Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Westlands Veiligheidsbeleid 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWestlands Veiligheidsbeleid 2023-2026
CiteertitelWestlands Veiligheidsbeleid 2023-2026
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 38b van de Politiewet 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-01-2024nieuwe regeling

22-02-2023

gmb-2024-30237

22-0234872

Tekst van de regeling

Intitulé

Westlands Veiligheidsbeleid 2023-2026

‘Voor en met elkaar voor weerbaar, leefbaar en veilig Westland’

 

De raad van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 januari 2022, met de volgende bijlage(n):

 

  • -

    Westlands Veiligheidsbeleid 2023-2026.

gelet op het bepaalde in artikel 38b van de Politiewet;

 

gehoord het advies van de commissie Bestuur en Economie van 9 februari 2022 en gehoord de beraadslagingen van onderhavige vergadering;

 

besluit:

 

vast te stellen het:

 

Westlands Veiligheidsbeleid 2023-2026.

 

1. Inleiding

1.1 Introductie

Veiligheid vormt de basis van prettig leven. Westland heeft deze basis, zoals zal blijken uit de volgende paragrafen en hoofdstukken, heel behoorlijk op orde. Dit geldt zowel voor de ‘meetbare’ veiligheid als het veiligheidsgevoel. Toch vraagt veiligheid onze voortdurende aandacht. We gaan onze veiligheidsaanpak verder verstevigen en nieuwe stappen zetten rond complexe opgaven. Veiligheidsproblemen zijn echter vaak te complex om door maar één partij of organisatie aangepakt te kunnen worden. Daarom werken we samen met onze veiligheidspartners waaronder politie, Openbaar Ministerie, veiligheidsregio, omgevingsdienst, inwoners, instellingen en ondernemers. Gezamenlijk bereiden we maatregelen voor, zetten instrumenten in waar nodig, bedenken nieuwe creatieve oplossingen en leggen verbindingen met flankerend beleid. De gemeente heeft daarbij de regierol: zij verbindt, initieert, inspireert, voert uit en bewaakt.

 

Iedere vier jaar bepalen we onze veiligheidsambities in het Westlandse Veiligheidsbeleid (hierna: WVB of veiligheidsbeleid). Naast dat dit een wettelijke vereiste is in de Politiewet, is het nodig om in een veranderende wereld de koers elke vier jaar te herijken. Nieuwe ontwikkelingen in de samenleving vragen namelijk om nieuwe overwegingen, verschuivingen in prioriteiten en andere werkwijzen. Het WVB is een strategisch beleidsdocument dat de gemeente gebruikt om te sturen op het lokale veiligheidsbeleid. Het WVB geeft prioriteiten weer en benoemt ambities en uitgangspunten. Tevens wordt op hoofdlijnen beschreven welke inspanningen en acties worden ondernomen om onze ambities te realiseren. Het WVB maakt inzichtelijk waar we ons in de komende jaren op richten. Dat in dit WVB de focus ligt op prioriteiten wil niet zeggen dat er geen oog is voor overige veiligheidsthema’s. Deze overige veiligheidsthema’s vormen ons “veiligheidsfundament”. Door uitvoering te geven aan de prioriteiten én ons veiligheidsfundament zetten we ons, samen met de omgeving, voor en met elkaar in voor een weerbaar, leefbaar en veilig Westland.

 

Het opstellen van het WVB en de uitvoering ervan doen we zeker niet alleen. Het voorliggende WVB is tot stand gekomen met behulp van vele partners die in meer en mindere mate een bijdrage hebben geleverd. Partners zijn in dit geval zowel interne afdelingen van de gemeentelijke organisatie als de externe veiligheidspartners zoals politie, Openbaar Ministerie, Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC) Den Haag en de Veiligheidsregio- en de Omgevingsdienst Haaglanden. Maar ook partners zoals het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden, Regionaal Samenverband Integrale Veiligheid (RSIV), het Sociaal Kernteam (SKT), Vitis Welzijn, GGZ Delfland, Stichting Halt, Arcade, Royal Flora Holland, LTO Glaskracht, VNO-NCW Westland-Delfland, ABC-Westland, MKB-Nederland, De Waterman, Hoogheemraadschap Delfland en de Koninklijk Horeca Nederland afdeling Westland. Vele van deze partners waren aanwezig tijdens een door de politie en gemeente gezamenlijk georganiseerde veiligheidsbijeenkomst op 30 mei 2022.

 

Inwoners zijn betrokken via de buurtpreventieverenigingen en door middel van een digitale vragenlijst. De digitale vragenlijst is uitgezet via sociale media en bij het Westland Panel (ca. 1.500 geadresseerden). De digitale vragenlijst is in totaal 740 keer ingevuld. Aan de respondenten van de vragenlijst is de mogelijkheid geboden aanwezig te zijn tijdens de eerdergenoemde veiligheidsbijeenkomst op 30 mei 2022.1 De gemeenteraad is betrokken via een informatie-uitwisselingsavond op 9 juni 2022 en een werkbijeenkomst op 20 september 2022. De opgehaalde input met betrekking tot de prioriteiten en de doelen van de (veiligheids)partners, de inwoners en de raad zijn als uitgangspunt gehanteerd bij de uitwerking van dit WVB.

 

In dit eerste hoofdstuk wordt achtereenvolgend een aantal algemene onderwerpen belicht. Het betreft een korte terugblik op het WVB 2019-2022 inclusief het recent afgeronde Rekenkamercommissie-onderzoek (RKC). Daarnaast wordt het vertrekpunt van het nieuwe beleid geschetst: hoe ziet het veiligheidsbeeld er nu, in 2022, uit en welke input is er opgehaald bij de (veiligheids)partners, de inwoners en de raad. In hoofdstuk 2 en 3 worden vervolgens de uitgangspunten van onze aanpak en de speerpunten van het nieuwe veiligheidsbeleid beschreven. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de maatschappelijke tendens en welke invloed dit heeft op het veiligheidsterrein. In het afsluitende hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de bestuurlijke- en ambtelijke sturing op (de uitvoering van) het WVB, de (jaarlijkse) monitoring en de samenhang met flankerend beleid.

 

1.2 Evaluatie Westlands Veiligheidsbeleid 2019-2022

De uitvoering van het veiligheidsbeleid werd vanaf maart 2020 (opeens) grotendeels bepaald door de aanpak en de gevolgen van COVID-19. Er brak een periode aan die bij het opstellen van het veiligheidsbeleid 2019-2022 door niemand (te) voorzien was. Er werden diverse maatregelen genomen en bijzonder veel inzet gevraagd van (de medewerkers van) de gemeente. Daarnaast werd een crisisstructuur ingericht waarin veiligheidsregio’s een grote rol kregen. De taken van de politie en handhavers veranderden. Zo kregen zij bijvoorbeeld de taak om de 1,5 meter maatregel, maximale groepsgrootte en de avondklok te handhaven (eerst op basis van de noodverordening en later de Noodwet) Ook waren er gevolgen voor de Westlandse samenleving zoals bijvoorbeeld de sluiting van de horecasector en het ontbreken van (grote) evenementen, waren er minder gelegenheden voor zakkenrollerij en inbraken omdat relatief weinig mensen op straat waren; en meer gelegenheden voor huiselijk geweld en burenruzies vanwege het voornamelijk thuiswerken en de verschillende lockdowns.

 

Daarnaast werd in 2022 in opdracht van de RKC door DSP-groep een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit en de doelmatigheid van het WVB 2019-2022. De algehele conclusie van het onderzoek is overwegend positief. Aangedragen verbeterpunten zien met name op de algemeenheid van de prioriteiten, het ontbreken van een verdere (concrete) uitwerking van het veiligheidsbeleid in uitvoeringsplannen, het ontbreken van een structurele monitoring ten aanzien van het veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen. Deze verbeterpunten zijn meegenomen in de totstandkoming van het nieuwe WVB.

