Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamer gemeente Emmen 2023 |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamer gemeente Emmen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Emmen 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2024 | nieuwe regeling | 21-12-2023 | 333899-2023 |
Er is een rekenkamer (afkorting RKE)
De rekenkamer bestaat uit drie leden. De raad benoemt de voorzitter en de leden.
Bij ontstentenis van de voorzitter treedt een door de commissie aan te wijzen lid op als voorzitter.
De rekenkamer stelt een rooster van aftreden vast zodat voorkomen wordt dat meerdere leden van de rekenkamer tegelijk zullen aftreden.
De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, worden één keer voor een periode van zes jaar benoemd.
Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer.
De klankbordgroep bestaat uit een afvaardiging van raadsleden en commissieleden, niet zijnde raadsleden.
De klankbordgroep heeft tot taak om periodiek met de rekenkamer te overleggen over:
De vergaderingen van de RKE met de klankbordgroep zijn niet openbaar.
De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen het bij de gemeentebegroting aan de rekenkamer beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.
Indien er aan het einde van het kalenderjaar een positief saldo is van de middelen die beschikbaar zijn gesteld, kan dit saldo op verzoek van de RKE worden overgeheveld om in het eerstvolgende kalenderjaar alsnog te worden gebruikt.
De leden ontvangen een vergoeding van € 143,45 (prijspeil 2023) voor het bijwonen van de vergaderingen en andere bijeenkomsten van de RKE. De voorzitter ontvangt 1,5 x genoemd bedrag. Daarnaast ontvangen alle leden een onkostenvergoeding van 50,- per maand en worden de reiskosten vergoed conform de belastingvrije kilometervergoeding dan wel kosten van het openbaar vervoer.
Artikel 7 Ambtelijke ondersteuning
Er is een ambtelijk secretaris die belast is met de ondersteuning van de rekenkamer.
De secretaris is organisatorisch (hiërarchisch) ondergebracht bij de griffie.
Het college wijst de ambtelijk secretaris aan, alsmede een of meer plaatsvervangers, op voordracht van de voorzitter van de rekenkamer indien deze niet werkzaam is bij de griffie.
De voorzitter stuurt de ambtelijk secretaris (functioneel)aan bij de inhoudelijke werkzaamheden.
De ambtelijk secretaris zorgt voor inhoudelijke ondersteuning van de commissie en verzorgt in overleg met de voorzitter de agendaplanning, de verslaglegging en de dossiervorming.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.
de griffier,
S. Engelen
de voorzitter,
H.F. van Oosterhout
Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).
De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar. Uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.
Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.
De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar vergaderingen en werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).
De Rekenkamercommissie heeft een aantal uitgangspunten vastgesteld voor de transitie van de Rekenkamercommissie Emmen naar de rekenkamer voor de gemeente Emmen. Daarbij is getracht aan te sluiten bij de bestaande opzet en werkwijze.
Die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.
Artikel 81a van de Gemeentewet schrijft voor dat de raad een rekenkamer in stelt. Op grond van artikel 81b stelt de raad het aantal leden van de rekenkamer vast. Dit artikel voorziet in de instelling van een rekenkamer en de vaststelling van het aantal leden. Wij stellen u voor de huidige omvang die sinds 2015 zo functioneert, te continueren.
De Gemeentewet biedt de mogelijkheid een gemeenschappelijke rekenkamer in te stellen. Steeds meer gemeentelijke taken worden via publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden uitgevoerd. De regering vindt het gewenst dat gemeenten meer gaan samenwerken in gemeenschappelijke rekenkamers. Gemeenten kunnen daarin hun rekenkamerbudgetten, personele ondersteuning, kennis en expertise bundelen.
Bij de instelling van de huidige Rekenkamercommissie heeft de raad van Emmen er (bewust) voor gekozen een lokale Rekenkamercommissie in te stellen, waarin ruimte is voor lokaal maatwerk. De Rekenkamercommissie stelt gezien de huidige ervaringen voor om dit zo te laten.
De Rekenkamercommissie Emmen werkt overigens regelmatig samen met andere Drentse rekenkamers. Daarover vindt afstemming plaats via een periodiek overlegplatform van Drentse rekenkamers. Voorbeelden daarvan zijn de rapporten Dutch Techzone 2021 (Emmen, Coevorden en Hoogeveen), Lobbykracht Drentse gemeenten 2022 (Emmen, Assen, Coevorden, Aa & Hunze, Borger-Odoorn, Midden-Drenthe en Noordenveld), en de Rekenkamerbrief afvalinzamelingsbeleid/Area Reiniging NV 2022 (Emmen, Coevorden, Hoogeveen), Groene Chemie 2023 (Emmen en Noordelijke Rekenkamer).
Het is gewenst de verbinding met de gemeenteraad te borgen. De MvT van het wetsvoorstel noemt de volgend mogelijkheden:
De Rekenkamercommissie adviseert de contacten met de raad te borgen door:
Een klankbordgroep in te stellen die vanuit de raad fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. De klankbordgroep bestaat uit een afvaardiging uit de gemeenteraad en de commissieleden, niet zijnde raadsleden. De Rekenkamercommissie vindt het belangrijk dat er een goede afstemming is met de gemeenteraad.
