Organisatie | Afeer |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Verordening Financieel Beleid 2023 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening Financieel Beleid 2023 |
Geen
artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-07-2023 | 10-07-2023 | Nieuwe verordening | 10-07-2023 | Versie 1.02_def |
Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Afeer, hierna te noemen Afeer;
artikel 33 van de Wet gemeenschappelijke regelingen,
artikel 212 van de Gemeentewet
punt 2 van onderdeel F van de bij de GR Afeer behorende bijlage Bevoegdheden & Directiestatuut;
De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van Afeer.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Administratie: Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (bedrijfsonderdelen van) Afeer en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Administratieve organisatie: Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en de bedrijfsmatige informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
BBV: Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten: Voorschriften voor de begrotings- en verantwoordingsdocumenten, uitvoeringsinformatie en informatie voor derden van provincies en gemeenten.
Bedrijfsonderdeel: Iedere organisatorische eenheid (inclusief 100% dochters, ofwel verbonden partijen) van Afeer.
Doelmatigheid: Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
Doeltreffendheid: De mate waarin de beoogde maatschappelijke en bedrijfsmatige doelstellingen ook daadwerkelijk worden behaald.
Financieel beheer: Het uitoefenen van bestuur over en toezicht houden op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van Afeer.
Financiële administratie: Het onderdeel van de administratie dat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (bedrijfsonderdelen van) Afeer omvat, teneinde te komen tot:
Openbaar lichaam: De Gemeenschappelijke Regeling Afeer.
Rechtmatigheid: De rapportage van het Dagelijks Bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (artikel 64 BBV, lid 3), rekening houdend met een eventuele restwaarde. Vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur worden niet afgeschreven. Het meest aansprekende voorbeeld van vaste activa met onbeperkte gebruiksduur is grond.
Artikel 11 Financieringsfunctie
De regels ter uitvoering van de taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening worden in het Treasurystatuut vastgelegd en worden minimaal eens per vier jaar –indien nodig- aangepast aan de geactualiseerde gegevens en door het Algemeen Bestuur vastgesteld.
4 Paragrafen in begroting en jaarstukken
Ad a.de paragraaf Weerstandsvermogen:
Een meerjarig inzicht in de weerstandscapaciteit, de risico's van materieel belang, en een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen.
Ad b.de paragraaf Financiering:
De opbouw van de korte en lange schuldpositie, de liquiditeitenplanning, de financieringsbehoeften en de rentevisie voor de komende 4 jaren.
Ad c. de paragraaf Bedrijfsvoering:
De actuele onderwerpen en nieuwe ontwikkelingen die aandacht behoeven, alsmede de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten, de kosten van inhuur derden en de automatiseringskosten. Tevens een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, zoals bedoeld in artikel 7 overschrijden of voldoen aan de rapportagegrens en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen.
Artikel 16. Interne beheersing
Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheers handelingen. Bij afwijkingen rapporteert het Dagelijks Bestuur daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 17. Daarnaast informeert het Dagelijks Bestuur over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Artikel 19 Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheers handelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 20 Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het Algemeen Bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het Algemeen Bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 6 Toelichting Financiële verordening Afeer 2023
Artikel 1. Algemene toelichting
De verordening is bedoeld om op hoofdlijnen de spelregels voor het financiële beleid, de financiële organisatie en het financieel beheer te regelen. Met de financiële verordening creëert het Algemeen Bestuur waarborgen voor de kwaliteit van de financiële functie van Afeer en wordt een nadere invulling gegeven aan de verantwoording van het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur.
Geldende wettelijke kaders zijn het uitgangspunt geweest voor het opstellen van de verordening. Zaken die in de Gemeentewet, de Wet Fido, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG) en overige regelgeving worden voorgeschreven, worden in de Financiële verordening Afeer 2018 niet herhaald.
Afeer voert namens de drie colleges de volgende programma’s uit:
Dit artikel geeft aan wie de begroting opstelt en vaststelt. Daarnaast zijn in dit artikel in aanvulling op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bepalingen opgenomen voor de inrichting van de begroting.
Artikel 5. Tussentijdse rapportages
Een belangrijk onderdeel van de planning en control cyclus voor het Algemeen Bestuur zijn de tussenrapportages. Op basis van de tussentijdse rapportages wordt het Algemeen Bestuur geïnformeerd over de uitputting van budgetten en investeringskredieten en de voortgang van de uitvoering van het beleid. Op grond van artikel 5 verschijnt vier keer per jaar, na afloop van het kwartaal een tussenrapportage.
Het Algemeen Bestuur is bevoegd de jaarstukken vast te stellen, en is hiermee ook bevoegd tot het bestemmen van het resultaat.
Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa
De verordening moet volgens artikel 212 Gemeentewet in elk geval bevatten “regels voor waardering en afschrijving activa”. Wijzigingen van de afschrijvingstermijnen voor de verschillende categorieën materiële vaste activa kunnen door het Dagelijks Bestuur worden vastgesteld.
