Organisatie | Beekdaelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Informatiebeveiligingsbeleid Gemeente Beekdaelen 2023-2025 |
Citeertitel | Informatiebeveiligingsbeleid Gemeente Beekdaelen 2023-2025 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Informatieveiligheidsbeleid gemeente Beekdaelen 2020-2022.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-01-2024 | nieuwe regeling | 19-12-2023 |
Dit informatieveiligheidsbeleid legt de basis voor informatiebeveiliging voor de gemeente Beekdaelen. Dit document beschrijft de strategische en tactische uitgangspunten voor de jaren 2023 tot en met 2025 op het gebied van informatiebeveiliging.
Naast dit document zullen in nadere richtlijnen en operationele werkprocessen de uitgangspunten verder worden uitgewerkt per onderwerp.
Introductie in informatieveiligheid
Informatieveiligheid richt zich op de kwaliteit van de informatievoorziening. Daar waar we eerst op een “stand alone” computer werkten, hebben we nu contact met de hele wereld en diverse apparatuur om ons heen. Om dit mogelijk te maken heeft informatieveiligheid zich mee ontwikkeld. Door de grote afhankelijkheid van informatiesystemen en de snelle ontwikkelingen in de informatievoorziening is ook de bedreiging groter geworden.
Dankzij beveiliging kunnen we onze mail ook op de telefoon bekijken, informatie uitwisselen met maatschappelijke partners en vroegtijdig zaken als fraude signaleren. Daarnaast kunnen we incidenten voorkomen. Hieronder staat een top 5 van actuele bedreigingen die te maken hebben met informatieveiligheid. Deze top 5 gaat over bedreigingen die een landelijke bekendheid hebben gekregen en waarvan de impact met weinig woorden duidelijk wordt. Met weinig moeite kunnen deze voorbeelden geprojecteerd worden op alle organisaties, zowel klein als groot.
Inmiddels is de elektronische informatievoorziening verweven met het dagelijks leven van personen en processen van overheden, bedrijven en andere organisaties (informatiesamenleving). Organisaties zijn in hoge mate bezig met het verwerken van informatie. Dit zorgt voor efficiency. Echter is de keerzijde dat een incident (verstoring, corruptie of het stilleggen) van de informatievoorziening grote maatschappelijke impact kan hebben en negatieve impact heeft op het imago van de organisatie en haar bestuurders.
Er zijn verschillende instituten die jaarlijks inzicht geven in de actuele bedreigingen. Wanneer we kijken naar instituten zoals het National Cyber Security Center (NCSC) en het Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid (ENISA), zien we de onderstaande bedreigingen waarvoor men waarschuwt.
Een onderzoek naar de oorzaak van 150.000 incidenten laat zien dat 93% van deze incidenten voorkomen had kunnen worden wanneer een organisatie zich had gehouden aan de principes uit de normen voor informatieveiligheid.
Noodzaak van informatieveiligheid
Het is logisch dat de Europese Unie en ook de landelijke overheden regelgeving heeft opgesteld om de weerbaarheid in het digitale domein te vergroten. In eerste instantie ligt de focus op de vitale infrastructuur. In de kamerbrief van 16-10-2018 geeft de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan dat het op hoger plan tillen van de informatieveiligheid van overheidsorganisaties de komende jaren één van zijn speerpunten is. Uit de brief is af te leiden dat de focus verbreed wordt en er wettelijke eisen komen “waarin de (minimum)eisen ten aanzien van informatieveiligheid worden vastgelegd”.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) kan niet los gezien worden van deze ontwikkeling. De kern van de AVG is gegevensbescherming en is daarmee voor een belangrijk deel ook informatiebeveiliging van persoonsgegevens. In artikel 32 van de AVG zijn de eisen m.b.t. informatiebeveiliging opgenomen.
De eerste stap is het harmoniseren van informatiebeveiliging voor de verschillende overheidslagen tot één baseline, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid, BIO.
