Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2024 Gemeente Beverwijk |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2024 gemeente Beverwijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels bijzondere bijstand 2021 gemeente Beverwijk.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2024 | nieuwe regeling | 09-01-2024 | Z-23-185812 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet. Een eigen woning die door de belanghebbende en zijn gezin zelf wordt bewoond, wordt niet tot het vermogen gerekend voor zover tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen in redelijkheid niet kan worden verlangd;
Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht).
Hoofdstuk 2: Bijzondere bijstand
Paragraaf 1: Algemene bepalingen
Artikel 4 Beoordeling van de aanvraag
Bij de beoordeling van het recht op bijstand kan worden betrokken, in hoeverre de belanghebbende door eigen mogelijkheden tot een oplossing kan komen of een beroep kan doen op diens (sociale) netwerk en zijn eigen omgeving en in hoeverre hij daarin voldoende eigen verantwoordelijkheid heeft getoond.
Bij de vaststelling van het bedrag van de bijzondere noodzakelijke bestaanskosten wordt, behoudens individuele omstandigheden, ten hoogste uitgegaan van de genoemde bedragen in de bijlage bij deze beleidsregels en in aanvulling daarop de Prijzengids van het Nibud. Komen de kosten niet in deze bronnen voor dan wordt de bijzondere bijstand in redelijkheid vastgesteld.
Artikel 5 De in aanmerking te nemen middelen
In afwijking van het eerste lid wordt een deel van het netto inkomen dat hoger ligt dan 110% van de geldende bijstandsnorm conform onderstaande tabel bestempeld als ‘draagkracht’ en in mindering gebracht op de verstrekking. Bij periodieke kosten wordt de draagkracht per maand verrekend en bij incidentele kosten wordt een jaardraagkracht vastgesteld, welke direct wordt verrekend.
Artikel 7 Algemene bepalingen over toeslagen
De toeslagen in de vorm van bijzondere bijstand als bedoeld in dit hoofdstuk worden verstrekt in aanvulling op de bijstandsnorm of het inkomen.
De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in elk geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouder(s) niet te gelde te kunnen maken, als de jongere op de ingangsdatum van de bijstandsverlening al 12 maanden of langer zelfstandig woont. In alle andere gevallen dient de noodzaak op grond van individuele omstandigheden te worden beoordeeld. Criteria daarvoor zijn onder meer:
Artikel 9 Toeslag alleenstaande ouders met toeslagpartner
Aan alleenstaande ouders, die volgens de Belastingdienst een toeslagpartner hebben en daardoor geen alleenstaande ouderkop hebben en een bijstandsuitkering ontvangen, kan bijzondere bijstand worden verleend voor het bedrag dat door de Belastingdienst zou worden toegekend als er geen toeslagpartner zou zijn.
Artikel 10 Toeslag bij grote inkomensterugval
De basis voor de toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op het verschil tussen de inkomsten voor de bijstand en de bijstandsnorm, met dien verstande dat de basis niet hoger kan zijn dan de in de concrete situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm.
De toeslag is 75% van de basis als bedoeld onder 2 en wordt in stappen van 25% per kwartaal afgebouwd.
Artikel 11 Woonkostentoeslagen
Woonkosten voor een huurwoning of gehuurde woonwagen.
Als de huur valt binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag, maar belanghebbende krijgt door buiten zijn schuld gelegen omstandigheden (nog) geen huurtoeslag, dan kan het college een tijdelijke woonkostentoeslag verlenen ter hoogte van de huurtoeslag, als deze huurtoeslag wel zou zijn toegekend.
Woonkostentoeslag bij een woning in eigendom.
Voor de kosten van de door belanghebbende zelfbewoonde eigen woning die blijven binnen de grenzen van de Wet op de huurtoeslag voor huurwoningen met vergelijkbare kosten, kan een tijdelijke toeslag worden verleend ter hoogte van de huurtoeslag die bij een huurwoning met vergelijkbare kosten zou gelden.
Woonkosten boven de maximale huurprijs.
De onder a. bedoelde toeslag wordt in geval van een huurwoning in beginsel voor maximaal een jaar toegekend met de verplichting dat belanghebbende naar vermogen tracht goedkopere woonruimte te vinden. Verlenging van de periode van een jaar wordt individueel beoordeeld en is afhankelijk van de inspanningen van belanghebbende.
