging hebben voorgedaan.

Artikel 2.3 Gedragingen

  • 1.

    Bij de beoordeling worden de volgende vormen van samenhang betrokken:

    • a.

      gedragingen die op zichzelf niet als ernstig worden beoordeeld maar tezamen met andere gedragingen een bepaald gedragspatroon opleveren dat vrees rechtvaardigt voor een bedreiging van de openbare orde en veiligheid;

    • b.

      gedragingen met de activiteit waarvoor de vergunningplicht geldt evenals de gedragingen die in de privésfeer zijn begaan.

Artikel 2.4 Seksbedrijven

De burgemeester kijkt bij de beoordeling van het levensgedrag van exploitanten en beheerders van seksbedrijven onder andere naar persoonlijke omstandigheden en de achtergrond van de exploitant en de beheerder om te bepalen of het levensgedrag een risico vormt op het laten werken van (mogelijke) slachtoffers van misstanden in de inrichting.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

De burgemeester kan in bijzondere en dringende gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de belanghebbende, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel beoordeling levensgedrag Rijssen-Holten 2023

Toelichting

algemeen

Deze beleidsregel beschrijft de invulling die de burgemeester geeft aan het begrip ‘levensgedrag’ zoals opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Rijssen-Holten (hierna: APV) en de Alcoholwet en wat vervolgens bedoeld wordt met slecht levensgedrag. Hiermee voldoen we aan wat de Dienstenrichtlijn beoogt te regelen.

 

Leidinggevenden van alcohol schenkende horecabedrijven en slijterijen mogen op grond van de Alcoholwet in geen enkel opzicht van slecht levensgedrag zijn.

 

Op grond van de APV geldt hetzelfde voor:

  • -

    exploitanten van openbare inrichtingen;

  • -

    exploitanten van seksbedrijven;

  • -

    organisatoren van vergunningsplichtige vechtsportevenementen- of gala’s. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de oproep van de Nederlandse Vechtsportautoriteit.

Exploitanten en leidinggevenden van bovengenoemde bedrijven hebben een bijzondere verantwoordelijkheid. Het exploiteren van dergelijke bedrijven, of beter gezegd, het niet verantwoord exploiteren ervan, kan tot een verstoring van de openbare orde leiden of het omliggende woon- en leefklimaat nadelig beïnvloeden. De levensgedragtoets is een noodzakelijke preventieve toets om de risico’s op inbreuken op de openbare orde en veiligheid en een goed woon- en leefklimaat te beperken. Slecht levensgedrag is een grond om de vergunning te weigeren of in te trekken of om een aspirant leidinggevende niet bij te schrijven op de vergunning.

 

Bij het beoordelen van het levensgedrag wordt gekeken naar uiteenlopende feiten en omstandigheden die iets zeggen over het gedrag van de betrokkene. Er moet voldoende vertrouwen kunnen worden gesteld in exploitanten en leidinggevenden.

 

Het doel van deze beleidsregel is om meer inzicht te geven in de wijze waarop de levensgedragtoets plaatsvindt. Omdat het bij het beoordelen van het levensgedrag gaat om maatwerk, kan rekening worden gehouden met het betrekken van andere feiten en omstandigheden die niet specifiek zijn benoemd in deze beleidsregel, maar die wel relevant kunnen zijn voor de belangen die de Alcoholwet en APV beogen te behartigen.

 

Artikel 2.1

Het is niet vereist dat er een sanctie is opgelegd om een feit mee te kunnen nemen in de beoordeling van het levensgedrag. Bij een sepot kan het feitencomplex informatie bevatten over de houding en het gedrag van de exploitant, de leidinggevende of beheerder die relevant is voor de toets op het levensgedrag. Het delict zelf zal niet worden meegenomen in de beoordeling, maar relevante informatie over houding en gedrag wel. Een dergelijk feitencomplex zal op zichzelf staand geen weigeringsgrond opleveren.

 

Exploitanten en leidinggevenden hebben een voorbeeldfunctie en zijn verantwoordelijk voor hun bezoekers. In het kader van deze verantwoordelijkheid moeten zij bezoekers er bijvoorbeeld van weerhouden bepaalde middelen in te nemen. Alcoholgerelateerde feiten zijn daarom relevant voor de toets op levensgedrag. Bij alcoholschenkende horecabedrijven en slijtersbedrijven wegen overtredingen als rijden onder invloed van alcohol en openbaar dronkenschap zwaar mee in de beoordeling.