 

Ondermijning was voorafgaand aan het WVB 2019-2022 nog nauwelijks een thema en bestuurlijke maatregelen als BIBOB of Damoclesbeleid werden vrijwel niet ingezet. Dit typeert misschien wel een van de meest grote veranderingen van de afgelopen jaren. Ten aanzien van ondermijning hanteert Westland een zero-tolerance aanpak en wordt het mogelijke instrumentarium maximaal ingezet. Met als doel om ondermijnende criminaliteit zo veel als mogelijk te voorkomen, tegen te gaan en misstanden aan te pakken. In het veiligheidsbeleid 2019-2022 is vooral ingezet op communicatie naar en bewustwording van burgers en ondernemers over ondermijning. Zo is er voorlichting gegeven en is de samenwerking met brancheverenigingen opgezocht. Ook werden er (preventieve) integrale bedrijfscontroles uitgevoerd gericht op het tegengaan van ondermijning. Als laatste is er veel aandacht besteed aan het programma Weerbare Sierteeltsector. Dit programma zet in op de publiek-private samenwerking met betrekking tot ondermijning in de sierteeltsector.

 

Het actief inzetten c.q. benutten van de verschillende leefbaarheidskringen om overlast tegen te gaan is eveneens een mooie mijlpaal van de afgelopen beleidsperiode. In diverse wijken en dorpen komen partners uit de domeinen sociaal, zorg en veiligheid vroegtijdig bij elkaar om (onder regie van de gemeente) signalen te bespreken en waar nodig op te pakken. De leefbaarheidskringen hebben vooral betrekking op woonoverlast, geluidsoverlast en burenruzies. Maar ook op overlast in de openbare ruimte, zoals jeugdoverlast en dakloze arbeidsmigranten. Vaste partners zijn onder andere het SKT, de sociaal makelaars, wijkagenten, wijkhandhavers, woningbouwcorporaties en jongerenwerk.

 

Tenslotte mag de rol van buurtpreventie niet onbenoemd blijven. De inzet van buurtpreventie in Westland is groot. Westland telt inmiddels 10 buurtpreventieverenigingen met in totaal zo’n 400 pre-venten. Buurtpreventie is een vaste partner bij de leefbaarheidskringen en krijgt de wekelijkse politieregistraties zodat zij kunnen patrouilleren op hot spots. Zij zijn onze extra ogen in de wijk.

 

1.3 Veiligheidsbeeld (objectief)

We hebben geen reden om ongerust te zijn over de veiligheid in Westland. Sinds 2013 is de geregistreerde criminaliteit in Nederland afgenomen en is het veiligheidsgevoel verbeterd. Westland vormt op deze trend geen uitzondering. De geregistreerde criminaliteit neemt enerzijds af door een afnemende aangiftebereidheid, anderzijds speelt de afnemende gelegenheid voor het plegen van misdrijven een rol. Zo nemen burgers steeds meer preventieve maatregelen in de beveiliging van hun bezittingen en zijn ze alerter en actiever op het gebied van veiligheid, bijvoorbeeld door middel van buurtappgroepen en buurtpreventieteams.

 

Figuur 1│Bron: politie

 

De criminaliteitscijfers in Westland laten veelal een (doorlopende) daling zien. De daling is het sterkst bij de vermogensmisdrijven, zoals diefstal. Echter ook andere categorieën zoals geweldsmisdrijven en vernielingen laten een daling zien. Het aantal woninginbraken en andere high impact crimes (HIC) zoals straatroven en overvallenzijn de laatste jaren succesvol teruggedrongen, ook al laten de eerste kwartalen van 2022 weer een lichte stijging zien ten opzichte van de jaren daarvoor. Het terugdringen van woninginbraken en HIC was voor een langere periode een prioriteit in onze veiligheidsaanpak. Dit heeft ertoe geleid dat de aantallen aanzienlijk zijn afgenomen. Ondanks de (lichte) stijging liggen de aantallen nog onder het Nederlandse gemiddelde.

 

Cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit zijn landelijk opkomende maar minder traditionele vormen van criminaliteit waar relatief weinig aangifte van wordt gedaan. Voorbeelden van cybercriminaliteit zijn hacken, illegaal downloaden, DDoS-aanvallen en gijzelsoftware. Bij deze vormen van criminaliteit is ICT zowel middel als doel. Bij gedigitaliseerde criminaliteit is ICT een middel om (traditionele vormen van) criminaliteit te plegen. Het gaat dan om bijvoorbeeld digitale fraude zoals online koop- en verkoopfraude en digitaal pesten. De groeiende interesse van beroepscriminelen voor cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit past in de algemene tendens van toenemende digitalisering in de samenleving. Geavanceerde digitale mogelijkheden zijn voor iedereen toegankelijk en te gebruiken zonder veel voorkennis.

 

Ook een deel van ondermijning vindt digitaal plaats, zoals op het darkweb, waar wapens en drugs worden verhandeld. De vormen van cyber- en gedigitaliseerde criminaliteit veranderen voortdurend en zijn bijna altijd internationaal. De digitale weerbaarheid van individuen en organisaties in Nederland houdt niet altijd gelijke tred met de groeiende dreiging van digitale criminaliteit. Bedrijven en burgers hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het treffen van preventieve maatregelen op het gebied van digitale dreiging en het vergroten van hun zelfredzaamheid. Daar waar de risico’s bovengemiddeld hoog zijn of waar het de zelfredzaamheid overstijgt, kan de gemeente inzet plegen. De exacte rol die gemeenten hierin kunnen spelen is nog onderwerp van onderzoek en wordt nader beschreven in hoofdstuk 4.

 

Hoewel elke vorm van criminaliteit en elk misdrijf er een te veel is, wordt de leefbaarheid en de veiligheid in de (woon)buurt door Nederlanders over de jaren heen goed gewaardeerd. In figuur 2 is dit schematisch weergegeven.

 

Dit positieve beeld is ook zichtbaar in het percentage Nederlanders dat zich wel eens onveilig voelt in hun eigen woonbuurt. Dit is gedaald van 16,4% in 2017 naar 14,4% in 2019 en 13,9% in 2021. Deze daling is ook zichtbaar in de gemeente Westland (zie figuur 3).

 

Figuur 2 │Bron: CBS Veiligheidsmonitor 2017, 2019 en 2021.

 

Het percentage Nederlanders dat vaak overlast ervaart in hun eigen buurt is echter wel iets gestegen ten opzichte van de afgelopen jaren. Het betreft 43,6% in 2017, naar 43,4% in 2019 om vervolgens te stijgen naar 45,6% in 2021. In Westland is echter sprake van een daling van de ervaren overlast in hun eigen buurt tussen 2017 en 2019 om vervolgens weer iets te stijgen in 2021. Echter komt het percentage niet (meer) boven het percentage ervaren overlast uit 2017 (zie figuur 4). Hierbij wordt onder overlast diverse soorten van overlast verstaan. Een globale indeling betreft fysieke overlast zoals bijvoorbeeld hondenpoep en rommel, sociale overlast zoals bijvoorbeeld rondhangende jongeren en drugsgebruik of -handel en als derde verkeersoverlast. Bij verkeersoverlast in de buurt gaat het om ‘te hard rijden’, ‘parkeerproblemen, bijvoorbeeld foutgeparkeerde voertuigen of drukte’, en ‘agressief gedrag in het verkeer’.

 

Figuur 3 │Bron: CBS Veiligheidsmonitor 2017, 2019 en 2021.

 

Figuur 4 │ Bron: CBS Veiligheidsmonitor 2017, 2019 en 2021.

 

Op jaarbasis vinden er honderden evenementen plaats in Westland, variërend van kleinschalige braderieën, feestweken tot bijvoorbeeld het Varend Corso. Deze evenementen leveren een grote bijdrage aan de levendigheid van onze dorpen. Dit heeft vanzelfsprekend grote meerwaarde voor onze gemeente, zowel sociaal als economisch. Tegelijkertijd brengen deze evenementen veiligheidsrisico’s met zich mee, op het vlak van openbare orde, fysieke veiligheid zoals brand- en waterveiligheid en overlast.2 Winkel- en bedrijfscriminaliteit komen in Westland weinig voor en ook het aantal vernielingen is verhoudingsgewijs laag. Westland past strenge handhaving toe en gebruikt slimme inrichtings- en beheerconcepten, waaronder verlichting. We treffen waar nodig aanvullende maatregelen voor het schoonhouden van de dorpen en werken integraal aan verkeersveiligheid.

