Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rucphen

verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRucphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024
CiteertitelVerordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpVerordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024
Externe bijlageVGAFL2024

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

nvt

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

13-12-2023

gmb-2024-35927

RG23/390835

Tekst van de regeling

Intitulé

verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024

De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023, gelet de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet en op Afdeling 17.2 en artikel 17.9 van de Omgevingswet, gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 29 november 2023,

besluit: 1. De 'Verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024' vast te stellen.

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, de gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving;

  • 2.

    wet: de Omgevingswet; -goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • 3.

    cultureel erfgoed: cultureel erfgoed als bepaald in artikel 1.1 van de wet met uitzondering van archeologische rijksmonumenten;

  • 4.

    Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant: gemeenschappelijke advies- en uitvoeringsorganisatie op het gebied van omgevingskwaliteit en cultuurhistorie;

  • 5.

    burgemeester en wethouders: college van burgemeesters en wethouders;

  • 6.

    raad: gemeenteraad

Paragraaf 2 ADVIESTAKEN

Artikel 2 Taak en werkzaamheden

  • 1.

    De adviescommissie fysieke leefomgeving heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

a. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

  • 1.

    een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

  • 2.

    een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een beschermd cultuurhistorisch waardevol bouwwerk;

  • 3.

    een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

  • 4.

    een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit;

b. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, tweede lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet;

c. adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het ontwikkelen van beleid inclusief omgevingsvisie, omgevingsplan en maatwerkregels voor de omgevingskwaliteit;

Paragraaf 3 AANWIJZING VAN BESLUITEN WAAROVER VERPLICHT ADVIES MOET WORDEN GEVRAAGD

Artikel 3 Verplichte advisering

Burgemeester en wethouders winnen advies van de commissie in omtrent een te nemen beslissing als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder a, onderdelen l tot en met 3, en onder b.

Paragraaf 4 SAMENSTELLING EN INRICHTING

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De adviescommissie fysieke leefomgeving heeft 2 leden, de secretaris en de voorzitter daaronder begrepen;

b. de leden van adviescommissies fysieke leefomgeving vertegenwoordigen in gezamenlijkheid en ook afzonderlijk de disciplines cultuurhistorie, architectuur, stedenbouw en landschap;

c. de leden zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Artikel 5 Benoeming

  • 1.

    Burgemeester en wethouders benoemt op persoonlijke titel op grond van de professionele deskundigheid die nodig is voor de advisering, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring de leden van de adviescommissie fysieke leefomgeving op grond van artikel 17.9 Omgevingswet.

  • 2.

    De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant draagt individuele deskundige leden van de adviescommissie fysieke leefomgeving voor ter benoeming.

  • 3.

    De leden en de plaatsvervangers kunnen voor een termijn van ten hoogste 4 jaar worden benoemd.

  • 4.

    Leden kunnen worden herbenoemd voor de periode van 4 jaar.

  • 5.

    De leden worden op eigen aanvraag ontslagen. Zij kunnen voorts door burgemeester en wethouders worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 6 Ondersteuning van de commissie

  • 1.

    Het secretariaat van de adviescommissie fysieke leefomgeving berust bij de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant.

  • 2.

    Het secretariaat kan worden ondersteund door andere ambtelijke medewerkers, die voor hun werkzaamheden voor de commissie uitsluitend verantwoording schuldig zijn aan de secretaris.

Paragraaf 5 ADVISERING EN STANDPUNTBEPALING

Artikel 7 Adviestermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aangeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders geen termijn hebben gesteld brengt de commissie advies uit binnen een termijn van vier weken bij een aanvraag om omgevingsvergunning met een reguliere procedure en binnen een termijn van zes weken bij een aanvraag om omgevingsvergunning met een uitgebreide procedure.

  • 3.

    In geval de commissie niet tijdig binnen de termijn, als bedoeld in het eerste en tweede lid, een advies uitbrengen en de aanvraag heeft betrekking op cultuur erfgoed, dan moet in beginsel niet worden uitgegaan van een positief advies van de commissie.

