Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Tijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025
CiteertitelTijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 31 december 2025.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene subsidieverordening Altena 2019
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-01-2024nieuwe regeling

16-01-2024

gmb-2024-39177

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

 

gelet op:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

op grond van:

  • -

    artikel 3, artikel 6 lid 4, artikel 7 lid 4, artikel 8 lid 3, artikel 9 lid 3 aanhef en onder g, artikel 10, artikel 12, artikel 13 en artikel 19, lid 2 van de Algemene subsidieverordening Altena 2019;

besluit:

 

vast te stellen de volgende subsidieregeling:

 

Tijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    a.

    Asv

    Algemene subsidieverordening Altena 2019;

    b.

    Awb

    Algemene wet bestuursrecht;

    c.

    bevoegd gezag

    bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1.1. van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    d.

    college

    college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena;

    e.

    evidence-informed

    evidence-informed (werken) betekent dat door een combinatie van data, onderzoek, praktijkkennis en intuïtieve expertise van professionals beslissingen worden genomen die aansluiten bij de specifieke context waarin een proces/besluit/werkwijze plaatsvindt om zodoende het handelen in de praktijk te verbeteren of te verrijken in het onderwijs;

    f.

    kalenderjaar

    van 1 januari tot en met 31 december in hetzelfde jaar;

    g.

    leerling

    leerling als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022 of artikel 6.7 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020;

    h.

    leerlingenaantal

    aantal leerlingen of deelnemers dat in de administratie van de Dienst Uitvoering Onderwijs staat ingeschreven op peildatum 1 februari van het jaar voorafgaande aan het te subsidiëren kalenderjaar;

    i.

    po

    primair onderwijs;

    j.

    school

    door Rijksoverheid bekostigde school, die is gevestigd in de gemeente Altena, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    k.

    SLO

    het landelijk expertisecentrum Stichting Leerplan Ontwikkeling voor de ontwikkeling van het curriculum in het primair, speciaal en voortgezet onderwijs in Nederland;

    l.

    SOP

    schoolondersteuningsprofiel;

    m.

    schoolvestiging

    hoofdvestiging of nevenvestiging van een school – die gevestigd is in de gemeente Altena – als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, hoofdvestiging als bedoeld in artikel 4.13 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.14 van de Wet voortgezet onderwijs 2020 of tijdelijke nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.16 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    n.

    vo

    voortgezet onderwijs;

    o.

    WPO

    Wet op het primair onderwijs;

    p.

    WVO

    Wet voortgezet onderwijs 2020.

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald, hebben begrippen in deze subsidieregeling dezelfde betekenis als in de WPO of WVO.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Doel van deze subsidieregeling

Deze subsidieregeling heeft als doel om de mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen te bevorderen en/of te vergroten in de kalenderjaren 2024 en 2025. Dit moet uiteindelijk leiden tot betere resultaten op school, op sociaal-emotioneel vlak en een hoger welbevinden van de leerlingen.

Artikel 4. Subsidiabele periode en activiteiten die (niet) voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Subsidie op grond van deze regeling kan uitsluitend voor de kalenderjaren 2024 en 2025 worden verstrekt.

  • 2.

    Subsidie op grond van deze regeling kan voorts uitsluitend eenmaal per kalenderjaar worden verstrekt voor de volgende activiteiten: cursussen of trainingen, gegeven in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, die de mentale weerbaarheid en/of sociale vaardigheden van leerlingen op scholen bevorderen en/of vergroten/versterken, met dien verstande dat er geen sprake is van een cursus of training als bedoeld in lid 3, sub a en b, en voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a.

      De cursus of training moet evidence-based of evidence-informed zijn (bijvoorbeeld opgenomen cursussen of trainingen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).

    • b.

      De cursus of training moet aanvullend zijn op de interventies die binnen een school al ingezet worden vanuit de (basis)ondersteuning via het schoolondersteuningsprofiel (SOP), zoals een faalangst- of kanjertraining.

  • 3.

    Niet voor subsidie komen in aanmerking:

    • a.

      Een cursus of training die valt binnen de kerndoelen van het SLO.

    • b.

      Een cursus of training die wordt ingezet voor of gericht is op individuele trajecten voor een enkele leerling.

    • c.

      Kosten met betrekking tot reguliere schoolactiviteiten.

    • d.