Baseline Informatiebeveiliging Overheid
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is per 1 januari 2020 het nieuwe normenkader voor alle overheidsorganisaties. Deze baseline is een vertaling van de internationale informatieveiligheids-normen NEN-EN-ISO/IEC 27001:2017 (verder ISO27001) en NEN-EN-ISO/IEC 27002:2017 (verder ISO27002). Of anders gezegd, de BIO is gebouwd rondom de ISO27001 met verwijzingen naar maatregelen uit de ISO27002. Implementatie van de BIO impliceert dat ook voldaan moet worden aan (delen van) de informatieveiligheidsstandaard ISO270002. (In de tactische uitgangspunten geven we aan wat de implementatie van de BIO inhoudt voor de organisatie).
De overheid ziet de BIO als belangrijke stap. In een passage uit eerder genoemde kamerbrief blijkt dat informatieveiligheid niet meer als vrijblijvend wordt gezien: “… is het van belang dat bestuurders, ambtelijke top, middenmanagement, (ICT-)professionals en stakeholders op adequate wijze invulling geven aan de gestelde eisen en principes uit de BIO.” Een andere aanwijzing dat de vrijblijvendheid met betrekking tot informatieveiligheid gaat verdwijnen is deze passage: “Verkend wordt of de systematiek van de BIO in een Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB), horende bij de aanstaande Wet Digitale Overheid, kan worden opgenomen.” Hiervoor is een onderzoek gestart of en hoe meer generiek informatieveiligheidsbeleid een plaats krijgt in de volgende tranche van de Wet Digitale Overheid: verankering van informatieveiligheid in wet- en regelgeving. Dit onderzoek loopt tot het tweede kwartaal van 2020. Inmiddels is de BIO als de geldende norm voor de hele overheid geaccepteerd.
We gaan naast dit beleid op strategisch niveau een nadere uitwerking maken op tactisch / operationeel niveau. In deze nadere richtlijnen wordt per aandachtsgebied een uitwerking beschreven die invulling geeft aan het informatieveiligheidsbeleid. Het beleid, met daarbij de richtlijnen, is zodanig opgezet dat het een naslagwerk vormt voor medewerkers en het management, die in het kader van werkzaamheden of projecten moeten weten aan welke kwaliteitsaspecten op het gebied van informatieveiligheid, aandacht moet worden besteed. De gehele organisatie dient kennis te nemen van het informatieveiligheidsbeleid, hoe deze moet worden toegepast en wat de belangrijkste beleidsuitgangspunten zijn.
Onze organisatie heeft zich akkoord verklaard met het implementeren van de BIO. Dit heeft als doel de gegevens van de burger en de organisatie conform de kwaliteitseisen te beschermen.
Om informatieveiligheid te realiseren hebben we een systeem nodig wat ons helpt om op een adequaat niveau te komen. We gaan hier uit van een plan-do-check-act cyclus. Hierdoor krijgen we een systeem wat gericht is op het continue verbeteren. In het vakgebied informatiebeveiliging noemen we dat ook wel een Information Security Management System (ISMS).
Een belangrijke fase in dit model is de fase van risicomanagement waarin verbetermogelijkheden worden gesignaleerd. Deze verbetermogelijkheden zijn een kans voor de organisatie om zich verder te ontwikkelen. Ook in de check fase kunnen controles en audits gezien worden als een belangrijke kans om verdere verbeteringen door te voeren.
In de strategische richtlijn van dit informatieveiligheidsbeleid worden een aantal beleids-uitgangspunten beschreven welke betrekking hebben op aandachtsgebieden. Deze worden pas actueel op het moment dat de organisatie voor een dergelijke keuze of gelijksoortig vraagstuk staat. Hierbij valt te denken aan het al dan niet inzetten van cloud computing, gezamenlijke uitbesteding van softwareontwikkeling of de aanschaf van een nieuw informatiesysteem. In deze specifieke gevallen hanteert de organisatie de beleidsuitgangspunten uit dit document of de nadere richtlijnen, om de veiligheid van informatie bij deze keuze te vergroten.
Waar binnen de organisatie persoonsgegevens verwerkt worden, is wetgeving over gegevensbescherming van toepassing. In het gegevensbeschermingsbeleid worden aanvullende bepalingen nader uitgewerkt om te voldoen aan de vereisten van gegevensbeschermingswetgeving via een Privacy Management Systeem (PMS). Daar waar gevraagd wordt om beveiligingsmaatregelen wordt ook hier geput uit het informatiebeveiligingsbeleid en de nadere richtlijnen.
