Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opmeer

Nota Sociaal Domein 2023 - 2026, Samen op weg naar balans

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Sociaal Domein 2023 - 2026, Samen op weg naar balans
CiteertitelNota Sociaal Domein 2023 - 2026, Samen op weg naar balans
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-01-2024nieuwe regeling

16-02-2023

gmb-2024-35064

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Sociaal Domein 2023 - 2026, Samen op weg naar balans

De raad van de gemeente Opmeer,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 januari 2023;

 

gelet op de behandeling in de oordeelsvormende raadsvergadering van 2 februari 2023;

 

Besluit:

  • 1.

    de Nota Sociaal Domein 2023 - 2026, Samen op weg naar balans vast te stellen, met de volgende wijzigingen 1 :

    • Op bladzijde 8 de volgende tekst toe te voegen:

       

      Sociale basis

      Kenmerkend voor […] versterken uitgesproken.

       

      De sociale basis kent de volgende drie bouwstenen:

      • Verbondenheid en betrokkenheid: activiteiten die het gevoel van verbondenheid met de medemensen of de gemeenschap waartoe men behoort bevorderen;

      • Samenredzaamheid: activiteiten die ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen door elkaar te steunen en verantwoordelijkheid te nemen;

      • Zelfredzaamheid en ontplooiing: activiteiten die het vermogen om zelfstandig je leven te leiden, je te kunnen ontwikkelen en je problemen op te lossen, vergroten.

    • Op bladzijde 10 de onderstaande tekst aan te passen:

       

      Kerndoel 1: inwoners hebben bestaanszekerheid

      Inwoners hebben voldoende inkomen om in hun basisbehoeften te voorzien. De gemeente heeft een vangnet voor mensen waarbij dat (tijdelijk) niet lukt. De activiteiten die bij dat vangnet horen vinden hun grond in de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.”

       

      Kerndoel 1: inwoners hebben bestaanszekerheid

      ‘Bestaanszekerheid’ is een ‘grondrecht’ zie artikel 20 van de Grondwet. Feitelijk komt dit op het volgende neer: Het kunnen nadenken over de dag van morgen, en niet alleen maar bezig hoeven zijn met wat je vandaag moet doen om te overleven. Ook zekerheid om betaalbaar te wonen, toegang tot betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven zijn noodzakelijke voorwaarden om de rust en ruimte te vinden die nodig is om je als mens te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving.

    • Op bladzijde 11 een vijfde kerndoel toe te voegen:

       

      Kerndoel 5. Zo gezond en vitaal als mogelijk ouder worden.

       

      Dit kerndoel is het ontwikkelen van een integraal en proactief ouderenbeleid. In onze visie is dit een samenhangend ouderenbeleid, ligt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de ouderen zelf. Het gaat om participeren binnen de samenleving. Dit wordt ondersteund door landelijk onderzoek. Daaruit blijkt dat ouderen zolang mogelijk zelf verantwoordelijkheid willen dragen voor het eigen leven. Kernwaarden moeten zijn: sociaal isolement; mantelzorgers; basiszorg en verborgen problemen. Dit ouderenbeleidsplan wordt voor het zomerreces van 2024 ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

    • Op bladzijde 11 een zesde kerndoel toe te voegen:

       

      Kerndoel 6. Integraal beleid.

      • 1.

        Kerndoelen moeten integraal benaderd worden.

      • 2.

        Een integrale aanpak of benadering die samenhangend is en aandacht heeft voor alle leefgebieden. Het gaat om een allesomvattende, holistische aanpak van de vraagstukken, specifiek voor vragenstukken rondom het ouderenbeleid.

      • 3.

        Het organisatorische aspect van integraliteit waarin professionals met elkaar samenwerken en processen, werkwijze en expertise op elkaar afstemmen om tot een gezamenlijke plannen te komen.

Samenvatting

Deze nota Sociaal Domein heeft een looptijd voor de periode 2023-2026. Het doel van deze nota is om gemotiveerde keuzes te maken voor de komende vier jaar. De reeds ingezette ontwikkelingen houden we vast. Welke opgaves krijgen extra aandacht omdat zij bijdragen aan de behoeftes van de inwoners van Opmeer? Dat zijn de inclusieve dagelijkse leefomgeving en het investeren in preventie en integraal werken.

 

Deze nota is opgesteld op basis van de Toekomstvisie Opmeer 2030, het Pact van West Friesland, het coalitieakkoord: Vitaal Opmeer 2022-2026, de input van dorpsraden, raadsleden, beleidsmedewerkers en opbouwwerk.

 

De nota is onderverdeeld in vier kerndoelen:

Kerndoel 1: Inwoners hebben bestaanszekerheid

Kerndoel 2: Inwoners doen mee

Kerndoel 3: Inwoners kunnen gezond, veilig en zelfstandig wonen en leven

Kerndoel 4. Kinderen kunnen gezond en veilig opgroeien en zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen

Kerndoel 5: Zo gezond en vitaal als mogelijk ouder worden

Kerndoel 6: Integraal beleid

De kerndoelen zijn opgesplitst in opgaven die moeten bijdragen aan de realisatie van die kerndoelen.

 

Alles is er op gericht dat in Opmeer onze inwoners gezond en inclusief kunnen leven en zich kunnen ontplooien, bij voorkeur zelfstandig en waar nodig ondersteund met inwoners en/of betaalbare zorg.

1. Inleiding

Veel van de in deze nota omschreven ambities en taken zullen herkenbaar zijn. Zij zijn namelijk niet nieuw. Zij werden ook opgetekend in de Toekomstvisie Opmeer 2030, het Pact van Westfriesland en in de vorige nota Sociaal Domein. De vorige nota Sociaal Domein had slechts een looptijd van een jaar. Deze nota Sociaal Domein kan nog niet terugblikken op de resultaten van de geformuleerde ambities uit de vorige nota. Daarvoor zit simpelweg te weinig tijd tussen het moment van vaststellen van de vorige nota en het moment van schrijven van deze nota. De in de vorige nota geformuleerde opgaven werken we de komende tijd uit in uitvoeringsprogramma’s, met concrete vertalingen van de geformuleerde opgaven in doelen en acties.

 

Extra invulling en aandacht in deze nota gaat naar hoe de inwoners van Opmeer mee kunnen doen. De extra aandacht voor de inbreng van de inwoners van Opmeer is één van de speerpunten uit het coalitieprogramma Vitaal Opmeer 2022-2026.

Naast de inhoud van de vorige nota, is de inbreng van onder andere de dorpsraden, raadsleden, beleidsmedewerkers en opbouwwerk gebruikt om deze nota op te stellen. Omdat deze nota op de hoofdlijnen gericht is, zal niet alles letterlijk terug te lezen zijn. De verdiepende uitwerking komt in afzonderlijke uitvoeringsplannen, beleidsstukken of nota’s per thema terug.

