Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Gedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht
CiteertitelGedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-01-2024Vervangende verordening

18-01-2024

gmb-2024-40163

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht,

Gelet op artikel 15, derde lid, van de Gemeentewet,

Besluit vast te stellen de volgendeGedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht.

Hoofdstuk 1 Het voorkomen van belangenverstrengeling

 

Raadsleden hebben de democratische plicht deel te nemen aan beraadslaging en stemming en staan als volksvertegenwoordigers tegelijk midden in de maatschappij. Daarbij houden zij altijd het algemeen belang voor ogen en gaan zij actief en uit zichzelf belangenverstrengeling tegen. Zij mogen hun invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen van zichzelf, een ander, of een organisatie waarmee zij een persoonlijke betrokkenheid hebben.

Artikel 1.1 Onthouden deelname beraadslaging en stemming

  • 1.

    Raadsleden onthouden zich van deelname aan de beraadslaging en stemming als er sprake is van een situatie in strijd met artikel 28 Gemeentewet.

  • 2.

    Als raadsleden ingevolge het eerste lid niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming, melden zij dit voorafgaand aan de behandeling van het agendapunt aan de voorzitter en vermelden zij op welke wijze de besluitvorming hun in het bijzonder aangaat. Raadsleden beïnvloeden de besluitvorming in dat geval ook niet op andere manieren.

Artikel 1.2 Melden van functies naast het raadslidmaatschap

  • 1.

    Raadsleden leveren de griffier bij aanvang van het raadslidmaatschap de informatie aan over functies die zij bekleden, die op grond van artikel 12 Gemeentewet openbaar gemaakt moeten worden. Als zij gedurende het raadslidmaatschap nieuwe functies aanvaarden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft direct aangeleverd bij de griffier. Ook toekomstige functies worden gemeld, op het moment dat het raadslid er kennis van heeft.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

  • a.

    de omschrijving van de functie;

  • b.

    de organisatie waarvoor de functie wordt verricht;

  • c.

    per wanneer de functie wordt verricht;

  • d.

    of het al dan niet een functie betreft die voortvloeit uit het raadslidmaatschap; en

  • e.

    of de functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 1.3 Melden van financiële belangen

  • 1.

    Raadsleden doen bij de griffier opgaaf van hun relevante en significante financiële belangen (zoals aandelen, opties en derivaten) in ondernemingen waarmee de gemeente zakendoet of waarin de gemeente een belang heeft. Ook een tijdens het raadslidmaatschap ontstaan financieel belang dient opgegeven te worden.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van het belang (aard en omvang);

    • b.

      de organisatie waarin het financiële belang bestaat;

    • c.

      de aanvangsdatum van het financiële belang.

  • 3.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 1.4 Afspraken bij verboden handelingen en verboden overeenkomsten

  • 1.

    Raadsleden die voornemens zijn een handeling te verrichten of een overeenkomst aan te gaan als mogelijk bedoeld in artikel 15 lid 1 Gemeentewet, kunnen daarover advies vragen aan de griffier.

  • 2.

    Als het raadslid het nodig acht ontheffing te vragen als bedoeld in artikel 15 lid 2 Gemeentewet, dan ondersteunt de griffier bij het aanvragen van de ontheffing.

  • 3.

    Artikel 15 lid 1 en lid 2 Gemeentewet zijn ook van toepassing op commissieleden, met dien verstande dat de ontheffing als bedoeld in lid 2 van artikel 15 wordt gevraagd aan het dagelijks bestuur van de raad.

Hoofdstuk 2 Geschenken en uitnodigingen

 

Raadsleden mogen hun invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door gekregen of in het vooruitzicht gesteld geld, goederen, diensten of uitnodigingen.

Artikel 2.1 Omgang met geschenken, faciliteiten en diensten

Raadsleden melden de griffier als zij geschenken ontvangen van derden met een geschatte waarde van €50 of meer. De griffier legt hiervoor een openbaar register aan. Ook geschenken met een waarde onder de €50 kunnen raadsleden daarin laten opnemen.