Met de opstelling van dit document is bepaald dat de organisatie bij voorkomende keuzes en vraagstukken ten aanzien van de veiligheid van informatieprocessen, de beleidsregels uit dit document en de aanvullende richtlijnen als uitgangspunt hanteert.
Informatieveiligheid is een organisatiebreed aandachtspunt. Het is in feite een kwaliteitsaspect dat in alle processen van de organisatie terugkomt. Dit is de reden dat we informatieveiligheid niet als een geïsoleerd onderwerp kunnen benaderen.
Om dit te borgen is in VNG verband besloten om de volgende 10 bestuurlijke principes te hanteren:
In het kort kunnen we stellen dat het gemeentebestuur de rol heeft om de organisatie te faciliteren in het goed op orde brengen van de informatieveiligheid. Het proces richt zich vooral op het in beeld brengen van de risico’s en de aandachtspunten uit deze analyses te gebruiken om verdere verbeteringen door te voeren. Een goede risicoanalyse komt voort uit een samenwerking tussen het management, vakspecialisten en een CISO/FG.
Het beleid dient ondersteuning te bieden aan het bestuur, het management en de organisatie bij de sturing op en het beheer van informatieveiligheid. Om dit doel te kunnen realiseren dienen we in het informatieveiligheidsbeleid in ieder geval de volgende aspecten te beschrijven:
De scope van dit beleid omvat alle informatieprocessen en –systemen van de gemeente en die ten behoeve van de gemeente ingezet worden. Het beleid heeft niet alleen betrekking op de verwerking, uitwisseling en opslag van digitale informatie, maar ook op de informatie in fysieke c.q. analoge vorm, ongeacht de locatie, het tijdstip of de gebruikte apparatuur.
Dit beleid wordt minimaal één keer per drie jaar beoordeeld op actualiteit (BIO 5.1.2.1). Dit daar het onderwerp informatieveiligheid door snelle ontwikkelingen in de techniek, maar ook binnen de diverse vakgebieden snel kan verouderen. Het beleid is echter meer toegespitst op de feitelijke situatie binnen de organisatie en zal hierdoor periodiek of als zich significante wijzigingen voordoen worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld (BIO 5.1.2).
Hoofdstuk 1 De Baseline Informatiebeveiliging Overheid
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is per 2020 het nieuwe normenkader voor alle overheidsorganisaties en daarmee ook voor de gemeente Beekdaelen. De BIO is gebaseerd op de NEN-EN-ISO/IEC 27001:2017 (verder ISO27001) en kent daarmee een vergelijkbare indeling. Uitwerking van de BIO vindt plaats op basis van NEN-ISO/IEC 27002 (verder ISO 27002). Onderstaand treft u een uitwerking van de opzet en de implementatiemaatregelen van de BIO.
De BIO kent dezelfde opbouw als de ISO27001. De niveaus beheersdoelstellingen, beheersmaatregelen en implementatierichtlijnen zijn identiek aan de ISO27002 (zie figuur 1). De beheersdoelstellingen (ook wel normen genoemd) kennen beheersmaatregelen (ook wel controls genoemd) die op hun beurt zijn uitgewerkt in implementatierichtlijnen (ook wel maatregelen genoemd). In de BIO is een deel van de beheersmaatregelen op voorhand gekoppeld aan implementatierichtlijnen en worden daarom ook wel aangeduid als overheidsmaatregelen.
Implementatierichtlijnen (maatregelen)
Iedere control van de BIO is in de ISO27002 uitgewerkt in implementatierichtlijnen. Deze implementatierichtlijnen moeten worden gebruikt om te bepalen hoe de controls uitgewerkt kunnen worden in maatregelen. De implementatierichtlijnen zijn niet allemaal in de BIO opgenomen, hiervoor wordt verwezen naar de ISO27002.