Artikel 8 Beraadslaging en standpuntbepaling

  • 1.

    De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig op een geschikte wijze bekendgemaakt. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2.

    De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde heeft de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

  • 3.

    De geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 2:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de commissie en de daarvoor werkzame personen.

Artikel 9 Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

De commissie kan onverminderd het bepaalde in artikel 17.9, eerste lid, van de wet de advisering over een aanvraag om een omgevingsvergunning of over de voorbereiding van een andere beschikking onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een daartoe aangewezen lid, of een subcommissie.

Artikel 10 Adviseurs

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De commissie kan zich doen bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

Artikel 11 Verwerking van het advies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per activiteit een second opinion inwinnen bij een gemeentelijke adviescommissie van een andere gemeente. Zij stellen de commissie van het voornemen tot het plaatsen van die opdracht op de hoogte.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders een beschikking geven in afwijking van het door de commissie uitgebrachte advies verzenden zij een afschrift van die beschikking aan de commissie.

Paragraaf 6 WERKWIJZE

Artikel 12 Reglement van orde

  • 1.

    De commissie stelt haar werkwijze binnen de kaders van deze verordening nader vast in een reglement van orde.

  • 2.

    In het reglement van orde komt ten minste aan de orde:

a. de werkwijze bij de advisering zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onder b, respectievelijk onder c;

b. de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

c. de vergaderorde en orde van de beraadslaging, waarbij er een onderscheid wordt aangebracht tussen de toelichtende fase waarin het spreekrecht wordt uitgeoefend en de beraadslagingen;

d. de notulering en dossiervorming;

e. de wijze waarop de adviezen openbaar worden gemaakt;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders dragen zorg voor bekendmaking van het door de commissie vastgestelde reglement van orde in het gemeenteblad.

Artikel 13 Relatie met andere adviseurs

Bij het aanstellen van een supervisor, een kwaliteitsteam of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit, niet zijnde een lid of een adviseur van de commissie dragen burgemeester en wethouders zorg voor een goede afstemming tussen de werkzaamheden van deze adviseur en de commissie.

Artikel 14 Vergoeding

De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant ontvangt een vergoeding voor de advisering en de inzet van de leden van de commissie en de adviseurs als bedoeld in artikel 10, tweede lid.

Paragraaf 7 JAARVERSLAG

Artikel 15 Jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks maar in ieder geval voor 1 augustus verslag als bedoeld in artikel 17.9, zesde lid, van de wet uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

  • 2.

    In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

a . de wijze waarop toepassing is gegeven aan de kaders als bedoeld in artikel 17.9, derde lid, van de wet;

b . de wijze waarop uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen.

Paragraaf 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1.

    De op grond van de Bouwverordening gemeente Rucphen en de Erfgoedverordening gemeente Rucphen benoemde leden worden geacht gedurende de in deze verordeningen opgenomen benoemingstermijn te zijn benoemd op grond van dit besluit.

  • 2.

    Als voor de inwerkingtreding van de wet een aanvraag om een besluit is ingediend, blijft het oude recht, met betrekking tot de commissies op het gebied van welstand en monumentenzorg van kracht, met dien verstande dat de Gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving wordt geacht de in artikel 8 van de Woningwet, dan wel de in artikel 9.1, eerste lid, onder a, van de Erfgoedwet in samenhang met artikel 15 van de Monumentenwet 1988 bedoelde commissie te zijn.

Artikel 17 Vervallen oude regeling

  • 1.

    De regels met betrekking tot de commissie, zoals opgenomen in de Bouwverordening gemeente Rucphen en de Erfgoedverordening gemeente Rucphen vervallen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt tegelijk met de Omgevingswet in werking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke adviescommissie fysieke leefomgeving gemeente Rucphen 2024.

     

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Rucphen in zijn openbare vergadering van 13 december 2023,

     

    de griffier, J.J.H. Lahaije,

    de voorzitter, mr. M. van der Meer Mohr.