Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Velsen

Nadere regels verdeling exploitatievergunningen speelautomatenhallen Velsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVelsen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels verdeling exploitatievergunningen speelautomatenhallen Velsen
CiteertitelNadere regels verdeling exploitatievergunningen speelautomatenhallen Velsen.
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-2024Nieuwe regeling

10-01-2024

gmb-2024-31860

35010

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels verdeling exploitatievergunningen speelautomatenhallen Velsen

De burgemeester van de gemeente Velsen;

gelet op de Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen gemeente Velsen

besluit vast te stellen de volgende nadere regels:

Inleiding

 

In de Verordening speelautomaten en speelautomatenhallen Velsen (verder: de Verordening) is bepaald dat de burgemeester maximaal vijf vergunningen kan verlenen voor het exploiteren van een speelautomatenhal. Er is daarmee sprake van een zogenoemde schaarse vergunning. Ten aanzien van de verdeling van schaarse vergunningen is in de rechtspraak de afgelopen jaren een juridisch kader ontwikkeld. De kern daarvan is dat uit het gelijkheidsbeginsel voortvloeit dat het gemeentebestuur bij de verdeling van schaarse vergunningen aan (potentiële) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen.

Concrete verplichtingen

 

Uit bovengenoemde rechtspraak vloeien voor het bestuur drie concrete verplichtingen voort tegenover gegadigden. Om te beginnen moet ruimte worden geboden om mee te dingen naar een beschikbare vergunning. Voor een passende mate van openbaarheid dient vooraf kenbaar te worden gemaakt dat één of meer schaarse vergunningen beschikbaar zijn, in welk tijdvak aanvragen ingediend kunnen worden, hoe deze worden verdeeld over de gegadigden en welke criteria daarbij gehanteerd worden, zodat de gegadigde zijn aanvraag daarop kan afstemmen. Tot slot dient de duur van de vergunning niet onbepaald te zijn en ook niet buitensporig lang, zodat de vergunninghouder niet onevenredig wordt bevoordeeld ten opzichte van andere gegadigden.

In de verordening is bepaald dat, indien één of meer vergunningen beschikbaar zijn, de burgemeester door middel van een openbare bekendmaking de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een vergunning aankondigt. In deze openbare bekendmaking wordt ook aangegeven binnen welk tijdvak aanvragen voor een vergunning kunnen worden ingediend. In deze nadere regels wordt vastgesteld op welke wijze de in de gemeente Velsen beschikbare (schaarse) vergunningen voor speelautomatenhallen worden verdeeld.

Nadere regels

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1. Reikwijdte

Onderstaande procedure is van toepassing op de verdeling en verlening van een in de gemeente Velsen beschikbaar gekomen vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal.

Artikel 2. Bekendmaking beschikbaar gekomen exploitatievergunning

  • 1.

    De burgemeester maakt in een openbare bekendmaking, die verspreid wordt via het elektronisch Gemeenteblad en de website van de gemeente, bekend dat een vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal beschikbaar is.

  • 2.

    In deze bekendmaking wordt verwezen naar de geldende Verordening Speelautomaten en Speelautomatenhallen Velsen en naar deze nadere regels.

Artikel 3. Kenbaar maken belangstelling

  • 1.

    Gegadigden kunnen hun belangstelling voor een exploitatievergunning kenbaar maken door indiening van een volledig ingevuld aanvraagformulier (hierna: het formulier) dat daartoe beschikbaar wordt gesteld;

  • 2.

    Het formulier moet uiterlijk op de in de openbare bekendmaking genoemde datum en tijdstip zijn ontvangen via de aangewezen wijze;

  • 3.

    De indiening is persoonsgebonden: de indiener van het formulier moet dezelfde zijn als de degene die na het verkrijgen van de exploitatievergunning als zodanig de speelautomatenhal gaat exploiteren en als exploitant op de exploitatievergunning vermeld wordt.

Artikel 4. Vereisten aanvraag

De aanvraag moet voldoen aan de eisen van artikel 7 van de Verordening.

Hoofdstuk 2: beoordelingsprocedure

Artikel 5. Vergelijkende toets

  • 1.

    De volledige en tijdig ontvangen aanvragen worden gekwalificeerd als ontvankelijke aanvragen. Een volledig ingevuld en ondertekend door de gemeente vastgesteld Bibob-vragenformulier, inclusief de daarin gevraagde bijlagen, hoeft bij het indienen van de aanvraag binnen het aanvraagtijdvak nog niet te worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragers worden eenmalig in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen 1 week volledig te maken, zodat de aanvraag ontvankelijk is.

  • 3.

    Ontvankelijke aanvragen doen mee aan de vergelijkende toets als bedoeld in artikel 5, tweede lid van deze nadere regels.

