Organisatie | Samenwerkingsverband vastgoedinformatie, heffing en waardebepaling |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling omgaan met melden vermoeden misstand |
Citeertitel | Regeling melden vermoeden misstand SVHW |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Regeling melden vermoeden misstand |
Externe bijlage | Modelregeling A&O fonds |
Regeling melden vermoedne misstand
N.v.t.
Regeling melden vermoeden misstand
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-01-2024 | Regeling melden vermoeden misstand | 17-01-2024 | D.BV. 24/17 |
Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffing en Waardebepaling (SVHW);
Gelezen het voorstel van de Directie SVHW d.d. XX december 2023 (D.B. 24/)
1. De regeling melden vermoeden misstand v3.0 d.d. 17 januari 2024 vast te stellen;
2. De regeling melden vermoeden misstand v2.0 vastgesteld op 11 december 2019 in te trekken;
3. De OR heeft ingestemd met het beleid melden vermoeden missstanden;
4. Dit besluit op 1 januari 2024 in werking te laten treden.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht dan wel degene die anderszins in een ondergeschiktheidsrelatie tegen een vergoeding arbeid verricht;
De directeur van SVHW, die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid laat verrichten of heeft laten verrichten dan wel degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid laat verrichten of heeft laten verrichten;
een natuurlijke persoon die in de context van zijn werk gerelateerde activiteiten een vermoeden van een misstand meldt of openbaar maakt;
Het vermoeden van een melder dat binnen SVHW sprake is van een misstand voor zover het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de melder in de context van zijn werk gerelateerde activiteiten heeft opgedaan;
Toekomstige, huidige of vroegere werk gerelateerde activiteiten in de publieke of private sector waardoor, ongeacht de aard van die werkzaamheden, personen informatie kunnen verkrijgen over misstanden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met benadeling als bedoeld in artikel 10 van deze regeling indien zij deze informatie zouden melden;
Een handeling of nalatigheid die:
Degene die een melder bijstaat
een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een melder adviseert in het meldingsproces in een werk gerelateerde context en wiens advisering vertrouwelijk is;
Degene die is aangewezen om als zodanig voor SVHW te fungeren;
De privacy officer bij wie het vermoeden van een misstand kan worden gemeld;
De persoon of personen aan wie de werkgever het onderzoek naar de misstand opdraagt.
Degene die door de privacy officer na ontvangst van de melding, in overleg met de melder, is aangewezen, als contactpersoon met het oog op het tegengaan van benadeling;
De melding van een vermoeden van een misstand;
Bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen;
Afdeling advies van het Huis voor Klokkenluiders
De afdeling advies van het Huis, bedoeld in artikel 3a, lid 2, Wet bescherming klokkenluiders;
Afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders
De afdeling onderzoek van het Huis, bedoeld in artikel 3a, lid 3, Wet bescherming klokkenluiders;
Het Dagelijks Bestuur dat binnen de organisatie van SVHW toezicht houdt op de werkgever.
Informatie, advies en ondersteuning voor de melder
Een melding via a. en b. kan anoniem gedaan worden.
Bij een melding via b. of c. wordt de melding gedateerd opgenomen (eerst nadat de melder hiermee schriftelijk heeft ingestemd) of schriftelijk vastgelegd in een zo volledig en nauwkeurig mogelijk verslag (de melder krijgt de gelegenheid dit verslag te controleren, te corrigeren en voor akkoord te tekenen).
De gegevens van de melding in het register worden vernietigd als zij niet langer noodzakelijk zijn. Zolang een onderzoek loopt of nadat een melding bij een bevoegde autoriteit is gedaan of een klacht- of gerechtelijke procedure loopt, blijven de gegevens van een melding in een register in ieder geval behouden.
Artikel 3 Behandeling van de interne melding
Er wordt geen onderzoek ingesteld indien het vermoeden niet gebaseerd is op redelijke gronden of indien het op voorhand duidelijk is dat het gemelde geen betrekking heeft op een vermoeden van een misstand. Dit besluit wordt schriftelijk gemotiveerd toegestuurd aan de melder door de onafhankelijke coördinator.
Artikel 4 De uitvoering van het onderzoek
De onderzoekers stellen de persoon op wie de melding betrekking heeft in de gelegenheid te worden gehoord. De onderzoekers dragen zorg voor een schriftelijke vastlegging hiervan, en leggen deze vastlegging ter goedkeuring en ondertekening voor aan de persoon op wie de melding betrekking heeft. De persoon op wie de melding betrekking heeft ontvangt hiervan een afschrift.
