Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Nota Dierenwelzijn in de Gemeente Zoetermeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Dierenwelzijn in de Gemeente Zoetermeer
CiteertitelNota Dierenwelzijn in de Gemeente Zoetermeer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-02-2024nieuwe regeling

31-01-2022

gmb-2024-35685

2022-004728

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Dierenwelzijn in de Gemeente Zoetermeer

Wonen, leven en welzijn van dieren in Zoetermeer.

 

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 januari 2022

 

Besluit

  • 1.

    De bijgevoegde nota dierenwelzijn vast te stellen, om daarmee gevolg te geven aan de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van:

    • a.

      Dierenbescherming en dierenopvang;

    • b.

      Gezelschapsdieren;

    • c.

      In het wild levende dieren;

    • d.

      De stadsboerderijen;

    • e.

      Evenementen met dieren.

  • Met dien verstande dat

    • A.

      op bladzijde 20 van de bijlage 'Nota dierenwelzijn' de tekst:

      "De gemeente Zoetermeer wil het dierenleed bij zowel de roofvogels als de dieren in de vrije natuur voorkomen. Daarom wordt dit onderwerp meegenomen in de herziening van de Evenementennota. Er wordt onderzocht of het wenselijk en haalbaar is om een verbod op te nemen in de herziene evenementennota."

      wordt vervangen door:

      "De gemeente Zoetermeer wil het dierenleed bij zowel de roofvogels als de dieren in de vrije natuur voorkomen. Daarom wordt dit onderwerp meegenomen in de herziening van de Evenementennota. Indien juridisch haalbaar wordt er een verbod op het gebruik van roofvogels bij evenementen opgenomen in de herziene Evenementennota."

    • B.

      op bladzijde 20 van de bijlage 'Nota dierenwelzijn' de tekst:

      "Er wordt onderzocht of het wenselijk en haalbaar is om een verbod op roofvogelshows op te nemen in de herziene evenementennota."

      wordt vervangen door:

      "Indien juridisch haalbaar wordt er een verbod op het gebruik van roofvogels bij evenementen opgenomen in de herziene Evenementennota."

  • 2.

    Motie 1903-05 als afgedaan te beschouwen.

  • 3.

    Toezegging 516 als afgedaan te beschouwen

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

 

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In de gemeente Zoetermeer leven tal van verschillende dieren. Deze dieren kunnen worden verdeeld onder verschillende categorieën namelijk gezelschapsdieren, landbouwhuisdieren en in het wild levende dieren. De mens heeft verplichtingen aan deze dieren. Er is een zorgplicht en handelingen die mogelijke schade aan het dier toebrengen zijn niet toegestaan. Dieren horen bij onze samenleving en zorgen binnen de gemeente voor levendigheid en uitstraling. Het welzijn van een dier is een actueel maatschappelijk thema. De gemeente Zoetermeer hecht een grote waarde aan een goed, gezond en diervriendelijk leefklimaat.

 

1.2 Doelstelling

Doel van de nota dierenwelzijn is om met de instrumenten die de gemeente Zoetermeer ter beschikking heeft de samenleving te stimuleren respectvol met dieren om te gaan en zoveel mogelijk dierenleed te voorkomen. Op het gebied van dierenwelzijn is er landelijke wetgeving. Regelgeving en handhaving op dit terrein zijn in principe een zaak van het Rijk. Als er uit deze landelijke wetgeving, gemeentelijke taken voortvloeien is het doel om deze taken zo goed mogelijk uit te voeren waarbij het dierenwelzijn wordt bevorderd en dierenleed wordt voorkomen. Om het welzijn te verbeteren is een samenwerking tussen gemeente en de betrokken partners van belang. Daarnaast is het bevorderen van de bewustwording van dierenwelzijn onder de bevolking belangrijk. Door de huidige financiële situatie binnen de gemeente Zoetermeer wordt deze nota budgetneutraal uitgevoerd.

 

1.3 Definitie Dierenwelzijn

Het Brambell Comité kreeg in 1965 van de Britse regering opdracht om de voorwaarden vast te stellen waaronder dieren gehouden moesten worden. Deze voorwaarden zijn in 1993 door de Britse Farm Animal Welfare Council uitgewerkt tot de bekende ‘vijf eenheden’:

 

  • Dieren zijn vrij van honger en dorst. Ze hebben gemakkelijk toegang tot vers water en een adequaat rantsoen;

  • Dieren zijn vrij van ongemak. Ze hebben een geschikte leefomgeving inclusief onderdak en een comfortabele rustplaats;

  • Dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte. Er is sprake van preventie en een snelle diagnose en behandeling;

  • Dieren zijn vrij van angst en stress. Er is zorg voor voorwaarden en behandelingen die geestelijk lijden voorkomen;

  • Dieren zijn vrij om normaal gedrag te vertonen. Ze hebben voldoende ruimte, goede voorzieningen en gezelschap van soortgenoten.

1.4 Visie Dierenwelzijn

In het coalitieakkoord van Zoetermeer ‘Groene, veilige stad met ambitie’ staat in Hoofdstuk 1 Visie het volgende beschreven: ‘Ook voor (huis-)dieren zijn we een vriendelijke stad.

 

De gemeente Zoetermeer streeft ernaar om een diervriendelijke gemeente te zijn waarbij dieren een prettig, gezond en diervriendelijk leven hebben. Om dit te creëren zullen er voorwaarden worden gesteld om te zorgen voor een gezond leefklimaat voor alle dieren in Zoetermeer.

 

De gemeente vindt het belangrijk dat er een goede samenwerking is met de lokale dierenorganisaties. Een goede samenwerking tussen de dierenorganisaties onderling is ook van belang. Het stimuleren van een goede samenwerking tussen en met de lokale organisaties zorgt ervoor dat het dierenwelzijn bevorderd wordt.

 

De inwoners van Zoetermeer informeren met wat dierenwelzijn inhoudt, is belangrijk. Het overbrengen aan de inwoners, hoe belangrijk dierenwelzijn is, kan zorgen voor een verbeterde conditie van het dier.

 

1.5 Afbakening

Deze nota gaat over gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid. Echter zijn er onderwerpen die niet in deze nota behandeld zullen worden.

 

In deze nota worden afspraken rondom dierenwelzijn die landelijk of provinciaal in de wet zijn vastgelegd niet behandeld. Denk bijvoorbeeld aan de Wet dieren, de Vogel- en habitatrichtlijnen en de nieuwe Wet natuurbescherming (met daarin opgenomen de Flora- en Faunawet, Boswet en Natuurbeschermingswet).

Het is mogelijk dat uit de landelijke wetgeving, gemeentelijke taken voortvloeien. Deze gemeentelijke taken worden uitgevoerd met ruimte voor eigen invulling. Het Wettelijk kader dierenwelzijn is toegevoegd in de bijlagen.

 

De bepalingen die al opgenomen zijn in de Algemene Plaatselijke Verordening van Zoetermeer en onderwerpen waar al beleid voor is (bv. hondenbeleid) worden niet behandeld. Deze onderwerpen worden wel benoemd in deze nota.

 

Biodiversiteit wordt beschreven in de visie biodiversiteit en wordt in deze nota buiten beschouwing gelaten. Dat betekent dat (soortenrijkdom van) insecten en planten niet voorkomen in deze nota.

 

Ook het recent aangenomen amendement op de Wet Dieren wordt niet meegenomen in deze nota. De materiële uitwerking van dit amendement treedt in op 1 januari 2023. De consequenties hiervan zijn op moment van schrijven nog niet duidelijk en kunnen later in de uitvoering van deze nota worden geïntegreerd.

 

1.6 Leeswijzer

Deze nota is opgebouwd uit 7 hoofdstukken. Hoofdstuk 2 gaat over dierbescherming, opvang van dieren en over andere dierenorganisaties in de gemeente Zoetermeer. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan het verhogen van het welzijn van de gezelschapsdieren. In hoofdstuk 4 wordt gesproken over het welzijn van in het wild levende dieren. In hoofdstuk 5 wordt dieper ingegaan op de stadsboerderijen die gevestigd zijn in Zoetermeer. In hoofdstuk 6 wordt toegelicht hoe wordt omgegaan met dieren tijdens evenementen, circussen en eventueel andere shows. In hoofdstuk 7 worden algemene zaken zoals o.a. ongediertebestrijding en bezit van verboden dieren besproken. Ten slotte wordt een actiepuntenlijst en bijlagen toegevoegd.

2. Dierenbescherming en dierenopvang

2.1 Wettelijke taak voor de gemeente op grond van het Burgerlijk Wetboek

De gemeente Zoetermeer is verplicht om gevonden dieren gedurende veertien dagen op te (laten) vangen. Dit is bepaald in het Burgerlijk Wetboek (artikel 5:8 lid 3 BW). In het Burgerlijk Wetboek staat ook beschreven dat een inwoner een gevonden dier zelf mag verzorgen en in bewaring mag nemen, mits er aangifte is gedaan. De bewaartermijn voor een inwoner is twaalf maanden. Na een jaar wordt de vinder die aangifte heeft gedaan en het dier als houder heeft verzorgd, ook daadwerkelijk de eigenaar. De bewaartermijn staat in de wet vastgelegd en is te vinden in het Burgerlijk Wetboek artikel 5:5 BW en artikel 5:6 BW.

