Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2024
CiteertitelNadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-2024nieuwe regeling

16-01-2024

gmb-2024-37491

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

overwegende dat:

 

  • de gemeente Midden-Groningen het belangrijk vindt om de ontwikkelingskansen te vergroten en taal- en ontwikkelingsachterstanden bij (jonge) kinderen in de gemeente te bestrijden, zodat kinderen een goede start kunnen maken;

  • we het belangrijk vinden dat de activiteiten aansluiten bij de uitgangspunten en doelen in het onderwijskansenakkoord Midden-Groningen;

  • de gemeente Midden-Groningen middelen ontvangt van het rijk voor de uitvoering van een beleid om achterstanden bij jonge kinderen vroegtijdig te signaleren en te bestrijden;

  • de hoogte van deze uitkering is gebaseerd op het besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid van 1 april 2022;

  • dat in het besluit tevens kaders voor de besteding van de uitkering zijn vastgelegd;

  • de gemeente de middelen moet inzetten om te voldoen aan een aantal wettelijke verplichtingen krachtens de Wet op het primair onderwijs;

  • in deze nadere regels zijn de gemeentelijke kaders voor subsidieverlening binnen het onderwijsachterstandenbeleid vastgelegd. De subsidiering van voorschoolse educatie zoals hierboven beschreven is vastgelegd in de ‘Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Midden-Groningen’ en maakt daarmee geen onderdeel uit van deze nadere regels;

 

besluit de Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid gemeente Midden-Groningen 2024 vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • c.

    kindcentrum: een voorziening voor kinderen van 0 tot 13 jaar waarbinnen minimaal twee basisscholen en een voorziening voor kinderopvang zijn gevestigd en die daarnaast eventueel andere voorzieningen biedt waar deze kinderen kunnen leren, spelen en zich ontwikkelen;

  • d.

    vve: voor- en vroegschoolse educatie.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze nadere regels is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Binnen het onderwijsachterstandenbeleid wordt budget beschikbaar gesteld voor de volgende activiteiten:

    • a.

      indicering, werving en toeleiding van de doelgroep naar voorschoolse educatie;

    • b.

      activiteiten voor leerlingen in het basisonderwijs met een grote achterstand in de Nederlandse taal;

    • c.

      het realiseren van de doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie;

    • d.

      uitbreiding en/of instandhouding en/of kwaliteitsverbetering van het aanbod van voorschoolse educatie door scholing in vve-programma’s;

    • e.

      pedagogische coaching en kwaliteitsmedewerker vve;

    • f.

      afstemming tussen voorschool en vroegschool ten behoeve van een doorgaande ontwikkeling;

    • g.

      activiteiten die bijdragen aan het vergroten van ouderbetrokkenheid.

    • h.

      Activiteiten om ontwikkelingskansen te vergroten en taal- en ontwikkelingsachterstanden bij (jonge)kinderen te bestrijden.

  • 2.

    Naast het budget als bedoeld in het eerste lid wordt subsidie beschikbaar gesteld voor activiteiten die bijdragen aan de uitgangspunten en doelen van het onderwijskansenakkoord. Deze uitgangspunten en doelen zijn:

    • a.

      de gesubsidieerde activiteiten moeten aanvullend zijn op het reguliere aanbod van de basisschool;

    • b.

      de activiteiten zijn gericht op kinderen van 2 tot en met 8 jaar;

    • c.

      de activiteiten voor leerlingen met een achterstand worden in samenwerking met betrokken partners in een kindcentrum uitgevoerd;

    • d.

      als de aanvraag betrekking heeft op de inzet van een reeds ontwikkeld taal- of rekenprogramma of andere interventie kan worden aangetoond dat deze bewezen effectief is, bijvoorbeeld door toetsing aan de databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

 

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Het budget voor indicering, werving en toeleiding als bedoeld in artikel 3 eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt uitsluitend verstrekt aan GGD Groningen.

  • 2.

    Uitsluitend professionele organisaties die activiteiten verrichten als bedoeld in artikel 3, eerste lid komen in aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen b tot en met g.

  • 3.