Artikel 2.2 Uitnodigingen

  • 1.

    Raadsleden accepteren lunches/diners, excursies, evenementen, recepties en andere uitnodigingen alleen als dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk.

  • 2.

    Bij twijfel over de vraag of uitnodigingen behoren tot het raadswerk, overleggen raadsleden met de griffier.

  • 3.

    Uitnodigingen voor evenementen met een geschatte waarde van meer dan €50 worden gemeld aan de griffier en opgenomen in het register.

Hoofdstuk 3 Gemeentelijke voorzieningen

 

Raadsleden gaan op een behoedzame manier om met gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen die hun ter beschikking staan en gebruiken die alleen waar ze voor zijn bedoeld.

Artikel 3.1 Gemeenschappelijke ruimtes

Raadsleden houden zich aan de regels voor het gebruik van algemene interne voorzieningen, zoals vergaderruimtes, het fractieplein, de stilteruimte. Raadsleden dragen daarbij zorg voor het schoon achterlaten van deze ruimtes.

Artikel 3.2 Onkostenvergoedingen en declaraties

Raadsleden houden zich aan de regels die gelden voor onkostenvergoedingen en declaraties. Zij declareren geen zaken die door de onkostenvergoedingen worden gedekt.

Artikel 3.3 Gebruik ICT-middelen

Raadsleden houden zich bij gebruik van de ICT-middelen van de gemeente aan het automatiseringsprotocol. Daarbij is van belang dat:

  • a.

    usb-sticks met informatie niet onbeveiligd en onbewaakt worden achtergelaten;

  • b.

    wachtwoorden niet worden gedeeld;

  • c.

    raadsleden hun laptop niet uitlenen aan anderen, ook niet tijdelijk;

  • d.

    werkmails niet naar privémail worden doorgestuurd;

  • e.

    documenten met (herleidbare) persoonsgegevens enkel door middel van een beveiligde e-mail met externe personen worden gedeeld.

Hoofdstuk 4 Omgang met informatie

 

Raadsleden gaan zorgvuldig en correct om met de informatie waarover zij beschikken. Daar hoort ook bij dat zij niet met opzet een feitelijk onjuiste voorstelling van zaken geven over gebeurtenissen in en rond de gemeente.

Artikel 4.1 Geheimhoudingsplicht

  • 1.

    Raadsleden die de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het geheime karakter kennen of waarvan zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat ze onder geheimhouding zullen gaan vallen, zijn verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hen tot mededeling verplicht.

  • 2.

    Geheime informatie wordt door raadsleden veilig gebruikt en bewaard.

Artikel 4.2 Gebruik informatie voor eigen gewin

  • 1.

    Raadsleden maken niet voor eigen gewin of voor het gewin van een ander gebruik van (nog) niet-openbare informatie waar zij als raadsleden over beschikken.

  • 2.

    In uitlatingen in of op (sociale) media houden raadsleden de eer en het aanzien van de gemeente hoog.

Hoofdstuk 5 Omgangsvormen

 

Raadsleden gaan binnen en buiten de vergaderzaal op respectvolle wijze om met elkaar, andere bestuurders, ambtenaren en inwoners. Zij onthouden zich, ook in de privésfeer, van gedragingen die schadelijk zijn of kunnen zijn voor de eer en het aanzien van de gemeente.

Artikel 5.1 Omgangsvormen

  • 1.

    Raadsleden bejegenen elkaar, andere bestuurders, de griffier, de gemeentesecretaris en andere ambtenaren op correcte wijze zowel mondeling, schriftelijk als in de (sociale) media. Zij blijven ver weg van pestgedrag, seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Ook ‘op de persoon spelen’, grof taalgebruik en ongefundeerde beschuldigingen van strafbaar gedrag aan het adres van raadsleden of andere fracties zijn ongewenste omgangsvormen.

  • 2.

    Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid bewaken en bevorderen raadsleden actief de sociale veiligheid. Dat doen raadsleden door zelf het goede voorbeeld te geven en elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag. Collega-raadsleden kunnen elkaar hierbij ondersteunen.