Zowel de meetbare als de ervaren jeugdoverlast in Westland is aan de hoge kant in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde. Een ander zorgelijk aspect is de toename van het (verboden) wapenbezit en het alcohol- en drugsgebruik onder Westlandse jeugd. Het hoge alcohol- en drugsgebruik brengt flinke gezondheidsrisico’s met zich mee en kan ook doorwerken in de openbare orde. In de onderstaande figuren 5 en 6 is het aantal politieregistraties voor ‘overlast jeugd’ en het aantal verwijzingen naar Halt weergegeven per 10.000 respectievelijk per 1.000 inwoners.

 

Figuur 5 │Bron: politie

 

Figuur 6 │Bron: Stichting Halt 2017-2021

 

Drugsproductie en -handel, mensenhandel en -smokkel en arbeidsuitbuiting gaan helaas ook aan Westland niet voorbij. De precieze aard en omvang zijn niet goed vast te stellen. Bij ondermijnende criminaliteit maken criminelen gebruik van legale structuren om de onderwereld te faciliteren. Hierdoor ontstaat de vermenging van boven- en onderwereld. Zie hiervoor figuur 7 en 8.

 

Figuur 7 │Bron: politie

 

Figuur 8 │Bron: politie

 

1.4 Veiligheidsbeleving (subjectief)/Omgevingsanalyse

Naast de gegevens uit de evaluatie en het objectieve veiligheidsbeeld is in consultatie met inwoners, buurtpreventen, partners en de raad ook gekeken naar de (subjectieve) veiligheidsbeleving. In de consultatie is de nadruk gelegd op het samenbrengen van het objectieve veiligheidsbeeld en de (subjectieve) veiligheidsbeleving. Zoals eerder aangegeven in paragraaf 1.1, is dit gebeurd door middel van een digitale vragenlijst, een veiligheidsbijeenkomst en een informatie-uitwisselingsavond met de gemeenteraad. Tijdens voornoemde veiligheidsbijeenkomst zijn de objectieve criminaliteitscijfers gepresenteerd en is vervolgens in gesprek met de inwoners hierop gereflecteerd. Naar aanleiding van de uitgebreide consultatie is een inventarisatie van aandachtsgebieden tot stand gekomen. De inventarisatie is zichtbaar in figuur 9.

 

Figuur 9: Inventarisatie aandachtsgebieden.

 

Tenslotte hebben we ook gekeken naar diverse (boven)lokale beleidskaders. Als gemeente zijn wij betrokken bij en partij in deze beleidskaders. Het betrekken van deze kaders bij de totstandkoming van dit WVB is daarom essentieel. De keuzes in het WVB zijn mede gebaseerd op keuzes in deze kaders. We nemen elementen over en volgen op onderdelen de lijn van het (boven)lokale beleid (zie figuur 10).

 

Figuur 10: Belangrijke (boven)lokale beleidskaders

 

Samenvattend kan, op basis van de evaluatie en het geschetste veiligheidsbeeld geconstateerd worden dat de veiligheid en lopende aanpak er in veel opzichten goed voorstaan. De door inwoners ervaren leefbaarheid en veiligheid van de (woon)buurt zijn zonder meer van goed niveau en de (objectieve) criminaliteitscijfers in Westland laten veelal een (doorlopende) daling zien. Qua aanpak blijken de gerealiseerde leefbaarheidskringen goed uit te pakken en door partners gewaardeerd te worden. Ook is er een stevige basis gecreëerd voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Dit gunstige beeld zien we echter niet over de gehele linie. Bij veiligheidsthema’s zoals jeugd(overlast), mensensmokkel, woonoverlast en alcohol- en drugsoverlast zijn er verbetermogelijkheden.

2 Randvoorwaarden/uitgangspunten

2.1 Inleiding

Als basis voor de uitvoering van onze veiligheidsaanpak, voor zowel thema’s die bijzondere aandacht verdienen als onze ‘reguliere’ veiligheidsinzet hanteren we de volgende uitgangspunten:

 

2.2 Integrale- en gebiedsgerichte benadering

Steeds meer veiligheidsthema’s vragen om een integrale- en gebiedsgerichte benadering. Het is belangrijk om een probleem samen aan te pakken want dan bereik je het meest. We brengen professionals, zowel intern als extern die actief zijn op de verschillende beleidsvelden en binnen bepaalde gebieden vaker bij elkaar. Door gebiedsgericht en integraal te werken ontstaat er (meer) samenhang tussen verschillende (uitvoerings)maatregelen, meer samenwerking met andere gemeentelijke afdelingen en met andere overheden en partners. Hierdoor kunnen trends en kennis gemakkelijker met elkaar worden uitgewisseld waardoor we tot samenhangende oplossingen voor veiligheidsproblemen kunnen komen. Door het aangaan van slimme samenwerkingsverbanden versterken we de denk- en slagkracht van onze aanpak. We werken samen in diverse samenwerkingsverbanden en op verschillende schaalniveaus. Verder nemen we deel aan grootstedelijke netwerken en werken we samen met landelijke organisaties. Het slim verbinden van lopende, toekomstige en nieuwe activiteiten vraagt een alerte, proactieve en flexibele houding van de medewerkers op verschillende plekken binnen de organisatie, waarbij zij regelmatig gezamenlijk en met de partners mogelijkheden en kansen verkennen.

 

2.3 Informatie-gestuurd werken

Voor het voeren van regie op het lokaal veiligheidsbeleid en het handhaven van de openbare orde en veiligheid, is een goede informatiepositie belangrijk. Zowel kwantitatief vanuit cijfers – politiecijfers en gemeentelijke cijfers over (afgedane)meldingen - als kwalitatief vanuit signalen van partners en uit wijken. Hierbij is de aangifte- en meldingsbereidheid vanuit de inwoners cruciaal. Aandacht hiervoor in de veiligheidsaanpak kan daarom niet ontbreken. We werken grotendeels informatiegestuurd en benutten in- en externe data om minder reactief en op basis van incidenten te acteren en meer te werken vanuit overzicht, trends en ontwikkelingen.3 Zo willen we aan de voorkant van de problematiek komen. In de komende jaren willen we nog efficiënter en effectiever werken door informatie nog verder te benutten, te analyseren en te combineren. Hierbij hebben we blijvend aandacht voor privacyaspecten zoals een correcte verwerking van persoonsgegevens en het verwerken en delen van gevoelige en vertrouwelijke informatie. Door informatiegestuurd te werken kunnen we:

 

  • vroegtijdig problemen signaleren;

  • gericht in gesprek gaan met partners, inwoners en bedrijven;

  • gericht maatregelen inzetten;

  • keuzes maken m.b.t. prioritering en interventies;

  • capaciteit effectief inzetten.

2.4 Preventie waar kan, repressief waar moet

Voorkomen is beter dan genezen. Dit vormt een belangrijk uitgangspunt in onze visie op veiligheid voor de komende jaren. Naast een repressieve aanpak hebben we als gemeente ook een belangrijke rol in het voorkomen van criminaliteit en onveiligheid. Daarom zijn naast repressieve ook proactieve en preventieve maatregelen voor ons van grote waarde. Dit willen we bereiken door het intensiveren van de samenwerking tussen zorg- en veiligheid en in te zetten op bewustwording en voorlichting op onze veiligheidsthema’s. Op deze manier proberen we (zware) problematiek te voorkomen. Hierbij richten we ons vanuit veiligheid in eerste instantie op daders. Echter verliezen we hierbij de (na)zorg voor slachtoffers niet uit het oog.