Paragraaf 3 Individuele voorzieningen
Voor bijzondere bijstand kunnen, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden en met inachtneming van de daar genoemde bedragen, in elk geval in aanmerking komen de noodzakelijke (meer)kosten:
Artikel 14 Duurzame gebruiksgoederen
Ter beperking van de kosten, ter bevordering van het streven naar hergebruik van goederen en om de eigen mogelijkheden van de belanghebbende als bedoeld in artikel 4 tweede lid van de wet te stimuleren, kan de belanghebbende worden verwezen naar alternatieven als de kringloopwinkels of Marktplaats.nl.
Artikel 15 Duurzame gebruiksgoederen om niet
Indien sprake is van zeer dringende redenen voor noodzakelijk aanschaf of vervanging van duurzame gebruiksgoederen kan in afwijking van het bepaalde in artikel 14 van deze beleidsregels een bedrag om niet worden verstrekt als de belanghebbende op de datum van de aanvraag al tenminste 36 maanden een inkomen heeft dat voldoet aan het gestelde in artikel 5 eerste lid onder sub a van deze beleidsregels. Een onderbreking van genoemde periode van minder dan zes maanden is niet van invloed.
Hoofdstuk 3 Minimaregelingen in Beverwijk
Artikel 16 Aanvullende criteria voor minimaregelingen
Wanneer sprake is van een schuldsaneringsregeling op grond van de Wsnp of een geslaagde minnelijke schuldregeling kan men in aanmerking komen voor de in dit hoofdstuk vermelde regelingen.
Artikel 23 Indirecte schoolkosten
Voor het schoolgaand kind tot achttien jaar op de basisschool, het voortgezet onderwijs of het mbo van wie de ouder op de datum van aanvraag voldoet aan artikel 5, behoudens lid 1b, kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de indirecte schoolkosten onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.
Voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van vier tot achttien jaar van wie de ouder op de datum van aanvraag voldoet aan artikel 5, behoudens lid 1b, kan aanspraak worden gemaakt op een tegemoetkoming voor de noodzakelijke aanschaf of vervanging van een (tweedehands) fiets, onder de in de bijlage genoemde voorwaarden.
Artikel 27 Collectieve Zorgverzekering Minima
Belanghebbende van 18 jaar of ouder, die op de datum van de af te sluiten verzekering een inkomen heeft van maximaal 130% van de bijstandsnorm, kan aanspraak maken op een bijdrage voor de premie van de aanvullende verzekering van de collectieve zorgverzekering voor minima, door deelname aan deze verzekering van Zorg en Zekerheid.
Artikel 29 Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling
Deze beleidsregels treden in werking met ingang 1 januari 2024 onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels bijzondere bijstand 2021 gemeente Beverwijk, met dien verstande dat de Beleidsregels bijzondere bijstand 2019 gemeente Beverwijk nog van kracht blijven voor aanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2024, mits dit voordelig voor de klant is.
Bijlage bij Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2024 gemeente Beverwijk
Deze bijlage maakt onderdeel uit van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2024 gemeente Beverwijk.
De verlening van bijzondere bijstand is geregeld in hoofdstuk 4 van de Participatiewet. In artikel 35 is bepaald dat bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de noodzakelijke kosten van bestaan die als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Niet de aard van de kosten is bepalend, maar de omstandigheden van de belanghebbende. De beoordeling van deze bijzondere individuele omstandigheden is aan het college van burgemeester en wethouders. De landelijk geregelde bijstandsnorm en de eventueel daarop verleende toeslag zal in de regel toereikend zijn voor de noodzakelijke bestaanskosten. De landelijk geldende voorschriften beperken zich tot de hoofdzaken en geven gemeenten veel ruimte voor eigen beleid.
Daarnaast kent de gemeente Beverwijk een aantal eigen minimaregelingen. De wettelijke basis voor deze regelingen is artikel 108 van de Gemeentewet.
Uitgangspunt is, dat alleen kosten van de goedkoopste toereikende voorziening voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. De omvang van de gevraagde bijzondere bijstand kan als regel worden getoetst aan de bedragen zoals deze voorkomen in de meest recente uitgave van de Nibud-prijzengids.
Voor een aantal kosten geldt echter de in deze bijlage genoemde bedragen. Deze bijlage gaat voor de Nibud-prijzengids. Zie ook artikel 4, vierde lid van deze beleidsregels.