  • 3.

    Als raadsleden ongewenst gedrag van collega-raadsleden ervaren hebben, kunnen zij zich wenden tot de vertrouwenspersoon voor advisering en ondersteuning.

Artikel 5.2 Omgangsvormen in vergadering

  • 1.

    Raadsleden houden zich tijdens de raads- en commissievergaderingen aan het Reglement van Orde en de Verordening op de Raadscommissies en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

  • 2.

    Raadsleden spreken in het debat via de voorzitter.

  • 3.

    Optreden tegen een (mogelijk) grensoverschrijdende bejegening tijdens vergaderingen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de voorzitter en de raadsleden. De voorzitter kan een raadslid vermanen en terugroepen tot de behandeling van het onderwerp. De spreker wordt in de gelegenheid gesteld de woorden, die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen. Indien de spreker van deze gelegenheid geen gebruik maakt, kan de voorzitter de spreker het woord ontnemen of de vergadering voor een bepaalde tijd schorsen of zelfs sluiten.

Artikel 5.3 Gebruik sociale media en e-mail

Raadsleden houden zich bij het gebruik van sociale media en e-mail aan de etiquette, zoals die door het dagelijks bestuur van de raad is vastgesteld.

Hoofdstuk 6 Overige afspraken

Artikel 6.1 Gedragscode als leidraad

Als leidraad voor het handelen van raadsleden, kan de gedragscode steun bieden bij het maken van afwegingen. Maar elke situatie is weer anders en er zullen altijd weer leemtes of onduidelijkheden zijn. Daarom is het belangrijk om als raadsleden met elkaar in gesprek te blijven over de inhoud en toepassing van de gedragscode en de onderliggende waarden.

Artikel 6.2 Toezicht op naleving

  • 1.

    De raad, maar ook de voorzitter van de raad, griffier en fractievoorzitters, zien erop toe dat de raadsleden de gedragscode van de raad naleven.

  • 2.

    Bij vermoedens van een integriteitsschending of bij ervaren ongewenst gedrag, geldt het 'Protocol vermoeden integriteitsschending' respectievelijk het 'Protocol ongewenst gedrag'.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Intrekking

De 'Gedragscode voor leden van de gemeenteraad' (zoals vastgesteld op 14 april 2016, Gemeenteblad 2016, 61482) wordt ingetrokken.

Artikel 7.2 Overige geadresseerden

Deze gedragscode is - met uitzondering van artikelen 1.1, 1.4 en 5.2 - ook van toepassing op:

  • a. de voorzitter van de raad,

  • b.

    de bestuurders van de Rekenkamer Utrecht,

  • c.

    de bestuurders van het Utrechts Ombudsloket, en

  • d.

    de bestuurders van de referendumcommissie gemeente Utrecht.

Artikel 7.3 Evaluatie

Minimaal een keer per bestuursperiode evalueert de raad de gedragscode op actualiteit, functioneren en of deze naar behoren wordt nageleefd.

Artikel 7.4 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de dag na datum van bekendmaking.

Artikel 7.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: 'Gedragscode voor raadsleden en commissieleden gemeente Utrecht'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 januari 2024.

De griffier,

Merel van Hall

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

Algemene toelichting

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Zonder integer bestuur zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat ondermijnd raken en het draagvlak voor de naleving van wetten en regels verdwijnen.

 

Integriteit van raadsleden verwijst naar de zorgvuldigheid die zij moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Vertrekpunt daarbij is de eed of belofte die raads- en commissieleden* bij hun benoeming afleggen. Daarin verklaren raadsleden hun plichten “naar eer en geweten” te zullen vervullen.

 

Deze gedragscode helpt raadsleden invulling te geven aan deze woorden. Ze bevat een nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. Daarnaast bevat ze kernbegrippen en onderlinge afspraken die bedoeld zijn als houvast en toetssteen. Zo vormt de gedragscode een beoordelingskader bij twijfel, vragen en discussies.