 

We gaan samen aan de slag: college, raad, wijkteam, inwoners, vrijwilligers, mantelzorgers, jong en ouder.

 

Leeswijzer

Deze nota Sociaal Domein start met de uitgangspunten voor het beleid op hoofdstuk 2. Deze uitgangspunten geven de kaders aan waarbinnen deze nota Sociaal Domein valt. In hoofdstuk 3 worden de kerndoelen genoemd, die vervolgens in hoofdstuk 4 verder uitgediept worden.

 

Aan het einde van deze nota staan diverse begrippen uitgelegd in een begrippenlijst.

2. Uitgangspunten voor beleid

Een drietal documenten geven de kaders aan voor de nota Sociaal Domein 2023-2026:

  • 1.

    De Toekomstvisie Opmeer 2030

  • 2.

    Pact van West Friesland

  • 3.

    Vitaal Opmeer 2022-2026

Per document wordt kort de kern weergegeven.

 

Toekomstvisie Opmeer 2030

 

Droomscenario:

Opmeer is een gezonde en inclusieve gemeente, met levendige kernen! Jong en oud woont in Opmeer door elkaar heen. De goede voorzieningen dragen bij aan de leefbaarheid in de kernen. In iedere kern zijn voorzieningen gericht op sociale cohesie, zoals een speeltuin of dorpscafé. In de grotere kernen is een supermarkt, diverse winkels en speciaalzaken. Verenigingen zijn hecht gaan samenwerken en hebben zich rondom de Weyver in Hoogwoud, De Hooghe Heren in Hoogwoud

of het Sportpark in Spanbroek gevestigd.

Zorg wordt door de gemeente in regionaal verband georganiseerd. Dagelijkse zorg, zoals mantelzorg en wijkverpleging, wordt door de gemeente gefaciliteerd en ondersteund. Voor overige zorg, die niet door thuiszorg, wijkverpleging of huisarts wordt uitgevoerd, kunnen Opmeerders in de regio terecht. Alle zorg is goed bereikbaar, toegankelijk en goed op orde.

Opgave:

Een zorgzame gemeenschap. Wij hebben oog voor elkaar. Daarom investeren wij in een goede

zorgverlening die dichtbij de mensen staat. Onderdeel daarvan is de ambitie dat mensen zo lang mogelijk in de eigen gemeenschap gezond, bij voorkeur zelfstandig, kunnen wonen. We willen mensen dicht bij elkaar laten wonen en leven, waar nodig ondersteund door inwoners en of betaalbare zorg.

We spannen ons in om zorg bereikbaar te houden. We investeren in wijkgericht werken en zorgoplossingen op maat. Daarnaast worden de vrijwillige mantelzorgers vanuit de gemeente goed bijgestaan met kennis en advies.

 

Pact van Westfriesland

 

Kracht van Westfriesland: “Samen maken we de ambities van Westfriesland mogelijk”

De gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec vormen samen de bestuurlijke regio Westfriesland. De regio heeft de ambitie binnen enkele jaren tot de top 10 van meest aantrekkelijke regio’s van Nederland te behoren. Samen met de partners uit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties is nagedacht over wat er nodig is om samen te werken aan de versterking van welvaart en welzijn in onze regio. Het resultaat daarvan is het Pact van Westfriesland 7.1; zeven gemeenten, één geluid. Daarin staan voor de zes belangrijkste thema’s, de kansen en uitdagingen beschreven, waaronder die van het sociaal domein.

 

Het sociaal domein kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan beleidsvelden (o.a. jeugdhulp, toezicht, Wmo, armoede en participatie, inburgering en kwetsbare inwoners). Westfriesland werkt volop aan een integrale aanpak en samenwerking tussen overheden en maatschappelijke instellingen.

Het initiatief WerkSaam Westfriesland (gericht op arbeidsparticipatie) is een van de succesverhalen van de regio. Daarnaast is het Dijklander ziekenhuis een van de grootste werkgevers van Westfriesland.

 

Gezamenlijk vastgestelde opgaven:

De Westfriese gemeenten staan voor de opgave om vernieuwing en innovatie in het sociaal domein te bevorderen en meer integraal te werken. Ook zal de zorgvraag als gevolg van demografische ontwikkelingen toenemen, terwijl het takenpakket van gemeenten op het sociaal domein al fors is.

 

Opgave:

Sociaal domein: De regio wil een gezonde en inclusieve regio zijn waarin iedereen mee doet en waarin inwoners een passend zorgaanbod krijgen. Hiertoe werkt de regio de komende jaren

onder meer samen op het gebied van specialistische jeugdhulp, schuldhulpverlening, laaggeletterdheid, inburgering, een ontwikkel- en inclusieagenda onderwijs en jeugdhulp, een plan

‘in control of alcohol’, en een aanpak voor kwetsbare personen.

 

Vitaal Opmeer 2022-2026:

Kernopgave voor Opmeer in 2030:

Wij zetten ons in om de kernambitie in de toekomstvisie te realiseren. Deze luidt: “In

Opmeer ben je thuis. Wij zijn een gezonde gemeente met vitale kernen, waar jong en

oud kunnen wonen, recreëren en werken. We zijn sociaal en ondernemend, met een

helder toekomstperspectief voor onze agrarische sector en een focus op kleinschalig

toerisme. We zijn onderdeel van de regio Westfriesland, maar koesteren daarbij onze

eigen identiteit. We zijn trots op onze omgeving: het Westfriese landschap.”

 

Wij streven naar:

  • 1.

    Vitale dorpen in een vitale gemeenschap

  • 2.

    Een zorgzame gemeenschap

  • 3.

    Een duurzame toekomst

  • 4.

    Een aantrekkelijk landschap

  • 5.

    Een bereikbaar bestuur

In het coalitieakkoord is afgesproken dat door samen te werken met onze inwoners de ambities gerealiseerd gaan worden. Per project wordt beoordeeld hoe burgerparticipatie wordt ingezet. Over besluiten die impact hebben wordt helder gecommuniceerd. Beeldvormende bijeenkomsten van de gemeenteraad kunnen ook worden benut voor de inbreng van inwoners. Wat de burger zelf kan en mag doen, wordt gefaciliteerd.

 

In Opmeer willen we dat onze inwoners gezond en inclusief kunnen leven en zich kunnen ontplooien, bij voorkeur zelfstandig en waar nodig ondersteund met inwoners en/of betaalbare zorg.

 

De opgaven worden geformuleerd in deze nota. De verdiepende uitwerking past niet in deze nota. Deze komt in afzonderlijke uitvoeringsplannen, beleidsstukken of nota’s per thema terug. Waar dit gebeurt, zullen we verwijzen naar deze nota Sociaal Domein. Kortgezegd: de kaders staan, de uitwerking is in opbouw.