  • 4.

    De aanvrager die in aanmerking komt voor een vergunning wordt in de 2e fase verzocht om een volledig ingevuld en ondertekend door de gemeente vastgesteld Bibob-vragenformulier, inclusief de daarin gevraagde bijlagen aan te leveren.

  • 5.

    De vergelijkende toets beoordeelt ontvankelijke aanvragen op basis van waardering op de onderdelen (a) plan van aanpak openbare orde en veiligheid, (b) plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving, (c) een toelichting op het bedrijfsconcept en (d) de ruimtelijke aanvaardbaarheid.

  • 6.

    Het bevoegd gezag kan zich bij het uitvoeren van de vergelijkende toets op onderdelen laten adviseren door een of meerdere (externe) deskundigen.

Artikel 6. Puntentoekenning

  • 1.

    Op elk van de 4 onderdelen van de vergelijkende toets kan een maximum van 100 punten behaald worden.

  • 2.

    De puntentoekenning vindt plaats door toetsing van de aanvragen aan de beoordelingscriteria, genoemd in artikel 13.

  • 3.

    De uiteindelijke totaalscore per aanvraag wordt bepaald op basis van de puntentelling in hoofdstuk 3 van deze nadere regels.

Artikel 7. Rangorde

  • 1.

    Van de beoordeling van de aanvragen wordt een rapportage opgesteld, waarin de totaalscores en bijbehorende motivering opgenomen worden.

  • 2.

    De rangorde in aanvragen wordt bepaald door de hoogte van de uiteindelijke totaalscore per aanvraag.

  • 3.

    3. Als meerdere aanvragen dezelfde score hebben en het maximumstelsel niet toestaat dat al die aanvragen een vergunning verleend krijgen, dan is de hoogste score op het onderdeel ‘plan van aanpak openbare orde en veiligheid’ bepalend. Leidt dit opnieuw tot een gelijke score, dan is de hoogste score op het onderdeel ‘plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving’ bepalend. Indien dit ook gelijk is, dan wordt de rangorde bepaald door een door een notaris te verrichten loting. De notaris wordt door de burgemeester aangewezen.

  • 4.

    Een exploitatievergunning wordt alleen verleend als er sprake is van een minimaal aantal toegekende punten op basis van de puntentelling in artikel 13.

  • 5.

    De aanvraag met de hoogste totaalscore wordt onderworpen aan een Bibob-toets op basis van het bij de aanvraag volledig ingevulde Bibob-formulier. In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt de aangevraagde vergunning geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore. In dat geval schuiven alle aanvragers een plaats naar boven in de rangorde met inachtneming van het gestelde in artikel 7 leden 3 en 4 van deze nadere regels.

Hoofdstuk 3: Puntentoekenning

Artikel 8. Plannen ter beoordeling

  • 1.

    Uit het plan van aanpak openbare orde en veiligheid blijkt hoe de aanvrager zorg draagt voor zo min mogelijk negatieve impact op de omgeving en verstoringen van de openbare orde en veiligheid.

  • 2.

    Uit het plan van aanpak ter voorkoming gokverslaving blijkt hoe de aanvrager concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.

  • 3.

    Uit de toelichting op het bedrijfsconcept blijkt hoe de aanvrager de speelautomatenhal positioneert richting (potentiële) klanten en welke richtlijnen gehanteerd worden in de bedrijfsvoering.

  • 4.

    Uit de toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid blijkt de planologische aanvaardbaarheid van de betreffende locatie en de wijze waarop de (directe) omgeving betrokken wordt tijdens en na de realisatiefase van de speelautomatenhal.

Artikel 9. Plan van aanpak openbare orde en veiligheid

Het plan van aanpak openbare orde en veiligheid wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s voor openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor de omgeving worden benoemd met adequate, concrete en realistische beheersmaatregelen die de aanvrager gaat nemen;

  • 2.

    welke huis- en gedragsregels gelden voor bezoekers en hoe de naleving daarvan wordt bewaakt;

  • 3.

    op welke wijze om wordt gegaan met overlast en rondhangende personen rond de gelegenheid;

  • 4.

    op welke wijze toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • 5.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

  • 6.

    in hoeverre aanvrager of leidinggevende(n) eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als leidinggevende of exploitant van een ander bedrijf) bij openbare ordeverstoringen of bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en hoe hij/zij daar vervolgens mee omgegaan is;

  • 7.

    de wijze waarop de aanvrager gaat samenwerken met bevoegde instanties op het terrein van openbare orde en veiligheid.