Een deel van de controls is wel uitgewerkt in verplichte implementatierichtlijnen, omdat zij:
dienstbaar zijn aan de beveiliging in een procesketen of netwerk; niet-naleving door een enkele organisatie is per saldo niet effectief voor de gehele keten. Het vormt een risico voor alle andere partijen in de keten en leidt bij hen tot extra maatregelen en kosten. Voor de keten als geheel is dit niet efficiënt. Voor een generieke dienst geldt een afweging die analoog is aan het ketenvraagstuk.
De BIO noemt deze verplichte maatregelen ‘overheidsmaatregelen’. De overheidsmaatregelen dekken niet de gehele beveiligingsdoelstellingen van de control af. Net als bij de controls, geldt hier een hardheidsbepaling: in het geval een maatregel voor een specifiek geval niet van toepassing kan zijn, vervalt de verplichting.
Bij een aantal overheidsmaatregelen zijn binnen de BIO verwijzingen toegevoegd naar relevante wet- en regelgeving. Deze overheidsmaatregelen hebben een verplichtend karakter.
Binnen de Baseline Informatiebeveiliging Overheid wordt uitgegaan van een risicogerichte benadering van informatieveiligheid. Deze benadering is gericht op het in kaart brengen van invloeden waar we geen of onvoldoende invloed op hebben. Daar waar onvoldoende maatregelen zijn getroffen kan de organisatie kwetsbaar zijn. Een kwetsbaarheid levert automatisch ook een mate van onzekerheid op voor de bedrijfsprocessen en daarmee de doelstellingen van de organisatie.
Hoewel overheidsorganisaties in hoge mate dezelfde diensten leveren, wil dat niet zeggen dat de omstandigheden ook overal hetzelfde zijn. De wijze van organiseren, de gebruikte techniek en de kennis en vaardigheden van het personeel kunnen per organisatie verschillen. De BIO gaat uit van een basisbeveiligingsniveau (BBN). Bovenop de basis zijn aanvullende maatregelen nodig. Er kunnen ondanks de implementatie van de BIO nog kwetsbaarheden bestaan. Door organisatorische en technische veranderingen kunnen daarnaast steeds weer nieuwe kwetsbaarheden ontstaan.
De overheidsmaatregelen hebben een verplicht karakter en dienen daardoor geïmplementeerd te worden. Voor het deel van de controls met overheidsmaatregelen zullen we een GAP-analyse uitvoeren. Op deze manier kunnen we bepalen in welke mate we wel of niet voldoen aan deze verplichte overheidsmaatregelen.
De risicoanalyse bestaat, onafhankelijk van de methode die wordt gekozen, uit een aantal stappen:
Vervolgens kunnen de risico’s gemanaged worden doordat voor de aanvullende maatregelen een planning wordt opgesteld.
De BIO kan niet in één keer volledig worden geïmplementeerd. Een dergelijke implementatie zou een onevenredige inspanning van de organisatie verlangen. Daarnaast zijn er voor toekomstige technische en organisatorische veranderingen aanpassingen nodig.
Om deze redenen gaat het jaarplan informatieveiligheid dan ook (zoals beschreven bij het ambitieniveau) uit van een systeem van continue plannen, uitvoeren, monitoren en verbeteren. We sluiten hiermee aan op de planning en control cyclus die is ingericht conform het plan-do-check-act principe van Deming (hierna PDCA cyclus).
De cyclus komt terug in het jaarplan en begint met het richting geven aan de organisatie. Met het accorderen van de BIO als normenkader en het instemmen met de bestuurlijke principes van de VNG, is op bestuurlijk niveau commitment gegeven aan de BIO. Het is van belang om dit ook uit te spreken binnen de eigen organisatie en dit te verankeren in het informatiebeveiligingsbeleid.
Aan de hand van het beleid kunnen maatregelen worden geïmplementeerd en gemonitord worden op de naleving van de maatregelen. Met het bijstellen van de maatregelen of het corrigeren van de uitvoering worden verbeteringen doorgevoerd.
Voor een efficiënte en effectieve benadering gaat een jaarplanning minimaal uit van:
Hoofdstuk 3 Informatieveiligheidsorganisatie
Informatiebeveiliging heeft ook een kwaliteitsaspect. Om de kwaliteit te borgen binnen de organisatie zijn een aantal sleutelpersonen nodig die het management ondersteunt bij de implementatie en het op orde houden van informatieveiligheid. Het geheel aan taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden noemen we de governance. In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop de governance is ingericht.