Artikel 9. Reserves en voorzieningen
Het Algemeen Bestuur is bevoegd (egalisatie)reserves voor de bedrijfsvoering in te stellen en voor een investeringsvoornemen kan het Algemeen Bestuur via resultaatbestemming een bestemmingsreserve vormen. Hiermee wordt op de balans van Afeer tot uitdrukking gebracht dat een toekomstige investering een beslag op het eigen vermogen gaat leggen.
Artikel 10. Kostprijsberekening
De samenstelling van de kostprijs van de producten en diensten vormt de grondslag voor de prijzen en tarieven van Afeer. In artikel 10 van de verordening staan de kaders voor de bepaling van de kostprijzen van diensten en producten van Afeer.
Artikel 11. Financieringsfunctie
De financieringsfunctie (Treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelenbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling dat de financiële verordening regels bevat voor het beleid en de organisatie van de financieringsfunctie.
De uitvoering vindt plaats op basis van de bepalingen die in het Treasurystatuut zijn opgenomen.
In artikel 11 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat welke informatie de paragraaf weerstandsvermogen in elk geval moet bevatten.
Het weerstandsvermogen voor Afeer wordt gevormd door het weerstandsvermogen van de afzonderlijke deelnemers. Afeer vormt in principe geen eigen weerstandsvermogen; wel kan het Algemeen Bestuur behaalde positieve resultaten geheel of ten dele bestemmen voor de algemene reserve. In de paragraaf weerstandsvermogen zal Afeer risico’s van materieel belang opnemen met een inschatting van de kans dat deze zich voordoen.
In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) artikel 13 staat welke informatie de paragraaf Financiering in elk geval moet bevatten. Het derde lid van dit artikel regelt welke informatie het Algemeen Bestuur daar bovenop wenst in de paragraaf Financiering in de begroting en rekening.
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) regelt in artikel 12 welke informatie de paragraaf Bedrijfsvoering in elk geval moet bevatten. Het vierde lid van dit artikel regelt welke extra informatie het Algemeen Bestuur wenst.
Artikel 15. Financiële organisatie
Artikel 15 geeft de uitgangspunten voor de financiële organisatie. Volgens het eerste lid onderdeel a van artikel 160 Gemeentewet is het Dagelijks Bestuur bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie. Voor de Afeer geldt dat het Dagelijks Bestuur hiervoor bevoegd is.
Artikel 16. Interne beheersing
Jaarlijks wordt getoetst of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiën en of de financiële beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen. Artikel 16 draagt het Dagelijks Bestuur op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of vooraf aan de controle van de jaarrekening Afeer zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig (zijn) verlopen.
Artikel 18. Rechtmatigheidsverantwoording
Bij de verantwoording over rechtmatigheid wordt gekeken naar negen criteria. Het Dagelijks Bestuur legt verantwoording af over alle negen criteria in de jaarrekening. De eerste zes criteria zijn niet opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording. Deze betreffen verantwoording met betrekking tot getrouwheid en rechtmatigheid. Ze komen tot uitdrukking in de balans en het overzicht van baten en lasten. Dit zijn het calculatiecriterium, valuteringcriterium, adresseringscriterium, volledigheidscriterium, aanvaardbaarheidscriterium en leveringscriterium.
Daarnaast is er een aantal criteria waarbij de verantwoording specifiek gaat over rechtmatigheid. Deze komen wel tot uitdrukking in de rechtmatigheidsverantwoording:
In relatie tot de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording is in het eerste lid opgenomen dat het Algemeen Bestuur bij aanvang van iedere bestuursperiode vaststelt op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken geïnformeerd wil worden over rechtmatigheid.
In het tweede lid stelt het Algemeen Bestuur de verantwoordingsgrens vast, waarboven het Dagelijks Bestuur moet rapporteren aan het Algemeen Bestuur. Deze grens moet tussen 0 en 3% liggen van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.
Artikel 19. Voorwaardencriterium
In het eerste lid wordt de definitie weergegeven van het voorwaardencriterium, het zogenaamde “normenkader”.
Artikel 19 geeft aan dat jaarlijks het normenkader ten aanzien van de rechtmatigheidsverantwoording door het Algemeen Bestuur moet worden vastgesteld en voor een bepaalde datum aan het Algemeen Bestuur moet worden aangeboden.
Artikel 20. Begrotingscriterium
Artikel 20 gaat expliciet in op de begrotingsrechtmatigheid. In het eerste lid wordt het begrip begrotingsrechtmatigheid gedefinieerd.
De baten en lasten moeten zich bewegen binnen de door het Algemeen Bestuur goedgekeurde en vastgestelde budgetplafonds. Indien er een overschrijding plaatsvindt is er in principe sprake van een begrotingsonrechtmatigheid. Dat is geregeld in het tweede lid
Artikel 21. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium
Dit artikel voorziet in het zogenaamde “misbruik en oneigenlijk gebruik criterium”. In het eerste lid wordt het criterium gedefinieerd. Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Van oneigenlijk gebruik is sprake indien bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan is.
Aan het Dagelijks Bestuur wordt opgedragen om regels op stellen voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.