In het kader van kostenbeperking is in toenemende mate het gebruik klanten te wijzen op goedkope alternatieven; bv. bij duurzame gebruiksgoederen, maar ook bij medicijnen. Bij een aantal kostensoorten staat een korte toelichting, met name daar waar het gaat om gemeentelijk beleid. Voor meer en algemenere toelichting wordt verwezen naar relevante jurisprudentie.
In paragraaf 3 wordt een aantal kostensoorten omschreven om zeker te stellen dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. De opsomming is niet limitatief. In het individuele geval kunnen zich noodzakelijke kosten voordoen die niet in dit hoofdstuk zijn te vinden maar waarvoor, gelet op de uitgangspunten van de wet wel bijzondere bijstand moet worden verleend.
Toelichting specifieke artikelen
Artikel 5De in aanmerking te nemen middelen
Voor de vaststelling van het inkomen en het vermogen wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van toetsing bij het Inlichtingenbureau. Hierdoor kan het uitvragen van diverse documenten en gegevens worden voorkomen. Indien dit geen duidelijkheid biedt kunnen alsnog gegevens opgevraagd worden, dan wel Suwinet geraadpleegd worden. In het aanvraagformulier wordt een verklaring opgenomen dat men een netto inkomen heeft van maximaal 110% van de bijstandsnorm voor een alleenstaande of een (echt)paar. Indien men aangeeft een hoger inkomen te hebben dan moet men wel gegevens aanleveren, aangezien er een draagkracht berekening moet worden gemaakt. Bij periodieke BB moet men verklaring dat de inkomen gegevens gecontroleerd mogen worden bij het inlichtingenbureau.
In de beschikking wordt opgenomen dat bij verstrekking aan de klant, de klant 1 jaar bewijsstukken dient te bewaren. Dit kan achteraf door de gemeente worden gecontroleerd.
Artikel 12Aanvullende verzekering
Artikel 14Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen horen naar hun aard tot de incidenteel algemeen voorkomende bestaanskosten. Hierin dient de belanghebbende te voorzien door reservering of gespreide betaling.
Artikel 14 hangt samen met artikel 15 voor wat betreft de doelgroep die in aanmerking komt voor een volledige inrichting van een zelfstandig het huis. (veelal statushouders). Men krijgt dan voor de basisinrichting een vergoeding om niet (art. 15) en aanvullend een lening op basis van art. 14.
Artikel 15 Duurzame gebruiksgoederen om niet
Hoofdstuk 4Minimaregelingen in Beverwijk
Aan de artikelen in dit hoofdstuk is toegevoegd de mogelijkheid de tegemoetkoming te verstrekken in natura door rechtstreekse betaling aan de aanbieder. In die situatie wordt het bedrag altijd besteed aan het doel waarvoor het bestemd is en is controle achteraf van de besteding van de tegemoetkoming niet nodig.
Artikel 18 Regeling sociale activiteiten
Artikel 19 Volwassenenfonds Sport en Cultuur
Deze regeling komt (deels) in de plaats van de minimaregeling sociaal culturele activiteiten.
Het Volwassenenfonds Sport & Cultuur zorgt ervoor dat volwassenen die leven rond het bestaansminimum lid kunnen worden van een sportvereniging of culturele instelling. Op die manier maken we sport of een andere creatieve activiteit zoals schilderen, theater, muziekles of beeldende kunst voor iedereen toegankelijk.
Voor gebruik van het Volwassenenfonds Sport en Cultuur zijn spelregels opgesteld.
Een volwassene kan zelf geen aanvraag indienen en moet op zoek naar een intermediair van het Volwassenenfonds. Een intermediair is een professional, die in zijn dagelijkse werkzaamheden in contact komt met volwassenen met een laag inkomen.
In een afspraak met de intermediair, wordt besproken of de volwassene in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit het fonds en zo ja: welke activiteit diegene graag wil gaan doen.
De intermediair doet vervolgens een aanvraag bij het Volwassenenfonds. Na maximaal drie weken hoort de intermediair of de aanvraag is goedgekeurd.
Is de aanvraag goedgekeurd? De volwassene kan zich dan definitief gaan aanmelden bij de plaatselijke sportvereniging of cultuurinstelling. Het Volwassenenfonds betaalt de contributie en/of materiaalkosten direct aan de aanbieder.
Voor een aantal activiteiten zoals fitness, paardrijden en vechtsporten is het bedrag niet bij alle aanbieders voldoende om een jaar deel te nemen. De volwassene kan dan kiezen voor:
De sportaanbieder kan op zijn beurt ook kiezen voor een lagere contributie voor volwassenen in het geval er wordt samengewerkt met het Volwassenenfonds.