Artikel 10. Plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving

Het ‘plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving’ wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    de visie en ervaring van de aanvrager qua preventie van gokverslaving en de concrete maatregelen die hij in dat verband gaat nemen;

  • 2.

    een toelichting op hoe de inrichting van de ruimte(s) en de mix van automaten bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving;

  • 3.

    de wijze en organisatie van toegangscontrole;

  • 4.

    het gemiddeld opleidingsniveau, en de wijze van opleiden van het personeel, op het voorkomen en signaleren van mogelijke gokverslaving en het daar vervolgens op acteren;

  • 5.

    de wijze waarop de aanvrager en zijn personeel actief voorlichting geven over het onderwerp en de risico’s van gokverslaving;

  • 6.

    de wijze waarop de aanvrager actief afstemming heeft met instellingen op gebied van verslavingszorg die actief zijn binnen de gemeente Velsen.

Artikel 11. Bedrijfsconcept

Het bedrijfsconcept wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    een inrichtingsplan met de voorgenomen omvang en inrichting van de ruimtes en een toelichting waarin de aanvrager uitlegt waarom hij daarbij bepaalde keuzes gemaakt heeft;

  • 2.

    een beschrijving van de wijze van reclamevoering (kanalen, uitstraling, frequentie) en de wervende fysieke uitstraling ter plekke;

  • 3.

    een beschrijving van het aanbod van recreatieve functies in de directe omgeving van de hal en de positionering en toegevoegde waarde van de hal daarin;

  • 4.

    een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van dit bedrijfsconcept voor de gemeente Velsen blijkt.

Artikel 12. Toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid

De toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid wordt getoetst op de volgende onderdelen:

  • 1.

    de ligging van de hal, in relatie tot de gevolgen voor leef en woonsituatie in de naaste omgeving, de mate waarin eventueel maatschappelijk ongewenste effecten van die ligging aan de orde zijn. Daarnaast een toelichting op wat de aanvrager met deze effecten doet; een toelichting waarom de vestiging voldoet aan het voor die plek vastgestelde locatiebeleid, de zichtbaarheid van de hal vanaf de openbare weg en de mate waarin de hal een neutrale uitstraling heeft;

  • 2.

    de toelichting op de bereikbaarheid van de hal via alle vormen van vervoer;

  • 3.

    de toelichting op de wijze waarop de aanvrager draagvlak communiceert met de omgeving gedurende en na de realisatiefase van de voorziening.

Artikel 13. Puntentelling

  • 1.

    Het toetsen van de aanvragen op de onderdelen genoemd in artikel 8 van deze nadere regels wordt neergelegd in een puntentelling.

  • 2.

    Op elk van de 4 onderdelen van de vergelijkende toets kan een maximum van 100 punten behaald worden.

  • 3.

    Per onderdeel is aangegeven wat het maximaal aantal punten voor dat onderdeel is.

  • 4.

    De totaalscore van een aanvraag wordt bepaald door elk van de 4 individuele scores te vermenigvuldigen met de genoemde wegingsfactor.

  • 5.

    Puntentelling:

Onderdeel

Artikelnummer van de verordening

Maximaal aantal punten

Wegingsfactor

  • 1.

    Plan van aanpak openbare orde en veiligheid

 

100

30 %

  • a.

    een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s voor openbare orde, veiligheid en leefbaarheid voor de omgeving worden benoemd met adequate, concrete en realistische beheersmaatregelen die de aanvrager gaat nemen;

9 lid 1

40

 

  • b.

    welke huis- en gedragsregels gelden voor bezoekers en hoe de naleving daarvan wordt bewaakt;

9 lid 2

10

 

  • c.

    op welke wijze om wordt gegaan met overlast en rondhangende personen rond de gelegenheid;

9 lid 3

10

 

  • d.

    op welke wijze toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

9 lid 4

10

 

  • e.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

9 lid 5

5

 

  • f.

    in hoeverre aanvrager of leidinggevende(n) eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als leidinggevende of exploitant van een ander bedrijf) bij openbare ordeverstoringen of bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) en hoe hij/zij daar vervolgens mee omgegaan is;

9 lid 6

5

 

  • g.

    de wijze waarop de aanvrager gaat samenwerken met bevoegde instanties op het terrein van openbare orde en veiligheid.

9 lid 7

20

 

 

  • 2.

    Plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving

 

100

30%

  • a.

    de visie en ervaring van de aanvrager qua preventie van gokverslaving en de concrete maatregelen die hij in dat verband gaat nemen;

10 lid 1

20

 

  • b.

    een toelichting op hoe de inrichting van de ruimte(s) en de mix van automaten bijdraagt aan het voorkomen van gokverslaving;

10 lid 2

15

 

  • c.

    de wijze en organisatie van toegangscontrole;

10 lid 3

15

 

  • d.

    het gemiddeld opleidingsniveau, en de wijze van opleiden van het personeel, op het voorkomen en signaleren van mogelijke gokverslaving en het daar vervolgens op acteren;

10 lid 4

15

 

  • e.

    de wijze waarop de aanvrager en zijn personeel actief voorlichting geven over het onderwerp en de risico’s van gokverslaving;

10 lid 5

15

 

  • f.

    de wijze waarop de aanvrager actief afstemming heeft met instellingen op gebied van verslavingszorg die actief zijn binnen de gemeente Velsen.