 

Schematisch ziet dit er als volgt uit:

Sociale basis

Kenmerkend voor Opmeer is de solide sociale basis. Er is tussen inwoners onderling, maar ook tussen organisaties en inwoners een hechte band, waarbij goed wordt omgekeken naar elkaar. Opgemerkt dient te worden dat er in de sociale basis van Opmeer informeel veel meer georganiseerd en geactiveerd lijkt te zijn, dan er beleidsmatig geformuleerd is. Dat is een positief teken omdat de kracht van de samenleving nog sterker is dan op papier lijkt. Hier ligt de komende jaren tegelijkertijd ook een opdracht om de verbanden beter inzichtelijk te maken. Hierdoor kan de sociale basis van Opmeer nog sterker gekoppeld worden aan de formele beleidsterreinen. Omgekeerd geldt dat de beleidsterreinen nog beter gaan aansluiten en ondersteunen bij de behoeftes van die brede sociale basis in Opmeer. De gemeente gaat op die manier beter aansluiten bij de behoeftes van de inwoners, de verenigingen, de mantelzorgers, het opbouwwerk, de sportverenigingen etc. Vanuit beide kanten wordt de wens om in de toekomst nog beter elkaar te versterken uitgesproken.

 

De sociale basis kent de volgende drie bouwstenen:

  • Verbondenheid en betrokkenheid: activiteiten die het gevoel van verbondenheid met de medemensen of de gemeenschap waartoe men behoort bevorderen;

  • Samenredzaamheid: activiteiten die ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen door elkaar te steunen en verantwoordelijkheid te nemen;

  • Zelfredzaamheid en ontplooiing: activiteiten die het vermogen om zelfstandig je leven te leiden, je te kunnen ontwikkelen en je problemen op te lossen, vergroten.

Beleidsvelden

De beleidsvelden van het sociaal domein bestaan uit meer dan de “traditionele” drie: jeugd, wmo en participatie. Ook gezondheidszorg, onderwijs, ruimtelijke ordening en veiligheid maken onderdeel uit van het sociaal domein of hebben hier nadrukkelijke raakvlakken mee. Preventie en vroegsignalering speelt op alle terreinen een belangrijke rol.

 

Voortgang en rapportages

Gaandeweg de looptijd van deze nota zullen op de verschillende thema’s en ambities resultaten gerealiseerd en gepresenteerd worden.

 

In kwartaalrapportages wordt voor het sociaal domein meer in detail de financiële stand van zaken op dat moment inzichtelijk gemaakt.

 

Halverwege de looptijd van deze nota Sociaal Domein wordt er een tussenevaluatie gehouden. Deze tussenevaluatie geeft niet alleen inzicht in de stand van zaken tot dan toe, maar gaat ook bruikbare informatie opleveren voor de volgende nota Sociaal Domein.

3. De Kerndoelen

De inkt van de in 2022 opgeschreven kerndoelen in de nota Sociaal Domein 2022 was amper droog, dus die hebben we in stand gelaten bij deze nota Sociaal Domein 2023-2026. Per kerndoel worden de opgaven genoemd.

 

Kerndoel 1: inwoners hebben bestaanszekerheid

‘Bestaanszekerheid’ is een ‘grondrecht’ zie artikel 20 van de Grondwet. Feitelijk komt dit op het volgende neer: Het kunnen nadenken over de dag van morgen, en niet alleen maar bezig hoeven zijn met wat je vandaag moet doen om te overleven. Ook zekerheid om betaalbaar te wonen, toegang tot betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven zijn noodzakelijke voorwaarden om de rust en ruimte te vinden die nodig is om je als mens te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving.

 

Opgaven Kerndoel 1:

  • Inwoners met schulden krijgen hulp en we zetten ons in om schuldenproblematiek te voorkomen.

  • We voeren, naast de uitvoering van de bijzondere bijstand, tijdelijke (inkomens)regelingen uit.

Kerndoel 2. Inwoners doen mee

Inwoners participeren in de maatschappij met (vrijwilligers)werk, dagbesteding of een opleiding en worden daarbij niet gehinderd door discriminatie vanwege een handicap, migratieachtergrond of anderszins. De gemeente baseert zich op de Participatiewet en de Wmo voor ondersteuning aan mensen voor wie volledige en zinvolle participatie niet vanzelfsprekend is.

 

Opgaven Kerndoel 2:

  • We zorgen dat iedereen kan meedoen in de samenleving ook als er sprake is van een handicap, en we bestrijden discriminatie.

  • We bestrijden laaggeletterdheid.

  • We zorgen dat nieuwkomers optimaal kunnen inburgeren.

  • We zorgen dat kwetsbare inwoners dichter bij huis ondersteund kunnen worden

  • We zorgen dat inwoners actief kunnen meedenken in de voorfase van projecten en besluitvorming

  • We investeren in wijksteunpunten

  • We ondersteunen vrijwilligerswerk

Kerndoel 3. Inwoners kunnen gezond, veilig en zelfstandig wonen en leven

Inwoners hebben een gezonde en veilige leefomgeving. Als zij problemen ervaren worden zij in eerste instantie ondersteund door mensen in hun naaste omgeving: gezinsleden, andere familie, vrienden, buren en informele hulpverleningsorganisaties. Met de Wmo als basis kan de gemeente extra ondersteuning bieden als dat niet genoeg is. De Wmo is ook bedoeld voor het versterken van de informele zorgstructuur rondom inwoners. Ook de Wet publieke gezondheid is hier van toepassing, vooral gericht op preventie.

 

Opgaven Kerndoel 3:

  • We stimuleren sporten en bewegen.

  • We ondersteunen mantelzorgers en andere informele initiatieven waarmee zelfredzaamheid wordt vergroot

  • We zetten met lokaal beleid in op de gezondheidsvraagstukken die door het Rijk zijn vastgesteld.

Kerndoel 4. Kinderen kunnen gezond en veilig opgroeien en zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen

De activiteiten die de gemeente ontplooit om dit maatschappelijk effect te bewerkstellingen voor kinderen waarbij dit niet vanzelfsprekend is, zijn gebaseerd op de Jeugdwet. De Wet publieke gezondheid is hier ook vooral in preventieve zin van belang door de monitoring van de gezondheids- en ontwikkelingssituatie van kinderen en jongeren door de GGD. Ook van toepassing zijn hier de Wet passend onderwijs, de Wet primair onderwijs (voor onderwijsachterstandenbeleid) en de Leerplichtwet.

 

Opgaven Kerndoel 4:

  • We hebben speciale aandacht voor kinderen met risico op een onderwijsachterstand.

  • We voorkomen dat jongeren alcohol en drugs gaan gebruiken en bestrijden problematisch alcohol- en drugsgebruik

  • We zorgen dat kinderen die zorg nodig hebben tegelijkertijd ook goed onderwijs krijgen met zogenaamde onderwijs-zorgarrangementen.

