Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Participatiewet Breda 2023 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet Breda 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Re-integratieverordening Participatiewet Breda 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-2024 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 21-12-2023 |
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 21 december 2023 de re-integratieverordening Participatiewet Breda 2023 heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na deze bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2023.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;
gelet op artikel 6, tweede lid, artikel 8a, eerste lid, aanhef en onderdelen a, c, d en e, en tweede lid, en artikel 10b, vijfde lid en zevende lid, van de Participatiewet;
overwegende dat het noodzakelijk is het aanbieden van re-integratievoorzieningen bij verordening te regelen;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 2 Evenwichtige verdeling
Burgemeester en wethouders bevorderen dat er met betrekking tot het aanbieden van ondersteuning sprake is van een gelijke aandacht voor de in artikel 7, eerste lid , sub a, van de wet genoemde groepen alsmede voor een evenwichtige verdeling binnen de te onderscheiden doelgroepen.
Artikel 3 Uitsluiten Algemene subsidieverordening
Op subsidies die op grond van deze verordening worden verstrekt, zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Breda 2017 niet van toepassing.
Artikel 5 Algemene bepalingen over voorzieningen
Burgemeester en wethouders bieden de best passende voorziening aan, waarbij een afweging tussen kosten en baten wordt gemaakt. Het houdt bij het voorzieningenaanbod rekening met andere voorzieningen die in het kader van het sociaal domein beschikbaar zijn en stemt het aanbod, als dat nodig is, intern af zodat het optimaal bijdraagt aan een integrale ondersteuning van de persoon. Burgemeester en wethouders houden bij de afstemming ook rekening met voorzieningen op grond van andere wettelijke regelingen en stemmen dit af in het plan van aanpak, bedoeld in artikel 44a van de wet.
Artikel 6 Individuele omstandigheden
Burgemeester en wethouders houden bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Artikel 7 Niet-uitkeringsgerechtigde
Geen recht op ondersteuning bestaat voor de niet-uitkeringsgerechtigde en de persoon met een uitkering nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet, indien sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de re-integratie van de aanvrager.
Hoofdstuk 4 De vorm van ondersteuning
Burgemeester en wethouders kunnen, als dit noodzakelijk wordt geacht, een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet die algemene bijstand ontvangt, toestemming verlenen om op een proefplaats bij een werkgever voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid tot verlenging met maximaal vier maanden, onbeloonde werkzaamheden te verrichten met behoud van uitkering.
Burgemeester en wethouders kunnen een persoon die behoort tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering, onder andere in de vorm van een activeringsplaats, voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening of voor zover dit bijdraagt aan zelfstandige maatschappelijke participatie.
Burgemeester en wethouders bieden de persoon die minimaal zes maanden werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid verricht en geen startkwalificatie bezit een voorziening als bedoeld in artikel 10 van deze verordening aan, indien dit bijdraagt aan de vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Burgemeester en wethouders bieden de voorziening beschut werk aan aan een persoon die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassing van de werkplek nodig heeft, dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt, en deze persoon:
Hoofdstuk 4A Specifieke bepalingen voor personen met een arbeidsbeperking
Paragraaf 4A.1 Administratief proces loonkostensubsidie
Artikel 17 Specifiek aanvraagproces loonkostensubsidie
Burgemeester en wethouders verstrekken overeenkomstig artikel 10d, van de wet, ambtshalve of op aanvraag, loonkostensubsidie aan de werkgever die voornemens is een dienstbetrekking aan te gaan met een persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. In geval van een aanvraag zijn het tweede tot en met het vijfde lid van dit artikel van toepassing.
Paragraaf 4A.2 Procedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Artikel 17b Aanvraagprocedure persoonlijke ondersteuning bij werk en overige voorzieningen
Burgemeester en wethouders onderzoeken, voor zover nodig en gelet op de omstandigheden van de persoon, in daartoe voorkomende gevallen de mogelijkheden om door samenwerking met andere partijen, onder meer op het gebied van (publieke) gezondheid, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, schuldhulpverlening, welzijn en wonen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde integrale dienstverlening met het oog op de arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 1, of de wijze van voortgezette persoonlijke ondersteuning bedoeld in artikel 8a, tweede lid, onder g, onderdeel 2, van de wet.
Paragraaf 4A.3 Specifieke bepalingen persoonlijke ondersteuning bij werk
Artikel 17d Persoonlijke ondersteuning bij werk
Burgemeester en wethouders kunnen persoonlijke ondersteuning bij werk in de vorm van jobcoaching in natura verstrekken door middel van een jobcoach die werkzaam is in een dienstverband bij of in opdracht van de gemeente of een derde, waarbij de gemeente de uitvoering van de jobcoaching heeft ingekocht.
Artikel 17j Interne werkbegeleiding
Als een persoon uit de doelgroep voor het kunnen verrichten van werk is aangewezen op begeleiding die de gebruikelijke begeleiding door de werkgever en andere werknemers aanzienlijk te boven gaat, kunnen burgemeester en wethouders een vergoeding verlenen aan de werkgever voor de aangetoonde meerkosten die verbonden zijn aan het organiseren van de interne werkbegeleiding.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen over ondersteuning van de doelgroep
Artikel 20 Overige re-integratievoorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de inzet van andere dan de in deze verordening genoemde re-integratievoorzieningen.
Artikel 21 Combinatie van voorzieningen
Burgemeester en wethouders kunnen een re-integratievoorziening aanbieden die bestaat uit een combinatie van de in deze verordening genoemde voorzieningen. Hierbij wordt een afweging gemaakt of deze combinatie van voorzieningen noodzakelijk is en of de totale kosten hiervan voldoende opwegen tegen de te verwachten baten.
Hoofdstuk 6 Staatssteunbepaling
Als en voor zover de verstrekking van de voorzieningen aan de werkgever staatssteun oplevert in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de voorziening verstrekt onder de voorwaarde dat de begunstigde onderneming een dossier bijhoudt aan de hand waarvan kan worden geverifieerd of de verleende steun voldoet aan de voorwaarden van de in het eerste lid genoemde toegepaste verordeningen.