De volledige spelregels staan op de volgende site: https://www.volwassenenfonds.nl/deelnemers/
Artikel 20 Onkosten tegemoetkoming deelname preventie gezondheid training/cursus
Door deelname aan een van onderstaande cursussen/trainingen komt de aanvragen in aanmerking voor een onkostenvergoeding van € 50. Voor welke cursus/training in aanmerking komt voor een onkostenvergoeding wordt verwezen naar de lijst met preventiecursussen zoals gehanteerd door zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid.
De tegemoetkoming is aanvullend op de vergoeding die de zorgverzekeraar geeft voor deze cursussen/trainingen. De vergoeding is vooral voor de bijkomende kosten bedoeld zoals lesmateriaal.
Vergoeding door Zorg en Zekerheid is mogelijk voor de volgende cursussen:
Kijk voor een volledige lijst met adressen van instellingen, die cursussen geven die voor vergoeding in aanmerking komen en/of die een overeenkomst hebben, op https://service.zorgenzekerheid.nl/vergoedingenzoeker/preventieve-cursussen
Artikel 21 Vergoeding kosten dierenarts
Met dierenartsen worden afspraken gemaakt over declaratie van kosten gebruik dierenarts door minima. Castratie of sterilisatie van een kat is in principe niet medisch noodzakelijk.
Artikel 23 Indirecte schoolkosten
Artikel 24 Jeugdfonds Sport en Cultuur
Een volwassene kan zelf geen aanvraag indienen en moet op zoek naar een intermediair van het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Een intermediair is een professional, die in zijn dagelijkse werkzaamheden in contact komt met volwassenen met een laag inkomen.
In een afspraak met de intermediair, wordt besproken of de volwassene in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit het fonds en zo ja: welke activiteit diegene graag wil gaan doen.
De intermediair doet vervolgens een aanvraag bij het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Na maximaal drie weken hoort de intermediair of de aanvraag is goedgekeurd.
Is de aanvraag goedgekeurd? De volwassene kan zich dan definitief gaan aanmelden bij de plaatselijke sportvereniging of cultuurinstelling. Het Jeugdfonds Sport en Cultuur betaalt de contributie en/of materiaalkosten direct aan de aanbieder.
De spelregels staan op de volgende site:
https://jeugdfondssportencultuur.nl/fondsen/noordholland/
De vergoeding is bedoeld voor een goede tweedehands fiets. Verstrekking om niet. Mogelijk worden er afspraken gemaakt met React voor het leveren van tweedehands fietsen. |
In de beschikking wordt opgenomen dat bij verstrekking aan de klant, de klant 1 jaar bewijsstukken dient te bewaren. Dit kan achteraf door de gemeente worden gecontroleerd. Bij verstrekking direct aan de leverancier (in natura) is dit niet noodzakelijk.
Artikel 27 Collectieve zorgverzekering voor minima
Artikel 28Onkostenvergoeding bij baan in loondienst ter voorkoming van een armoedeval
Deze onkostenvergoeding is bedoeld om een mogelijke armoedeval in het eerste jaar voor de klant te voorkomen. De vergoeding kan derhalve ook als een stimuleringsvergoeding gezien worden. De doelgroep is beperkt tot (echt)paren met kinderen, aangezien de overige klanten niet te maken hebben met een armoedeval door het wegvallen van de minimaregelingen.
Er hoeft geen aparte aanvraag ingediend te worden, daar de doelgroep bekend is, zodra de uitkering beëindigd wordt. Mocht men na minimaal 6 maanden opnieuw een beroep doen op een bijstandsuitkering, dan kan men bij uitstroom van wederom minimaal 6 maanden weer een beroep doen op de vergoeding.
Inventarislijst Basisinrichting
Stoffering (A: € 1.233 / P: € 1288)
Verlichting hele woning ( Bouwfitting)
Meubilair Woonkamer (A: € 399 / P: € 539)
(Meubilair) Slaapkamer (A: € 303 / P: € 517 / K: € 200)
Keuken (A: € 1387 / P: € 1437)
Er is uiteraard verschil tussen 1 persoonshuishoudens en meer persoonshuishoudens. Per woning dient dus gekeken te worden naar wat precies nodig is. Ter indicatie van de kosten is de Nibudlijst handig.