  • We zorgen dat jongeren die 18 worden de zorg krijgen die ze nodig hebben

  • We investeren extra in het opbouwwerk zodat over de volle breedte preventie-kansen gepakt kunnen worden, doordat de gemeentelijke opbouwwerkers inwoners en organisaties helpen als er een vraag is voor ondersteuning en/of informatie

Kerndoel 5. Zo gezond en vitaal als mogelijk ouder worden

Dit kerndoel is het ontwikkelen van een integraal en proactief ouderenbeleid. In onze visie is dit een samenhangend ouderenbeleid, ligt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de ouderen zelf. Het gaat om participeren binnen de samenleving. Dit wordt ondersteund door landelijk onderzoek. Daaruit blijkt dat ouderen zolang mogelijk zelf verantwoordelijkheid willen dragen voor het eigen leven. Kernwaarden moeten zijn: sociaal isolement; mantelzorgers; basiszorg en verborgen problemen. Dit ouderenbeleidsplan wordt voor het zomerreces van 2024 ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

 

Kerndoel 6. Integraal beleid

  • 1.

    Kerndoelen moeten integraal benaderd worden.

  • 2.

    Een integrale aanpak of benadering die samenhangend is en aandacht heeft voor alle leefgebieden. Het gaat om een allesomvattende, holistische aanpak van de vraagstukken, specifiek voor vragenstukken rondom het ouderenbeleid.

  • 3.

    Het organisatorische aspect van integraliteit waarin professionals met elkaar samenwerken en processen, werkwijze en expertise op elkaar afstemmen om tot een gezamenlijke plannen te komen.

4. Invulling van de kerndoelen 2023-2026

Opmeer heeft een tamelijk unieke schaal. Groot genoeg voor een solide infrastructuur. Klein genoeg voor sociale informele verbindingen. Er is een enorm brede basis die bestaat uit verenigingen, Opbouwwerk, Wijksteunpunten, Vrijwilligers, Sport, Cultuur en Dorpsraden.

 

Jeugdigen worden daarbij gestimuleerd te participeren in de samenleving waaronder ook het doen van vrijwilligerswerk. Een goed voorbeeld hierin is het vrijwilligerswerk bij de stichting Jeugd en Jongerenwerk Opmeer (SJJO). Het opbouwwerk signaleert problemen bij individuele en groepen jongeren, signaleert welke vragen er leven, legt de verbinding naar de leefomgeving en waar gewenst naar ondersteuning. Daarnaast heeft het opbouwwerk de taak om overlast door jongeren te voorkomen en te verminderen. Er wordt nauw samengewerkt met lokale verenigingen, het wijkteam Opmeer, scholen, politie, gemeente en justitie.

In deze informele basis schuilt een grote kracht. De onderlinge lijnen zijn kort. De omgang informeel. Vanuit deze informele basis lopen er lijnen naar het wijkteam.

 

Het wijkteam Opmeer kent naast een indicerende en monitorende functie een uitvoerende functie. Dat is bijzonder en zorgt voor veel maatwerkmogelijkheden. Er kan direct hulp worden geboden of doorverwezen (geïndiceerde zorg).

 

In Opmeer wordt samengewerkt met vele partnerorganisaties, met andere gemeenten en met onze inwoners. Er worden subsidies verstrekt en zorgproducten ingekocht. Dit alles om inwoners zo goed mogelijk bij te staan en maatwerkoplossingen te bieden die passen bij de situatie van de inwoners.

 

Per kerndoel wordt aangegeven wat de kracht van de sociale basis is en waar de rol van de gemeente ligt. In een schema wordt met groen aangeven om welke beleidsvelden het gaat.

 

Voor deze nota blijven we de reeds ingezette ontwikkelingen vast te houden. Daarnaast gaan we op een aantal thema’s nadere keuzes te maken, namelijk: de inclusieve dagelijkse leefomgeving, investeren in preventie en integraal werken.

4.1 Kerndoel 1: inwoners hebben bestaanszekerheid

4.1.1 Inwoners met schulden krijgen hulp en we zetten ons in om schuldenproblematiek te voorkomen.

Het hebben van schulden levert veel stress en andere (mentale, sociale én fysieke) problemen op. Veel mensen met schulden zoeken daarvoor geen, of pas op een laat moment hulp, waardoor de schulden steeds groter worden en steeds lastiger op te lossen zijn. Dit komt meestal omdat ze zich schamen of ze niet weten waar ze terecht kunnen voor hulp.

In de meeste gezinnen met geldproblemen is de band tussen ouders en kinderen goed. Vooral als een gezin langdurig in armoede leeft, heeft dit invloed op het opgroeien. Kinderen worden dan soms minder gestimuleerd. Ze hebben een grotere kans om eerder met school te stoppen. Armoede heeft ook invloed op hun gezondheid, hun vrijetijdsbesteding en de hechting met hun ouders.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Armoede mag geen uitsluitingsgrond zijn waardoor kinderen niet aan activiteiten mee kunnen doen. Via sponsering en maatjesprojecten blijven de activiteiten vanuit het Opbouwwerk voor alle jonge inwoners toegankelijk.

Ook naar volwassenen in armoede wordt door het Opbouwwerk en de wijksteunpunten omgekeken.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht op het terrein van integrale schuldhulpverlening voor inwoners en ondernemers. De gemeente gaat inzetten op het taboe doorbreken om hulp te zoeken bij financiële problemen. De gemeente gaat beter uitleggen wat de gemeente voor de inwoners kan doen en met wie de gemeente daarin allemaal samenwerkt.

 

4.1.2 We voeren speciale tijdelijke (inkomens)regelingen uit.

Wat betekent dit voor de gemeente?

In opdracht van het Rijk heeft de gemeente in de voorbije periode meerdere tijdelijke regelingen en incidentele budgetten ingezet om getroffenen van de Coronacrisis te ondersteunen. Welke tijdelijke regelingen er in de periode 2023-2026 komen is op voorhand niet te voorspellen en afhankelijk van de situatie op enig moment. De gemeente zal waar nodig uitvoering geven aan deze regelingen.

4.2 Kerndoel 2. Inwoners doen mee

4.2.1 We zorgen dat iedereen kan meedoen in de samenleving ook als er sprake is van een handicap, en we bestrijden discriminatie.