 

2.2 Wettelijke taak voor gemeente op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht

De gemeente Zoetermeer heeft ook een wettelijke taak op het gebied van de Algemene Wet Bestuursrecht. De huisdieren kunnen door de politie en GGD gedwongen opgenomen worden bij huisuitzettingen, detenties of vanwege gezondheidsrisico’s. De gedwongen opvang valt onder de wettelijke taak van de gemeente. Bij deze opvang geldt een maximale duur van dertien weken.

 

2.3. Dierenbescherming en dierenopvang

Binnen de gemeente Zoetermeer zijn er verschillende dierenorganisaties die werkzaamheden uitvoeren in het kader van de bescherming en opvang van dieren.

2.3.1. Dierentehuis Zoetermeer

Het Dierentehuis Zoetermeer is een dierenopvangcentrum voor zwerf- en afstandshonden en katten die afkomstig zijn uit Zoetermeer. De Dierenambulance Den Haag brengt deze dieren naar het Dierentehuis Zoetermeer. Het dierentehuis heeft ook een pensionfunctie voor de opvang van honden en katten en een dagopvang voor honden. Met deze organisatie is een subsidierelatie in het kader van de wettelijke verplichting om dieren op te vangen.

2.3.2. Dierenambulance Den Haag

De gemeente Zoetermeer heeft een samenwerking met de Dierenambulance Den Haag.

De Dierenambulance Den Haag biedt 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, hulp aan gewonde of zieke dieren. Daarnaast kan de Zoetermeerse inwoner de dierenambulance bellen voor het ophalen en of verwijderen van een gewond, ziek of dood dier langs de weg of in het water.

 

Naast het beschermen van de dieren vangt Dierenambulance Den Haag ook dieren op. Als de dierenambulance zieke en gewonde huisdieren van straat haalt worden deze opgevangen in hun dierenhospitaal of bij de wildopvang Delft als dat dichterbij is. Honden en katten worden naar het Dierentehuis Zoetermeer gebracht. Wanneer de eigenaar van het dier niet komt opdagen, zoekt de het dierentehuis of de dierenambulance (afhankelijk van waar het dier opgevangen wordt) een nieuw huis voor deze dieren als ze zijn hersteld.

 

De Dierenambulance Den Haag wordt per rit betaald door de gemeente Zoetermeer in het kader van de wettelijke verplichting om dieren op te vangen.

2.3.3. Egelopvang Zoetermeer

De stichting Egelopvang Zoetermeer is een dierenbeschermingsorganisatie die zich inzet voor het lot van de egel. De egelopvang heeft een samenwerking met de dierenbescherming. De egelopvang heeft een aantal doelen opgesteld:

 

  • De egels die door ziekte, verwonding of verwezing, door direct of indirect menselijk handelen of nalaten tijdelijk of niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven, tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren.

  • De opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur. Daarbij wordt zoveel mogelijk voorkomen dat dieren onnodige stress ervaren of letsel oplopen.

  • De opvang is zodanig dat een dier zoveel mogelijk zijn soorteigen gedrag kan blijven vertonen na terugkeer naar de natuur.

  • De stichting geeft waar mogelijk voorlichting over de wilde flora en fauna.

De gemeente stimuleert de egelopvang in hun werkzaamheden door middel van een kleine jaarlijkse bijdrage.

2.3.4. Het Knaaghof

Het Knaaghof heeft sinds 2010 een samenwerking met de Dierenbescherming regio Zuidwest. Het Knaaghof is een konijnen- en knaagdierenopvangcentrum gevestigd in Rijswijk. Het opvangcentrum vangt jaarlijks zo’n 600 konijnen en knaagdieren op uit de regio Haaglanden, zo ook van de gemeente Zoetermeer. Het opvangen van deze dieren is steeds vaker nodig omdat konijnen en knaagdieren soms in een impuls gekocht worden en niet altijd goed wordt nagedacht over de verzorging. Het Knaaghof streeft ernaar om zo snel mogelijk een goed thuis te vinden voor alle dieren, waar ze de verzorging, ruimte en aandacht krijgen die ze nodig hebben.

2.3.5. Vogelopvang De Wulp

Vogelopvang de Wulp is gevestigd in Den Haag maar vangt wel zieke, verzwakte of gewonde vogels op afkomstig uit Zoetermeer. Deze opvang verzorgt alleen in het wild levende vogels die door menselijk toedoen in de problemen zijn gekomen. Dit kan komen door het verkeer, katten en honden, visdraad en haak, ramen, vergif en of mishandeling.

 

2.4 Actiepunten Gemeente Zoetermeer

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    Gemeente Zoetermeer continueert, op basis van contracten met externe partijen, haar wettelijke taken om dierenbescherming en dierenhulpverlening te borgen.

  • 2.

    Om overlast en problemen van zwerfdieren te voorkomen en te zorgen voor goede opvang van dieren, maakt de gemeente Zoetermeer afspraken met de dierenbescherming of de dierenhulpverlening. Deze afspraken worden regelmatig (minimaal 1 keer per jaar) geëvalueerd

  • 3.

    De gemeente Zoetermeer organiseert jaarlijks een bijeenkomst met alle dierenwelzijnsorganisaties om zaken over dierenwelzijn te bespreken.

3. Gezelschapsdieren

In Nederland hebben 3,9 miljoen huishoudens ongeveer 27 miljoen gezelschapsdieren. In de tabel hieronder een overzicht per gezelschapsdier.

 

Aantal gezelschapsdieren

1

1,9 miljoen honden

2

3,1 miljoen katten

3

0,5 miljoen knaagdieren

4

2,4 miljoen zang- en siervogels

5

0,6 miljoen konijnen

6

0,9 miljoen postduiven

7

7,1 miljoen aquariumvissen

8

1,6 miljoen kippen, eenden en ganzen

9

0,3 miljoen reptielen

10

8,2 miljoen vijvervissen

11

0,2 miljoen pony’s en paarden

 

3.1 Wetgeving

Wie een huisdier heeft, moet daar goed voor zorgen. Sinds 1 juli 2014 is het ‘Besluit houders van dieren’ in werking getreden. De houders, verkopers en fokkers van huisdieren moeten zich houden aan de regels die opgenomen zijn in het Besluit houders van dieren en de Regeling houders van dieren.

 

De belangrijkste regels voor het houden van huisdieren gaan over:

 

  • Huisvesting van dieren

    Het dier moet in een geschikte ruimte worden gehouden. Er moet voldoende bewegingsvrijheid zijn zodat het niet onnodig lijdt.

  • Verzorging van dieren

    Houders moeten ervoor zorgen dat het dier goed voer en voldoende water krijgt. En dat een dier medische verzorging krijgt als dat nodig is.

  • Verkoop van dieren

    Verkopers mogen geen huisdieren verkopen aan personen onder de 16 jaar. Dieren mogen niet in een etalage staan. En een verkoper moet schriftelijke informatie afgeven aan een klant over het verkochte dier.

  • Fokken van dieren

    Professionele fokkers en hobbyfokkers mogen niet fokken met dieren die ernstige afwijkingen of ziekten hebben. Of met dieren die ernstige gedragsafwijkingen hebben.

In Nederland zijn niet alle dieren geschikt als huisdieren. Er zijn dieren die ziektes kunnen overdragen, een bijzondere of ingewikkelde verzorging nodig hebben of die gevaarlijk zijn.

Daarom is er in Nederland sinds 2017 een huis- en hobbydierenlijst voor zoogdieren. Uitsluitend zoogdieren op deze lijst (een zgn. positieflijst, zie bijlage 2) mogen door particulieren worden gehouden. Voor vogels, amfibieën en reptielen komen later positieflijsten. Wanneer deze worden gerealiseerd is op moment van schrijven niet bekend. Tot die tijd mogen deze dieren nog door particulieren gehouden worden.

 

In de Wet dieren is een chipplicht voor honden opgenomen. Dit betekent dat pups geboren na 1 april 2013 verplicht geregistreerd moeten worden. Dit is opgenomen in de Regeling Identificatie en Registratie van dieren. De fokker is verplicht de pups voor de leeftijd van 7 weken te laten chippen. Ook zijn ze verplicht de pups voor de leeftijd van 8 weken op de naam van de fokker te registreren via een erkende databank. De databank meldt vervolgens de pups aan bij het Ministerie. Dit wordt ook wel een geboortemelding genoemd. De fokker krijgt per pup een bewijs geboorteregistratie.

Als de pups overgaan naar een nieuwe eigenaar, wordt bij overdracht het bewijs van geboorteregistratie overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Het is verplicht om binnen 14 dagen aan de overheid de wisseling van eigenaar te melden, deze melding wordt gedaan bij dezelfde erkende databank.