 

De gedragscode bevat ook afspraken over gewenste onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang tussen raadsleden, collegeleden en ambtenaren, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is immers niet alleen gewenst op individueel niveau, maar ook een voorwaarde voor het optimaal functioneren van de raad als democratisch orgaan. Daarnaast is het van groot belang voor het vertrouwen van inwoners in de Utrechtse democratie.

 

De wettelijke grondslag voor deze gedragscode is artikel 15 lid 3 Gemeentewet. Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling. Dat wil niet zeggen dat de gedragscode vrijblijvend is. Raadsleden kunnen op correcte naleving worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden naar elkaar, naar de voorzitter van de raad en naar inwoners van de gemeente Utrecht.

 

Om die reden heeft de Utrechtse raad ook handelingsprotocollen opgesteld, waarin staat hoe te handelen bij twijfel of vermoedens van integriteitsschendingen en wat je kan doen als je ongewenst gedrag ervaart. Deze handelingsprotocollen worden tegelijkertijd met de gedragscode door de raad vastgesteld.

Uiteindelijk geldt: integriteit moet je doen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is een dode letter. Daarom is het goed als het handelen van raadsleden regelmatig onderwerp van gesprek is, juist ook onderling. Deze gedragscode biedt daar een kader voor, en is daarmee het startpunt van een integere raad.

 

*Deze gedragscode heeft betrekking op raadsleden en op commissieleden van Utrecht. Waar raadslid staat wordt ook commissielid bedoeld, tenzij anders aangegeven.

 

 

Utrechtse waarden

Verantwoordelijkheid

Met macht komt verantwoordelijkheid. Raadsleden zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Zij erkennen echter ook dat hun positie in onze democratische rechtsstaat met zich meebrengt dat zij bereid zijn over hun handelen verantwoording af te leggen, naar elkaar en naar de inwoners toe. Bij hun handelen stellen zij de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal.

 

Openheid

Raadsleden handelen transparant en leggen over hun handelen proactief verantwoording af. Bij twijfel over wat juist is om te doen, zijn zij open en bespreken zij dilemma's.

 

Vertrouwen

Raadsleden vertrouwen erop dat collega-raadsleden, ieder vanuit hun eigen achtergrond en visie, het belang van Utrecht vooropstellen. We hebben afgesproken het ambt van raadslid te vervullen met respect voor elkaar, de leden van het college, de ambtenaren en de inwoners van Utrecht. Dit respect en onderling vertrouwen wordt niet lichtzinnig geschaad.

 

Meer dan regels

Integriteit is meer dan het respecteren van de juridische kaders. Het is ook belangrijk dat raadsleden aan de buitenwereld kunnen uitleggen waarom zij tot keuzes komen. Raadsleden zijn zich bewust van het feit dat hun handelen binnen en buiten de raad van invloed is op hoe inwoners en bedrijven naar de gemeente kijken en daarmee van invloed is op het vertrouwen in de gemeente. Schending van integriteitsnormen of publieke discussie daarover doen afbreuk aan individu, partij en collectief.

 

Toelichting per hoofdstuk

 

Hoofdstuk 1

Toelichting

Bij veel besluiten die de gemeenteraad neemt, kan direct of indirect een persoonlijk belang van raadsleden in het geding zijn. Dat is inherent aan wonen, werken en recreëren in Utrecht. Een persoonlijk belang hebben bij besluiten is op zichzelf niet doorslaggevend bij de vraag of sprake is van belangenverstrengeling. Een raadslid dient zich volgens de wet alleen van beraadslaging en stemming te onthouden als hij - naast een persoonlijk belang - ook een onmiddellijk of actueel belang bij een aangelegenheid heeft.

 

Of daar sprake van is, hangt in de eerste plaats af van de aard van het te nemen besluit. Gaat het om iets algemeens, wat gevolgen heeft voor een grote kring van betrokkenen, dan staat het raadsleden vrij om daarover mee te praten en te stemmen – zolang zij daarbij maar het algemeen belang voor ogen blijven houden.