Het beleggen van verantwoordelijkheden bij de implementatie en uitvoering van informatieveiligheid is een randvoorwaarde voor het structureel doorlopen van het Information Security Management System (ISMS) / PDCA cyclus. Naast het structureel doorlopen van het ISMS is het van essentieel belang om passende contacten met overheidsinstanties te onderhouden en het onderwerp informatieveiligheid structureel in projecten mee te wegen.
Uitgangspunten ten aanzien van de informatieveiligheidsorganisatie zijn als volgt gedefinieerd:
Het management wordt intern ondersteund door diverse vakspecialisten. De volgende rollen dienen minimaal te worden ingevuld:
Chief Information Security Officer (CISO)
De CISO is de interne adviseur op het gebied van informatieveiligheid binnen de organisatie. Deze rol is op organisatieniveau verantwoordelijk voor het actueel houden van het beleid, het adviseren van het management, het adviseren bij projecten evenals het opstellen van rapportages.
Controller informatieveiligheid
Daar waar de CISO als adviseur voor de organisatie een coördinerende en adviserende rol heeft, wordt de interne beheersing en toezicht bij de controller Informatieveiligheid belegd. Deze rol is op organisatieniveau verantwoordelijk voor het verbijzonderde toezicht op de naleving van het informatiebeveiligingsbeleid, de realisatie van voorgenomen veiligheidsmaatregelen en de escalatie van beveiligingsincidenten.
Binnen de diverse vakgebieden is het noodzakelijk dat experts op het vakgebied werken aan de kwaliteit van de processen. De beveiligingsbeheerder richt zich in eerste instantie op het eigen vakgebied en werkt daarnaast samen met de CISO aan organisatie brede onderwerpen.
Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG)
Voor de gemeente is het aanstellen van een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) verplicht op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De FG is de interne toezichthouder op de verwerking van persoonsgegevens en naleving van de AVG binnen de organisatie. De wettelijke taken en bevoegdheden van de FG geven deze functionaris een onafhankelijke positie in de organisatie. Bij organisaties met een FG stelt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zich terughoudend op als toezichthouder.
De Privacy Officer is verantwoordelijk voor het vormgeven en implementeren van het gegevensbeschermingsbeleid binnen de gemeente. Daarnaast kan de Privacy Officer het management ondersteunen bij het in kaart brengen van de risico’s door bijvoorbeeld een Data Protection Impact Assessment (DPIA) uit te voeren. De Privacy Officer is de uitvoerende functionaris op het gebied van gegevensbescherming en ondersteunend aan het management.
Binnen diverse vakgebieden kunnen andere specialisten aanwezig zijn die een rol hebben op het gebied van informatieveiligheid of gegevensbescherming. In de bijlage worden die rollen benoemd. Via separate richtlijnen per aandachtsgebied worden de taken, bevoegdheden en verantwoor-delijkheden beschreven.
De tactische uitgangspunten van het informatieveiligheidsbeleid gaan in op de beheersdoelstellingen per onderdeel van de BIO.
De BIO kent naast het ISMS een aantal inhoudelijke onderwerpen. Deze onderwerpen staan veelal niet op zich daar de onderwerp vaak samen zorgen voor een niveau van veiligheid. Zo is er samenhang tussen de HRM processen instroom, doorstroom en uitstroom en het beheer van autorisaties. Op het gebied van communicatie op het internet is er samenhang met het beheer van encryptiesleutels. Wanneer een organisatie excelleert op één gebied kan een ander gebied weer voor onveiligheid zorgen. We zeggen dan ook wel dat de beveiliging zo goed is als de zwakste schakel in de keten.
Per onderwerp zullen we op tactisch niveau aangeven wat het doel is van dit beheeraspect.
Medewerkers dienen geschikt te zijn en geschikt te blijven voor hun functie. De belangrijkste waarborg is het aantrekken van betrouwbaar en geschikt personeel en de zorg dat de medewerkers geschikt blijven voor hun functie, zodat ze op een goede wijze met de informatie van de organisatie om kunnen gaan tijdens en na afloop van hun contract.
