Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoeksche Waard

Reglement Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoeksche Waard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard
CiteertitelReglement Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening gemeentelijke adviescommissie Hoeksche Waard 2022

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-01-2024nieuwe regeling

19-12-2023

gmb-2024-31669

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard

Op 11 oktober 2022 stelde de gemeenteraad de verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard 2022 vast. Daarmee werd de Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard een feit en gaat functioneren op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

 

De Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard bestaat uit 2 subcommissies. Dat zijn de subcommissie Cultureel Erfgoed en de subcommissie Ruimtelijke kwaliteit. Voor de uitvoering van haar taken is dit reglement van orde van toepassing. De subcommissies hebben niet een identieke werkwijze. Vooralsnog is dat ook niet nodig. Het reglement is daarom per subcommissie opgesplitst in en eigen hoofdstuk met daarin ieder een eigen reglement.

 

Hoofstuk 1. Subcommissie Cultureel Erfgoed

Artikel 1.1 Taak

  • 1.

    De subcommissie Cultureel Erfgoed adviseert burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd over zaken, die betrekking hebben op rijks- en gemeentelijke monumenten, archeologie, het cultuurlandschap en/of andere onderwerpen aangaande de cultuurhistorie in de ruimste betekenis van het woord.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vragen de commissie in ieder geval om advies in de gevallen genoemd in de Erfgoedwet, Omgevingswet en de Erfgoedverordening van gemeente Hoeksche Waard.

Artikel 1.2 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en zeven vaste leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door burgemeester en wethouders benoemd, geschorst of ontslagen.

  • 3.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4.

    De leden beschikken over deskundigheid op minstens een van de volgende terreinen:

  • restauratietechniek en/of ethiek, kunsthistorie, architectuurhistorie, bouwhistorie en/of lokale

  • geschiedenis; afhankelijk van de agenda kan de commissie vanuit de gemeentelijke organisatie worden bijgestaan/geadviseerd op het gebied van archeologie, (historische) stedenbouw, historische geografie en/of landschapsarchitectuur.

  • 5.

    De leden hebben een nadrukkelijke kennis van het werkgebied en minstens vier leden zijn woonachtig in de gemeente.

  • 6.

    De commissie wordt inhoudelijk bijgestaan door de ambtelijk adviseur erfgoed.

Artikel 1.3 Zittingsduur

  • 1.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De leden kunnen voor ten hoogste nog twee perioden van vier jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De leden treden af volgens een vast te stellen rooster van aftreden. Dat rooster is bindend.

  • 4.

    Tussentijdse benoemingen gelden tot aan de eerstvolgende datum van aftreden van het te vervangen commissielid.

  • 5.

    Wanneer de voorzitter tevens voorzitter is van de subcommissie Ruimtelijke kwaliteit, geldt voor hem een afwijkende (her)benoemingstermijn van drie jaar.

Artikel 1.4 Ontslag

  • 1.

    De leden kunnen elk moment ontslag nemen. Zij delen dit schriftelijk mede aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien, tenzij dwingende redenen dit onmogelijk maken.

Artikel 1.5 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert maandelijks conform een jaarlijks vast te stellen vergaderschema en verder zo vaak als de voorzitter of een meerderheid van de leden dit nodig oordeelt.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij de meerderheid van de leden en de voorzitter voldoende kunnen motiveren dat een vergadering besloten zal zijn.

  • 3.

    Vergaderingen vinden geen doorgang als niet tenminste vier leden en de (plaatsvervangend) voorzitter aanwezig zijn.

Artikel 1.6 Besluitvorming

  • 1.

    Alle besluiten en adviezen van de commissie worden genomen c.q. vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    De voorzitter heeft geen stemrecht.

  • 3.

    Als de meerderheid van de stemhebbende leden niet aanwezig is, wordt met een tussentijd van tenminste 24 uur een nieuwe vergadering belegd, waarin ongeacht het aantal aanwezige leden beraadslaagd en besloten wordt over de onderwerpen die op de agenda van beide vergaderingen staan vermeld.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris maakt van de vergaderingen een verslag en een besluitenlijst.

Artikel 1.7 Financiën

  • 1.

    De leden en de voorzitter van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een geldelijke vergoeding.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen over de hoogte van de vergoeding.

Artikel 1.8 Advisering en verslag

  • 1.

    De adviezen van de commissie aan burgemeester en wethouders worden schriftelijk en met redenen omkleed uitgebracht.

  • 2.

    De verslagen van de vergaderingen c.q. besluitenlijsten van de commissie worden toegezonden aan burgemeester en wethouders, betrokken ambtenaren en andere belanghebbenden.

  • 3.

    De commissie brengt jaarlijks vóór 1 februari een beknopt verslag uit van de in het voorafgaande kalenderjaar verrichtte werkzaamheden.

Artikel 1.9 Afdoening bij mandaat

  • 1.

    De commissie kan in spoedeisende gevallen de advisering over een aanvraag mandateren aan twee leden van de commissie. De gemandateerde leden adviseren slechts over aanvragen waarvan volgens hen het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2.

    Ingeval van twijfel leggen de gemandateerde leden de aanvraag alsnog voor aan de gehele commissie.

Artikel 1.10 Beslissing op advies

Indien burgemeester en wethouders een advies van de commissie niet overnemen, dan wel sprake is van een afwijkende beslissing, stellen zijn de commissie op de hoogte van de reden daarvan.

Artikel 1.11 Bevoegdheden

  • 1.

    De commissie is bevoegd, indien zij dat noodzakelijk acht, rechtstreeks alle gewenste, relevante inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De commissie kan zich bij haar beraadslagingen ad hoc l aten bijstaan door externe deskundigen. Indien. Hieraan kosten zijn verbonden. Daartoe moet van tevoren toestemming van burgemeester en wethouders worden verkregen.