 

3.2 Verwaarlozing en mishandeling

Het mishandelen en verwaarlozen van dieren komt vaker voor dan gedacht wordt. Dit kan bewust maar ook onbewust gebeuren. De gemeente Zoetermeer heeft geen eigen meldpunt voor dierenmishandeling en – verwaarlozing. Het dierenleed als gevolg van mishandeling of verwaarlozing kan gemeld worden door het landelijke meld-nummer ‘144 red een dier’ te bellen, of een melding te maken bij de boa flora en fauna via 14079.

 

De gemeente gaat een sterkere rol spelen in het tegengaan van het mishandelen en verwaarlozen van dieren.

 

Dit zal de gemeente doen door het onderwerp dierenwelzijn twee keer per jaar bewust onder de aandacht te brengen van de inwoners door middel van een themapagina in het huis-aan-huis blad. Ook de social media van de gemeente Zoetermeer worden -zeker rondom het verschijnen van de themapagina- hiervoor gebruikt.

 

Hier wordt bijvoorbeeld ook het landelijke meld-nummer ‘144 red een dier’ onder de aandacht gebracht, of informatie over de mogelijkheden tot ondersteuning van minima. Denk aan de voedselbank voor dieren.

 

Ook de dierenbescherming doet een beroep op deze hulpverleners. De Dierenbescherming heeft een ‘Helpdesk Hulpverleners’. Deze helpdesk is er voor advies en overleg voor de sociale hulp- en dienstverleners. Op deze manier wordt er samen aandacht besteed aan het welzijn van mensen en dieren.

 

3.3 Minima en huisdieren

Binnen de gemeente Zoetermeer is door een team van vrijwilligers de voedselbank voor dieren in Zoetermeer opgericht. Deze voedselbank is opgericht voor inwoners van Zoetermeer en omgeving die te kampen hebben met financiële problemen. De mensen die ingeschreven staan bij de ‘voedselbank voor mensen’ komen in aanmerking voor de ‘voedselbank voor dieren’. Ook mensen die in aanraking komen met schuldhulpverlening of een bewindvoerder toegewezen hebben gekregen komen in aanmerking. De gemeente Zoetermeer kan in overleg met de voedselbank en andere maatschappelijke organisaties voorlichting verzorgen over de voedselbank voor huisdieren.

 

3.4 Registratie Katten

Het is volgens de wet niet verplicht om katten te laten registreren. De gemeente Zoetermeer vindt het belangrijk dat katten geregistreerd worden en dat inwoners gestimuleerd en voorgelicht worden over het belang van registratie. Door het laten chippen van een kat, kan de rechtmatige eigenaar gevonden. Hiermee wordt het probleem met zwerfkatten en verwilderde katten aangepakt.

 

3.5 Honden, regels en -belasting

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal regels opgesteld waaraan hondeneigenaren zich moeten houden.

 

Hondenuitlaatkaart

De gemeente heeft een online hondenuitlaatkaart, op deze kaart staan alle regels en informatie over waar honden wel of niet uitgelaten mogen worden. Recent is de kaart geactualiseerd na een Doe Mee participatietraject. Op deze uitlaatkaart staat door middel van een legenda duidelijk aangegeven wat wel en niet mag.

 

 

Een hondenspeeltuin is er op dit moment niet, er zijn wel er uitlaatvelden waar bijvoorbeeld toegang tot water is, om honden goed te kunnen laten spelen met meerdere natuurlijke materialen. Ook zijn er in iedere wijk plekken waar honden los mogen lopen. In het Westerpark betreft dit buiten het broedseizoen zelfs een groot deel van het Westerpark.

 

Regels

Binnen de bebouwde kom van Zoetermeer moeten honden over het algemeen aan de lijn worden uitgelaten, mits dit anders is aangegeven. Er geldt voor eigenaren van honden een zorgplicht voor de flora en fauna. Dit betekent dat honden geen schade mogen veroorzaken aan de flora en fauna. Daarnaast is het verplicht om hondenpoep op te ruimen, behalve in het struikgewas. Dit geldt ook op plaatsen waar honden los mogen lopen, zoals uitrenvelden. Degene die de hond uitlaat is verantwoordelijk voor het opruimen. Overtreding van de regels kan leiden tot een boete. De regels gelden niet voor hulphonden met een speciale taak voor gehandicapten en blinden of slechtzienden.

 

De gemeente Zoetermeer ruimt geen hondenpoep op. De gemeentelijke handhavers letten op het naleven van de uitlaatregels. Naast de normale buitengewoon opsporingsambtenaren heeft de gemeente Zoetermeer ook een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) flora en fauna in dienst. Deze boa zorgt dat iedereen zich op het gebied van flora en fauna aan de regels en afspraken houdt die in de Wet natuurbescherming staan vastgelegd. De boa is er om burgers en ondernemers aan te spreken op overtredingen, voorlichting en informatie te geven, meldingen in ontvangst te nemen en procedures in de gaten te houden. De boa flora en fauna kan bij overtredingen ook sanctionerend optreden of de politie en of andere partners inschakelen.

 

Bij bijtincidenten wordt in de gemeente Zoetermeer altijd de politie ingeschakeld.

Als dit aan de orde is treedt het bijtprotocol in werking.

Team Handhaving van de gemeente Zoetermeer heeft hierover contact met de politie waar nodig danwel wenselijk. De bestuurlijke handhaving naar aanleiding van bijtincidenten gaat via de gemeente Zoetermeer. Denk hierbij aan aanlijn- en muilkorfgeboden.

 

Belasting

Iedereen die in Zoetermeer woont en in bezit is van één of meerdere hond(en), moet hondenbelasting betalen. Dit geldt ook voor puppy’s, waakhonden en honden die (bijna) nooit op straat komen. Voor honden die opgeleid zijn door een erkend instituut zoals blindengeleidehonden, politiehonden en hulphonden hoeft geen hondenbelasting te worden betaald.

 

Aantal honden

2021

2020

2019

Eerste hond

€ 65,69

€ 64,91

€ 63,89

Tweede hond

€ 98,08

€ 96,92

€ 95,39

Derde en elke volgende hond, per hond

€ 130,80

€ 129,25

€ 127,21

Kennel

€ 163,35

€ 161,41

€ 158,87

 

3.4 Castratie en sterilisatie

Het castreren en steriliseren van gezelschapsdieren heeft zowel voor- als nadelen. De dieren worden nadat zij onvruchtbaar zijn gemaakt minder agressief. De omgang met mensen en andere dieren wordt hierdoor verbeterd. Daarnaast lopen de dieren minder kans op bepaalde ziektes. De ingreep voorkomt ongewenste nestjes, deze nestjes kunnen ook tot impulsaankopen leiden. Het nadeel is dat er altijd risico’s aan een operatie kleven, zij het in beperkte mate. Goede voorlichting over dit onderwerp is erg belangrijk. De gemeente Zoetermeer zet verschillende informatiekanalen in om voorlichting te geven over dit onderwerp.

 

3.6 Actiepunten gemeente

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    De gemeente Zoetermeer informeert twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media inwoners over welke dieren wel en niet zijn toegestaan als huisdieren.

  • 2.

    De gemeente Zoetermeer informeert en adviseert twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media inwoners over hoe om te gaan met huisdieren en hoe dierenmishandeling en -verwaarlozing te voorkomen. Wat is wel en niet toegestaan en hoe dit wordt aangepakt.

  • 3.

    De gemeente Zoetermeer informeert de vrijwilligers van de voedselbank over de voedselbank voor dieren en vraagt hen dit actief te verspreiden.

  • 4.

    De gemeente Zoetermeer informeert hondenbezitters twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media over de hondenuitlaatkaart en regels die gelden bij het uitlaten van honden.

  • 5.

    De gemeente Zoetermeer vindt de registratie van katten belangrijk. De gemeente gaat daarom met voorlichting stimuleren en motiveren om katten te registreren.

  • 6.

    De gemeente Zoetermeer gaat via verschillende informatiekanalen voorlichting geven over castratie en sterilisatie. Denk hierbij aan diverse social media en het huis-aan-huisblad

4. In het wild levende dieren

In het wild levende dieren dragen bij aan de beleving van de stad en zorgen voor een ecologisch evenwicht. Dit zijn redenen om hun aanwezigheid te bevorderen. In het wild levende dieren komen in Nederland regelmatig in problemen. Dit komt onder andere doordat het land meer en meer is aangepast aan de menselijke behoeftes. De natuurlijke leefgebieden zijn in kwaliteit verminderd en zijn verkleind. Hierdoor moeten dieren van het ene naar het andere gebied trekken om voedsel te zoeken. Dit kan een gevaar voor henzelf en de verkeersveiligheid vormen. Daarnaast kunnen wilde dieren ook verkeerde plekken kiezen om eten bij elkaar te zoeken. Als wilde dieren overlast geven, kunnen diervriendelijke maatregelen getroffen worden om overlast te beperken.