 

Voorbeeld

Ben je bijvoorbeeld onderwijzer op een Utrechtse school en staat scholenbeleid op de agenda van de raad, dan is jouw kennis en ervaring wellicht juist wel van belang om tot goede besluitvorming te komen. Moet een besluit worden genomen over ontsluiting van de wijk waar je woont en rekenen inwoners erop dat jij hun standpunt naar voren brengt, dan ben je ook vrij om daarover je inbreng te hebben. Deze voorbeelden gaan over gezondheid, leefbaarheid en bereikbaarheid en veel minder over persoonlijke belangen die in het spel zijn.

 

Alleen in bijzondere gevallen, wanneer de besluitvorming vooral over jouw belang gaat of over de organisatie waarvan je bestuurder bent (en dus ook formeel een verantwoordelijkheid hebt), is het op grond van artikel 28 Gemeentewet niet toegestaan om deel te nemen aan de beraadslaging en de stemming. Denk dan bijvoorbeeld aan ruimtelijke plannen waarvan je zelf als inwoner initiatiefnemer bent of het financieel ondersteunen van de culturele instelling waar je zelf in het bestuur zit.

 

“Middellijk”

Overigens moet je je ook van beraadslagen en meestemmen onthouden als het persoonlijk belang van bloed- of aanverwanten of een andere intensieve persoonlijke relatie in het geding is.

 

Meer dan regels

Naast de juridische kaders, waarbinnen zoals hierboven beschreven, niet snel sprake is van belangenverstrengeling, speelt ook de buitenwereld een rol. Die kijkt vaak kritisch mee. Het is belangrijk dat raadsleden aan inwoners en media kunnen uitleggen dat hun persoonlijk belang geen invloed heeft op de besluitvorming. Publieke discussie hierover kan immers afbreuk doen aan het vertrouwen in een raadslid en de gemeente.

 

In de Utrechtse praktijk blijkt dat raadsleden snel de neiging hebben zich te onthouden van beraadslaging over onderwerpen waar ze in hun persoonlijk leven mee te maken hebben, om zo elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Daartegenover staat dat juíst als raadsleden midden in de maatschappij staan en veel weten van een onderwerp, zij hun rol en plicht als volksvertegenwoordiger goed kunnen vervullen. Te voorzichtig zijn is daarom ook niet wenselijk.

 

Uiteindelijk maakt het raadslid zelf altijd de afweging of het zich dient te onthouden van een stemming of beraadslaging. Twijfel je? Bespreek het dan met de griffier en vraag advies.

 

Transparantie

Om discussie te voorkomen hebben we als Utrechtse raad afgesproken steeds proactief transparant te maken in hoeverre bepaalde besluiten jou ook persoonlijk aangaan, welke financiële belangen mogelijk meespelen en wat jouw nevenfuncties zijn (artikel 12 Gemeentewet).

 

Ook toekomstige nevenfuncties die bij jou al bekend zijn (over zes maanden word je voorzitter van de Fietsersbond, of penningmeester bij de tennisclub), meld je in het register. Zo zijn we open over toekomstige privébelangen die nu al een rol kunnen spelen bij publieke besluiten.

 

Melden financiële belangen

Belangenverstrengeling ligt ook op de loer als je financiële belangen hebt bij een organisatie of onderneming die een relatie met de gemeente heeft of kan krijgen, en waarover de gemeente besluiten neemt. Voorbeelden zijn besluiten over bestemmingsplannen, aanbestedingen, subsidieverstrekking, verlenen van advies- en onderzoeksopdrachten. In dat geval is het goed melding te maken van jouw financiële belangen - of die van je partner of een intensieve persoonlijke relatie.

 

Het begrip ‘financieel belang’ moet ruim worden opgevat. Een deelneming in een bedrijf of onderneming valt hieronder, maar ook het bezit van effecten, bouwgrond, onroerend goed. Zulke financiële belangen kunnen een rol gaan spelen bij afwegingen die je maakt over bijvoorbeeld bestemmingsplannen of grondverkopen. Ook negatieve financiële belangen, zoals schulden uit hypothecaire vorderingen, kunnen relevant zijn.