Met de klankbordgroep kan in voorkomende situaties ook inhoudelijke afstemming plaatsvinden over de benoeming en het ontslag van leden van de rekenkamer. Wat niet behoort tot de taken van de klankbordgroep: de keuze van onderzoeksbureau, de offerte, de begeleiding, het oordeel over conclusies en aanbevelingen.
De rekenkamer periodiek gesprekken met de fracties uit de raad te laten voeren over mogelijke onderzoeksonderwerpen. Bij deze gesprekken kan de rekenkamer peilen welke mogelijke onderzoeksonderwerpen er zijn. Ook in de huidige situatie inventariseert de Rekenkamercommissie bij de fracties of er mogelijke onderwerpen zijn die zich lenen voor rekenkameronderzoek. In de nieuwe situatie kan dit worden gecontinueerd.
De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.
Bij de behandeling van wetsvoorstel in de Tweede Kamer is een motie aangenomen waarin de regering is gevraagd nader onderzoek te doen welk bedrag per inwoner per gemeente voor gemeenten toereikend zou moeten zijn om onafhankelijk rekenkameronderzoek te doen. De uitkomsten daarvan zijn nog niet bekend, die worden eind 2023 verwacht.
De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NvRR) adviseert een bedrag van € 1,30 per inwoner. Dit bedrag is inclusief overhead.
Uit het onderzoek van de NvRR blijkt dat kleine gemeenten met ongeveer 10.000 inwoners doorgaans behoefte hebben aan één onderzoek en een kleine nevenactiviteit vanuit de rekenkamer.
Bij gemeenten van 170.000 inwoners neemt de behoefte gemiddeld toe tot vier complete onderzoeken of drie onderzoeken en twee kleinere activiteiten.
De gemeente Emmen zit hier tussen in. De RKE wil gemiddeld 3 complete onderzoeken en een tot twee kleinere activiteiten per jaar doen. Denk hierbij aan een Quick scan, een doorwerkingsonderzoek of deelname aan een DoeMee onderzoek.
Het budget van de RKE is al jarenlang niet verhoogd, terwijl de kosten van onderzoeken (onderzoeksbureaus) wel zijn toegenomen. Afhankelijk van de uitkomsten van bovengenoemde motie en het zo mogelijk aangepaste advies van de NvRR zal de RKE voor 2025 een voorstel tot verhoging van het jaarbudget doen.
Tot nu toe ontvingen de leden van de RKE een vergoeding op declaratiebasis. Dit vergde een uitgebreide urenadministratie van de leden. Thans wordt voorgesteld om dit systeem te vervangen door een vaste vergoeding per maand. Dit zal de administratieve lasten beperken. Voor de hoogte van deze bedragen is aansluiting gezocht bij de vergoedingen die worden voldaan bij andere 100.000+ gemeenten.
Artikel 7 ondersteuning rekenkamer
In de nieuwe Wet is het toegestaan dat de rekenkamer wordt ondersteund door een medewerker van de griffie. In de huidige situatie de ambtelijk secretaris ook werkzaam binnen de griffie. Deze situatie kan worden voorgezet. Deze ambtelijk secretaris vormt daarmee ook een verbinding met de griffier en de activiteiten van de gemeenteraad. Hij zorgt voor inhoudelijke ondersteuning van de rekenkamer en verzorgt in overleg met de voorzitter de agendaplanning, de verslaglegging en de dossiervorming. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer.
In Emmen is de secretaris van de rekenkamer(commissie) een combinatiefunctie met de raadsadviseur. In overeenstemming met artikel 81j lid 3 kan een griffiemedewerker de rekenkamer ondersteunen. De werkgeverscommissie is dan bevoegd een arbeidsovereenkomst aan te gaan (artikel 107e Gemeentewet). Indien de ambtelijk secretaris niet binnen de griffie werkzaam is, dan besluit het college tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst met zoveel ambtenaren als nodig is voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (Artikel 81j lid 2 Gemeentewet).
Artikel 8 Monitoring aanbevelingen
Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen gevolg is gegeven. Niet alle voorstellen, meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan de raad ervoor kiezen om de griffie jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.
Wetgeving technisch bezien is het niet mogelijk om in deze verordening een overgangsrecht op te nemen op grond waarvan de oude rekenkamercommissie nog werkzaamheden afrondt of op grond waarvan de nieuwe rekenkamer gehouden is een onderzoek af te ronden. Dat zou in strijd komen met de wet.
Onderzoeken die nog niet zijn afgerond, kunnen feitelijk worden doorgezet door de nieuwe rekenkamer. Als de raad een nieuwe rekenkamer instelt, kan de raad (bijvoorbeeld bij het vaststellen van de verordening), besluiten dat de onafhankelijke rekenkamer (als rechtsopvolger van de rekenkamerfunctie) de onderzoeken kan voortzetten. De rekenkamer kan vervolgens besluiten de onderzoeken voort te zetten of kan besluiten dat niet te doen.