Na de ratificatie door Nederland van het VN-Verdrag Rechten voor mensen met een handicap is aan de Jeugdwet, Wmo en Participatiewet de verplichting toegevoegd om in een periodiek plan op te nemen hoe de gemeenteraad uitvoering geeft aan het verdrag. Het gaat hier om alle soorten handicaps die mensen kunnen beperken in het meedoen in de samenleving; zowel om lichamelijke als mentale (psychische en verstandelijke) beperkingen en chronische ziekten. Vaak wordt bij het begrip inclusie ook gedoeld op andere groepen die om verschillende redenen worden uitgesloten van volwaardige deelname aan de samenleving, denk aan leeftijd, etnische herkomst, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Ook deze kunnen worden meegenomen bij het opstellen van een inclusie agenda.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Bij de activiteiten die in de brede sociale basis georganiseerd worden speelt afkomst geen enkele rol. Bij het Opbouwwerk wordt ongeveer 50% van de deelnemers uiteindelijk vrijwilliger. Dat betekent dat iedereen kan meedoen en dat degenen die meedoen andere enthousiasmeren om meer mee te doen.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Om uitvoering te geven aan het VN-verdrag zijn in 2021 en 2022 in Opmeer toegankelijkheidstoetsen uitgevoerd bij gebouwen. Deze toegankelijkheidsinformatie is in de app Ongehinderd terug te vinden en helpt mensen met een beperking om zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij. Verder draagt Opmeer bij aan de Antidiscriminatie voorziening in Noord Holland Noord (Art. 1) en zijn er activiteiten in de jaarlijkse regenboogweek. Voor de periode 2023-2026 wordt een lokale inclusieagenda opgesteld waarmee deze en andere activiteiten worden geoptimaliseerd.

 

4.2.2 We bestrijden laaggeletterdheid.

In Opmeer is de laaggeletterdheid vrijwel gelijk aan het landelijke (hoge) gemiddelde van 12% van de inwoners tussen 16 en 65 jaar. Laaggeletterdheid heeft in de moderne samenleving een enorme impact. Het gebruik van digitale middelen wordt erdoor belemmerd waardoor laaggeletterden grote informatieachterstand kunnen hebben bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid. De kans is groot dat men minder zelfredzaam is, minder sociaal actief, en moeilijker betaald werk kan vinden. De gemeente kan eraan bijdragen dat zorgverleners deze mensen herkennen en hun communicatie, informatiemateriaal en begeleiding zo aanpassen dat die beter aansluit bij de patiënt of cliënt.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Er zijn vrijwilligersprojecten voor onder andere laaggeletterden. Zo helpt het Taalhuis Westfriesland, onderdeel van Vrijwilligerspunt, iedereen die moeite heeft met de basisvaardigheden lezen, schrijven, spreken, rekenen en digitale vaardigheden.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Met ingang van 1 januari 2020 hebben gemeenten een grotere regierol gekregen bij de aanpak van laaggeletterdheid. In het nog door de raad vast te stellen regionale beleidskader ‘Westfriese aanpak laaggeletterdheid’ worden de kaders geschetst waarbinnen de zeven Westfriese gemeenten de aanpak van laaggeletterdheid en basisvaardigheden verder vormgeven. Na vaststelling van het beleidskader wordt het regionaal uitvoeringsplan opgesteld waarin lokale wensen worden opgenomen en meer de verbinding wordt gezocht met andere beleidsterreinen of samenwerkingspartners. In Opmeer wordt bijvoorbeeld een laagdrempelig taalpunt gerealiseerd in Wijksteunpunt de Lindenhof en/of de Bibliotheek.

 

4.2.3 We zorgen dat nieuwkomers optimaal kunnen inburgeren.

De nieuwe Wet inburgering is op 1 januari 2022 in werking getreden. De nieuwe wet vraagt van gemeenten dat zij de regie pakken op het inburgeringaanbod en daarin vernieuwingen aanbrengen die bijdragen aan een geslaagde inburgering. Het doel van de wet is om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk te laten meedoen in de Nederlandse samenleving, het liefst met betaald werk. Dit betekent dat er voor iedere inburgeraar een kwalitatief goed passende leer-en/of werkroute is, waarmee zij naar vermogen kunnen participeren en integreren.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Via vrijwilligerswerk zoals Taalmaatjes worden nieuwkomers geholpen met taal.

Door actief mee te doen bij de activiteiten van het Opbouwwerk ontstaat er interactie en wordt tijdens de activiteiten de taal geleerd.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

In december 2020 is het Westfries beleidskader voor inburgering vastgesteld. Centraal doel in het plan is dat inburgeraars, net als alle andere inwoners, op eigen kracht verder kunnen. De inburgeringstaken worden uitgevoerd door een Regionaal inburgeringsteam (RIT). Dit is een samenwerking tussen de zeven Westfriese gemeenten en WerkSaam. De wet inburgering die per 1 januari 2022 van kracht is er op gericht om inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk te laten meedoen in Nederland en dat ze daarnaast zo snel mogelijk werk vinden. De gemeente begeleidt inburgeringsplichtige nieuwkomers bij hun inburgering.

 

4.2.4 We zorgen dat kwetsbare inwoners dichter bij huis ondersteund kunnen worden.

Onder kwetsbare inwoners verstaan we inwoners die het moeilijk vinden om (al dan niet tijdelijk) de weg te vinden in onze huidige complexe maatschappij. Meer specifiek gaat het om mensen die opvang nodig hebben omdat ze dakloos zijn en/of verslaafd of door ggz problematiek zijn aangewezen op een vorm van beschermd wonen of andere voorzieningen

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Met ingang van 2022 wordt de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen verlegd van centrumgemeenten naar individuele gemeenten. Een eerste stap in de gehele doordecentralisatie van Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang (voorzien per 2026) naar de individuele gemeenten is hiermee gezet. Het doel is om inwoners met een psychische kwetsbaarheid meer in de eigen gemeente op te vangen. Als inwoners in de wijk wonen hebben ze een grotere kans op participatie in de gemeenschap. Op deze manier kan er beter aangesloten worden bij de lokale situatie en zijn er meer mogelijkheden om preventief te werken.

 

4.2.5 We zorgen dat inwoners dichterbij actief kunnen meedenken in de voorfase van projecten en besluitvorming

De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 juli 2023 in werking. Onder de Omgevingswet wordt gestreefd naar een bredere participatie van burgers en bedrijven in het voortraject als het gaat om het vormgeven van de fysieke leefomgeving. Het doel is dat de inzet op vroegtijdige publieksparticipatie zal leiden tot besluitvorming met een groter draagvlak.

Niet alleen via de Omgevingswet, maar ook door burgerparticipatie via burgerpanels gaan inwoners meer en eerder betrokken worden.

Infrastructurele projecten hebben vaak een directe link met het sociaal domein. Toekomstige gebruikers van de projecten kunnen cliënt/patiënt/belanghebbende zijn.

 

Ook zetten we in op participatie via het online platform via MijnBuurtje (Opmeerleeft.nl). De aanpak is gericht op het ontwikkelen van actieve betrokken buurten en gemeenschappen waar mensen elkaar beter en meer kunnen vinden. Door meer (nieuwe) ontmoetingen en sociale participatie ontstaat een actievere buurt en wordt ‘zorg’ en de daarmee samenhangende kosten voorkomen. Om dit te bereiken is het nodig dat mensen elkaar beter kunnen vinden en dat er meer verbindingen ontstaan.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Dorpsraden, cliëntenorganisaties en verenigingen kunnen in de voorfase nadrukkelijker hun stem laten horen en actief meedenken over praktische en pragmatische invullingen bij projecten. Als ervaringsdeskundigen en eindgebruikers hebben zij een groot belang dat projecten op een voor hun leefbare, gebruiksvriendelijke, toegankelijke en praktische manier worden ontworpen.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

De gemeente gaat zich erop richten om op een zo toegankelijk mogelijke manier inwoners ruimte te bieden om hun inbreng te geven.