10 lid 6

20

 

 

  • 3.

    Toelichting op het bedrijfsconcept

 

100

20%

  • a.

    een inrichtingsplan met de voorgenomen omvang en inrichting van de ruimtes en een toelichting waarin de aanvrager uitlegt waarom hij daarbij bepaalde keuzes gemaakt heeft;

11 lid 1

25

 

  • b.

    een beschrijving van de wijze van reclamevoering (kanalen, uitstraling, frequentie) en de wervende fysieke uitstraling ter plekke;

11 lid 2

25

 

  • c.

    een beschrijving van het aanbod van recreatieve functies in de directe omgeving van de hal en de positionering en toegevoegde waarde van de hal daarin;

11 lid 3

25

 

  • d.

    een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van dit bedrijfsconcept voor de gemeente Velsen blijkt.

11 lid 4

25

 

 

  • 4.

    Toelichting op de ruimtelijke aanvaardbaarheid

 

100

20%

  • a.

    de ligging van de hal, in relatie tot de gevolgen voor leef en woonsituatie in de naaste omgeving, de mate waarin eventueel maatschappelijk ongewenste effecten van die ligging aan de orde zijn. Daarnaast een toelichting op wat de aanvrager met deze effecten doet; een toelichting waarom de vestiging voldoet aan het voor die plek vastgestelde locatiebeleid, de zichtbaarheid van de hal vanaf de openbare weg en de mate waarin de hal een neutrale uitstraling heeft;

12 lid 1

45

 

  • b.

    de toelichting op de bereikbaarheid van de hal via alle vormen van vervoer;

12 lid 2

5

 

  • c.

    de toelichting op de wijze waarop de aanvrager draagvlak communiceert met de omgeving gedurende en na de realisatiefase van de voorziening.

12 lid 3

50

 

Artikel 14. Ondergrens

  • 1.

    Een vergunning wordt alleen verleend als de aanvraag minimaal de in artikel 14 lid 2 van deze nadere regels bedoelde ondergrens van behaalde punten haalt voor elk van de 4 genoemde onderdelen.

  • 2.

    De ondergrens van behaalde punten voor 4 onderdelen betreft:

    • a.

      een totaalscore op onderdeel plan van aanpak openbare orde en veiligheid van minimaal 70;

    • b.

      een totaalscore op onderdeel plan van aanpak ter voorkoming van gokverslaving van minimaal 70;

    • c.

      een totaalscore op onderdeel toelichting bedrijfsconcept van minimaal 60; en

    • d.

      een totaalscore op onderdeel toelichting ruimtelijke aanvaardbaarheid van minimaal 60.

  • 3.

    Indien geen enkele aanvraag voldoet aan de minimale totaalscores zoals bedoeld in artikel 14 lid 2 van dit onderhavig besluit, wordt geen Exploitatievergunning verleend.

Artikel 15. Besluitvorming

  • 1.

    Elke aanvrager ontvangt na het afsluiten van de beoordelingsprocedure een individueel afschrift van de puntentelling en motivering op zijn aanvraag.

  • 2.

    De burgemeester beslist binnen de termijn als bedoeld in artikel 8 van de Verordening, op basis van de rapportage van de beoordelingsprocedure, het toetsingskader uit artikel 10 van de Verordening en de Bibob-toets, welke aanvrager een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal krijgt.

  • 3.

    Indien de Bibob-toets verricht door de burgemeester daartoe aanleiding geeft, kan hij beslissen om een advies te vragen aan Landelijk Bureau Bibob. Gelet op artikelen 31 en 15 Wet Bibob wordt de termijn zoals bedoeld in lid 3 opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd. Deze opschorting eindigt met de dag waarop het advies is ontvangen.

  • 4.

    Na de verlening van de exploitatievergunning(en) starten de procedures voor de overige gemeentelijke vergunningen.

  • 5.

    Als met de verlening van de exploitatievergunningen het maximum van vier bereikt wordt, worden de resterende aanvragen afgewezen.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden de dag na bekendmaking in werking.

Artikel 17. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels verdeling exploitatievergunningen speelautomatenhallen Velsen”.

Aldus vastgesteld op 10 januari 2024,

De burgemeester van de gemeente Velsen,

F.C. Dales