Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Winterswijk

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024– gemeente Winterswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWinterswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024– gemeente Winterswijk
CiteertitelMandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024 gemeente Winterswijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt alle eerder genomen besluiten waarin algemeen mandaat is verleend aan de directeur.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester en een gemandateerde functionaris.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-01-2024nieuwe regeling

09-01-2024

gmb-2024-36233

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024– gemeente Winterswijk

Burgemeester en wethouders van Winterswijk.

 

De burgemeester van Winterswijk

 

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht

 

B E S L U I T E N

 

Het Mandaat Omgevingsdienst Achterhoek 2024 gemeente Winterswijk vast te stellen.

 

Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024– gemeente Winterswijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders en of de burgemeester van de gemeente Winterswijk;

  • b.

    Directeur: de directeur van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 25 van de gemeenschappelijke regeling;

  • c.

    Gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Achterhoek;

  • d.

    Lijst van bevoegdheden: het als bijlage 2 bij dit mandaatbesluit behorende overzicht, waarop het bestuursorgaan heeft aangekruist welke (categorieën van) bevoegdheden zijn gemandateerd;

  • e.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens het bevoegde gezag feitelijke handelingen te verrichten die niet vallen onder de definitie van mandaat als bedoeld in sub f van dit artikel of volmacht als bedoeld in sub j van dit artikel;

  • f.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens het bevoegde gezag besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb te nemen, alsmede de noodzakelijke feitelijke handelingen in het kader van de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering daarvan te verrichten;

  • g.

    Omgevingsdienst: omgevingsdienst Achterhoek;

  • h.

    Ondermandaat: de figuur dat de gemandateerde op zijn beurt mandaat verleent aan een ander;

  • i.

    Plaatsvervangend directeur: degene die op grond van begroting is aangewezen om de directeur te vervangen bij diens verhindering of ontstentenis;

  • j.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens het bevoegde gezag privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, alsmede de noodzakelijke feitelijke handelingen in het kader van de voorbereiding en uitvoering daarvan te verrichten.

Artikel 2 Schakelbepaling

  • 1.

    Hetgeen in dit besluit is bepaald met betrekking tot mandaat is van overeenkomstige toepassing op volmacht en machtiging, tenzij de aard van de desbetreffende bevoegdheid zich hiertegen verzet.

  • 2.

    Op bij afzonderlijk besluit door het bevoegde bestuursorgaan aan de directeur verleende mandaten, volmachten en machtigingen is het bepaalde in dit besluit van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Gemandateerde bevoegdheden

  • 1.

    Het bestuursorgaan verleent, voor zover het bevoegd is, mandaat aan de directeur tot het uitoefenen van de (categorieën van) bevoegdheden in de lijst van bevoegdheden.

  • 2.

    In het kader van de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid als bedoeld in lid 1, is de directeur tevens bevoegd tot het verrichten van de daartoe noodzakelijke feitelijke handelingen.

  • 3.

    De directeur stemt in met de gemandateerde bevoegdheden. Instemming geschiedt schriftelijk.

Artikel 4 Ondermandaat en vervanging

  • 1.

    De directeur kan ter uitoefening van een aan hem gemandateerde bevoegdheid ondermandaat verlenen aan degenen die werkzaam zijn onder zijn verantwoordelijkheid of, indien door het bestuursorgaan toegestaan, aan derden. In dat laatste geval dient degene aan wie ondermandaat is verleend, alsmede degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkzaam is, schriftelijk met de verlening van het ondermandaat in te stemmen.

  • 2.

    Op het ondermandaat zijn de bepalingen van dit besluit, met uitzondering van het vorige lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    In de gevallen waarin de plaatsvervangend directeur de directeur vervangt wegens verhindering of ontstentenis, beschikt deze krachtens dit besluit over dezelfde bevoegdheden als de directeur.

Artikel 5 Voorschriften, instructies en begrenzing

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van de ter zake voor het bestuursorgaan geldende wettelijke regelingen en beleidsregels.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de directeur algemene instructies en instructies per geval geven omtrent de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid. Indien sprake is van ondermandatering, is de directeur gehouden deze instructies onverwijld aan de betreffende ondergemandateerden door te geven, onverminderd de bevoegdheid van het bestuursorgaan dit zelf te doen.

  • 3.

    Bij een politiek of bestuurlijk gevoelig besluit, wenst het bestuursorgaan dat de omgevingsdienst, voordat het besluit wordt genomen, overleg voert.

  • 4.

    Het op basis van de dienstverleningsovereenkomst ingebrachte takenpakket en het jaarlijks opgestelde werkprogramma blijft in de basis leidend, wat betreft de omvang van het takenpakket van de omgevingsdienst.