 

4.2.6 We investeren in wijksteunpunten

Een breed aanbod aan algemene voorzieningen draagt bij aan een sterke en sociale samenleving. Wijksteunpunten en dorpshuizen kunnen daarbinnen een belangrijke functie hebben voor alle inwoners en specifiek voor degenen die een steuntje in de rug nodig hebben. Denk aan het voorkomen van sociaal isolement, lotgenoten contact, langer zelfstandig blijven wonen en zo actief mogelijk blijven meedoen. De wijkvoorzieningen bieden een kans voor het preventief benaderen van maatschappelijke uitdagingen met een sterk en samenhangend activiteitenaanbod door de hele gemeente. De mogelijkheden zijn eindeloos: een inloop van de GGZ, een Taalcafé, Taalmaatjesprojecten, activiteiten voor mantelzorgondersteuning, een spreekuur voor laaggeletterdheid, de formulierenbrigade, meer bewegen voor ouderen, cognitieve fitness, lotgenoten contactgroepen, etc.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

De wijksteunpunten vormen samen met de inwoners de ruggengraat van de wijk. Vrijwilligers kunnen er vrijwilligerswerk doen. Vereenzaming wordt door ontmoeting tegengegaan. Contacten bloeien op. Activiteiten worden georganiseerd.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Het college onderzoekt de behoeftes van inwoners, professionals en de politiek ten aanzien van de invulling van de wijksteunpunten en andere wijkvoorzieningen. Dit zal leiden tot een voorstel voor een evenwichtig activiteitenaanbod, goede bereikbaarheid van de voorzieningen en professionele ondersteuning waar nodig

 

4.2.7 We ondersteunen vrijwilligerswerk

In Opmeer is het aantal inwoners dat vrijwilligerswerk doet relatief hoog maar net als in andere delen van Nederland is er sprake van een neerwaartse trend. De gemeente kan helpen om vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken en te houden. Vrijwilligerswerk is voor ieder dorp en iedere gemeente van zeer grote waarde. Door vrijwilligers wordt de leefbaarheid op allerlei gebieden vergroot (denk aan sport- en andere vrije tijdsverenigingen) en veel mensen kunnen dankzij vrijwilligers zelfstandig blijven wonen. Vrijwilligerswerk is niet alleen goed voor degenen die er baat bij hebben maar ook voor de vrijwilliger zelf. Uit onderzoek blijkt dat vrijwilligers gelukkiger en gezonder zijn dan mensen die geen vrijwilligerswerk doen.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

In Opmeer wordt het vrijwilligerswerk ondersteund door twee opbouwwerkers. Zij organiseren onder meer het Platform Zorg & Welzijn voor ontmoeting en kennisuitwisseling. Voor het opleiden en coachen van gespecialiseerde zorgvrijwilligers kan een beroep gedaan worden op ondersteuning van Mee & de Wering. Opmeer toont waardering voor de vrijwilligers die in de gemeente actief zijn door een jaarlijkse kerstbijeenkomst met een presentje.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

In de periode 2023-2026 willen we een boost geven aan het vrijwilligerswerk in onze gemeente naar het voorbeeld van de campagne “Mensen maken Nederland”, de campagne van het Nationaal Jaar Vrijwillige Inzet in 2021 – een initiatief van vrijwilligersorganisaties uit het hele land gericht op het betrekken van nieuwe doelgroepen bij het vrijwilligerswerk in Nederland. We evalueren de bestaande activiteiten op dit terrein en gaan een stapje verder met praktische ondersteuning van vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld door hulp bij het rekruteren van mensen. We tonen nóg meer waardering voor het vrijwilligerswerk.

 

4.3 Kerndoel 3. Inwoners kunnen gezond, veilig en zelfstandig wonen en leven

4.3.1 We stimuleren sporten en bewegen.

Het is de ambitie van het college om sport- en bewegen te stimuleren voor alle leeftijdscategorieën onder de noemer: een leven lang sporten en in te zetten op 365 dagen sport. Daarnaast ook de ambitie om de verbinding tussen organisaties te versterken om creatieve vorming van kinderen te stimuleren. Dit heeft een positief effect op de gezondheid en is één van de doelstellingen van het lokaal gezondheidsbeleid.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Sportverenigingen staan open voor nieuwe leden en het opbouwwerk stimuleert sporten via onder andere Tour de Fris, Tour de Heros en Tour de Classique.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

In 2020 is een Lokaal sportakkoord Opmeer opgesteld waarmee wordt deelgenomen aan de Regeling Lokale Sportakkoorden van het Rijk. Het Sportakkoord is een middel om sport en bewegen en maatschappelijke verbinding in de gemeente te stimuleren. De uitvoering van het sportakkoord is een gezamenlijke verantwoording van de gemeente en de lokale partners. In 2023 gaat Opmeer voor een Preventieakkoord.

Heel concreet staat in het coalitieakkoord geformuleerd dat er in 2025 op 3 plaatsen waar veel wordt gesport en hardlooproutes langslopen fitnesstoestellen worden aangebracht. In nieuwe woonwijken worden trapveldjes gerealiseerd in combinatie met andere speelvoorzieningen. Daarnaast kijkt de gemeente naar mogelijkheden om nieuwe wandelroutes aan te leggen. Hierbij is er meer oog voor inclusief gebruik van de openbare ruimte en wordt er bij aanleg of wijziging van het openbaar gebied en aanleg van voet- en wandelpaden rekening gehouden met rolstoel- en rollatorgebruik.

 

4.3.2 We ondersteunen mantelzorgers en andere informele initiatieven waarmee zelfredzaamheid wordt vergroot.

De mantelzorger heeft grote meerwaarde. Zowel in het kader van zorg dichtbij huis voor de zorgbehoevende als in het kader van preventie en kostenbeheersing. Oudere inwoners en zij die getroffen worden door ziekte of een beperking worden ondersteund door mensen in hun naaste omgeving: familie, vrienden, buren en informele hulpverleningsorganisaties. Opmeer is een vergrijzende gemeente. Mogelijk is de aanwezigheid van deze mantelzorg op den duur niet toereikend. Het is van belang om de waardering in financiële zin op peil te houden en ondersteuning van mantelzorg te versterken met aandacht op maat.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

In de wijksteunpunten ontstaan kansen om mantelzorgers met elkaar in contact te brengen én om nieuwe mantelzorgers te bereiken en te werven.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Mantelzorgers kunnen ondersteund worden of hulp krijgen van de gemeente met aandacht op maat. De ondersteuning bestaat in Opmeer uit praktische hulp, (informatie)bijeenkomsten met andere mantelzorgers, en het tijdelijk overnemen van de zorg (respijt). De geregistreerde mantelzorgers ontvangen jaarlijks een waardering en de jonge mantelzorgers (tot 24 jaar) ontvangen ook een waardering en hebben een vast contactpersoon binnen het Wijkteam. Rond de dag van de mantelzorger wordt een bijeenkomst georganiseerd in het teken van ontspanning en lotgenotencontact.