 

2.5 Veiligheid vraagt om flexibiliteit

Ontwikkelingen gaan snel en zijn niet altijd te voorzien. De prioriteiten zijn dan ook niet in beton gegoten. Soms kunnen onvoorziene ontwikkelingen ervoor zorgen dat deze verschuiven. De coronacrisis is hier een duidelijk voorbeeld van. Het is belangrijk dat we flexibel genoeg zijn en op actuele veiligheidsvraagstukken kunnen inspelen. Dit WVB benoemt daarom hoofdthema’s en algemene uitgangspunten, in plaats van strakke kaders. Hierdoor blijft voldoende ruimte om mee te kunnen bewegen met actuele ontwikkelingen en in te spelen op behoeften in een gebied.

3. Speerpunten 2023-2026

3.1 Inleiding

Samenvattend heeft het veiligheidsbeeld in combinatie met de aandachtspunten zoals geïnventariseerd in de omgevingsanalyse geresulteerd in een selectie van prioritaire veiligheidsthema’s, onze speerpunten en strategische hoofdlijnen voor de komende jaren. Onze koers sluit aan op het Coalitieakkoord 2022-2026, Aan de slag. Voor Westland, het College Werkprogramma en op de genoemde relevante (boven)lokale beleidskaders. De kennis en kunde van onze eigen professionals en ook het aflopende veiligheidsbeleid 2019-2022 vormen belangrijke ijkpunten. Dit alles heeft geleid tot vier speerpunten. Het betreft:

 

Leefbaarheid & Veiligheid

Zorg & Veiligheid

Jeugd & Veiligheid

Ondermijning

 

Deze speerpunten vinden we voor de komende vier jaar het meest belangrijk en hier gaan we extra aandacht aan besteden qua inzet en capaciteit. Dit wil echter niet zeggen dat er geen oog is voor overige veiligheidsthema’s. Naast deze speerpunten zetten we ook (nog) in op onze reguliere veiligheidsinzet, ons veiligheidsfundament. Het gaat dan om inzet op de volgende thema’s:

  • woninginbraken;

  • het terugdringen van High Impact Crimes (HIC);

  • veilig ondernemen (veilige winkelgebieden en bedrijventerreinen);

  • fysieke veiligheid: crisisbeheersing en rampenbestrijding, externe veiligheid/risico’s gevaarlijke stoffen, conventionele explosieven, veilige jaarwisseling en een goed functionerende veiligheidsregio;

  • informatie veiligheid & privacy;

  • veilige publieke taak;

  • ambtelijke en bestuurlijke integriteit.

Prioriteiten stellen is nodig, omdat er altijd meer vraagstukken zijn dan beschikbare capaciteit. Dit dwingt ons om (scherpe) keuzes te maken. Het terugdringen van woninginbraken en HIC was voor een lange periode een grote prioriteit. Dit heeft ertoe geleid dat de HIC aanzienlijk zijn afgenomen. Ondanks dat we HIC niet als prioriteit hebben opgenomen, heeft dit wel onze blijvende aandacht. Dit geldt ook voor de overige onderwerpen in ons veiligheidsfundament. De wereld om ons heen verandert echter snel met wisselende en nieuwe uitdagingen. Hierdoor kunnen zich de komende jaren ook veiligheidsontwikkelingen voordoen die wellicht niet onder de speerpunten vallen of waardoor prioriteiten en werkzaamheden verschuiven. Flexibiliteit is dan van belang om efficiënt en slagvaardig te kunnen optreden. We zullen hier met alle veiligheidspartners alert en adequaat op reageren.

 

3.2 Speerpunt: Leefbaarheid & Veiligheid

Het tegengaan van overlast is de afgelopen jaren een steeds belangrijkere taak geworden voor de gemeente. Ontwikkelingen in de maatschappij en een tegelijkertijd terugtrekkende politie op het gebied van overlast en leefbaarheid4 zorgt ervoor dat er steeds meer van handhavers wordt verwacht. Toezicht en handhaving door onze handhavers (boa’s) is een belangrijk instrument voor het vergroten van de leefbaarheid en (het gevoel van) veiligheid in Westland. Onze handhavers hebben een signalerende, controlerende en handhavende rol en zijn breed inzetbaar.5 De coronacrisis heeft het belang hiervan nog eens benadrukt.

 

Overlast is echter een subjectief begrip, iedereen ervaart overlast op een eigen manier. Dit geldt niet alleen voor bewoners, maar ook voor professionals (de interne en externe veiligheidspartners). Luisteren naar bewoners en afstemming tussen professionals is daarom van groot belang bij een goede aanpak. We betrekken hierbij nadrukkelijk de wijkagenten. Zij vervullen een belangrijke rol in de gemeenschap. De vormen van overlast zijn divers. We richten ons de komende jaren op vier deelthema’s in het bijzonder, namelijk overlast en verstoring van de openbare orde, veilig uitgaan & recreeren, woonoverlast en verkeersveiligheid.

 

Overlast en verstoring van de openbare orde kan betrekking hebben op geluid, stank en andere vormen van verloedering en verbale uitingen. Psychiatrische factoren spelen vaak een rol, net als alcohol en/of drugs. Zowel de veiligheid van personen zelf als die van de omgeving kan in het gedrang zijn. Ook kan overlast in sommige gevallen een indicatie (signaal) zijn van bepaalde vormen van ondermijnende criminaliteit. Complexe, soms snel escalerende situaties kunnen een stevige wissel trekken op de veiligheid en leefbaarheid van onze dorpen en kernen. Door onder meer extramuralisatie in de zorg en groeiende complexiteit, in bepaalde opzichten zelfs ‘tweedeling’ van de samenleving, komt dit vaker voor dan in het verleden. Qua aanpak blijken de gerealiseerde leefbaarheidskringen goed uit te pakken en door partners zoals woningcorporaties en Vitis Welzijn zeer gewaardeerd te worden. Ook de verbinding met de aanpak van ondermijning is hierbij van belang.

 

Woonoverlast kan bestaan uit overlast als gevolg van burenruzies, botsende leefstijlen en dergelijke. Voor de aanpak van woonoverlast zetten we onder meer in op buurtbemiddeling. Daarnaast is het op basis van de huidige beleidsregels omtrent de Wet aanpak woonoverlast mogelijk om als ultimum remedium een gedragsaanwijzing op te leggen.

 

Als gemeente willen we ook dat inwoners en ondernemers optimaal kunnen profiteren van de sterke kanten van recreatie, uitgaan en evenementen. Vooral in de zomermaanden ontstaat een piek aan activiteiten. Vanuit onze veiligheidsinzet moeten we de veiligheidsbasis scherp in beeld houden en consequent effectueren. Dit komt tot uiting in diverse overlegstructuren waarin integraal gesproken wordt over kust/strandzaken, horeca en evenementen. Een fenomeen als verkeersoverlast vraagt minstens zoveel aandacht. De meest voorkomende ervaren overlastvormen zijn ‘te hard rijden’, ‘parkeerproblemen’ zoals foutief en/of gevaarlijk geparkeerde voertuigen en ‘agressie’ in het verkeer. Tenslotte is de doorrijdbaarheid voor de hulpdiensten een onderwerp dat aandacht vraagt.

 

Wat willen we bereiken?

  • 1.

    Vroegtijdig acteren op leefbaarheidsvraagstukken om escalatie te voorkomen.

  • 2.

    Vergroten eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven

  • 4.

    Veilige evenementen en recreatie.

Wat gaan we doen? 6

  • We blijven investeren in een goede bereikbaarheid en zichtbaarheid van de handhavers in de wijken, kernen en op de stranden. Mogelijkheden tot langere telefonische bereikbaarheid en meer (persoonlijk) contact worden onderzocht.

  • We zetten een goedlopende keten van melding tot oplossing op en zetten waar nodig in op een integrale aanpak.

  • We gaan het melden van overlast of onveilige situaties zo eenvoudig mogelijk maken en een terugkoppeling aan de melder integreren in onze standaard werkwijze.