 

4.1 Opvang en vervoer in het wild levende dieren

In de Wet Dieren en de Wet Natuurbescherming geldt een algemene zorgplicht voor eenieder voor in het wild levende, inheemse diersoorten. Het opvangen van dergelijke dieren mag alleen als de instantie een ontheffing heeft verkregen op grond van de Wet Natuurbescherming. Dit kan niet door particulieren worden uitgevoerd. Deze opvang heeft altijd het doel om de dieren zo spoedig als mogelijk weer uit te zetten in de vrije natuur.

 

4.2 Ruimtelijke ingrepen

Woningbouw, sloopwerkzaamheden, wegenaanleg, maar bijvoorbeeld ook verlichting zorgen regelmatig voor een bedreiging van het leefgebied van in het wild levende dieren. Bij ruimtelijke ingrepen geldt de Wet Natuurbescherming. Dit geldt zowel voor grote als kleine ruimtelijke ingrepen. Een ruimtelijke ingreep kan een negatief effect hebben omdat de dieren op de desbetreffende plek leven. Door een quickscan en zo nodig aanvullend natuurwaardenonderzoek uit te voeren moet blijken of een ontheffing en/of vergunning vereist is, of dat er veldgidssoorten aanwezig zijn waardoor een aangepaste werkwijze vereist is, voorafgaand aan de werkzaamheden! Daarmee wordt getracht stilleggen van projecten te voorkomen en tijdig gepaste maatregelen voor de aanwezige soorten te treffen. Een ruimtelijke ingreep kan ook ingezet worden met het doel de leefomstandigheden van de dieren te verbeteren, bijvoorbeeld door het aanleggen en beheren van een ecologische oever of het zorgen voor een diervriendelijke wegonderdoorgang. In Zoetermeer geeft de Groentrilogie aan hoe de gemeente om wil gaan met het groen, de biodiversiteit en de bomen in de stad.

 

4.3 Gedragscodes

Op 29 april 2009 is de Gedragscode Natuurbeheer van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vastgesteld. Deze gedragscode is opgesteld om niet voor iedere handeling een aparte ontheffing aan te hoeven vragen wanneer men beschermde dieren- en planten verwacht op die plaats in de gemeente. Een gemeente kan kiezen om zelf een gedragscode op te stellen, maar kan gebruik maken van de ingevulde leidraad die hoort bij een gedragscode die door het ministerie van LNV is goedgekeurd.

 

Als de gemeente plannen ontwikkelt om ruimtelijke ingrepen of werkzaamheden uit te voeren, moet van tevoren worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties zijn voor (beschermde) diersoorten. De gemeente is dit als initiatiefnemer verplicht. De gemeente Zoetermeer heeft zelf een gedragscode opgesteld. Dit is een gedragscode voor het zorgvuldig handelen bij bestendig beheer en onderhoud & bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Deze gedragscode zal op een later moment worden opgenomen in de (plannen voor de ) omgevingsvisie. Deze gedragscode heeft de volgende doelen:

 

  • Duidelijk maken welke gedragsregels er moeten worden gevolgd bij de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud en bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, om schade aan beschermde soorten te voorkomen of te beperken.

  • Vereenvoudigen van procedures door het gebruik van vrijstellingen in plaats van ontheffingen.

In Zoetermeer wordt naast de gedragscode ook gewerkt met de Veldgids en de Groenkaart. In de Veldgids zijn beschermde soorten en habitats opgenomen en de werkwijze van de gemeente Zoetermeer wordt hierop aangepast. In de Groenkaart worden verschillende types groen met de bijbehorende werkwijzen zijn gecategoriseerd. Door groene verbindingen te behouden en te versterken kunnen dieren veiliger van A naar B verplaatsen en op zoek gaan naar voedsel.

 

Er zijn ook afspraken gemaakt in de gedragscode over het maaien in het broedseizoen. Hier wordt zeer terughoudend mee omgegaan. Er wordt alleen in het broedseizoen gemaaid als dit echt noodzakelijk is voor bijvoorbeeld veiligheid.

Daarnaast moet een aannemer, als er al wordt gemaaid, onderzoek doen in het te maaien gebied en wordt er toezich gehouden op de activiteiten van de aannemer.

 

4.4. Baggeren

De hoogheemraadschappen (Rijnland, HHSK en Delfland) hebben alle hoofdwatergangen in beheer. De gemeente is verantwoordelijk voor de overige watergangen, waaronder verbredingen in waterpartijen, maar ook de Broekwegwetering, de Zoetermeerse-, Noordhovense- en Benthuizerplas. De gemeente en hoogheemraadschap mogen niet zomaar ergens gaan baggeren. Volgens de Wet Natuurbescherming moet er verplicht een gedegen onderzoek uitgevoerd worden. Er moet onderzocht worden of beschermde diersoorten aanwezig zijn. Als dit het geval is, zal er ontheffing aangevraagd moeten worden bij de provincie. Een ontheffing is niet nodig als het gaat om regulier onderhoud waarin uitsluitend algemene soorten voorkomen. De voorwaarde is dat de regels volgens de gedragscode nageleefd worden en conform de regelgeving in de Wet Natuurbescherming. De regels voor baggeren in Zoetermeer staan beschreven in de gedragscode van Zoetermeer. De hoogheemraadschappen hanteren de gedragscode van de Unie van Waterschappen. Hierin zijn ook regels met betrekking tot baggeren in het broedseizoen vastgelegd. Uitgangspunt is dat dit niet gebeurt, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij bedreiging van de volksgezondheid.

 

In het najaar worden alle waterwegen door het hoogheemraadschap geschouwd. Hierin wordt ook het mogelijke baggeren meegenomen. De meeste baggerwerkzaamheden vinden vervolgens in de herfst en vroege winter plaats.

 

4.5 Blauwalg en Botulisme

Botulisme

Botulisme is een vorm van voedselvergiftiging, veroorzaakt door een bacterie in water met een laag zuurstofgehalte. Deze bacterie vermeerdert zich bij dode vogels in het water of bij warm weer. Botulisme kan zowel voor dier als mens gevaarlijk zijn. Duidelijk advies voor mens en dier is dan ook niet zwemmen in wateren met botulisme. Dit kan worden herkend door het zien van dode en of zieke dieren. Dode en zieke dieren kunnen gemeld worden bij de Dierenambulance Den Haag. Zij kunnen dieren voor onderzoek doorsturen naar een laboratorium van de WUR in Lelystad.

 

Blauwalg

Blauwalgen zijn bacteriën en produceren giftige stoffen. Deze bacteriën zijn schadelijk voor zowel mens als dier. De meeste soorten zijn blauwgroen van kleur. Overlast door blauwalgen ontstaat meestal bij warm weer in voedselrijk water. De blauwalgen groeien namelijk optimaal bij een temperatuur tussen 20 en 30 ºC, bij nog hogere temperaturen groeien ze harder. In het zwemseizoen wordt minimaal elke twee weken de waterkwaliteit gemeten. De controle gebeurt door het hoogheemraadschap in opdracht van de provincie. Het water wordt onderzocht op ziekteverwekkende bacteriën, helderheid en aanwezigheid van blauwalgen. In de Zoetermeerse plas is blauwalg een probleem. Op dit moment wordt er op een aantal manieren gewerkt aan oplossingen. Ten eerste curatief, door het bestrijden van de aanwezige blauwalg door middel van ultrasonische geluidsgolven. Ten tweede door in te zetten op preventie. Het project Moerasparels mikt hierbij op de kortere termijn en het grotere project Ons blauwe goud op de langere termijn. Dit laatste project is een samenwerking van de gemeente Zoetermeer en Hoogheemraadschap Rijnland en richt zich op ingrijpender maatregelen. Denk hierbij aan forse ingrepen in de waterhuishouding en het aanpassen van oevers. Dit alles met als doel om minder voedselrijk water naar de Zoetermeerse plas te laten stromen.

 

4.6 Overlast wilde dieren

Het kan voorkomen dat dieren gevaar, schade of overlast veroorzaken. Als er schade aan openbare ruimte wordt aangebracht kunnen dieren verjaagd worden of kan gebruik gemaakt worden van andere diervriendelijke alternatieven. De allerlaatste oplossing is het doden van het dier. Als het om beschermde soorten gaat is er vrijstelling of ontheffing nodig. Dit is ook nodig wanneer er buiten het jachtseizoen verjaagd of gedood wordt. De provincie is het bevoegd gezag voor beheer en schadebestrijding. De provincie verleent ontheffingen aan de Faunabeheereenheid Zuid-Holland. Die mag de ontheffing doorgeven aan wildbeheereenheden of individuele jagers. Voor het beheer en schadebestrijding is altijd toestemming nodig van de grondgebruiker.