Hoofdstuk 2. Subcommissie Ruimtelijke kwaliteit (Welstand)

Artikel 2.1 Taak

  • 1.

    De advisering over redelijke eisen van welstand is opgedragen aan Stichting Dorp, Stad & Land die uit haar midden personen voordraagt als lid van de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit (welstand).

  • 2.

    De subcommissie adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor een omgevingsvergunning.

  • 3.

    De subcommissie baseert haar advies op de welstandscriteria en het gemeentelijke beleid zoals die zijn vastgelegd in de Welstandsnota(’s) van de gemeente Hoeksche Waard en welke deel uitmaakt van het Omgevingsplan Hoeksche Waard, of op criteria in andere – als aanvulling op deze nota vastgestelde – beleidsdocumenten, zoals bijvoorbeeld een beeldkwaliteitsplan.

Artikel 2.2 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders benoemt de leden van de commissie.

  • 2.

    De commissie Ruimtelijke Kwaliteit bestaat ten minste uit drie leden. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter. De leden van de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit zijn de personen die werkzaam zijn voor de Stichting Dorp, Stad & Land, die deskundig zijn op het gebied van architectuur , ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw dan wel cultuurhistorie.

  • 3.

    Er kunnen, naast de personen die werkzaam zijn voor de stichting, burgerleden worden benoemd die plaatselijke betrokkenheid vertegenwoordigen.

  • 4.

    Indien een lid van de welstandscommissie verhinderd is, draagt Dorp, Stad & Land desgewenst zorg voor een plaatsvervanger met vergelijkbare deskundigheid op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit, stedenbouw of cultuurhistorie. Indien een lid benoemd is die niet verbonden is aan Dorp, Stad & Land (bijvoorbeeld een burgerlid), draagt de gemeente zelf zorg voor plaatsvervanging.

  • 5.

    De subcommissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn, die beschikken over deskundigheid op het gebied van welstand.

  • 6.

    De voorzitter en leden van de commissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 7.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.

Artikel 2.3 Zittingsduur

  • 1.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De leden kunnen voor ten hoogste nog twee perioden van vier jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De leden treden af volgens een vast te stellen rooster van aftreden.

  • 4.

    Tussentijdse benoemingen gelden tot aan de eerstvolgende datum van aftreden van het te vervangen commissielid.

  • 5.

    Wanneer de voorzitter tevens voorzitter is van de subcommissie Cultureel Erfgoed, geldt voor hem een afwijkende (her)benoemingstermijn van drie jaar.

Artikel 2.4 Jaarlijkse verantwoording

  • 1.

    De subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:

    • -

      op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;

    • -

      de werkwijze van de subcommissie;

    • -

      op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

    • -

      de aard van de beoordeelde plannen;

    • -

      de bijzondere projecten.

  • 2.

    De subcommissie kan in haar deel van het jaarverslag van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota – het Omgevingsplan - in het bijzonder.

Artikel 2.5 Termijn van advisering

  • 1.

    De commissie brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen uit binnen twee weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de subcommissie een langere termijn dan genoemd in het bovengenoemde lid van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies.

  • 3.

    Er is sprake van een verzoek om advies wanneer een aanvraag aan de subcommissie, danwel aan de gemandateerde(n) van de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit, wordt voorgelegd.

Artikel 2.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1.

    De behandeling van aanvragen om omgevingsvergunning door of onder verantwoordelijkheid van de subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit is openbaar. Dit geldt niet voor informeel vooroverleg.

  • 2.

    Tijdstip en plaats van de vergadering van de subcommissie worden bekendgemaakt op de gemeentelijke website en in een huis-aan-huisblad.

  • 3.

    De agenda voor de vergadering van de welstandscommissie kan op het gemeentehuis worden ingezien of digitaal worden opgevraagd.

  • 4.

    Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

  • De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 5.

    Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.

  • 6.

    In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 7.

    Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht.

Artikel 2.7 Afdoening onder en buiten verantwoordelijkheid de subcommissie

  • 1.

    De subcommissie kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van artikel 2.1, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen leden (de gemandateerde(n)). De gemandateerde adviseert over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld.

  • 2.

    In geval van twijfel wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de welstandscommissie.

Artikel 2.8 Afdoening buiten verantwoordelijkheid commissie

  • 1.

    Het college van Burgemeester en Wethouders kan de advisering over een aanvraag om advies, buiten verantwoordelijkheid van de adviescommissie Omgevingskwaliteit, overlaten aan een of meerdere daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren of deskundigen van of namens de gemeente. De aangewezen ambtenaar of deskundige adviseert over bouwplannen volgens de bestendige lijn van de welstandsnota of beeldkwaliteitsplan.

  • 2.

    Het college van Burgemeester en Wethouders kan advisering buiten verantwoordelijkheid van de commissie baseren op gebiedsgerichte en objectgerichte (snel)toetscriteria voor (kleine) omgevingsvergunningplichtige activiteiten die zijn genoemd in de welstandsnota of in een vastgesteld beeldkwaliteitsplan.

  • 3.

    In geval van twijfel, strijdigheid en op verzoek wordt het bouwplan alsnog voorgelegd aan de commissie.

Artikel 2.9 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 1.

    De subcommissie Ruimtelijke Kwaliteit brengt schriftelijk of digitaal haar advies uit.

  • 2.

    Negatieve adviezen worden gemotiveerd. Positieve adviezen worden alleen gemotiveerd als daarom specifiek verzocht wordt.

  • 3.

    Zodra het advies wordt uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 13 Geschillen

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet alsook bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord hebbende.

Artikel 14 Citeerregel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reglement Adviescommissie Omgevingskwaliteit Hoeksche Waard”.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024