Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Beleidsregels integrale schulphulpverlening gemeente Assen 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels integrale schulphulpverlening gemeente Assen 2017
CiteertitelBeleidsregels integrale schulphulpverlening gemeente Assen 2017
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-01-202406-06-2017Nieuwe regeling

06-06-2017

gmb-2024-32837

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels integrale schulphulpverlening gemeente Assen 2017

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van Assen;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij de gemeente Assen is ingeschreven;

  • c.

    de wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • d.

    GKB: Gemeentelijke Kredietbank;

  • e.

    verzoeker: persoon die zich tot de GKB heeft gewend voor schuldhulpverlening;

  • f.

    problematische schuldsituatie: de situatie waarin iemand niet (meer) in staat is zelf zijn schulden op te lossen;

  • g.

    schuldhulpverlening: het actief ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor zijn/haar financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Schuldhulpverlening houdt daarnaast in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden ontstaan; ook nadat een traject is afgerond (nazorg);

  • h.

    crisissituatie: een situatie waarin er sprake is van een aanzegging tot gedwongen woningontruiming, een aanzegging tot executieverkoop van de eigen woning, een aanzegging tot beëindiging van de levering van gas, elektriciteit of water of opzegging of ontbinding van de zorgverzekering, een aanzegging tot verkoop van de inboedel;

  • i.

    niet-regelbare schulden: schulden die niet meegenomen kunnen worden in het kader van een schuldregeling, omdat de aard van de schuld zich tegen een minnelijke schuldregeling in de zin van een saneringskrediet of schuldbemiddeling verzet;

  • j.

    afloscapaciteit: het bedrag dat maandelijks beschikbaar is voor de schuldeisers, gebaseerd op inkomen en vrij te laten bedrag, conform de regels van de NVVK (Vereniging voor Schuldhulpverlening en Sociaal bankieren).

 

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1.

    Inwoners van de gemeente Assen van 18 jaar en ouder met een (dreigende) problematische schuldsituatie kunnen zich voor schuldhulpverlening wenden tot het college.

  • 2.

    Ondernemers met of zonder een nog lopende onderneming met een inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

 

Artikel 3. Wacht- en doorlooptijd

  • 1.

    Indien een inwoner zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening, vindt tenminste binnen vier weken het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld;

  • 2.

    In geval van een crisissituatie heeft dit gesprek binnen tenminste 3 werkdagen plaats;

  • 3.

    Aan inwoners met minderjarige kinderen die zich wenden tot het college voor schuldhulpverlening, wordt voorrang gegeven, ook wanneer er een wachtlijst is.

 

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college besluit tot het doen van een aanbod aan verzoeker indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht.

  • 2.

    De noodzakelijkheid als bedoeld in het eerste lid en de vorm waarin de GKB schuldhulpverlening aanbiedt, zijn van meerdere factoren afhankelijk en kunnen dus per situatie verschillen. Factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      de aard en hoogte van het inkomen van verzoeker;

    • b.

      zwaarte en/of omvang van de schulden, alsmede de regelbaarheid daarvan;

    • c.

      psychosociale situatie;

    • d.

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • e.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 3.

    Voor personen met een inkomen hoger dan 120% van de bijstandsnorm geldt dat de kosten verbonden aan schuldhulpverlening voor eigen rekening komen.

 

Artikel 4. Verplichtingen verzoeker

  • 1.

    Het college legt in aanvulling op verplichtingen voortvloeiend uit de wet, in de beschikking navolgende verplichtingen op:

    • a.

      verzoeker doet aan de GKB op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

    • b.

      verzoeker verleent alle medewerking die redelijkerwijs nodig is gedurende de verzoekperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    De verplichtingen als bedoeld in het eerste lid bestaan in elk geval uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen in de overeenkomsten die verzoeker in het kader van het schuldhulpverleningstraject heeft ondertekend;

    • d.

      het verlenen van toestemming om de voor de schuldhulpverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij derden en te verstrekken aan derden.

  • 3.

    Het college kan in aanvulling op de verplichtingen genoemd in het eerste en tweede lid, verplichtingen verbinden aan het aanbod voor schuldhulpverlening, zoals:

    • a.

      het aanvaarden van aanpalende hulpverlening die door het college noodzakelijk wordt geacht voor een duurzaam resultaat van de schuldhulpverlening;

    • b.

      de verplichting tot het openen van een basisrekening als voorwaarde voor de inzet van stabilisatie, budgetbeheer, betalingsregelingen en/of een schuldregeling, indien verzoeker niet de beschikking heeft over een betaalrekening op naam en zonder debetstand bij een reguliere bank.

 

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

  • 1.

    Indien verzoeker naar het oordeel van het college niet of in onvoldoende mate voldoet aan het gestelde in artikel 4, kan het college het verzoek om schuldhulpverlening weigeren of beëindigen.

  • 2.

    Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, biedt het college de verzoeker een redelijke termijn om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of de informatie te verstrekken.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in deze beleidsregels kan het college besluiten tot beëindiging van het traject schuldhulpverlening als zij van oordeel is dat:

    • a.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

    • b.

      verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • c.

      verzoeker niet-regelbare schulden heeft;

    • d.

      de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, naar het oordeel van het college niet (langer) passend is;

    • e.

      verzoeker niet (meer) tot de doelgroep behoort;

    • f.

      schuldhulpverlening op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens aan betrokkene is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • g.

      verzoeker zijn beschikbare afloscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

    • h.

      verzoeker zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers, belast met de werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject;

    • i.

      de schuldhulpverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht of

    • j.

      het schuldhulpverleningstraject is mislukt wegens onvoldoende medewerking van schuldeisers.

  • 4.

    Voorts besluit het college tot beëindigen van het traject schuldhulpverlening

    • a.

      wanneer de eigen bijdrage niet wordt betaald of

    • b.

      wanneer verzoeker niet meer aan het schuldhulpverleningstraject wil meewerken of zelf verzoekt de schuldhulpverlening te beëindigen.

  • 5.

    De gronden genoemd in het derde lid sub b, c, d, e, g, h zijn tevens weigeringsgronden onverminderd het bepaalde in het eerste lid.

 

Artikel 6. Budgetbeheer

  • 1.

    De duur van door de gemeente betaald budgetbeheer is maximaal 36 maanden;

  • 2.

    Gedurende de looptijd van budgetbeheer wordt getoetst of verzoeker in staat is zijn financiële administratie weer zelfstandig te beheren. Indien dit naar oordeel van het college het geval is wordt het door de gemeente betaalde budgetbeheer beëindigd.

 

Artikel 7. Recidive – hernieuwd verzoek

  • 1.

    Het college kan een nieuw verzoek om schuldhulpverlening weigeren als naar zijn oordeel:

    • a.

      binnen één jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een traject schuldhulpverlening tussentijds door toedoen van verzoeker is beëindigd;

    • b.

      binnen twee jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldhulpverlening succesvol is doorlopen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van het college verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van weigering.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in lid 1 stelt het college op verzoek het product “Informatie en advies” beschikbaar.

 

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1.

    De Beleidsregels integrale schulphulpverlening, vastgesteld 26 maart 2013, worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Assen op 06-06-2017

M.L.J. Out, voorzitter

T. Dijkstra, secretaris