De persoon op wie de melding betrekking heeft, wordt de gelegenheid gegeven te reageren op belastende informatie die langs andere wegen dan via hem is verzameld. Daartoe wordt hem een redelijke termijn gegeven. Indien de persoon op wie de melding betrekking heeft niet binnen de redelijke termijn heeft willen of kunnen reageren, wordt dit door de onderzoekers in het onderzoeksrapport vermeld.
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of de afdeling onderzoek van de Wet Huis voor Klokkenluiders, of een bevoegde autoriteit van de melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de hoogte moet worden gebracht. Als de werkgever de afdeling onderzoek van de wet Huis voor Klokkenluiders of een bevoegde autoriteit op de hoogte stelt, stuurt hij de melder via de onafhankelijke coördinator hiervan een afschrift, tenzij hiertegen ernstige bezwaren bestaan.
Artikel 6 Mogelijkheid tot reactie door melder op onderzoeksrapport en standpunt werkgever
reageert de onafhankelijke coördinator hierop en stelt zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek voor aan de werkgever. Voor dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek. De melder kan er ook voor kiezen een externe melding te doen.
Op de websites van de bevoegde autoriteiten zijn onder meer de contactgegevens en de te volgen procedures te vinden. Bij het Huis voor klokkenluiders (afdeling advies) kan informatie worden ingewonnen over het doen van een externe melding en de keuze voor de bevoegde autoriteit.
Voor iedereen die betrokken is bij een melding van of het onderzoek naar een vermoeden van een misstand en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de Wet bescherming klokkenluiders de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Indien de melding is gedaan via de vertrouwenspersoon of onafhankelijke coördinator en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurt aan de vertrouwenspersoon of onafhankelijke coördinator en stuurt de vertrouwenspersoon of onafhankelijke coördinator dit onverwijld door aan de melder.
Ingeval enig wettelijk voorschrift in het kader van onderzoek door een bevoegde autoriteit of een gerechtelijke procedure tot mededeling van de identiteit van een melder verplicht, wordt deze daarvan vooraf in kennis gesteld, tenzij die informatie het gerelateerde onderzoek of de gerechtelijke procedure in gevaar zou kunnen brengen. Bij deze kennisgeving ontvangt de melder of een betrokkene een schriftelijke toelichting van de redenen voor de bekendmaking van de gegevens over zijn identiteit.
Artikel 9 Bescherming tegen benadeling bij een melding
De werkgever zal de melder tijdens en na de behandeling van een melding van een vermoeden van een misstand niet benadelen in verband met de melding, onder de voorwaarde dat de melder redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie over het vermoeden van een misstand op het moment van de melding juist is.
Het bepaalde in dit artikel is eveneens van toepassing op een betrokken derde, de vertrouwenspersoon, de onafhankelijke coördinator, de contactpersoon, de interne onderzoekers en degene die een melder bijstaat. Degene die is gehoord in het kader van een onderzoek naar aanleiding van een melding, zal evenmin worden benadeeld in verband met het te goeder trouw afleggen van een verklaring.
Onverminderd het bij of krachtens de wet bepaalde met betrekking tot de bescherming van de nationale veiligheid, het beroepsgeheim van advocaten, het medisch beroepsgeheim, de geheimhouding van rechterlijke beraadslagingen en het strafprocesrecht, is een melder ingeval van een melding of openbaarmaking van een vermoeden van een misstand niet aansprakelijk voor een inbreuk op enige beperking van de openbaarmaking van informatie, indien:
Artikel 12 Het tegengaan van benadeling van de melder
De contactpersoon bespreekt, samen met de melder, welke risico’s op benadeling aanwezig zijn, op welke wijze die risico’s kunnen worden verminderd en wat de melder kan doen als hij van mening is dat sprake is van benadeling. De contactpersoon draagt zorg voor een schriftelijke vastlegging hiervan en legt deze ter goedkeuring en ondertekening voor aan de melder. De melder ontvangt hiervan een afschrift.
Indien de melder van mening is dat sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de contactpersoon. De contactpersoon en de melder bespreken ook welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De contactpersoon draagt zorg voor een schriftelijke vastlegging hiervan, en legt deze ter goedkeuring en ondertekening voor aan de melder. In overleg met de melder stuurt de contactpersoon het verslag door aan de werkgever. De melder ontvangt hiervan een afschrift.