4.6.1 Aanpak gemeente Zoetermeer

De gemeente Zoetermeer moet per overlastgeval bekijken wat de beste aanpak is en op welke manier dit in de toekomst voorkomen kan worden. Preventie heeft de voorkeur boven het oplossen van een ontstaan probleem. Een schadebestrijding die bij Zoetermeer past is een bestrijding waarbij dieren niet gedood worden, tenzij er geen andere mogelijkheid is. Het doden van dieren is alleen gerechtvaardigd als er sprake is van zeer ernstige schade en alternatieve, diervriendelijkere oplossingen niet mogelijk zijn. Daarnaast is belangrijk om te weten dat het doden van dieren om schade en overlast te bestrijden niet effectief en duurzaam is. De oorzaak van de overlast is niet weggenomen door de dieren te doden en de kans bestaat dat het probleem zich voortzet of in de loop der tijd weer opkomt. Want op plekken waar veel dieren overlijden, treedt het zelfregulerend vermogen op. Dit betekent dat bij bepaalde diergroepen geldt dat als de populatie wordt uitgedund en juist meer jongen worden geboren om die populatie weer op peil te brengen. Hierdoor kan schade en overlast opnieuw optreden. De gemeente Zoetermeer zal zich altijd als eerst richten op preventie in plaats van het doden van dieren. Voorbeelden kunnen zijn de beschikbaarheid van voedsel en nestgelegenheid beperken. Dit kan al een hoop overlast voorkomen. Ook is belangrijk dat er gekeken wordt naar het aantal meldingen en het eventuele gevaar voordat er ingegrepen wordt. Het advies inwinnen bij de dierenbescherming is dan noodzakelijk. De gemeente richt zich vooral op gevallen van overlast met grote impact of gevaar. Bij eventuele bestrijding is het van belang om een faunabeheerbedrijf in te schakelen en een medewerker van de gemeente met ecologische kennis.

 

Diervriendelijke alternatieven

 

Er zijn verschillende alternatieven mogelijk om overlast en schade te voorkomen.

 

  • Voorkomen van verkeersongelukken door het plaatsen van hekken met gaas.

  • Gebieden onaantrekkelijk maken, denk bijvoorbeeld aan vogelwerende maatregelen en schuilmogelijkheden buiten kwetsbare periodes wegnemen;

  • Opruimen van voedselresten, afsluiten van containers, gebruik van ondergrondse containers;

  • Niet voeren van onder andere watervogels

  • Bouwkundige maatregelen treffen, zoals het dichten van gaten en kieren of juist openlaten voor nest- en verblijfplaatsen, mogelijke schuilplaatsen wegnemen en het goed onderhouden van het rioolstelsel;

  • Uitvoeren van nestbeheer

  • Groenvoorzieningen verstandig inrichten en beheren;

  • Natuurlijke vijanden de ruimte geven.

Als alle preventieve of diervriendelijke maatregelen genomen zijn maar de overlast niet voldoende is weggenomen, dan kan de gemeente overwegen om dieren te vangen en te verplaatsen of in het alleruiterste geval te doden. Bij beschermde diersoorten is ontheffing vanuit de provincie noodzakelijk. De gemeente moet dit aanvragen. Deze ontheffing wordt alleen verleend wanneer andere methoden zijn toegepast.

 

4.7 Schuilmogelijkheden voor dieren

Gemeente Zoetermeer moet schuilmogelijkheden voor weidedieren toestaan. Dit met het oog op de klimaatverandering: steeds warmere en zonnige zomers. Dieren kunnen bij te lang in de zon staan hittestress krijgen als ze niet de schaduw kunnen opzoeken. Ook voldoende drinkwater is hierbij belangrijk. Het bieden van schuilmogelijkheden kan hierbij relevant zijn voor gezelschapsdieren, in het wild levende dieren en stadsboerderijdieren. Een voorbeeld kan zijn een halfopen stalletje, een schaduwdak of een haag of bomenrij. Bij een slimme keuze van de aan te planten soort kan het ook een bijdrage leveren aan de biodiversiteit en aan het cultureel landschap. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) houdt toezicht op dierenwelzijn bij extreme temperaturen

 

4.8 Actiepunten gemeente

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    De gemeente plaatst in het voor- en najaar artikelen in het huis-aan-huis blad en op social media om bewustwording te creëren over de regels die betrekking hebben op ruimtelijke ingrepen.

  • 2.

    De gemeente Zoetermeer draagt er zorg voor dat diegenen die ruimtelijke ingrepen doen of hierbij betrokken zijn, goed op de hoogte zijn van de geldende gedragscode en volgens deze gedragscode werken en controleert hier regelmatig op. Dit geldt zowel voor externe als eigen werknemers.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt iedere vijf jaar de geactualiseerde gedragscodes vast.

  • 4.

    De gemeente Zoetermeer ziet erop toe dat de regels die gelden bij het baggeren na worden nageleefd door alle partijen die baggeren in Zoetermeer.

  • 5.

    De gemeente Zoetermeer informeert en adviseert de Zoetermeerse inwoners over Botulisme en Blauwalg. Dit gebeurt informerend en waarschuwend. Informerend door bewoners op de hoogte te brengen van ontwikkelingen in de bestrijding van botulisme en blauwalg. En waarschuwend op het moment dat er botulisme en/of blauwalg wordt geconstateerd

  • 6.

    De gemeente Zoetermeer ziet erop toe dat te allen tijde diervriendelijke alternatieven worden gebruikt om dierenoverlast te voorkomen. Wanneer alle methoden gebruikt zijn, kan er gedacht worden aan bestrijding die volgens de wet is toegestaan.

5. Stadsboerderijen Zoetermeer

De Gemeente Zoetermeer heeft drie stadsboerderijen. Deze stadsboerderijen worden beheerd door de afdeling Vrije Tijd. De drie stadsboerderijen zijn:

 

  • De Balijhoeve

    Deze boerderij is gevestigd in de wijk Rokkeveen en ligt nabij het speelbos de Balij.

    Naast het hoofdgebouw zijn er ook stallen en weiden voor koeien, geiten, schapen, pony’s, konijnen- en kippenhokken. De Balijhoeve is een plaats waar iedereen welkom is en een uitvalsbasis om de natuur in Zoetermeer te ontdekken. Ook levert de Balijhoeve voeding en onderhoud voor het hertenkamp in Rokkeveen en indien nodig contact met de dierenarts.

  • Het Buitenbeest

    In Meerzicht, midden in het centrum, ligt Speelboerderij Het Buitenbeest. De monumentale boerderij heeft verschillende stallen met dieren en op het erf lopen verschillende kippen. Op het Speeleiland is een activiteitencentrum met een natuurspeelplek waar kinderen kunnen spelen. Ook hier zijn verschillende dierenweides en een schooltuin waar kinderen van groep 5 les in krijgen. In het activiteitencentrum is een kinderopvang gevestigd.

  • De Weidemolen

    Dit is de jongste van de 3 stadsboerderijen en ligt in de wijk Oosterheem De boerderij ligt in een nieuw natuur- en recreatiegebied naast het Bentwoud. In februari 2010 opende de boerderij haar deuren. Op deze locatie is een publieksgebouw gevestigd met horeca, stallen met dierenweides, een konijnen- en een kippenvilla, een eendenverblijf en verschillende speelmogelijkheden voor kinderen. Ook is hier een schooltuin aanwezig voor kinderen uit de groepen 5 van de basisscholen uit Oosterheem.

5.1 Doel stadsboerderijen

De stadsboerderijen in Zoetermeer hebben een educatief en recreatief doel. De gemeente Zoetermeer heeft als missie, respect voor mensen en natuur door uitdagende educatieve en recreatieve programma’s aan te bieden. De stadsboerderijen zorgen ervoor dat bezoekers in contact worden gebracht met (landbouw)huisdieren. Ook wordt hier bewustwording gecreëerd van het doel en de functie van deze dieren. Ten slotte bieden de stadsboerderijen een gelegenheid voor de instandhouding van zeldzame landbouwhuisdieren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bijzondere geitensoorten. Deze zijn in de professionele veehouderij veelal 'vervangen' door andere huisdierrassen die meer productie leveren. Hierdoor zijn een aantal van deze rassen soms bijna helemaal verdwenen.

 

5.2. Dierenwelzijn stadsboerderijen en buitengebieden

In 2018 is de notitie ‘Dierenwelzijn op de Stadsboerderijen en in de buitengebieden 2.0’ geschreven. Op dit moment wordt deze notitie aangepast naar de huidige inzichten en richtlijnen. In deze notitie staat beschreven op welke manier er wordt omgegaan met het welzijn van dieren. Er is uit onderzoek gebleken dat de Gemeente Zoetermeer voldoet aan de landelijke norm voor wat betreft de Gezondheids-en Welzijnswet voor Dieren (GWWD). Daarnaast werken de stadsboerderijen ook volgens de richtlijnen van het SKBN (vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland) en wordt elk jaar het zoönose keurmerk uitgereikt door de gezondheidsdienst voor dieren (GD). Met dit keurmerk wordt aangetoond dat er maatregelen genomen worden om ziekten die van dier naar mens overdraagbaar zijn te voorkomen. Het is belangrijk dat de gemeente Zoetermeer erop toe blijft zien dat de regelgeving en richtlijnen worden nageleefd.