    Uitsluitend basisscholen in de gemeente Midden-Groningen die een bijdrage leveren aan de doelen als bedoeld in artikel 3, tweede lid komen in aanmerking voor een subsidie als bedoeld in dat artikellid.

  • 4.

    Basisscholen die een subsidie verleend hebben gekregen uit het programma Tijd voor Toekomst of de landelijke regeling School en omgeving komen niet in aanmerking voor de subsidie als bedoeld in het tweede lid, tenzij deze basisscholen voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in dit artikel samenwerken met basisscholen in hetzelfde kindcentrum die geen subsidie verleend hebben gekregen voor het programma Tijd voor Toekomst of de landelijke regeling School en omgeving.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten is aanmerking die direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Voor de subsidie onderwijskansenakkoord komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn aan de activiteiten als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdelen b, c, f, g en h.

 

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie als bedoeld in artikel 3 bedraagt maximaal de kosten als bedoeld in artikel 5, verminderd met de eventuele inkomsten.

  • 2.

    De subsidie onderwijskansenakkoord als bedoeld in artikel 3, tweede lid bedraagt maximaal:

    • a.

      € 30.000 als de subsidieaanvrager een school is met meer dan 200 leerlingen en/of als de aanvraag namens twee of meer scholen wordt ingediend;

    • b.

      € 20.000 in alle andere gevallen.

 

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

 

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdelen d en e en artikel 6, derde lid van de ASV zijn niet van toepassing op deze regeling.

  • 2.

    In afwijking van artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdeel c van de ASV verstrekt de aanvrager een eenvoudig kosten- en batenoverzicht van de activiteit waaruit het tekort op de begroting blijkt.

  • 3.

    Naast hetgeen genoemd in artikel 6 van de ASV en het tweede lid van dit artikel wordt de aanvraag voorzien van:

    • a.

      de hoogte van het te vragen subsidiebedrag;

    • b.

      een omschrijving waaruit blijkt dat het een activiteit is als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met g of dat een activiteit voldoet aan de uitgangspunten en doelen zoals verwoord in artikel 3, tweede lid, en:

    • c.

      mits van toepassing: een overzicht van overige aangevraagde en/of verleende subsidies die voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3 worden ingezet.

  • 4.

    Als sprake is van samenwerking van verschillende partijen binnen een kindcentrum dient één van de aan de samenwerking deelnemende basisscholen de aanvraag in. Deze basisschool blijft gedurende het proces van verlening en vaststelling van de subsidie penvoerder.

 

Artikel 9 Aanvraagtermijn

Een aanvraag wordt conform artikel 7, derde lid van de ASV uiterlijk 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit ingediend.

 

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1.

    Conform artikel 8, tweede lid van de ASV, beslist het college binnen 8 weken na ontvangst van een volledige aanvraag.

  • 2.

    Het college kan eenmalig besluiten tot verlenging van de termijn als bedoeld in het eerste lid met maximaal 4 weken.

 

Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden

Op basis van artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverstrekking worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager is begonnen met de activiteiten voordat hij een aanvraag voor subsidie heeft ingediend;

  • b.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;

  • c.

    de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de activiteit.

 

Artikel 12 Verantwoording

  • 1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een verslag van de gerealiseerde activiteiten. Dit verslag bevat:

    • a.

      het aantal georganiseerde bijeenkomsten en de bijbehorende deelnemers;

    • b.

      op welke wijze de activiteit heeft bijgedragen aan de doelstelling als bedoeld in artikel 3;

    • c.

      een financieel verslag van de activiteiten waaruit de inkomsten en uitgaven blijken.

 

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 13 van de ASV worden subsidie tot en met € 5.000 binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling vastgesteld. Deze termijn kan voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 2.

    De subsidievaststelling voor een subsidie tussen € 5.000 en € 50.000 en de subsidievaststelling van een subsidie van meer dan € 50.000 vindt conform artikel 14 respectievelijk artikel 15 van de ASV plaats.

  • 3.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van de ASV en deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 4 en 9 van de ASV, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.

 

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2024.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en per die datum worden de Nadere regels onderwijsachterstandenbeleid Midden-Groningen 2020 ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 16 januari 2024.

Burgemeester

Gemeentesecretaris