Informatieveiligheid valt en staat met de kennis, houding en gedrag van de medewerkers. Om de juiste medewerkers in de organisatie te krijgen, deze gedurende hun loopbaan te trainen en te coachen zodat zij over de kennis en vaardigheden beschikken die nodig zijn om hun functie naar behoren uit te voeren.
De gemeente gebruikt een groot aantal systemen (apparatuur, devices en software) om de informatievoorziening te faciliteren. Het doel van dit beheer aspect is het identificeren van alle hard en software zodat deze op een adequate wijze beheerd en beveiligd kunnen worden.
Om informatie adequaat te kunnen beheren is het van belang om inzicht te hebben in diverse ICT-componenten die gebruikt worden om informatie te verwerken. Er kan pas adequaat beheer gevoerd worden wanneer je in het zicht hebt wat je moet beheren. De administratie waarin de ICT-componenten worden beschreven (ook wel configuratie management database CMDB) genoemd dient als basis van diverse beheerprocessen zoals patchmanagement, incidentmanagement evenals het informatieclassificatiesysteem waarmee de behoefte, de prioriteit en de mate van beveiliging door de verantwoordelijke afdelingsmanager kan worden bepaald.
Toegang tot informatie en informatie op een passende wijze beveiligen zodat onbevoegde openbaarmaking, wijziging, verwijdering of vernietiging van informatie wordt voorkomen.
Om effectieve toegangscontrole tot vertrouwelijke en privacygevoelige informatie te kunnen invoeren en onderhouden wordt er een toegangsrichtlijn opgesteld. Naast deze toegangsrichtlijn heeft ieder informatiesysteem nog een specifiek gedefinieerde uitwerking omtrent toegang, dat is afgestemd op het beveiligingsniveau van de informatie.
Zorgen voor correct en doeltreffend gebruik van cryptografie om de vertrouwelijkheid, authenticiteit en/of integriteit van informatie te beschermen.
Een effectieve manier om informatie te beveiligen tegen onbevoegde inzage is het versleutelen van deze informatie. Dit gebeurt bij voorkeur zowel bij de opslag als het transport. Belangrijk beheeraspect is dat versleuteling wordt toegepast met behulp van sleutels die veilig genoeg zijn conform de actuele standaarden. Om verlies van data te voorkomen is het van belang dat er ten aanzien van het beheer van de sleutels goede maatregelen zijn getroffen.
Onbevoegde fysieke toegang tot, schade aan en interferentie met informatie en informatie verwerkende faciliteiten van de organisatie voorkomen.
Een belangrijk aspect van informatieveiligheid is het voorkomen dat onbevoegden fysiek toegang hebben tot informatie. Ondanks de snelle ontwikkeling van digitale informatieverwerking is veel informatie ook nog analoog beschikbaar. Daarnaast dienen de informatie verwerkende computers en devices beschermd te worden tegen onbevoegde toegang.
Fysieke beveiliging wordt ingezet om onbevoegde fysieke toegang tot, schade aan en interferentie met informatie en informatie verwerkende faciliteiten van de organisatie voorkomen.
Correcte en veilige bediening van informatie verwerkende faciliteiten ter voorkoming van ongewenste aanpassingen, verlies en diefstal van gegevens
Informatie wordt door de gehele organisatie heen gebruikt en daarnaast wordt informatie ook gedeeld met andere organisaties. Doordat informatie wordt hergebruikt is het van belang dat informatie goed wordt beheerd. Uitgangspunt hierbij is dat ieder brok aan informatie wordt beheerd vanuit een aangewezen organisatie onderdeel die daarvoor eenduidige processen en controlemaatregelen heeft ingericht om heeft de kwaliteit van de informatie te kunnen waarborgen.
Informatie van de organisatie die via het interne netwerk intern dan wel extern wordt getransporteerd dient afdoende te worden beveiligd om onderschepping en/of ongewenste aanpassing van informatie te voorkomen.