 

5.3 Actiepunten gemeente Zoetermeer

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    De gemeente Zoetermeer moet de Notitie Dierenwelzijn op de stadsboerderijen en in de buitengebieden 2.0 blijven hanteren. Ieder jaar zal bekeken worden of een herziening van dit document noodzakelijk is.

  • 2.

    De gemeente Zoetermeer blijft actief in het naleven van de landelijke wet- en regelgeving en de richtlijnen van het SKBN. Daarnaast moet ieder jaar ook het zoönose keurmerk behaald worden.

6. Dieren en evenementen

Er kan hier onderscheid gemaakt worden tussen evenementen met dieren of de invloed van evenementen op dieren, zoals verstoring van vleermuizen door licht en geluid. Bij evenementen met dieren kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een kamelenrace of goochelaars met konijnen. Bij dit soort evenementen staat niet het welzijn van het dier centraal, maar is er meer sprake van competitie en amusement. De omgang met de dieren kan hierbij als schokkend worden ervaren. Evenementen met dieren kunnen niet zomaar gehouden worden. Er is landelijke wetgeving op dit gebied in het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. In deze wet staat dat de mogelijkheden om dieren bij evenementen te gebruiken beperkt zijn. Daarnaast is er voor het organiseren en houden van evenementen, op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een vergunning van de gemeente nodig.

 

6.1 Landelijke wetgeving

Zoals hierboven beschreven heeft Nederland een Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD). Deze wet stelt beperkingen aan de mogelijkheden om dieren te gebruiken bij zowel evenementen als wedstrijden. In artikel 36 en 37 staan twee soorten bepalingen. Allereerst zijn er algemene regels voor de bescherming van de gezondheid en het welzijn van dieren, zoals het verbod om een dier onnodig pijn of letsel toe te brengen of zijn gezondheid of welzijn te beschadigen. Daarnaast is verboden om het dier de nodige verzorging te onthouden.

 

6.2 Evenementen

6.2.1 Circus

Sinds 15 september 2015 is het gebruik van wilde dieren in circussen en evenementen in heel Nederland verboden. Ook is het vervoeren van deze dieren voor dit doel verboden. De reden voor het landelijke verbod is de ernstige beperking in de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen. Daarnaast staan de welzijns- en gezondheidseisen onder druk. Dit alles weegt niet op tegen het vermaak van publiek en daarom is besloten tot een verbod.

6.2.2 Dieren als prijs

In artikel 2.13 van de Wet dieren is een verbod vastgelegd tot het uitloven of uitreiken van dieren als prijs, beloning of gift naar aanleiding van wedstrijden, verlotingen, weddenschappen of andere dergelijke evenementen.

6.2.3 Vechtende dieren

Op grond van de Wet dieren is het verboden om dierengevechten te organiseren. De gemeente Zoetermeer zal hier dan ook geen vergunning voor afgeven.

 

6.3 APV en Evenementenbeleid

Naast landelijke wetgeving kan de gemeente ook zelf regels vastleggen in de APV. Op dit moment heeft de gemeente Zoetermeer geen weigeringsgrond in de APV als het gaat om dieren bij evenementen. Ook in het evenementenbeleid van de Gemeente Zoetermeer wordt momenteel niets beschreven over dit onderwerp.

 

6.4 Gemeente en evenementenorganisaties

Op dit moment kan de gemeente Zoetermeer evenementen met dieren niet verbieden. Zoetermeer volgt hierin de landelijke wetgeving. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) legt regels op als het gaat om het gebruik van dieren bij een evenement. Organisatoren kunnen daar alle relevante informatie opvragen. Vanuit de gemeente wordt ook gewezen op de verplichting tot het melden van gebruik van dieren bij de NVWA.

 

6.5 Roofvogelshows

In Zoetermeer zijn Roofvolgelshows op dit moment in principe toegestaan. Dit vloeit voort uit de regelgeving van de NVWA. De shows kunnen voor zowel het natuur als de dieren nadelige gevolgen hebben. Bij het niet professioneel houden van deze dieren wordt veel dierenleed veroorzaakt. De roofvogels ontsnappen regelmatig en kunnen voor problemen zorgen bij dieren die in de vrije natuur leven. De gemeente Zoetermeer wil het dierenleed bij zowel de roofvogels als de dieren in de vrije natuur voorkomen. Daarom wordt dit onderwerp meegenomen in de herziening van de Evenementennota. Indien juridisch haalbaar wordt er een verbod op het gebruik van roofvogels bij evenementen opgenomen in de herziene evenementennota.

 

6.6 Actiepunten gemeente Zoetermeer

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    Er wordt onderzocht of in de evenementennota van de gemeente Zoetermeer dierenwelzijn aan de orde kan komen. Deze nota wordt binnenkort aangepast en dan wordt gekeken naar de mogelijkheden om dierenwelzijn hierin op te nemen. Indien mogelijk wordt het garanderen van dierenwelzijn als eis opgenomen.

  • 2.

    Evenementenorganisatoren worden op voorhand geïnformeerd over regels en afspraken die gelden bij dieren tijdens evenementen.

  • 3.

    Indien juridisch haalbaar wordt er een verbod op het gebruik van roofvogels bij evenementen opgenomen in de herziene evenementennota.

7. Algemene maatregelen dierenwelzijn

7.1 Plaagdierbeheersing

De gemeente Zoetermeer doet alleen aan plaagdierbeheersing als het gaat om ratten, wespen en eikenprocessierupsen. Wanneer een inwoner overlast heeft van andere soorten ongedierte, zal er zelf contact opgenomen moeten worden met bedrijven die gespecialiseerd zijn in ongediertebestrijding.

 

Ratten

 

In heel Zoetermeer zijn er bruine ratten, deze zijn niet goed zichtbaar omdat contact met mensen uit de weg wordt gegaan.

 

Oorzaak

De gemeente Zoetermeer is een groene stad met parken, struikgewas en veel groene plekken. Dit groen levert een geschikte schuilplaats voor de rat. Daarnaast eten ratten ook etensresten. Waar mensen zijn of wonen worden etensresten weggegooid, dit trekt de rat aan. Een andere oorzaak voor de toename van ratten is dat de bestrijding van ratten is veranderd.

 

Rattenbestrijding

De manier waarop ongedierte mag worden bestreden is in Nederland vastgelegd. Hier wordt onder andere meer voorkomen dat plaagdieren onnodig lijden. De gemeente Zoetermeer zorgt eerst voor het onaantrekkelijk maken van de leefruimte van de rat. Wanneer dit niet het juiste effect heeft, is het de taak van de gemeente de ratten te vangen.

 

Rattenbestrijding is in eerste instantie noodzakelijk omdat ratten virussen en bacteriën met zich meedragen, dit kan een risico vormen voor de gezondheid van mensen en huisdieren. In tweede instantie veroorzaken ratten veel overlast. Ratten knagen door plastic, metaal, hout en beton op zoek naar voedsel. Daarnaast dragen ratten virussen en bacteriën bij zich,

 

Voorkomen

Wanneer iedereen zich aan onderstaande afspraken houdt, kan het aantal ratten teruggedrongen worden:

 

  • Voorkom dat er voedsel buiten de woning ligt, denk hierbij ook aan voer voor huisdieren, kippen.

  • Voorkom het voeren van brood aan vogels en eenden. De ratten worden aangetrokken door het voedsel.

  • Voorkom dat eten of etensresten op straat of over het balkon gegooid worden.

  • Voorkom het plaatsen van een afvalzak naast de container.

  • Sluit vuilniszakken goed af.

  • Repareer of vervang kapotte rioolbuizen, regenpijpen, ventilatieroosters en tegels.

Door het nakomen van deze afspraken, wordt er gezamenlijk voor gezorgd dat de aanwezigheid van ratten beheersbaar blijft.

 

Muskusratten of beverratten

 

Voor de veiligheid van het watersysteem en daarmee ook de veiligheid van dijken, worden muskus- en beverratten actief bestreden door de Muskusrattenbeheer West- en midden-Nederland.

 

Wespen

 

Het bestrijden van wespen wordt alleen gedaan als deze een gevaar vormen voor de mensen bij het gebruik van (gebouwen in) de openbare ruimte. Hierbij moet gedacht worden aan:

 

  • Scholen

  • Winkels

  • Drukbezochte openbare gebouwen (bijvoorbeeld het Stadhuis-Forum)

  • Speelplaatsen

  • Bus- en tramhaltes

  • Looproutes naar openbare plaatsen als stations

De gemeente Zoetermeer zal een wespennest in het park of bos niet bestrijden als deze niet op een looproute naar een openbare plaats liggen. Daarnaast worden bijen ook niet bestreden omdat dit een kwetsbare en beschermde diersoort is.