 

Verboden handelingen en overeenkomsten

Tot slot bevat de gedragscode ook afspraken die betrekking hebben op artikel 15 Gemeentewet. Daarin staan handelingen en overeenkomsten die raadsleden niet mogen verrichten of aangaan. Het gaat dan met name om situaties waarin je wederpartij bent en dus tegenover de gemeente komt te staan. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de stichting waarvan je voorzitter bent, een pand wil kopen of huren van de gemeente. Of de situatie waarin je als consultant of leverancier door Utrecht zou worden ingeschakeld. In sommige gevallen is een ontheffing mogelijk. In andere gevallen werpt artikel 15 geen belemmeringen op: bijvoorbeeld als je als inwoner zelf bezwaar hebt tegen een besluit van de gemeente. Omdat er veel uitzonderingen en nuances zijn, maar de sanctie op overtreding zwaar is (raadsleden kunnen hun raadslidmaatschap verliezen) willen we hier zorgvuldig mee omgaan. De afspraak is om bij twijfel advies in te winnen bij de griffier.

 

Wettelijk kader

Artikel 12 Gemeentewet (functies naast het raadslidmaatschap)

Artikel 13 Gemeentewet (onverenigbare functies)

Artikel 15 Gemeentewet (verboden handelingen en overeenkomsten)

Artikel 28 Gemeentewet (onthouden deelname aan beraadslaging en stemming)

 

Hoofdstuk 2

Toelichting

Geschenken en uitnodigingen kunnen een sluiproute naar beïnvloeding zijn. Uitgangspunt bij de regels over geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen is dat kleine attenties en attenties die een functioneel doel hebben mogen worden aangenomen. Voor de publieke verantwoording en het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling, meld je attenties met een (geschatte waarde) vanaf €50 aan de griffier, voor opname in het register.

 

Voorbeeld

Gaat het om een bloemetje omdat je bijvoorbeeld een lezing hebt gegeven, dan is dat geen probleem. Krijg je korting in een restaurant, bij het onderhoud van je fiets of advertentieruimte in de lokale krant van een gulle gever, dan is de vraag gerechtvaardigd of daarmee verwachtingen voor een tegenprestatie, nu of in de toekomst, worden gewekt. De precieze grens is soms moeilijk te trekken: bij geschenken is de waarde meestal redelijk in te schatten, bij uitnodigingen geldt dat we vooral met elkaar nagaan of ingaan op de uitnodiging passend is voor het raadswerk.

 

Krijg je in je rol als raadslid vrijkaarten voor een concert, terwijl andere raadsleden die kaarten niet krijgen, dan kan dat een aanwijzing zijn dat de uitnodiging niet enkel functioneel is.

 

Als raadslid kun je het beste zelf inschatten of een geschenk of uitnodiging een functioneel doel heeft. Je kunt dit eventueel toelichten in het register.

 

Wettelijk kader

Artikel 14 Gemeentewet (eed of belofte)

 

Hoofdstuk 3

Wettelijk kader

Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Utrecht

 

Hoofdstuk 4

Toelichting

Geheime informatie is informatie waar formeel geheimhouding is opgelegd (op grond van de artikelen 87, 88 en 89 Gemeentewet). Raadsleden zijn dan wettelijk verplicht tot geheimhouding.

 

Daarnaast zijn er situaties waarin je redelijkerwijs moet begrijpen dat informatie waarover je beschikt, (nog) niet bestemd is voor de openbaarheid. Het gaat dan bijvoorbeeld om informatie waarover het college van B&W nog tot geheimhouding kan besluiten. Of informatie die je onder embargo hebt ontvangen en die de volgende dag openbaar wordt gemaakt.

 

Onjuiste informatie

Een respectvolle omgang met elkaar en met informatie is een vereiste om met elkaar tot een werkelijk debat te komen op basis van feiten. Verspreid daarom niet bewust onjuiste informatie en controleer bronnen.