  • 5.

    Voorzover de algemene instructies niet in dit besluit zijn opgenomen, worden deze indien nodig op schrift gesteld in een afzonderlijke mandaatinstructie.

  • 6.

    Indien instructies per geval worden gegeven, geschiedt dit schriftelijk en op een zodanig tijdstip dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 7.

    De volgende algemene instructies gelden voor de directeur:

    • a.

      De directeur mag enkel van het mandaat gebruik maken, indien het bestuursorgaan de gemandateerde bevoegdheid in de dienstverleningsovereenkomst, als af te nemen product in het werkprogramma en/of maat- en meerwerkopdracht heeft opgenomen;

    • b.

      Indien het een besluit op bezwaar betreft, is geen mandaat verleend aan de functie die het primaire besluit heeft genomen.

  • 8.

    De omvang van de door het bestuursorgaan aan de directeur verleende mandaten kan ook anderszins begrensd worden dan bepaald in het vorige lid. Dit geschiedt door vermelding in het lijst van bevoegdheden in de kolom aangeduid met ‘begrenzing’.

Artikel 6 Informatieverstrekking

  • 1.

    De directeur draagt ervoor zorg dat het bestuursorgaan tijdig in kennis wordt gesteld van krachtens mandaat te nemen besluiten, waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het bestuursorgaan gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      advies nodig is van anderen dan de omgevingsdienst of onder hem ressorterende medewerkers, en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de omgevingsdienst dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt.

    In dat geval lichten partijen elkaar over en weer op een zodanig tijdstip in dat de inachtneming of tijdige verdaging van beslistermijnen gewaarborgd wordt.

  • 2.

    Het niet-voldoen aan de in het vorige lid genoemde verplichting doet niet af aan de rechtsgeldigheid van een krachtens mandaat genomen besluit.

  • 3.

    Inlichtingen kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden gegeven.

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    Bij de uitoefening van een mandaat worden uitgaande stukken, afhankelijk van de bevoegdheid in kwestie, -als volgt ondertekend: “Namens het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk en/ of de burgemeester van Winterswijk, de directeur omgevingsdienst Achterhoek”.

  • 2.

    Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het bepaalde in lid 1 ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de ondergemandateerde in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de directeur worden geplaatst.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1-1-2024.

  • 2.

    Met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit worden alle eerder genomen besluiten waarin algemeen mandaat is verleend aan de directeur ingetrokken, met dien verstande dat besluiten door de directeur namens het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester van de gemeente Winterswijk genomen besluiten op basis van mandaatbesluit 2013 van kracht blijven.

Artikel 9 Citeerwijze

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024 gemeente Winterswijk.

Aldus besloten op 9 januari 2024 te Winterswijk,

Burgemeester en wethouders van Winterswijk,

loco-secretaris

M. Keur

de burgemeester

B.J.J. Bengevoord

de burgemeester

B.J.J. Bengevoord

Ingestemd met gemandateerde bevoegdheden

P.G.M. van Oosterbosch

directeur Omgevingsdienst Achterhoek

Bijlage - lijst van bevoegdheden

 

Artikel 1 Besluitbevoegdheden

 

In onderstaand overzicht is met een ‘X’ in de kolom ‘Mandaat’ aangegeven welke bevoegdheden het college van burgemeester en wethouders en/of de burgemeester van de gemeente Winterswijk heeft/hebben gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Achterhoek, waarbij een X in de kolom Mandaat betekent dat de betreffende bevoegdheid is gemandateerd. In de kolom ‘begrenzing’ is, indien van toepassing, vermeld tot welke omvang de gemandateerde bevoegdheid is begrensd. Naast de in deze lijst opgenomen begrenzingen gelden in alle gevallen ook de in het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Achterhoek 2024 gemeente Winterswijk algemeen geformuleerde voorschriften, instructies en begrenzingen.

 

Nr.

Algemene omschrijving te mandateren bevoegdheid

Nadere toelichting

Grondslag

Mandaat

Begrenzing

1.

Beslissen op aanvragen omgevingsvergunning, het opleggen van maatwerkvoorschriften, het opleggen van gedoogplichten, het nemen van een beschikking gelijkwaardige maatregel, het geven van advies met instemming, het nemen van een besluit bijzondere omstandigheden, en het reageren op een melding.

Ook is gemandateerd de bevoegdheid tot het doen/nemen van eventueel benodigde procedurele handelingen en besluiten, zoals het maken van een passende beoordeling.

Hieronder moet ook onder meer het intrekken, wijzigen, reviseren of actualiseren van de betreffende besluiten worden verstaan.