  • We vergaren (meer) informatie/data voor een effectieve inzet van onze handhavers door het vergroten van de meldingsbereidheid. De inzet van de handhavers willen we preventief inzetten door middel van (frequente) acties op een bepaald thema in een specifiek(e) wijk, kern of gebied in plaats van te acteren op losse meldingen en klachten. Waar mogelijk in samenwerking met de buurtpreventieteams. Hiermee willen we het naleefgedrag en de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven stimuleren.7

  • We zien een grotere rol voor de handhavers in beleidsvorming in plaats van enkel uitvoerders ervan. De handhavers zijn onze oren en ogen in de gemeente en beschikken over veel kennis en kunde om beleidsontwikkeling positief te kunnen beïnvloeden.

  • We creëren een doorontwikkeling van de leefbaarheidskringen. Door het versterken van de samenwerking tussen partners en het verhelderen van de rollen, kaders en afspraken kunnen we een betere regie voeren op de signalen die voortkomen uit de leefbaarheidskringen.

  • We gaan de aanpak van overlast op piekmomenten in recreatiegebieden en evenementen met name in de zomermaanden coördineren en zetten waar nodig in op een integrale aanpak.

  • We behouden de actieve inzet van vrijwilligers en buurtpreventieverenigingen in Westland. De actieve betrokkenheid van vrijwilligers en buurtpreventieteam geeft blijk van én versterkt de gemeenschapszin in Westland. In wisselwerking met onze handhavers, de politie en de brandweer moeten de vrijwilligers en de buurtpreventieteams goed tot hun recht komen.

Indicator

Bron

2017

2019

2021

2023

2025

Rapportcijfer leefbaarheid in de woonbuurt

Veiligheidsmonitor

7,5

7,6

7,6

7,7

7,8

Rapportcijfer veiligheid in de buurt

Veiligheidsmonitor

7,3

7,4

7,5

7,6

7,7

3.3 Speerpunt: Zorg & Veiligheid

In beginsel gaan we in Westland uit van de eigen kracht van inwoners. In het veiligheidsbeleid 2019-2022 hebben we zelfs een belangrijke rol neergelegd bij de inwoners om zelf ook actief bij te dragen aan een prettig en veilig Westland. Er is echter ook een groep inwoners die het niet alleen redt. Voor deze groep biedt de gemeente passende ondersteuning. Ook vanuit het perspectief van veiligheid is dat van groot belang. Deze groep betreft vaak kwetsbare mensen, die mogelijk een risico kunnen vormen voor zichzelf, de omgeving en de openbare orde en veiligheid. Eventuele problematieken bij deze minder zelfredzame groep inwoners kunnen ervoor zorgen dat mensen kwetsbaarder zijn om slachtoffer te worden van misbruik of te vervallen in (ondermijnende) criminaliteit. Om de zorg voor kwetsbare mensen en hun omgeving blijvend te verbeteren en bijbehorende veiligheidsproblematiek aan te pakken is intensieve samenwerking tussen zorgprofessionals en veiligheidspartners nodig.

 

Het is daarom van belang dat we het veiligheidsdomein en het zorgdomein beter met elkaar verbinden. Hiermee kunnen we criminaliteit en overlast vroegtijdig signaleren en integraal aanpakken. De vaak meervoudige problematiek van bepaalde kwetsbare groepen, denk aan risicojeugd, licht verstandelijk beperkten, ex-gedetineerden en personen met verward gedrag, vragen om een brede integrale levensloopbenadering en maatwerk. Daarmee voorkomen we daderschap en slachtofferschap, en uiteindelijk criminaliteit en overlast. Ook voor sanctietoepassing en re-integratie speelt de verbinding tussen het zorg- en het veiligheidsdomein een belangrijke rol.

 

Schakels in deze aanpak zijn onder andere het Sociaal kernteam (hierna SKT), de leefbaarheidskringen, de Veiligheidskamer (Westland), het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden, GGZ en de reclassering. Deze keten functioneert in veel opzichten goed. In de eerste lijn hebben wijkagenten, handhavers, jongerenwerkers, sociaal makelaars sociaal beheerders/consulenten van de woningbouw, de Leefbaarheidskringen en het SKT een belangrijke rol. Zij hebben de voelsprieten in de samenleving en pakken casuïstiek als eerste op. Waarbij het SKT al een eerste opschalingsniveau vormt. Zij adviseren passende zorg en interventies, schalen op waar nodig en voeren regie op de uitvoering daarvan. Zo werken ze zo snel mogelijk toe naar een stabiele, beheersbare situatie. Casuistiek op persoonlijk- en of locatie/groepsniveau die de mogelijkheden van het SKT respectievelijk de leefbaarheidskringen overstijgt, wordt opgeschaald naar de Veiligheidskamer en eventueel ook naar het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden. Zo bewerkstelligen we voor elke casus een passende aanpak, persoons- en gezinsgericht, vaak met zorg- en veiligheidscomponenten. Zodra mogelijk schalen we casuïstiek weer af, leggen we het initiatief weer meer bij de samenleving.

 

In de komende jaren richten we ons op vijf deelthema’s in het bijzonder, namelijk geweld afhankelijk relaties (huiselijk geweld en verwaarlozing), verward gedrag, jeugd(zorg), radicalisering & polarisatie/extremisme en detentiezorg.

 

Wat willen we bereiken?

  • 1.

    Vroegtijdig acteren op zorg- en veiligheidsvraagstukken om escalatie te voorkomen.

Wat gaan we doen?

  • We streven naar een vroegtijdige en verbeterde samenwerking tussen de zorg- en veiligheidspartners.8 We versterken de domeinen zorg en veiligheid door nog intensiever met elkaar samen te werken aan concrete zorg- en veiligheidsvraagstukken. Deze synergie van zorg en veiligheid bouwen we de komende jaren nog verder uit. Hiervoor zetten we in op een gezamenlijke doelbepaling en initiëren we een structureel integraal overleg waarin casuïstiek per thema besproken wordt.

  • We verbeteren onze informatiepositie en zetten in op een betere (vroeg)signalering ten aanzien van kwetsbare groepen. Er wordt handelingsperspectief geboden hoe signalen te herkennen en waar deze te melden. Hierbij wordt ingezet op tijdig op- en afschalen. Dit gebeurt door middel van intensieve samenwerking met de netwerkpartners, bewustwordingscampagnes, opleidingen, trainingen en informatiebijeenkomsten.

  • We benutten ons netwerk van zowel veiligheids- en zorgpartners, inwoners en ondernemers en breiden deze waar mogelijk uit zodat we weten wat er speelt in de samenleving. Hierdoor kunnen we signalen ophalen en oppakken met de ketenpartners. Dit betreft bijvoorbeeld signalen van polarisatie en radicalisering of over huiselijk geweld. Alle signalen worden serieus geanalyseerd en waar mogelijk vinden er interventies plaats.

3.4 Speerpunt: Jeugd & Veiligheid

Zowel de meetbare als de ervaren jeugdoverlast in Westland is aan de hoge kant in vergelijking met omliggende gemeenten. (Groepen) jongeren die overlast veroorzaken of criminele activiteiten uitvoeren kunnen een negatieve invloed uitoefenen op het woonplezier en de veiligheidsbeleving van onze inwoners. Jongeren die veel overlast en ook criminaliteit veroorzaken, kunnen (soms) aangemerkt worden als ‘dader’ van het gevoel van onveiligheid. Dit kan zich concentreren op specifieke locaties in onze gemeente. Groepen jongeren kunnen daadwerkelijk intimiderend zijn richting omgeving en professionals. Sommige jongeren ’groeien door’ en komen in aanraking met criminele netwerken. Hoewel deze jongeren veel overlast en criminaliteit (kunnen) veroorzaken, zijn zij vaak ook ‘slachtoffer’. Deze jongeren zijn vaak kwetsbaar door problemen thuis, op school of mogelijk door gedrags- of verslavingsproblemen.