In de periode 2023-2026 blijven we de behoefte aan ondersteuning monitoren en brengen we het ondersteuningsaanbod voor (jonge) mantelzorgers opnieuw onder de aandacht. Door extra aandacht te geven aan de meerwaarde van mantelzorg proberen we voor voldoende mantelzorgers te zorgen in onze vergrijzende gemeente.

 

4.3.3 We zetten met lokaal beleid in op de gezondheidsvraagstukken die door Rijk zijn vastgesteld.

 

Met het landelijk beleid wordt voor de periode 2020-2024 een kader geschetst om een aantal gezondheidsvraagstukken ook op lokaal niveau met voorrang aan te pakken, voor zover dat nog niet gebeurt. Er is landelijk gekozen voor vier thema’s:

 

  • 1.

    Gezondheid in de fysieke en sociale leefomgeving; denk aan uitnodigend openbaar groen, inclusieve speelplekken en gezond voedselaanbod op de scholen. Per november 2021 zijn alle speeltuinen in Opmeer rookvrij om opgroeiende kinderen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van meeroken. Ook sportverenigingen kunnen gestimuleerd worden om rookvrij te worden.

  • 2.

    Het verkleinen van gezondheidsachterstanden; voorbeeld: Opmeer zet zich samen met de andere Westfriese gemeenten in voor ‘Nu niet zwanger’. Dit programma is bedoeld voor kwetsbare mannen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd waarbij sprake is van complexe problemen en beperkingen (multiproblematiek), gebrek aan zelfredzaamheid en zelfherstellend vermogen. Het programma ondersteunt hen om een bewuste keuze te maken over het moment van hun kinderwens, zodat zij niet onbedoeld zwanger raken.

  • 3.

    Druk op het dagelijks leven bij jeugd en jongvolwassenen; in de Jongvolwassenenmonitor van de GGD geeft de helft van de Opmeerse jongeren aan zich vaak gestresst te voelen. Van de respondenten ervaart 20% daardoor psychische of lichamelijk klachten. Bij de volgende peiling zal duidelijk worden welke gevolgen de Coronacrisis voor jongeren heeft gehad.

  • 4.

    Vitaal ouder worden. Onder deze ambitie vallen bestaande GGD-programma’s gericht op langer zelfstandig kunnen wonen, het voorkomen en bestrijden van eenzaamheid, het stimuleren van bewegen door ouderen en andere op preventie gerichte activiteiten in de zorg.

Wat betekent dit voor de gemeente?

In 2022 en 2023 wordt, in samenwerking met o.a. de GGD, de nota lokaal gezondheidsbeleid opgesteld en worden keuzes gemaakt om met deze thema’s aan de slag te gaan.

 

4.4 Kerndoel 4. Kinderen kunnen gezond en veilig opgroeien en zich ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen

4.4.1 We hebben speciale aandacht voor kinderen met risico op een onderwijsachterstand.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Onderwijsachterstanden worden in Opmeer zoveel mogelijk voorkómen door het mogelijk te maken dat kinderen die op dat gebied risico’s lopen, deelnemen aan voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit is een doorlopend programma in de peuteropvang en de vroegste klassen van het basisonderwijs. Het rijk stelt middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden ter beschikking. Deze zetten wij zo effectief mogelijk in door subsidie te verlenen aan de peuteropvang. Daarnaast wordt de komende jaren gewerkt aan het opzetten van aanvullend aanbod gericht op het voorkomen en aanpakken van onderwijsachterstanden, waar mogelijk ook door ondersteuning in een andere setting zoals bijvoorbeeld de thuissituatie.

 

Vanwege aanvullende en strengere wettelijke eisen moeten gemeenten met de scholen, GGD en kinderopvangorganisaties goede afspraken hebben over welke resultaten er met de VVE behaald worden. Hiervoor is een goede samenwerking tussen deze partijen essentieel. De komende jaren zal dan ook worden gewerkt aan deze samenwerking. Belangrijk onderdeel hiervan is de warme overdracht van kinderopvang naar onderwijs, het verder concretiseren van de te behalen resultaten en hoe we deze gezamenlijk willen behalen.

 

4.4.2 We bestrijden problematisch alcohol en drugsgebruik en voorkomen dat jongeren alcohol en drugs gaan gebruiken.

In Opmeer is het alcoholgebruik zowel bij jeugdigen als bij volwassenen hoger dan gemiddeld in Noord Holland Noord. Met name voor jongeren is dat zorgelijk omdat alcoholgebruik bij hen kan leiden tot gezondheidsschade en alcoholproblemen op latere leeftijd.

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Er worden activiteiten voor jongeren georganiseerd waarbij geen alcohol of drugs aanwezig is, zoals de Tour de Fris en de Award Opmeer.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Het programma In Control of Alcohol & Drugs (ICOAD) stelt zich ten doel om het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren te voorkomen en verder terug te dringen. De 17 gemeenten uit Noord-Holland Noord, GGD HN, Brijder jeugd, GGZ Noord-Holland Noord, L!NK projecten en de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord werken in het programma samen.

Aandachtspunt voor de periode 2023-2026 is het gedrag van ouders. Hun voorbeeld en de opvoeding hebben veel invloed op het alcoholgebruik van kinderen. Ouders die zelf alcohol drinken, hebben vaker kinderen die een alcoholprobleem ontwikkelen. Verder is naleving en handhaving van de leeftijdgrens een punt van aandacht

 

4.4.3 We zorgen dat kinderen die zorg nodig hebben tegelijkertijd ook goed onderwijs krijgen met zogenaamde onderwijs-zorgarrangementen.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

De Westfriese gemeenten en het samenwerkingsverband Passend onderwijs West-Friesland hebben afspraken gemaakt over onderwijs-zorgarrangementen in de “Handreiking en afwegingskader Onderwijszorgarrangementen West-Friesland”.

Een onderwijs-zorgarrangement is een gezamenlijk aanbod van de gemeente (verantwoordelijk voor jeugdhulp) en het onderwijs en voorkomt dat kinderen tussen wal en schip vallen omdat er geen duidelijkheid is over verantwoordelijkheden en financiering. Het kan gaan om lichte arrangementen op school (zoals begeleiding op school in de pauzes) tot de zwaarste arrangementen waarbij de leerling niet meer naar school gaat. Een voorbeeld hiervan is dat kinderen op een zorgboerderij of behandelgroep geplaatst worden. Het is belangrijk dat zorg en onderwijs in zowel lichte als zwaardere gevallen goed op elkaar afgestemd worden.