 

Eikenprocessierupsen

 

De gemeente Zoetermeer neemt verantwoordelijkheid voor het bestrijden van de eikenprocessierupsen op een boom in een openbaar gebied. Wanneer de eikenprocessierups op eigen terrein overlast geeft, is dit voor eigen verantwoordelijkheid.

 

7.2 Bezit van verboden dieren

Wereldwijd zijn er regels verbonden aan het houden van dieren als huisdier. Niet alle dieren zijn geschikt om als huisdier te houden. Dit heeft een aantal redenen. Allereerst kan een dier een beschermd diersoort zijn. Daarnaast kan het dier ziektes overdragen of gevaarlijk zijn. Ten slotte kan het welzijn van het dier in gevangenschap in gevaar komen.

 

In Nederland geldt onder andere de Wet Natuurbescherming. Hierin worden de wereldwijde en Europese regelgeving in geregeld. Ook staat hierin beschreven dat veel inheemse diersoorten in Nederland niet uit het wild gevangen en gehouden mogen worden.

 

Naast de Wet Natuurbescherming heeft Nederland ook een Wet Dieren. Hieraan gekoppeld zit het Besluit houders van dieren en de Regeling houders van dieren. In deze regeling is ook de eerder genoemde lijst huis- en hobbydieren opgenomen.

 

Er zijn ook gemeentelijke regels met betrekking tot het houden van dieren. Dit is vastgesteld in de APV. In artikel 2:44 van de APV zijn aanvullende regels opgesteld over het houden van hinderlijke of schadelijke dieren.

 

7.3 Sportvisserij

7.3.1 Wetten

In Nederland zijn ruim 2 miljoen mensen die aan sportvissen doen. Er zijn bepaalde wetten en regels opgesteld waaraan de sportvisser zich moet houden. Dit kan zijn op het gebied van vereiste visdocument, gesloten tijd aas- en vissoorten, minimummaten vissoorten en beschermde vissen. Bij het niet naleven van deze regels kan een boete gegeven worden.

7.3.2 Gedragscodes

Naast wettelijke regels, zijn er ook gedragscodes op het gebied van omgang met de vis, gebruik van lood en het leefnet. Deze zijn beschreven in de Gezamenlijke Lijst van Nederlandse Viswateren en VISplanner.

 

De hoofdregels zijn:

 

  • Voorkom dat een vis de haak inslikt.

  • Raak een vis alleen met natte handen aan.

  • Verwijder de haak uiterst voorzichtig.

  • Zet de vis direct terug in hetzelfde water.

  • Gebruik wanneer niet nodig, geen leefnet.

  • Gebruik bij voorkeur geen lood, maar een milieuvriendelijk alternatief.

7.3.3 Vissen in Zoetermeer

In Zoetermeer mag in diverse (wijk)wateren gevist worden met een wijkvisbewijs. Dit is een gratis vergunning die kan worden gedownload van de gemeentelijke website. Hiermee kan in aangewezen wateren in de wijken en volgens de bij het wijkvisbewijs behorende gedragsregels gevist worden. Voor andere wateren kunnen de visrechten bij de visvereniging liggen. Vissen is niet in alle wateren toegestaan. Op de gemeentelijk website of op visplanner website kan gekeken worden waar gevist mag worden.

 

Het wijkvisbewijs kan via de gemeentelijke website gedownload worden. Vervolgens moet dit bewijs door de visser volledig ingevuld en ondertekend worden. Het wijkvisbewijs kan ook worden opgehaald bij Hengelsport Zoetermeer gevestigd op de Oranjelaan. Met de ondertekening stemt de gebruiker in met de gedragsregels die horen bij het wijkbewijs:

 

  • 1.

    Vissen mag met maximaal 1 hengel. Onder hengel wordt verstaan:

    • een roede, met of zonder een opwindmechanisme (lijn of snoer)

    • met 1 dobber en maximaal 1 haak met 1 tand

  • 2.

    Vissen mag alleen met hieronder genoemd aas:

    • brood/deeg

    • kaas

    • granen/zaden

    • insectenlarven (bijvoorbeeld maden)

    • imitatie aas (niet groter dan 2,5 cm)

  • 3.

    Er mag geen leefnet gebruikt worden.

  • 4.

    Vissen is alleen toegestaan tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • Nachtvissen is het hele jaar verboden.

  • 5.

    Vissen op roofvissen is verboden. Het gebruiken van een blinker, spinner of kunstvisje als aas, is dan ook niet toegestaan.

  • 6.

    Het gebruik van beetmelders is verboden.

  • 7.

    Vissen mag alleen in water zoals vermeld op de kaart.

  • 8.

    Gevangen vis mag niet worden meegenomen. De vis moet meteen teruggezet worden in hetzelfde water.

  • 9.

    Het wijkvisbewijs moet ingevuld en ondertekend toonbaar zijn. Dit bewijs moet getoond kunnen worden aan politie, BOA's, Sportvisserij Nederland of gebiedsbeheerder(s).

  • 10.

    Als er alleen in water in de wijk wordt gevist, is een VISpas van Sportvisserij niet nodig.

  • 11.

    Er mag geen sprak zijn van overlast of hinder voor de omgeving en/of de natuur. Daarnaast mag er geen afval achtergelaten worden en tent neergezet worden op de visplek.

7.4 Vuurwerk

Vuurwerk is tijdens de jaarwisseling voor veel mensen een leuke attractie. Vuurwerk is voor dieren minder aangenaam. Dieren kunnen door vuurwerk veel stress ervaren. Dit komt mede door de harde knallen van het vuurwerk. Het gehoor van dieren is sterker ontwikkeld dan die van de mens. Ook kunnen dieren geraakt worden door het vuurwerk. Ten slotte kunnen afvalresten van vuurwerk schadelijk zijn voor het dier. De gemeente Zoetermeer vindt het welzijn van dieren belangrijk en zal toezien op het behoud of uitbreiding van vuurwerkvrije zones. Een uitbreiding van vuurwerkvrije zones is het meest logisch in gebieden waar dieren uitgelaten worden en waar veel dieren aanwezig zijn.

 

In Zoetermeer is het normaal gesproken toegestaan om tijdens de jaarwisseling vuurwerk af te steken. Tijdens de jaarwisseling 2020/2021 gold een verbod vanwege COVID19. Jaarlijks wordt er gekeken naar de mogelijkheden van vuurwerkvrije zones.

 

7.5 Actiepunten

De gemeente Zoetermeer heeft een aantal actiepunten:

  • 1.

    Het stimuleren, motiveren en erop toezien dat de afspraken die gemaakt zijn voor het bestrijden van de ratten ook worden nagekomen. De gemeente Zoetermeer en de inwoners moeten er samen voor zorgen dat de aanwezigheid van ratten beheersbaar blijft. De gemeente Zoetermeer geeft hier voorlichting over. Minimaal 1 keer per jaar via het huis-aan-huis blad en social media

  • 2.

    De gemeente Zoetermeer doet jaarlijks onderzoek naar het uitbreiden van eventuele vuurwerkvrije zones om rekening te houden met het welzijn van dieren in Zoetermeer.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 31 januari 2022

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

drs. M.J. Bezuijen

Bijlage 1: Wettelijk kader dierenwelzijn en dierenbeleid

 

1. Wettelijke kaders gemeente

Taak voor gemeente vanuit het Burgerlijk Wetboek:

  • Elke gemeente heeft de wettelijke verplichting om ‘gevonden’ dieren gedurende 14 dagen op te (laten) vangen. Op grond van het Burgerlijk Wetboek (artikel 5:8 lid 3 BW) is de burgemeester bevoegd om na die 14 dagen afstand te doen van het opgevangen dier;

  • Ook een burger mag een gevonden dier (zijnde een ‘gevonden voorwerp’ volgens het Burgerlijk Wetboek), na aangifte te hebben gedaan, zelf in bewaring nemen en verzorgen. De bewaartermijn voor de burger is 12 maanden. Na een jaar wordt de vinder die aangifte heeft gedaan en het dier als houder heeft verzorgd, eigenaar. De bewaartermijn staat in artikel 5:5 BW en artikel 5:6 BW.

Taak voor gemeente vanuit het Algemene Wet Bestuursrecht

Bij huisuitzettingen, detenties of vanwege gezondheidsrisico’s kunnen politie en GGD-huisdieren gedwongen op laten nemen. Deze gedwongen opvang valt conform de Algemene Wet Bestuursrecht (artikelen 5:29 en 5:30) ook onder de wettelijke taak van de gemeente. Hier geldt een maximale opvangtermijn van 13 weken.

 

Aanvullende regelgeving Zoetermeer

Aanvullende regelgeving van de gemeente Zoetermeer staat omschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het gaat om:

  • 4.

    Loslopende honden, verontreiniging door honden, gevaarlijke honden (art. 2:41 – 2:43);

  • 5.

    Houden van hinderlijke of schadelijke dieren/voeren van dieren (art. 2. 2:44)

  • 6.