 

Deze problematiek vraagt om een integrale, groeps- en persoonsgerichte aanpak met een goede verbinding tussen het sociaal- en veiligheidsdomein. Binnen de integrale, groeps- en persoonsgerichte aanpak ligt de focus op preventie, maar er is ook aandacht voor zorg en repressie. We pakken jeugdoverlast intensief aan. Het betreft een aanpak die zich richt op de jongere in de groep, maar ook de jongere op school, werk en thuis, bij sport en uitgaan. Bij de aanpak jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit gaan we door middel van vroegsignalering onze (kwetsbare) jeugdigen in kaart brengen en monitoren. Daarnaast verbeteren we ons zicht op jeugdgroepen. Door meer zicht te hebben aan de voorkant, kunnen we het verder afglijden van risicojongeren mogelijk vroegtijdig voorkomen.

 

Schakels hierin zijn het preventief jongerenwerk, de leefbaarheidskringen, het SKT, de Veiligheidskamer, het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden, het RIEC, het RSIV en Stichting Halt. Ook is hier de verbinding van zorg en veiligheid cruciaal – bij complexere gevallen volgen we een integrale persoons- en systeemgerichte aanpak. We laten casuïstiek zo weinig mogelijk escaleren ofwel vroegtijdig signaleren en aanpakken. Dit laat echter onverlet dat we handhavend op treden indien dit nodig c.q. noodzakelijk is om overlast en/of onveilige situaties aan te pakken.

 

Een ander zorgelijk aspect is alcohol- en drugsgebruik – dit is relatief hoog onder Westlandse jeugd. Dit geeft stevige gezondheidsrisico’s en kan ook doorwerken in openbare orde. Via bewustwordingscampagnes, nalevingsonderzoeken en handhaving van de Alcoholwet werken we aan preventie.9 Vervolgstappen zijn echter nodig. We gaan meer verbinding creëren met het onderwijs. Scholen zijn belangrijke maatschappelijke trefpunten en vindplaatsen van veiligheids- en zorgvraagstukken rond jeugd. Deze mogelijkheden gaan we beter benutten.

 

Daarnaast is een veel gehoord geluid dat er voor jeugd(groepen) ook voldoende plaats moet zijn in de openbare ruimte. In de ‘Omgevingsvisie Westland 2030 (met een doorkijk naar 2040)’ is aangegeven dat “Westland bij de inrichting van de openbare ruimte ook speel- en verblijfsruimte voor de oudere jeugdgroepen realiseren, op locaties die weinig overlast voor de omgeving zullen geven, waardoor (hang) overlast op willekeurige plaatsen in de openbare ruimte voor een deel wordt voorkomen”.10 Dit hangt echter ook samen met het acceptatieniveau (normalisatie) ten aanzien van (hang) overlast. Niet alle (hang) jeugd is overlastgevend, ondanks dat dit door sommige wel zo wordt ervaren. Bij de uitvoering van de ambities en activiteiten in dit WVB haken we hierop aan.

 

Wat willen we bereiken?

  • 1.

    Een prettige, gezonde en veilige omgeving voor de jeugd.

  • 2.

    Voorkomen dat de lokale (met name kwetsbare) jeugd afglijdt van overlast naar criminaliteit (voorkomen jonge aanwas).

  • 3.

    De jeugd en de rest van de maatschappij dichterbij elkaar te brengen en het onderlinge acceptatieniveau te verhogen.

Wat gaan we doen?

  • We gaan in gesprek met in plaats van óver de jongeren. Het creëren van een veilige basis waarbinnen we met elkaar in gesprek kunnen over behoeftes, wensen en mogelijkheden. Maar er moet ook aandacht zijn voor voorlichting over houding en gedrag en over waar de grenzen liggen/waar we grenzen trekken. Dit doen we bijvoorbeeld met behulp van Stichting Halt, de jongerenraad, het jongerenwerk en bij voorkeur ook met de scholen en verenigingen.

  • Speciale aandacht hebben we voor alcohol- en drugspreventie. We werken hierbij samen met onder meer Stichting Halt, Vitis Welzijn, Brijder, de GGD, het onderwijs, jongerenwerk, horeca, sportverenigingen en evenementenorganisatoren. Afstemming met partners vindt plaats via de Werkgroep Alcohol- en drugspreventie. Ook de handhaving houden we op het vereiste peil: we controleren systematisch de naleving van de Alcoholwet, bij horeca, slijterijen, supermarkten en paracommerciële instellingen.

  • We maken een kwaliteitsslag met betrekking tot vroegsignalering, hierin dient de samenwerking met lokale ketenpartners te worden versterkt. Jongerenwerk, scholen en ouders vertolken hierin ook een belangrijke taak.

  • We handhaven adequaat in situaties waarbij dit nodig c.q. noodzakelijk is om overlast en/of onveilige situaties aan te pakken. We geven ruimte voor initiatieven maar handhaven zodra de leefbaarheid, de veiligheid en/of de gezondheid in het geding is. Ons handhavend optreden doen we op basis van wet- en regelgeving en heldere (beleids)kaders.

  • We verbeteren onze informatiepositie door meer/beter informatie uit te wisselen met de ketenpartners. Voor het uitwisselen van informatie hanteren we goede en heldere kaders.

  • We sturen op het voorkomen van criminele carrières van jongeren (jonge aanwas), zodat we (kwetsbare) jongeren kunnen behoeden voor een leven in de criminaliteit en daarmee vicieuze cirkels doorbreken. We maken hiervoor verbinding met project Dealbreakers van het RIEC.

3.5 Speerpunt: Ondermijning

De vorige beleidsperiode heeft laten zien dat ondermijning een belangrijk thema is geweest. Ondermijnende criminaliteit is een thema dat de afgelopen jaren een nog grotere rol heeft ingenomen op zowel de nationale, regionale, als lokale agenda. Bij ondermijnende criminaliteit is er sprake van vermenging van onder- en bovenwereld, doordat plegers van (georganiseerde) criminaliteit voor illegale activiteiten gebruikmaken van dezelfde legale diensten en voorzieningen als gewone inwoners. Zo vragen ze subsidies of vergunningen aan, starten bedrijven en kopen of huren panden. Voorbeelden van ondermijning zijn drugshandel en -productie, witwassen, mensenhandel arbeidsuitbuiting en zorgfraude. Ondermijnende criminaliteit is diepgeworteld in de (lokale) samenleving en gaat ook aan Westland niet voorbij.

De precieze aard en omvang zijn niet goed vast te stellen omdat het vaak niet zichtbaar is. Hoewel ondermijnende criminaliteit vaak niet zichtbaar is, heeft het wel zichtbare gevolgen. Denk daarbij aan drugsdumpingen, excessief geweld in de openbare ruimte en verwaarlozing van panden. We hebben in afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet om de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit in Westland terug te dringen en daders de speelruimte te ontnemen. Vervolgstappen zijn nodig. We kunnen de activiteiten en invloed van criminele netwerken nog effectiever ontregelen.

We zetten onze aanpak door en versterken deze. Bij de aanpak van ondermijning, maar overigens ook voor Bibob, integrale complexe casuïstiek en voor bewustwording, hechten we belang aan bestaande regionale samenwerkingsverbanden waaronder het RIEC.

 

Binnen onze aanpak van ondermijnende criminaliteit richten we ons (in beginsel) op drie deelthema’s in het bijzonder, namelijk georganiseerde drugscriminaliteit, mensenhandel met de focus op arbeidsuitbuiting van arbeidsmigranten en criminele en seksuele uitbuiting onder jongeren/minderjarigen en kwetsbare branches (o.a. bedrijventerreinen, programma Weerbare Sierteelt, horecasector).

 

Wat willen we bereiken?

  • 1.

    Meer zicht krijgen op ondermijnende criminaliteit.

  • 2.

    Vergroten van de weerbaarheid: bestuurlijk, ambtelijk en van inwoners en ondernemers.

  • 3.

    Vergroten eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven

  • 4.

    Voorkomen en bestrijden ondermijnende criminaliteit.