 

Door het afwegingkader kan besluitvorming over de in te zetten hulp sneller plaatsvinden. Ouders en jeugdigen krijgen duidelijkheid zonder discussie over verantwoordelijkheid en bekostiging.

 

4.4.4 We zorgen dat jongeren die 18 worden de zorg krijgen die ze nodig hebben.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Op 18-jarige leeftijd krijgt een jongere de rechten en plichten die horen bij een volwassene. Indien de jongere hulp ontvangt vanuit de Jeugdwet en de hulpvraag doorloopt betekent dit in de meeste gevallen dat er een overgang van de Jeugdwet naar de Wmo, Zorgverzekeringswet of Welzijnswet moet plaatsvinden. De vorm en of invulling van zorg kan dan veranderen evenals de vertrouwde gezichten van de zorgverlener. Om de jongeren goed te kunnen ondersteunen in deze verandering maken wij regionale afspraken met zorgaanbieders over de stappen die moeten worden gezet om de overgang soepel te laten verlopen.

 

De regionale werkgroep 18-/18+ verkent de mogelijkheden van een team 16+ met daarin zowel Jeugd- en Wmo-medewerkers die gezamenlijk op casusniveau kijken wat nodig is voor de jongere. De gedachte hierachter is dat een jongere op tijd weet wat zijn of haar rechten en plichten zijn vanaf het moment dat deze 18 jaar wordt. Daarnaast kan het een en ander vroegtijdig in gang gezet worden. Denk hierbij aan het zelfstandig kunnen voorzien in eigen onderhoud maar ook het vinden van geschikte woonruimte. Door als gemeente vroegtijdig betrokken te zijn bij de casus kan het team sturen op een soepele overgang en daarmee voorkomen dat jongeren aanspraak maken op duurdere vormen van zorg.

 

4.4.5 We investeren extra in opbouwwerk zodat over de volle breedte preventie-kansen gepakt kunnen worden

 

Wat betekent dit voor de sociale basis?

Het gemeentelijk opbouwwerk is sinds lange tijd in onze gemeente actief en werpt zijn vruchten af. Het opbouwwerk werkt outreachend en is gericht op het versterken van de weerbaarheid, de eigen kracht en talentonwikkeling van jongeren.

 

Jongeren maken op een positieve manier laagdrempelig kennis met de mogelijkheden om invloed uit te oefenen door deel te nemen aan het jongerenparlement.

 

Ook wordt bij jongeren bewegen gestimuleerd door op scholen Pauzesport aan te bieden.

Jongeren krijgen zo diverse kansen tot zelfontplooiing. Tegelijkertijd komen zij laagdrempelig in contact met begeleiders en hulpverleners. De grote meerderheid zal met dat contact verder niets extra’s doen. Voor een kleine minderheid kan dit laagdrempelige contact de uitnodiging zijn om beginnende problematiek aan te kaarten en vroegtijdig hulp te krijgen bij het oplossen hiervan.

 

Wat betekent dit voor de gemeente?

Ruim 20% van de bevolking van Opmeer is tussen 0 en 20 jaar. Daarvan maakt zo'n 8% gebruik van jeugdhulp. Met vroegtijdige inzet bij risicosituaties zoals armoede, echtscheiding, stress of kansenongelijkheid kunnen hoge kosten in een later stadium worden voorkomen. Hierbij is het doel om zo vroeg mogelijk te starten. Onderzoek laat zien dat het effect van preventieve programma’s het sterkst is op jonge leeftijd.

 

De afgelopen jaren is in Opmeer al gestart met een aantal preventieve projecten zoals ‘Samen uit elkaar’ en 'Buurtgezinnen'. De komende jaren gaan we verder onderzoeken bij welke andere problematiek preventief aanbod gerealiseerd kan worden zodat inzet van zwaardere jeugdhulp en hiermee samenhangende kosten voorkomen kunnen worden.

 

Begrippenlijst:

Armoede

De Verenigde Naties omschrijven armoede als “het niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften”. Veel onderzoeken tonen aan dat in Nederland steeds meer mensen door armoede getroffen worden.

Absolute armoede

We spreken in Nederland over absolute armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en bv. niet beschikken over (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot gezondheidszorg (bv. een zorgverzekering) of geen mogelijkheden hebben om verder te leren na de verplichte schoolperiode.

Sociale Armoede

Sociale armoede betekent dat mensen niet mee kunnen doen aan het normale maatschappelijk leven omdat er geen geld is voor een sportclub of vereniging, voor schoolactiviteiten of een uitstapje van de bejaardenvereniging of bijvoorbeeld voor toegang tot internet.

 

Bestaanszekerheid

Om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving en om te werken aan ontwikkeling is bestaanszekerheid essentieel. Bestaanszekerheid is, volgens Divosa, niet alleen de zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen. Ook zekerheid om betaalbaar te wonen, toegang tot betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven zijn noodzakelijke voorwaarden om de rust en ruimte te vinden die nodig is om je als mens te ontwikkelen en mee te doen in de samenleving.

 

Inclusie

Inclusie is de insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. Inclusie staat tegenover uitsluiting en discriminatie

 

Nieuwkomers

Een nieuwkomers is een immigrant die naar Nederland komt voor het werk of de partner. Of het is een vluchteling: iemand die zijn woongebied is ontvlucht uit vrees voor geweld of zijn leven. Nieuwkomers hoeven niet verplicht in te burgeren als ze de nationaliteit hebben van een land uit de Europese Unie (EU), Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, jonger zijn dan 18 jaar, ouder zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd of tijdelijk naar Nederland komen voor studie of werk. In alle andere gevallen moeten nieuwkomers verplicht inburgeren.

 

Opbouwwerk

Het opbouwwerk is sinds lange tijd in onze gemeente actief en werpt zijn vruchten af. Het opbouwwerk werkt outreachend en is gericht op het versterken van de weerbaarheid, de eigen kracht en talentonwikkeling van jongeren. De gemeentelijke opbouwwerkers kunnen inwoners of organisatie helpen als er een vraag is naar ondersteuning en/of informatie.

 

Sociale Basis

De sociale basis bestaat uit wat bewoners met en voor elkaar doen en de meer professionele, georganiseerde sociale basisvoorzieningen. Sociale basisvoorzieningen raken aan álle aspecten van het dagelijkse leven: ontmoeting, onderwijs, opvoeding, werk, gezondheid, wonen, bewegen, cultuur en veiligheid.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 16 februari 2023.

voorzitter

G.J. van den Hengel

griffier

L. Gijben


1

Amendement 17.1 van de fracties PvdA/GroenLinks en de Lokale Partij Opmeer