Organisatie | Heemskerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel woonurgentie IJmond, gemeente Heemskerk 2023 |
Citeertitel | Beleidsregel woonurgentie IJmond, gemeente Heemskerk 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel Woonurgentie IJmond, gemeente Heemskerk 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-01-2024 | nieuwe regeling | 19-12-2023 | D/2023/604721 |
Geregistreerd onder nummer D/2023/604721
Huisvestingswet 2014 Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81 lid 1
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81 lid 1
Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/ IJmond, gemeente Heemskerk 2022, art. 2.3.3 t/m 2.3.11
Woningen zijn schaars, ook in onze gemeente. Het risico bestaat daarmee dat sommige (groepen) woningzoekenden (te) weinig kans op een woning maken. Dit terwijl ze deze wel dringend nodig hebben. In de Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond, gemeente Heemskerk 2022, is daarom bepaald dat in deze gevallen voorrang kan worden gegeven. Er is dan sprake van ‘urgentie’.
In deze beleidsregel is verder uitgewerkt in welke situaties wél en geen sprake is van urgentie.
Achtereenvolgens zijn de regels rondom het aanvraagproces, de algemene afwijzingsgronden en de specifieke regels per urgentiecategorie opgenomen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijving
In aanvulling op artikel 1.1 van de Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond, Heemskerk 2022 wordt in deze beleidsregel verstaan onder:
Artikel 1.2.1 Benodigde gegevens en stukken voor de aanvraag
De aanvrager dient bij de aanvraag ter aanduiding en motivering van de urgentiecategorie in ieder geval de volgende stukken in te dienen:
Omvang van en het aantal thuiswonende kinderen behorend tot het huishouden van de aanvrager. Bij de indeling in een urgentiecategorie wordt gekeken naar de samenstelling van het huishouden vóór of bij het ontstaan van het huisvestingsprobleem. Tot het huishouden worden de leden van het huishouden gerekend die op het moment van de aanvraag voldoen aan de volgende drie voorwaarden:
Hoofdstuk 2 Algemene weigeringsgronden urgentie
Artikel 2.1. Nadere uitwerking afwijzingsgrond artikel 2.3.10 eerste lid, onder a HVV
De aanvraag voldoet niet aan de algemene criteria voor een huisvestingsvergunning als vastgelegd in artikel 2.1.2 van de verordening en wordt als gevolg daarvan afgewezen, indien:
Artikel 2.2 Nadere uitwerking afwijzingsgrond artikel 2.3.10, eerste lid, onder b HVV
Er is in ieder geval geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem waarvoor indeling in een urgentiecategorie mogelijk is bij de volgende op zichzelf staande situaties:
Problemen gerelateerd aan het huishouden
Problemen met de huidige woonsituatie
Artikel 2.3 Nadere uitwerking afwijzingsgrond artikel 2.3.10 lid 1, onder c HVV
Er is in ieder geval sprake van een huisvestingsprobleem dat redelijkerwijs te voorkomen is of op andere wijze op te lossen is, indien:
Problemen met de huidige woonsituatie
Problemen gerelateerd aan het huishouden
de aanvrager publieke voorzieningen op het gebied van zorg, hulp en ondersteuning kan inroepen, zoals het realiseren van een traplift of andere woningaanpassingen die de gemeente in het kader van de Wmo mogelijk maakt, hulp bij het huishouden of vervoersvoorzieningen, wijkverpleging, thuiszorg, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg of jeugdhulp;
Artikel 2.4 Nadere uitwerking afwijzingsgrond artikel 2.3.10 lid 1, onder d HVV
Hoofdstuk 3 Urgentiecategorieën
Artikel 3.2 Nadere uitwerking artikel 2.3.5 HVV – Medische redenen
Om in aanmerking te komen voor een urgentie op grond van medische redenen (art. 2.3.5 Huisvestingsverordening) moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
De situatie is niet als zodanig dat de aanvrager meer gebaat is bij de inzet van een voorliggende voorziening (zoals medische of psychische zorg, of begeleiding). Hiervan is in ieder geval sprake als de aanvrager beschikt over een beschikking voor een maatwerkvoorziening voor opvang of beschermd wonen.
3.3.1b Uitwerking dakloosheid door relatiebreuk, echtscheiding en/of inkomensval met zorg voor minderjarige kinderen
Indien scheiding of verbroken partnerschap de achterliggende oorzaak is achter de aanvraag van urgentie, gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
indien na relatiebreuk één van de ouders over passende woonruimte beschikt – ongeacht gemaakte afspraken over de verdeling van de kinderen -, worden de kinderen niet als dakloos beschouwd, tenzij de ouder die over woonruimte beschikt via een gerechtelijke uitspraak het ouderlijk gezag is ontnomen of de kinderen niet heeft erkend;
3.3.1c Uitwerking geweld of ernstige bedreiging
Om in aanmerking te komen voor een urgentie op grond van sociale redenen (art. 2.3.5 Huisvestingsverordening) moet voldaan worden aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Woningzoekende heeft te maken met woonomstandigheden die niet langer dan drie maanden kunnen voortduren:
in geval van geweld of bedreiging door een ander dan een ex-partner of huisgenoot, dient de aanvrager een verklaring van de politie te overhandigen waaruit blijkt dat de aanvrager uit veiligheidsredenen niet langer in de eigen woning kan verblijven, ook niet na een opgelegd of eventueel op te leggen straatverbod of contactverbod;
Artikel 3.5 Nadere uitwerking artikel 2.3.7 HVV - Uitstroomregeling
De urgent woningzoekende behoort tot de doelgroep indien:
behoort tot één van de cliëntgroepen zoals is vastgesteld door de partners van het convenant Uitstroomregeling Pact, te weten:
Inwoners met GGZ-of LVB-problematiek die al ambulante hulp ontvangen van een van de deelnemers aan het Pact voor Uitstroom, die te maken hebben met een verstoorde zelfstandige woonsituatie en voor wie - door een goede veilige thuissituatie te bieden voor het opbouwen van een zelfstandig bestaan - instroom in een zorginstelling voorkomen wordt;
Wanneer urgentie wordt verkregen, wordt een zoekprofiel opgesteld die is gebaseerd op een vergelijkbare situatie als de huidige woonsituatie met dien verstande dat het leidt tot de meest sobere oplossing voor de urgente woonsituatie, waarbij in beginsel geen recht op een eengezinswoning wordt verkregen.
Artikel 4.2 Het vinden van een woning
In beginsel zoeken woningzoekenden met een urgentieverklaring zelf via Woonservice naar een woning die past binnen het zoekprofiel, met uitzondering van in ieder geval statushouders, uitstromers uit instellingen en, indien het sociaal statuut daar aanleiding voor geeft, stadsvernieuwingsurgenten (finaal aanbod).
Bezitters van een urgentieverklaring, als bedoeld in artikel 4.2. kunnen zelf via Woonservice zoeken en gedurende 26 weken, vanaf de datum van afgifte, met voorrang boven andere woningzoekenden in aanmerking komen voor een passende woning binnen het toegewezen zoekprofiel.
Deze termijn kan eenmalig met 26 weken worden verlengd, indien geen passende woonruimte is vrijgekomen.