Wat gaan we doen? 11

  • We versterken de informatiepositie door interne en externe informatie, binnen de wettelijke mogelijkheden, bij elkaar te brengen. Met een goede informatiepositie kunnen we inzetten op de juiste thema’s en casuïstiek. Daarnaast doen we zelf en in regionaal verband onderzoek en verrichten we analyses om inzichtelijk te krijgen welke ondermijnende criminaliteit zich in Westland voordoet. Bijvoorbeeld nader onderzoek naar het fenomeen zorgfraude.

  • We blijven investeren in het creëren van bewustzijn op verschillende niveaus, zowel bij de gemeente als bij inwoners, ondernemers en ketenpartners. Er wordt handelingsperspectief geboden hoe signalen te herkennen en waar deze te melden. Dit gebeurt door middel van bewustwordingscampagnes, opleidingen, trainingen en informatiebijeenkomsten. Het doel hiervan is om mogelijk slachtofferschap te voorkomen. Waar nodig worden in samenwerking met het zorgdomein slachtoffers opgevangen en wordt hulp geboden.

  • We gaan criminele samenwerkingsverbanden verstoren en krijgen beter zicht door meer integrale controles uit te voeren in samenwerking met onze partners (onder andere de politie, belastingdienst, het OM en inspectiediensten) onder de noemer van het Westlands Controle Team (WCT). Hiermee wordt ook beoogd slachtoffers van mogelijke mensenhandel beter in beeld te krijgen, doordat we proactief en vaker achter de voordeur komen.

  • We maken actief gebruik van de verschillende mogelijkheden van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld Wet Bibob, Opiumwet en Algemene Plaatselijke Verordening) om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan door bestuurlijke maatregelen te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het opleggen van een last onder dwangsom op persoon aan een drugscrimineel.

Een gevolg van het versterken van onze informatiepositie op basis van nadere onderzoeken en analyses is dat andere mogelijke fenomenen van ondermijnende criminaliteit die zich in Westland voordoen, zichtbaar worden. Dit geldt overigens ook voor mogelijke (nieuwe) locaties in Westland die kwetsbaar zijn. De uitkomsten van dergelijke onderzoeken kunnen leiden tot (aanvullende) interventies om barrières op te werpen.

 

4. De maatschappelijke tendens

4.1 Inleiding

De samenleving verandert in een snel tempo. Ook vormen van criminaliteit en onveiligheid zijn voortdurend in beweging, onder invloed van onder andere internationalisering, digitalisering en maatschappelijke ontwikkelingen. Met de (nasleep van) de coronapandemie op de achtergrond dient zich in de verhoudingen tussen Europa/Oekraïne/Rusland alweer een nieuwe dreigende situatie aan. Maar ook in eigen land leven diverse onderwerpen die bij vele een zekere mate van onrust veroorzaken zoals de hoge inflatie, grondstoffen- en stikstofproblematiek, de hoge energieprijzen en klimaatverandering. In het essay ‘Onrust begrijpen begint bij anders kijken, Een veiligheidspsychologisch perspectief op maatschappelijke onrust’ van februari 2022, verwoord Marnix Eysink Smeets het gevolg van dergelijke dreigingen en onvrede in de samenleving als volgt:

 

(…) dreiging roept angst, onzekerheid en stress op. Dat beïnvloedt vervolgens ons denken, voelen en doen op uiteenlopende gebieden in de samenleving. Van welzijn tot economie en van sociale kwaliteit, criminaliteit en veiligheid tot vertrouwen in de overheid.” “Meer in zijn algemeenheid is het van belang te onderkennen dat angsten, onzekerheden, frustraties en stress de manier van kijken, denken en voelen van mensen beïnvloeden, net als hun houding en gedrag. Onzekerheid en stress kunnen er bijvoorbeeld toe leiden dat mensen zich lastiger kunnen verplaatsen in mensen die anders zijn dan zij. Daarmee ligt polarisatie op de loer.12

 

Ook voor Westland betekent dit dat er aandacht moet zijn voor de huidige maatschappelijke tendens. In dit WVB hebben we, op basis van het beschreven veiligheidsbeeld en de uitkomsten van de omgevingsanalyse, twee onderwerpen die nadere toelichting en uitwerking behoeven. Het betreft het ‘maatschappelijk ongenoegen’ en ‘digitale veiligheid’. Voor gemeenten in het algemeen ligt er (nu nog) geen duidelijke rol als het gaat om het ‘bestrijden’ ervan. Maar in het licht van de huidige samenleving kan erkenning ervan niet uitblijven.

 

4.2 Maatschappelijk ongenoegen

Het thema maatschappelijk ongenoegen is sinds 2020 prominenter op de agenda van de veiligheidspartners komen te staan. De coronapandemie was hierbij een belangrijke aanjager. Echter is maatschappelijk ongenoegen van alle tijden. Het is belangrijk dat iedereen in de samenleving de mogelijkheid heeft om ongenoegen te uiten. Bij maatschappelijk ongenoegen draait het om gevoelens van onvrede, wantrouwen, frustratie of woede, bij groepen of individuen. Het ongenoegen is met name gericht tegen de overheid, maar bijvoorbeeld ook tegen de wetenschap en de traditionele media. Geplaatst in de huidige maatschappij komt maatschappelijk ongenoegen (en polarisatie) tot uiting rondom onderwerpen zoals corona en vaccinatie, 5G, boerenprotesten, globalisering, klimaatverandering, migratie en de hoge energieprijzen.

 

Er zijn verschillende vormen van maatschappelijk ongenoegen. Uiteenlopend van vreedzame en kleinschalige demonstraties tot radicale, strafbare en/of grootschalige acties. Kritische geluiden en het recht op demonstratie zijn essentieel voor de democratie en rechtsstaat, maar worden problematisch als de grenzen van de wet niet (meer) worden nageleefd.

De huidige tendens lijkt te zijn dat het ongenoegen (zichtbaar) toeneemt. De genoemde onderwerpen en de daaraan gelieerde onzekerheid over wat er nog gaat komen roept ook een mate van onrust en onvrede op. De agressie tegen de overheid neemt toe en de samenleving verhardt. De inzet van de gemeente Westland in samenwerking met andere gemeenten, politie en het OM kan zich richten op het voorkomen dat de grenzen van de rechtsstaat worden overschreden (preventie) en ingrijpen als dat toch gebeurt (repressie).13 Dit kunnen we doen door:

 

  • Op een laagdrempelige manier in verbinding te blijven met de samenleving. We stellen ons op als belangenbehartiger en scheidsrechter. Hierbij tonen we wederzijds begrip en bewaken we de grenzen en kaders.

  • Onze informatiepositie te versterken. Het is belangrijk om voldoende ‘voelsprieten’ in de sa-menleving uit te zetten zodat we weten wat er in de samenleving speelt. Dit is het beste te bewerkstelligen door de inzet van een informatieanalist/data-analist die de tendensen in de samenleving en op sociale media in de gaten houdt.

4.3 Digitale veiligheid

De samenleving digitaliseert en digitale criminaliteit is een groeiend fenomeen. Mede doordat de afhankelijkheid van digitale systemen en internet groter is dan ooit worden inwoners, ondernemers en organisaties steeds vaker slachtoffer van digitale criminaliteit.

 

Er bestaan twee vormen van digitale criminaliteit. Enerzijds vinden klassieke vormen van criminaliteit tegenwoordig ook digitaal plaats, zoals oplichting en cyberpesten. Anderzijds kan ICT tegelijk middel en doel zijn, zoals hacken, DDoS-aanvallen en gijzelsoftware. Mede doordat de afhankelijkheid van digitale systemen en internet groter is dan ooit worden inwoners, ondernemers en organisaties steeds vaker slachtoffer van digitale criminaliteit. Er is zowel internationaal, nationaal als lokaal veel aandacht voor digitale criminaliteit. Als gemeente willen we de verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven niet overnemen. Bewustwording over de digitale risico’s zou de rode draad vormen in de aanpak van digitale criminaliteit. In een veilige digitale gemeente is er aandacht voor digitale veiligheid, cybercrime en cyberweerbaarheid. De bescherming van privacy verliezen we daarbij niet uit het oog.