    (Geluid)hinder door dieren (art.4:5a)

2. Wettelijke kaders landelijk

2.1 Wet dieren (1 juli 2014): raamwet die van toepassing is op dierenwelzijn van dieren die gehouden worden

De Wet Dieren gaat uit van de erkenning van de intrinsieke waarde van dieren. Dat houdt in dat dieren met respect behandeld moeten worden en dat dieren niet nodeloos in hun welzijn mogen worden benadeeld. Het is daarmee verboden om dieren onnodig pijn te doen, letsel te veroorzaken, de gezondheid of het welzijn te beschadigen en dieren de nodige zorg te onthouden, te doden of een dier als prijs, gift of beloning uit te reiken. De overheid kan situaties, voorwaarden, plaatsen of soorten dieren aanwijzen waarbij deze verboden niet van toepassing zijn.

 

De Wet Dieren geeft aan dat dieren redelijkerwijs zijn gevrijwaard van

  • dorst, honger en onjuiste voeding;

  • fysiek en fysiologisch ongerief;

  • pijn, verwonding en ziektes;

  • angst en chronische stress;

  • beperking van hun natuurlijk gedrag.

Of aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan beoordeeld worden door de officiële instanties zoals de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID) en de politie (taakaccent dieren).

 

2.2 Wet Natuurbescherming (per 1 januari 2017): bundelt en vervangt de afzonderlijke wetten rondom natuurbescherming (Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet)

Provincies hebben de plicht om uitvoering te geven aan Wet Natuurbescherming en om een eigen natuurbeleid vast te stellen. Omgevingsdienst Haaglanden betreft het bevoegd gezag namens provincie Zuid-Holland m.b.t. de ontheffing- en vergunningverlening Wet natuurbescherming. Ook de gemeente heeft hier taken in, zoals de zorgplicht voor dieren.

 

2.3 Natuurbeschermingswet (1998) en Flora- en faunawet (2002): wettelijk kader voor bescherming van in het wild levende dieren

Deze wetten gaan over de bescherming van respectievelijk gebieden en soorten in de natuur, waaronder in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën en een aantal vissen, libellen en vlinders. In artikel 2 van de Flora- en faunawet is een zorgplicht vastgelegd voor in het wild levende dieren en hun leefomgeving. De zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende (planten en) dieren en hun leefomgeving. De gemeente moet bij het beheer en de inrichting van de openbare ruimte gevolg geven aan deze wetgeving en zorgplicht. In de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet zijn Europese richtlijnen uitgewerkt:

 

  • De Vogelrichtlijn voor bescherming en beheer van alle op het grondgebied van de Europese Unie in het wild levende broed- en trekvogels en hun habitat;

  • De Habitatrichtlijn ten behoeve van het in standhouden van voor de Europese Unie van belang zijnde dieren- en plantensoorten en hun habitat.

Deze 2 wetten zijn opgenomen in de in 2.2 genoemde wet Natuurbescherming.

 

2.4 Wet op de Dierproeven (herzien 2014): Regels voor toepassing dierproeven

Dierproeven zijn in principe verboden. Om dierproeven te mogen uitvoeren heeft een instelling (bijvoorbeeld universiteit of farmaceutisch bedrijf) een instellingsvergunning van het ministerie van Economische Zaken nodig en de onderzoekers een projectvergunning van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD).

 

2.5 Wilde dieren in circussen

Sinds 15 september 2015 is er een verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen en bij andere optredens. Het welzijn, de gezondheid en het natuurlijk gedrag van wilde dieren in een circus worden te veel aangetast.

 

2.6 Politiewet (2012)

In artikel 3 is aangegeven dat de politie tot taak heeft in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Hen kan hierbij worden gelezen als zowel mens en dier.

Bijlage 2: Actiepuntenlijst

 

Hoofdstuk

Actie

Hoofdstuk 2

Gemeente Zoetermeer continueert, op basis van contracten met externe partijen, haar wettelijke taken om dierenbescherming en dierenhulpverlening te borgen

Hoofdstuk 2

Om overlast en problemen van zwerfdieren te voorkomen en te zorgen voor goede opvang van dieren, maakt de gemeente Zoetermeer afspraken met de dierenbescherming of de dierenhulpverlening.

Hoofdstuk 2

De gemeente Zoetermeer organiseert jaarlijks een bijeenkomst met alle dierenwelzijnsorganisaties om zaken over dierenwelzijn te bespreken.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer informeert twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media inwoners over welke dieren wel en niet zijn toegestaan als huisdieren.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer informeert en adviseert twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media inwoners over hoe om te gaan met huisdieren en hoe dierenmishandeling en -verwaarlozing te voorkomen. Wat is wel en niet toegestaan en hoe wordt dit aangepakt.

Hoofdstuk 3

De gemeente zet preventief maatregelen in om dierenmishandeling en -verwaarlozing te voorkomen. Dit gaat door middel van voorlichting.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer informeert de vrijwilligers van de voedselbank over de voedselbank voor dieren en vraagt hen dit actief te verspreiden.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer informeert hondenbezitters twee keer per jaar via het huis-aan-huisblad en gemeentelijke social media over de hondenuitlaatkaart en regels die gelden bij het uitlaten van honden.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer vindt de registratie van katten belangrijk. De gemeente gaat daarom met voorlichting inwoners stimuleren en motiveren om katten te registreren.

Hoofdstuk 3

De gemeente Zoetermeer gaat via verschillende informatiekanalen voorlichting geven over castratie en sterilisatie. Denk hierbij aan diverse social media en het huis-aan-huisblad. 

Hoofdstuk 4

De gemeente plaatst in het voor- en najaar artikelen in het huis-aan-huis blad en op social media om bewustwording te creëren over de regels die betrekking hebben op ruimtelijke ingrepen.

Hoofdstuk 4

De gemeente Zoetermeer draagt er zorg voor dat diegenen die ruimtelijke ingrepen doen of hierbij betrokken zijn, goed op de hoogte zijn van de geldende gedragscode in het kader van de Flora- en Faunawet en volgens deze gedragscode werken en controleert hier regelmatig op. Dit geldt zowel voor externen als eigen werknemers.

Hoofdstuk 4

Het college van burgemeester en wethouders stelt iedere vijf jaar de geactualiseerde gedragscodes vast.

Hoofdstuk 4

De gemeente Zoetermeer ziet erop toe dat de regels die gelden bij het baggeren na worden nageleefd door alle partijen die baggeren in Zoetermeer.

Hoofdstuk 4

De gemeente Zoetermeer informeert en adviseert de Zoetermeerse inwoners over Botulisme en Blauwalg. Dit gebeurt informerend en waarschuwend. Informerend door bewoners op de hoogte te brengen van ontwikkelingen in de bestrijding van botulisme en blauwalg. En waarschuwend op het moment dat er botulisme en/of blauwalg wordt geconstateerd.

Hoofdstuk 4

De gemeente Zoetermeer ziet erop toe dat ten alle tijden diervriendelijke alternatieven worden gebruikt om dierenoverlast te voorkomen. Wanneer alle methoden gebruikt zijn, kan er gedacht worden aan bestrijding die volgens de wet is toegestaan.

Hoofdstuk 5

De gemeente Zoetermeer moet de Notitie Dierenwelzijn op de stadsboerderijen en in de buitengebieden 2.0 blijven hanteren. Ieder jaar wordt bekeken of een herziening van dit document noodzakelijk is.

Hoofdstuk 5

De gemeente Zoetermeer blijft actief in het naleven van de landelijke wet- en regelgeving en de richtlijnen van het SKBN. Daarnaast moet ieder jaar ook het zoönose keurmerk behaald worden.

Hoofdstuk 6

Er wordt onderzocht of in de evenementennota van de gemeente Zoetermeer dierenwelzijn aan de orde kan komen. Deze nota wordt momenteel aangepast en dan wordt gekeken naar de mogelijkheden om dierenwelzijn hierin op te nemen. Indien mogelijk wordt het garanderen van dierenwelzijn als eis opgenomen worden.

Hoofdstuk 6

Evenementenorganisatoren worden op voorhand geïnformeerd over regels en afspraken die gelden bij dieren tijdens evenementen.

Hoofdstuk 6

Indien juridisch haalbaar wordt er een verbod op het gebruik van roofvogels bij evenementen opgenomen in de herziene evenementennota.

Hoofdstuk 7

Het stimuleren, motiveren en erop toezien dat de afspraken die gemaakt zijn voor het bestrijden van de ratten ook worden nagekomen. De gemeente Zoetermeer en de inwoners moeten er samen voor zorgen dat de aanwezigheid van ratten beheersbaar blijft. De gemeente Zoetermeer geeft hier voorlichting over. Minimaal 1 keer per jaar via het huis-aan-huis blad en social media

Hoofdstuk 7

De gemeente Zoetermeer doet jaarlijks onderzoek naar het uitbreiden van eventuele vuurwerkvrije zones om rekening te houden met het welzijn van dieren in Zoetermeer.