Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijssen-Holten

Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijssen-Holten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024
CiteertitelReglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement commissie bezwaarschriften Rijssen-Holten 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-2024nieuwe regeling

13-01-2024

gmb-2024-36378

D2023163365

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024

Het college van burgemeester en wethouders;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van dd 2 november 2023 met kenmerk D2023163365.

 

Gelet op artikel 7:13 Van de Algemene wet bestuursrecht

 

HEEFT BESLOTEN:

 

Het Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024 vast te stellen.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

Bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; de raad, - burgemeester en wethouders, de burgemeester;

Bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;

Commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;

Voorzitter: de voorzitter die is ingepland voor de te houden hoorzitting.

Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.

 

Paragraaf 2. Informele afhandeling

Artikel 3. Vooronderzoek en informele behandeling

  • 1.

    Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens het verder in behandeling te nemen.

  • 2.

    De informele aanpak start door kort na binnenkomst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker.

 

Paragraaf 3. Commissie

Artikel 4 Aanwijzing en bevoegdheden van de commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester, genaamd: commissie bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.

  • 3.

    De commissie bezwaarschriften is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • -

      belastingwetgeving (hoofdstuk XV van de Gemeentewet en de daarop gebaseerde gemeentelijke verordeningen) en de Wet waardering onroerende zaken;

    • -

      rechtspositionele aangelegenheden; besluiten genomen door het bevoegde bestuursorgaan in het kader van arbeidsrechtelijke verhoudingen ten aanzien van ambtenaren in dienst van de gemeente Rijssen-Holten;

    • -

      Die kennelijk niet – ontvankelijk of kennelijk ongegrond zijn.

Artikel 5. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit 2 voorzitters en ten minste vier leden.

  • 2.

    De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college bepaalt de vergoeding per vergadering van de commissie.

  • 4.

    De voorzitters en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van de gemeente Rijssen-Holten. Zij mogen evenmin woonachtig zijn binnen het grondgebied van de gemeente Rijssen-Holten.

  • 5.

    De voorzitters en de leden zijn bij benoeming volop actief in een voor lidmaatschap van de commissie relevant beroep. Daarnaast beschikken ze over brede bestuursrechtelijke kennis.

  • 6.

    Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitters van de commissie wordt zijn taak waargenomen door een lid van de commissie en wordt dit lid, voor zover nodig, vervangen door een ander lid. De volgorde van vervanging van de voorzitter wordt door de commissie in onderling overleg bepaald.

Artikel 6. Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college kan één of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 7. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitters en leden van de commissie worden benoemd voor vier jaar.

    • a.

      Deze termijn wordt stilzwijgend met maximaal vier jaar verlengd.

    • b.

      Het college kan de stilzwijgende verlenging uiterlijk twee maanden voor aanvang van de tweede termijn stuiten.

  • 2.

    De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op ieder moment bij een gemotiveerd besluit en tegen een daarin te bepalen datum door het college van hun functie worden ontheven, als zij zodanige daden of gedragingen hebben verricht en dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hun voorzitter- respectievelijk lidmaatschap voortduurt of als de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid van een commissie naar behoren uit te voeren.

  • 4.

    De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de voorzitters en leden die op grond van het bepaalde in het derde lid aftreden of uit hun functie zijn ontheven.

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden op grond van de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van dit reglement in mandaat uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie.

    • a.

      verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);

    • b.

      stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);

    • c.

      verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);

    • d.

      ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

    • e.

      al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).

  • 2.

    De voorzitter kan deze bevoegdheden mandateren aan de secretaris.

Artikel 9. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10. Verweerschrift

  • 1.

    De commissie nodigt het verwerend orgaan uit een op het bezwaarschrift betrekking hebbend verweerschrift in te dienen.

  • 2.

    Het verweerschrift wordt uiterlijk drie weken voor het horen in handen van de secretaris van de commissie gesteld.

  • 3.

    Het verweerschrift wordt na ontvangst bij de overige op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken gevoegd.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Als de voorzitter op grond van de in het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Horen Jeugdige

  • 1.

    De minderjarige belanghebbende van 12 jaar en ouder wordt de gelegenheid geboden diens mening mondeling, of indien de minderjarige dit zegt te willen, schriftelijk kenbaar te maken. De minderjarige van 11 jaar en jonger wordt de gelegenheid geboden diens mening te geven, indien de minderjarige in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen.

  • 2.

    Het horen kan in beginsel achterwege blijven indien de mening van de minderjarige op een minder belastende wijze kan worden achterhaald.

  • 3.

    Indien noodzakelijk, kan besloten worden tot het toepassen van maatwerk.

Artikel 13 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan uiterlijk drie weken voor de datum van hoorzitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 14. Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste 1 lid en de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2.

    Bij de beraadslaging zijn minimaal 2 leden en de voorzitter of zijn plaatsvervanger, betrokken.

Artikel 15. Onpartijdigheid leden

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16. Openbaarheid zitting

  • 1.

    De hoorzitting van de commissie bezwaarschriften is openbaar, tenzij het bezwaar gericht is tegen een besluit op grond van de Participatiewet (waaronder Bbz en minimabeleid), Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet, Verordening leerlingenvervoer, Beleidsregels schulddienstverlening of het besluit Gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    Daarnaast kunnen de deuren worden gesloten als de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig acht of als een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Als de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting achter gesloten deuren plaats.

Artikel 17. Gedragingen tijdens de hoorzitting

De voorzitter draagt zorg voor een ordentelijk verloop van de hoorzitting en is bevoegd degene, die zich niet houdt aan zijn aanwijzingen dan wel op enigerlei wijze de hoorzitting verstoort, te doen vertrekken of de hoorzitting te beëindigen.

Artikel 18. Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb is digitaal en bestaat uit een geluidsopname van de hoorzitting.

  • 2.

    De geluidsopname wordt in de regel niet schriftelijk uitgewerkt.

  • 3.

    Op verzoek van een belanghebbende of het verwerend orgaan stelt de commissie de geluidsopname digitaal ter beschikking. Indien er sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven, kan de commissie toezending weigeren. In dat geval wordt een schriftelijk verslag verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid wordt de geluidsopname alsnog schriftelijk uitgewerkt indien een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 5.

    Het schriftelijke verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

Artikel 19. Nader onderzoek

  • 1.

    Als na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek gelasten.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20. Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Als bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt als die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter of bij zijn ontstentenis of afwezigheid op het moment van ondertekening door een bij de zitting aanwezig lid en de secretaris van een commissie ondertekend.

Artikel 21. Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies als bedoeld in artikel 20 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift moet beslissen en aan belanghebbenden bekend gemaakt.

  • 2.

    Als naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, wordt het verwerend orgaan hiervan in kennis gesteld, zodat de beslissing tijdig kan worden verdaagd.

Artikel 22. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks een verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 23. Onvoorziene omstandigheden

Ingevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

 

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 24. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Het ‘Reglement commissie bezwaarschriften Rijssen-Holten 2018’ wordt bij vaststelling van dit reglement ingetrokken.

Artikel 25. Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: ‘Reglement commissie bezwaarschriften gemeente Rijssen-Holten 2024’.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 13 januari 2024

H.G. Tukker,

secretaris,

J.C.R van Houdt

burgemeester