      Kosten met betrekking tot activiteiten waarvoor uit andere bronnen financiële middelen ter beschikking gesteld kunnen worden.

    • e.

      Reguliere loonkosten en overhead.

Artikel 5. Doelgroep van deze subsidieregeling

Subsidie, als bedoeld in artikel 4, wordt uitsluitend verstrekt aan het bevoegd gezag van een schoolvestiging in de gemeente Altena.

Artikel 6. Subsidievoorwaarden en -verplichtingen

De aanvrager zorgt ervoor dat hij voldoet aan de volgende subsidievoorwaarden en –verplichtingen met betrekking tot de uitvoering van deze subsidie:

  • 1.

    De cursus of training moet gegeven worden door een daarvoor erkende gecertificeerde organisatie met een officieel keurmerk op het gebied van sociale vaardigheden en/of mentale weerbaarheid zoals het Kwaliteitslabel Sterk Sociaal Werk.

  • 2.

    Het bevoegd gezag van een schoolvestiging vraagt individueel een subsidie aan, maar het cursus- of trainingsaanbod mag in gezamenlijkheid door het bevoegd gezag van meerdere schoolvestigingen worden ingekocht en uitgevoerd.

Artikel 7. Subsidieplafond

Voor de toepassing van deze subsidieregeling geldt een jaarlijks subsidieplafond van:

  • 1.

    € 125.000 voor het kalenderjaar 2024.

  • 2.

    € 125.000 voor het kalenderjaar 2025.

Artikel 8. Hoogte en wijze van verdeling van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt per schoolvestiging als volgt bepaald:

    • a.

      een vast bedrag van € 2.150,-- per schoolvestiging; en

    • b.

      een vast bedrag per leerling – met een maximumbedrag van € 6,85,-- per leerling – maal het leerlingenaantal per schoolvestiging op basis van de leerlingenaantallen per schoolvestiging op peildatum 1 februari voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Wanneer de verstrekking van de subsidie, als bedoeld in artikel 4, lid 2, er toe zal leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door het college het bedrag, zoals genoemd in lid 1, sub b, met een gelijk percentage verlaagd tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 9. Aanvraag tot subsidieverlening

  • 1.

    De subsidieaanvraag moet worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier en dient, naast de gegevens zoals genoemd in artikel 6 van de Asv, vergezeld te zijn van:

    • a.

      het BRIN- en vestigingsnummer van de school;

    • b.

      de contactgegevens van de school;

    • c.

      het gevraagde subsidiebedrag (op basis van de berekeningstool die wordt toegezonden aan de school);

    • d.

      het soort en/of de naam van de cursus of training (indien de naam van de cursus of training nog niet bekend is een beschrijving van het soort cursus of training die ingezet wordt);

    • e.

      wat de cursus of training beoogt te bereiken bij leerlingen.

  • 2.

    Bij de subsidieaanvraag hoeft de aanvrager, in afwijking van artikel 6, lid 3, van de Asv, geen exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar toe te voegen aan de aanvraag.

Artikel 10. Aanvraag- en beslistermijn subsidie

  • 1.

    De subsidieaanvraag voor het kalender jaar 2024 wordt, in afwijking van artikel 7, lid 1, van de Asv, ingediend op uiterlijk 29 februari 2024.

  • 2.

    De subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2025 wordt, in afwijking van artikel 7, lid 1, van de Asv, ingediend tussen 15 november en 31 december 2024.

  • 3.

    Op een tijdig en compleet ingediende aanvraag om subsidie voor het kalenderjaar 2024 beslist het college, in afwijking van artikel 8, lid 1, van de Asv, uiterlijk binnen 12 weken na de uiterste datum genoemd in lid 1.

  • 4.

    Op een tijdig en compleet ingediende aanvraag om subsidie voor het kalenderjaar 2025 beslist het college, in afwijking van artikel 8, lid 1, van de Asv, uiterlijk binnen 12 weken na de uiterste datum genoemd in lid 2.

Artikel 11. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, lid 3, aanhef en onder g, van de Asv, kan subsidieverlening worden geweigerd indien:

  • 1.

    Niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 3, 4, 5 en 6 van deze subsidieregeling;

  • 2.

    De aanvraag om subsidieverlening buiten de gestelde aanvraagtermijnen, zoals bepaald in artikel 10, lid 1 en 2, wordt ingediend.