 

De aanpak van digitale criminaliteit is relatief nieuw en krijgt steeds meer aandacht; het is één van de landelijke en regionale speerpunten. Op dit moment is er voor de gemeente geen duidelijke rol als het gaat om het bestrijden van digitale criminaliteit. Toch voelen we ons verantwoordelijk om te voorkomen dat onze inwoners en ondernemers slachtoffer worden van digitale criminaliteit. Daarbij speelt ook mee dat gedigitaliseerde criminaliteit verwikkeld zit in de genoemde speerpunten voor de komende beleidsperiode. Zoals eerder aangegeven vindt ook een deel van ondermijning digitaal plaats zoals, op het darkweb, waar wapens en drugs worden verhandeld. Maar denk ook jeugdproblematiek en – criminaliteit zoals het eerdergenoemde digitaal pesten, sextortion en online shaming). Wij willen ondersteuning bieden bij het versterken van het bewustzijn van de gevaren en willen aandacht geven aan preventie.

Bij digitale veiligheid gaat het om het treffen van maatregelen die gericht zijn op het voorkómen van schade door verstoring, uitval of misbruik van digitale producten of diensten en, als er toch schade is ontstaan, het herstellen hiervan. De gemeente heeft een belangrijke rol om te voorkomen dat inwoners, bedrijven, voorzieningen én de gemeente zelf, slachtoffer worden van cyber gerelateerde zaken. Om de gemeente en/of de inwoners weerbaar te maken kunnen wij ons richten op:

 

  • Eigen huis op orde: interne informatiebeveiliging op orde (preventief).

  • Digitale criminaliteit: inwoners en ondernemers bewust en weerbaar maken (preventief)

  • Cyberincidenten en cybercrisis: cybergevolgbestrijding en beheersing (repressief).

5. Opdrachtgericht werken

5.1 Inleiding

De gemeente Westland werkt ´opdrachtgericht´. Dit houdt in dat voor alles wat er binnen de organisatie wordt gedaan er één opdrachtgever en één opdrachtnemer is. Door opdrachtgericht te werken ontstaat helderheid over de maatschappelijke opgaven waar we aan werken en de te behalen resultaten en effecten op alle niveaus. Hiernaast wordt door opdrachtgericht te werken ingezet op meer horizontale verbanden in de organisatie en meer samenhang tussen de verschillende opdrachten waar we ons voor inzetten (flankerend beleid). Hierdoor wordt duidelijkheid gecreëerd en wordt de samenwerking tussen de ambtelijke organisatie soepeler en scherper. Het opstellen, uitvoeren en monitoren van het WVB betreft één van de maatschappelijke opgave van de gemeente.

 

5.2 Bestuurlijke en ambtelijke sturing

Conform het sturingsconcept van het opdrachtgericht werken kent het WVB een bestuurlijk opdrachtgever (de burgemeester), een ambtelijk opdrachtgever (concerndirectielid) en een ambtelijk op-drachtnemer (strategisch regisseur veiligheid). De strategisch regisseur veiligheid stelt zich vervolgens op als opdrachtgever naar medewerkers binnen verschillende afdelingen en teams, waaronder die van Team Veiligheid en Duurzaamheid van het cluster Beleid. Voor de uitvoering van het WVB initieert en onderhoudt het team vervolgens de benodigde verbindingen met andere afdelingen en teams binnen de gemeentelijke organisatie en met externe partners. De strategisch regisseur veiligheid regisseert de implementatie van het WVB, intervenieert bij knelpunten in de uitvoering van de aanpak en bij eventuele nieuwe veiligheidsvraagstukken. Daarnaast informeert en adviseert de strategisch regisseur de ambtelijke- en bestuurlijke opdrachtgever periodiek over de voortgang van het WVB. De Teammanager Veiligheid en Duurzaamheid is verantwoordelijk voor de personele zaken, de zogenoemde P-taken en is werkprocesverantwoordelijke.

5.2.1 Flankerend beleid

Het WVB kent tal van raakvlakken met ander gemeentelijk beleid op terreinen als Wmo/zorg, participatie, wijkbeheer, jeugd, horeca en evenementen, verkeer en milieu, wonen en openbare ruimte en, vergunningverlening, toezicht en handhaving. Door middel van opdrachtgericht werken worden de verbindingen tussen de verschillende (beleids)terreinen eenvoudiger en geborgd. Hier ligt een belangrijke rol voor de strategisch regisseur veiligheid en voor de leden van team veiligheid bij het uitvoeren van de opdracht. Voor verschillende thema’s in dit veiligheidsbeleid geldt dat ander thematisch gemeentelijk beleid in belangrijke mate kaderstellend is. Denk aan verkeersveiligheid, kwaliteit openbare ruimte, onderwijs, zorg/sociaal domein (Sociaal Beleidskader). In dit veiligheidsbeleid wordt aangesloten op de koers en doelstellingen van dit flankerende beleid.

5.2.2 Monitoring en evaluatie

De uitvoering van het WVB wordt jaarlijks gemonitord. Dit vindt in ieder geval plaats via de reguliere P&C-cyclus. Jaarlijks zal in het eerste kwartaal in de commissie Bestuur samen met politie en het OM, het veiligheidsbeeld van Westland besproken wordt aangevuld met de voortgang van de uitvoering van het WVB 2023-2026 en de overige veiligheidsthema’s uit ons veiligheidsfundament. Eveneens jaarlijks zal - in samenwerking met andere partijen uit de veiligheidsketen - een thematische werkbijeenkomst georganiseerd worden. Hiermee wordt invulling gegeven aan de conclusie en aanbeveling van het RKC-onderzoek, de bestuurlijke reactie op 22 september 2022 (documentnummer 22-0157887) en de bespreking daarvan in de commissievergadering op 29 september 2022.14 Daarnaast is de raad te allen tijde in de gelegenheid om vragen te stellen en in gesprek te gaan over (de uitvoering van) het veiligheidsbeleid als daar behoefte aan is.

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 22 februari 2023,

de plaatsvervangend griffier,

P. van Oosten – Meester

de voorzitter,

B.R. Arends


1

De veiligheidsbijeenkomst d.d. 30 mei 2022 bestond uit twee delen, te weten een middagdeel met de partners en een avonddeel met inwoners en buurtpreventen.

2

Omgevingsvisie 2.0. Westland, oktober 2020

3

Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2022-2025, vergunningen, toezicht en Handhaving, december 2021

4

De politie is zich verhoudingsgewijs meer gaan richten op zwaardere vormen van criminaliteit.

5

Momenteel is een doorontwikkeling van team Handhaving ingezet waarbij gekeken wordt naar de visie van de handhavers, hun rol en verantwoordelijkheden.

6

Hierbij is aansluiting gezocht bij het coalitieakkoord en het collegewerkprogramma 2022-2026.

7

Deze werkwijze is reeds in gang gezet op basis van de op 14 december 2021 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Uitvoerings- en Handhavingsstrategie 2022-2025, vergunningen, toezicht en Handhaving

8

Er wordt (door een extern bureau) een beleidsanalyse uitgevoerd naar de samenhang tussen zorg- en veiligheid.

9

In combinatie met het lokale gezondheidsbeleid, Sociaal beleidskader Kernachtig Sociaal en het Preventieakkoord.

10

Omgevingsvisie 2.0. Westland, oktober 2020

11

Hierbij is aansluiting gezocht bij het coalitieakkoord en het collegewerkprogramma 2022-2026.

12

Marnix Eysink Smeets, essay Onrust begrijpen begint bij anders kijken, Een veiligheidspsychologisch perspectief op maatschappelijke onrust, februari 2022, p. 18.

13

Coalitie voor veiligheid 2023 – 2026, Regionaal Beleidsplan Eenheid Den Haag

14

Vergadering Commissie Bestuur en Economie 29 september 2022 (link)