 

Wettelijk kader

Artikel 23 en 24 Gemeentewet (beslotenheid)

Artikel 87, 88, 89 en 292 Gemeentewet (geheimhouding)

Artikel 169 Gemeentewet (informatieplicht)

 

Hoofdstuk 5

Toelichting

Iedereen heeft recht op een sociaal veilige werkomgeving, ook raadsleden en hun medewerkers. Los van de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag op individueel niveau, zijn correcte omgangsvormen van raadsleden van fundamenteel belang voor het goed functioneren van de democratie.

 

Een respectvolle omgang met elkaar en met informatie is een vereiste om met elkaar tot een werkelijk debat te komen op basis van feiten. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat juist in een omgeving waar strijd is om ideeën, een veilige omgeving noodzakelijk is om heersende aannames te bevragen en minderheidsstandpunten te kunnen horen. Dat is essentieel voor een zorgvuldige besluitvorming.

 

Bovendien zijn onderlinge omgangsvormen in de raad van betekenis voor de vraag hoe inwoners en bedrijven naar de gemeente kijken. De manier waarop het college en de raad onderling en met elkaar omgaan is van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Het goede voorbeeld geven, ook in de privésfeer, is daarbij de norm.

 

Politiek is debatteren, en kan daarbij ook een arena van strijd en emotie zijn. Daar mogen verschillen worden uitvergroot. Daarbij geldt wel: we houden de ogen op de bal, niet op de persoon.

 

Elkaar aanspreken

Buiten de raadsvergadering hebben we afgesproken dat als een collega-raadslid iemands grens overschrijdt, je dit raadslid daarop kunt aanspreken, op het moment zelf of achteraf. Deze verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de persoon die de ongewenste gedraging ervaart, maar ook bij collega-raadsleden. Hierbij geldt dat ingrijpen gewenst is als je ziet dat iemand zich onveilig voelt, ook als jij zelf het niet voelt. Ook wordt het gewaardeerd als je bij twijfel navraag doet of je iemands grens hebt gerespecteerd. Dat heeft de voorkeur boven het onbesproken laten en mogelijk ongewenst gedrag stilzwijgend goedkeuren.

 

De bevoegdheid van de raad om op voorstel van de voorzitter een raadslid de toegang tot de vergadering te ontzeggen, beperkt zich wettelijk gezien enkel tot de raadsvergadering. Artikel 5.2.5 is dus niet van toepassing op de commissievergadering.

 

Sociale media

Raadsleden hebben in toenemende mate te maken met agressie, belediging of persoonlijke bedreiging op sociale media. Dit kan van grote invloed zijn op de gevoelens van veiligheid, de ervaren werkdruk en daarmee het functioneren van de raad als geheel. Daarom is het belangrijk dat je zelf ver van dit gedrag blijft, of dit corrigeert. Ook is het collegiaal en zeer ondersteunend om voor elkaar op te komen als je iets dergelijks ziet gebeuren, bijvoorbeeld onder jouw account.

 

Wettelijk kader

Artikel 16 Gemeentewet (reglement van orde)

Artikel 26 Gemeentewet (handhaving van de orde)

Reglement van Orde gemeenteraad Utrecht

Verordening op de Raadscommissies

 

Hoofdstuk 6

Toelichting

Op gezette tijden wordt de tekst van de gedragscode tegen het licht gehouden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Zijn de praktijkvoorbeelden voldoende herkenbaar? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op die manier blijft de gedragscode een levend document.

 

Belangrijk is dat erop wordt toegezien dat de gedragscode daadwerkelijk wordt nageleefd. Deze legt immers de voorwaarden vast waaraan het handelen van raadsleden minimaal moet voldoen.

 

Het toezien op de naleving van de gedragscodes is niet alleen een verantwoordelijkheid van de raad, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor onder anderen de fractie(voorzitter), de griffier en de burgemeester als voorzitter van de raad en hoeder van de bestuurlijke integriteit.