Artikel 12. Bevoorschotting van de subsidie

Bij de subsidieverlening op grond van deze regeling ontvangt u 100% van het verleende subsidiebedrag als voorschot.

Artikel 13. Vaststelling en verantwoording van de subsidie

De vaststelling van de subsidie vindt plaats conform artikel 13, lid 2 van de Asv.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van een of meer bepalingen van deze subsidieregeling als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2025.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als:

    Tijdelijke Subsidieregeling cursusaanbod bevordering mentale weerbaarheid en sociale vaardigheden van leerlingen gemeente Altena 2024-2025.

Aldus vastgesteld in de vergadering van dinsdag 16 januari 2024.

Het college van burgemeester en wethouders van Altena,

de secretaris,

R. van Wuijtswinkel

de burgemeester,

drs. E.B.A. Lichtenberg MCM

Toelichting

Artikel 6. Subsidievoorwaarden en -verplichtingen

In lid 2 van artikel 6 staat aangegeven dat het cursus- of trainingsaanbod in gezamenlijkheid door het bevoegd gezag van meerdere schoolvestigingen (in de gemeente Altena) ingekocht en uitgevoerd mag worden. Het bevoegd gezag van een school moet de subsidie echter wel individueel aanvragen. Zij krijgen ook een individuele subsidiebeschikking. Het is aan het bevoegd gezag van de samenwerkende schoolvestigingen om te bepalen hoe de verdeling van de subsidie plaatsvindt als wordt gekozen voor gezamenlijke inkoop en uitvoering van het cursus- of trainingsaanbod.

 

Artikel 13. Vaststelling en verantwoording van de subsidie

De verantwoording (artikel 13 van deze subsidieregeling) moet door het bevoegd gezag per schoolvestiging aangeleverd worden. Dit betekent dat het bevoegd gezag van iedere vestiging van een school afzonderlijk een verantwoording aflegt na afloop van het kalenderjaar waar de subsidie betrekking op heeft. Hierbij moet het bevoegd gezag van de schoolvestiging aantonen welke activiteiten er zijn uitgevoerd en welke kosten er gemaakt zijn.

 

Als het bevoegd gezag van een schoolvestiging ervoor heeft gekozen om gezamenlijk – met het bevoegd gezag van andere scholen – het cursus- of trainingsaanbod in te kopen en uit te voeren, moet ook een individuele verantwoording ingediend worden. Hierbij moet duidelijk en inzichtelijk zijn hoeveel subsidie (van het totale subsidiebedrag indien van toepassing) besteedt is aan de gezamenlijke inkoop en uitvoering van het cursus- of trainingsaanbod.

Bijlage 1: fictieve berekening subsidiebedrag per schoolvestiging

 

Voor de verdeling en het bepalen van de hoogte van de subsidie per schoolvestiging (hierna: school) wordt de volgende berekening gehanteerd:

Het totale beschikbare bedrag voor deze subsidieregeling (hierna: subsidieplafond) wordt verdeeld op basis van een vast bedrag per po- en vo-school (€ 2.150 per school) en een vast bedrag per leerling. Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt per jaar € 125.000. Het maximale subsidiebedrag per schoolvestiging bedraagt € 10.000.

 

De formule voor de berekening is:

A * B + C

 

A = het aantal leerlingen op peildatum 1 februari van het jaar voorafgaande aan de subsidieverlening

B = bedrag per leerling

C = vast bedrag per school

 

Fictief rekenvoorbeeld

Berekening bedrag per leerling

Het subsidieplafond in jaar X is vastgesteld op € 125.000. Gemeente Y telt in totaal 33 scholen (po (inclusief sbo) en vo). In jaar X krijgen alle scholen een vast bedrag van € 2.150:

33 scholen X € 2.150 = € 70.950.

 

Alle 33 scholen hebben in totaal 7893 leerlingen. Het bedrag per leerling is dan:

(€ 125.000 - € 70.950) / 7893 = € 6,848 (we hanteren hierbij drie decimalen achter de komma voor een zuivere berekening van het bedrag per school).

 

Berekening bedrag per school

De berekening per school is dan als volgt:

Het totaal aantal leerlingen van de school (op peildatum 1 februari van het jaar voorafgaande aan de subsidieverlening) * bedrag per leerling + vast bedrag per school = uitkomst per school.