Bij het beheer van netwerken moet onderscheid worden gemaakt tussen het eigen netwerk en netwerken die de grens van de organisatie overschrijden. Voor transport van vertrouwelijke en privacygevoelige gegevens via netwerken dienen extra maatregelen ter waarborging van de veiligheid te worden getroffen om te zorgen dat de data-integriteit en de vertrouwelijkheid bij transport is gewaarborgd. Zeker nu we steeds meer met externe partijen samenwerking is het van groot belang te kunnen vertrouwen op de communicatiekanalen.
Aankoop, ontwikkeling en onderhoud van informatiesystemen
Waarborgen dat informatieveiligheid integraal deel uitmaakt van informatiesystemen in de gehele levenscyclus en bij het testen van systemen. Dit zowel bij interne systemen als bij gebruik van een cloud leverancier.
Bij de ontwikkeling van (informatie)systemen moeten beveiliging en gegevensbescherming vanaf aanvang in het ontwerpproces of in het pakket aan eisen worden meegenomen (security bij design/default en gegevensbescherming bij design/default). Bij standaardprogrammatuur moet voor aanschaf worden vastgesteld of geautomatiseerde beveiligingsmaatregelen zijn ingebouwd en aan de eisen vanuit de AVG wordt voldaan. Bij het onderhoud van (informatie)systemen moet informatieveiligheid een vast aandachtspunt zijn.
Er dienen met leveranciers overeenkomsten te worden gesloten die ervoor zorgen dat de dienstverlening is overeenstemming is met het gemeentelijk informatieveiligheidsbeleid en de wettelijke bepalingen.
Organisatie zijn ten aanzien van de verwerking van informatie sterk afhankelijk van diverse leveranciers. Dit niet alleen vanwege de aanschaf en de primaire werking maar vanwege de dienstverlening die verbonden is aan de primaire dienstverlening. Het is van belang om met de leveranciers goede afspraken te maken over de aard van de dienstverlening. Daarnaast dient periodiek te worden gecontroleerd of ook aan de eisen wordt voldaan.
Een consistente en doeltreffende aanpak bewerkstelligen van het beheer van informatieveiligheid incidenten, met inbegrip van communicatie over beveiligingsgebeurtenissen en zwakke plekken in de beveiliging
Het beheer van incidenten kent twee gezichtspunten. Ten eerste dienen incidenten snel en adequaat te worden afgehandeld maar daarnaast zijn incidenten ook een signaal dat bestaande maatregelen wellicht niet voldoen. Het is dus van belang dat een incident zowel goed en snel wordt afgehandeld en dat daarnaast een analyse plaatsvindt zodat duidelijk is wat de oorzaak is geweest en hoe we er structureel voor kunnen zorgen dat een dergelijk voorval niet meer plaats kan vinden.
Beschikbaarheid van informatie verwerkende faciliteiten bewerkstelligen.
Continuïteitsbeheer heeft als doel om ervoor te zorgen dat de dienstverlening intern en extern ongestoord kan plaatsvinden. Om de dienstverlening ongestoord doorgang te laten vinden dienen we zowel te kijken naar de systemen die nodig zijn als naar de facilitaire voorzieningen.
Verzekeren dat informatieveiligheid wordt geïmplementeerd en uitgevoerd in overeenstemming met de beleidsregels en procedures van de organisatie ter voorkoming van schendingen van wettelijke, statutaire, regelgevende of contractuele verplichtingen betreffende informatieveiligheid en beveiligingseisen.
Het uitdragen van beleid en het opstellen van procedures moeten een waarborg bieden voor de kwaliteit. Het controleren van het beleid en de naleving van de procedures zijn erop gericht om te beoordelen of beleid en procedures ook werkbaar zijn in de praktijk, maar ook om onrechtmatig-heden te kunnen detecteren. Daarnaast kunnen controles ook gebruikt worden om verdere sturing te geven aan de organisatie en zijn daarmee een essentieel onderdeel van de governance.
Bijlage 1 Beveiligingsrollen in de gemeente Beekdaelen
Generieke informatiebeveiligingsrollen binnen de gemeente Beekdaelen
| |
| |
| |
| |
| |
Beveiligingsbeheerder Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) |
|
Beveiligingsbeheerder Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) |
|
| |
| |
|