 

Een coffeeshop, lunchroom, shishalounge of fastfoodrestaurant zijn bijvoorbeeld verschillend van karakter en trekken overwegend een ander publiek aan. Ze brengen daarom verschillende risico’s en verantwoordelijkheden voor de exploitant en leidinggevende met zich mee.

 

Artikel 2.4

Schuldenproblematiek en betrokkenheid bij (huiselijk) geweld en drugshandel zijn voorbeelden van omstandigheden die iets kunnen zeggen over het referentiekader van de exploitant of beheerder.

 

Overzicht van de meest relevante feiten en gedragingen

 

De onderstaande lijst betreft een niet-limitatieve opsomming van feiten en gedragingen die meewegen in de beoordeling van het levensgedrag.

 

  • 1.

    Geweldsdelicten en vernieling

    • Mishandeling

    • Moord of doodslag

    • Overige misdrijven tegen het leven

    • Openlijke geweldpleging tegen goederen of personen

    • Vernieling, vandalisme, baldadigheid

    • Brandstichting

  • 2.

    Alcoholgerelateerde feiten

    • Rijden onder invloed van alcohol

    • Aanstalten maken rijden onder invloed van alcohol

    • Weigeren ademanalyse

    • Openbaar dronkenschap, openlijk of hinderlijk gebruik van alcohol

  • 3.

    Drugsgerelateerde feiten

    • Bezit, handel en vervaardigen van hard- en softdrugs

    • Openlijk of hinderlijk gebruik van drugs

    • Rijden onder invloed van drugs of medicijnen

    • Drugsafval

  • 4.

    Wapens en munitie

    • Bezit en handel in wapens of munitie als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie

    • Schiet- of steekpartijen

  • 5.

    Vermogensdelicten

    • Verduistering

    • Heling

    • Chantage of afpersing

    • Witwassen

    • Fraude

    • Vals geld aanmaken of vals geld uitgeven

    • Oplichting en flessentrekkerij

  • 6.

    Zedendelicten en mensenhandel

    • Zedendelicten

    • Gijzeling of ontvoering

    • Mensenhandel, arbeidsuitbuiting en mensensmokkel

  • 7.

    Niet meewerken met de politie en toezichthouders en het niet opvolgen van rechtelijke uitspraken

  • 8.

    Wederspanningheid

    • Niet voldoen aan bevel of vordering

    • Valse aangifte

    • Vals ID opgeven

    • Weigeren ademanalyse

    • Weigeren bloedproef

    • Weigeren vervangend (urine) onderzoek

    • Rijden tijdens rijverbod

    • Rijden terwijl rijbewijs is ingevorderd

    • Rijden tijdens rijontzegging

    • Overtreding huisverbod

    • Omkopen ambtenaar in functie

  • 9.

    Verplichtingen inzake Rijksbelastingen

    • Niet nakomen van fiscale verplichtingen op grond van Invorderingswet 1990

    • Nakoming kan worden aangetoond met een ‘verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen’ op grond van artikel 1.1.12 Leidraad Invordering 2008

    • Niet nakomen van fiscale verplichtingen op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

  • 10.

    Openbare orde en APV

    • Hinderlijk gedrag

    • Samenscholing, ongeregeldheden en ordeverstoringen

    • Afsteken vuurwerken op verboden plaatsen

    • Geluidshinder

    • Openbare orde sluiting op last van de burgemeester

  • 11.

    Wegenverkeerswet

    • Joyriding

    • Snelheidsovertreding

    • Agressief rijgedrag

    • Onveilig rijgedrag

    • Verkeersongeval met letsel

    • Verlaten plaats na verkeersongeval

    • Rijden met vals kenteken

    • Onverzekerd rijden

  • 12.

    Overig

    • Diefstal

    • Overval

    • Zakkenrollerij

    • Straatroof

    • Oplichting

    • Heling

    • Discriminatie

    • Belediging

    • Bedreiging

    • Intimidatie

    • Stalking

    • Cybercrime

    • Misdrijven Wet op de kansspelen (WOK)

    • Huisvredebreuk

    • Chantage

    • Machtsmisbruik