Onder een besluit bijzondere omstandigheden wordt verstaan: besluiten op grond van hoofdstuk 2 en 19 van de Ow

Hoofdstuk 2, 4, 5, 10, 16, 17 en 19 Ow

X

2.

Het nemen van besluiten of het verrichten van handelingen op grond van of krachtens de Algemene wet bestuursrecht, voor zover die nodig zijn voor het uitoefenen van een bevoegdheid op grond van elders in dit mandaatbesluit gemandateerde bevoegdheden.

X

3.

Het nemen van besluiten op grond van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Ook is gemandateerd de bevoegdheid tot het doen/nemen van eventueel benodigde procedurele handelingen en besluiten, zoals het maken van een passende beoordeling.

Hieronder vallen onder andere het nemen van besluiten op:

Verzoeken tot handhaving onderdeel milieu

Verzoeken tot intrekking van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang

Verzoeken tot invordering van verbeurde dwangsommen

Artikel 1:3 Awb en verder

X

4.

Bestuursrechtelijke handhavingstaak: a. het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Ow, met inbegrip van het verzamelen en registreren van gegevens die hiervoor van belang zijn. Hieronder valt ook de bevoegdheid tot het aanwijzen van toezichthouders belast met het toezicht op de naleving bij of krachtens de wetten zoals opgenomen in dit mandaatregister b. het behandelen van klachten over de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Ow, en c. het opleggen en ten uitvoer leggen van een bestuurlijke sanctie vanwege enig handelen of nalaten in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Ow.

Ook is gemandateerd de bevoegdheid tot het doen/nemen van eventueel benodigde procedurele handelingen en besluiten, zoals het onderzoeken van een veiligheidsrapport.

Dit betreft zowel het toezicht op vergunningvoorschriften als toezicht op informatie- en meldingsplichten en algemene regels.

Hieronder vallen ook de besluiten inzake invordering en kostenverhaal.

Art. 125 Gemeentewet jo art. 18.1 Ow (en overige artikelen in afd. 18.1 Ow) Artikel 18.6 en 18.7 Ow en Hoofdstuk 5 Awb

X

5.

Bestuursrechtelijke procedures

  • a.

    proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer, verantwoordelijkheid vallende functionaris;

  • b.

    besluiten inzake verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht).

  • c.

    besluiten in het kader van de artikelen 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b van de Algemene wet bestuursrecht (bestuurlijke lus en tussenuitspraak).

  • d.

    het instellen van incidenteel hoger beroep

Dit omvat in ieder geval:

  • het aanleveren van stukken aan de commissie bezwaarschriften, de rechtbank of Raad van State

    het indienen van verweerschriften en het voeren van verweer;

  • het vragen van uitstel van de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift en het verrichten van andere proceshandelingen;

  • het verlenen van een machtiging voor het voeren van het woord ter zitting, namens het college in bestuursrechtelijke procedures;

Op een verzoek om toepassing van rechtstreeks beroep kan op grond van artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, niet worden beslist door degene die het besluit waartegen een bezwaar zich richt in (onder)mandaat heeft genomen.

Art. 160 lid 1 onder e en f Gemeentewet en art. 5.1 lid 1 onder a Ow.

Hoofdstuk 6, 7 en 8 van de Awb

X

Het instellen van (rechtstreeks) beroep of (incidenteel) hoger beroep en alle bijbehorende proceshandelingen pas na besluitvorming door het college.

6.

Het nemen van een besluit op een bezwaarschrift

Hoofdstuk 6 en 7 Awb

x

In overeenstemming met het advies van de commissie bezwaarschriften, waarbij de commissie geadviseerd heeft het bezwaar ongegrond of niet ontvankelijk te verklaren.

Artikel 5 lid 7 sub b Mandaatbesluitstaat.

7.

Besluiten op grond van:

afdeling 4.1.3. van de Algemene wet bestuursrecht (opschorten beslistermijn en besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen);

Afdeling 4.1.3 Awb

X

8.

Het registreren en verwerken van gegevens of documenten in (verplichte) registers of applicaties,

Het registreren, verwerken en/of monitoren van geluidsemissies, van verkeers- en milieudata, bodeminformatie en data met betrekking tot klimaatadaptatie.

Waaronder in ieder geval:

het Register externe veiligheidsrisico’s en het geluidregister.

o.a. § 10.8.1 Omgevingsbesluit en §11.11 besluit kwaliteit leefomgeving

X

9.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet milieubeheer

De hoofdstukken 8, 9, 10, 13, 17, 18 en 19.

X

10.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

X

11.

Besluiten op verzoeken om informatie, inzage, wijzigen of verwijderen persoonsgegevens.

Hoofdstuk 3 AVG

X

12.

Het nemen van besluiten op grond van of krachtens de Wet open overheid.

X